ÜST DE TWEEDE KAMER. DE KAMG-HE VAAS. Radio-Programma's. -E- Justitie-begrooting. Huwelijk en echtscheiding, twee puzzles. Bestrijding der zedeloosheid, Pornografie op 't randje. Giessen-Nieuwkerk. Allerlei schokken, die niet opgevangen worden. Grondig onderzoek toegezegd. an onzen parlementairen medewerker/ .Meer dan twintig sprekers hebben bij de algemecno beschouwingen over de Justitiebegrootiiig bet oord gevoerd en bijna drie middagen zijn daaraan besteed. Veel daarvan was onderling debat der leden, waarbij het vooral ging om de kwestie der ecbtsohoiding en der zedeloos beid. Ten aanzien van' deze panton ]oo pen de meeningen zeer uiteen, als gevolg van deze omstandigheid, dat de opvat ting over bet huwelijk en over hetgeen al dan niet zedelijk is te noemen, 'zeer verschillend is. Vergemakkelijking van de mogelijkheid om een huwelijk te ontbin den, doet naar veter meening het gevaar ontstaan voor te lichtvaardig sluiten van een huwelijk en te spoedig besluiten tot scheiden. Wie het huwelijk, en met name het gezin, wil beschermen tegen lichtzin nig handelen, maakt de mogelijkheid van ontbinding klein en moeilijk; wie meent, dat een slecht, ongelukkig huwelijk een kwaad is, wil scheiding niet tegengaan. Het zal onmogelijk zijn hier oen bevre digende oplossing te vmden. En die zal men toch moeten vmden, ml men niet een ander euvel bevorderen, n.l. het zon der wettelijk huwelijk samenleven. Omtrent liezen vorm van huwelijk bestaan geen statistieken, maar, dat het aantal daarvan toeneemt, Weet iedereen. Op het stuk der zedeloosheid was wederom het debat te algemeen, omdat de maatstaf voor het zedelijke en onzede lijke zeer verschil len tl is. In Turkije, aldus de niet onaar dige opmerking van dén heer 1 liegen, zijn de conservatie ven zeer tegen de af schaffing der sluiers voor cïe vrouwen, want zij vreezen daar van verschrikkelijke gevolgen voor de ze delijkheid. Trouwens dit heeft de ervaring wel geleerd, dat de kleeding voor het al of niet zedelijke weinig te beduiden heelt. Toen de dames de crioiine droegen en tot haar ooren ingepakt zaten in de klee- ren, was de deugdzaamheid lieusch niet voor 100 pet. gegarandeerd. Op nog een ander puntje wees de heer Vliegen. "Het rijksgemiddelde voor zeden delicten is 13. Drente staat op 4.1, maar Noord-Brabant op 18. En deze cijfers zeggen nog niet eens al les. Want onzedelijkheid, leidt nog niet altijd tot een zeden-deliet en in de groote steden, is het politie toezicht heel wat scherper dan te plattelande. Van verschillende zij den is dan ook botoogd, dat men met zijn oordeel voorzichtig moet zijn en dat uit niets is gebleken, dat de zedeloosheid toeneemt. .Met volle kracht wordt door som migen geageerd tegen het vrije en „luch tige" verkeer aan liet strand. Nog nimmer is aan het gedeelte van het Haagsdie stand waar dit leventje vrijuit bestaat, eenig zedendelict voorgekomen, hoewel de politie er zich geregeld beweegt en onge merkt scherp toezicht houdt. Wanneer de cijfers in het algemeen aan wijzen, dat het aantal zedendelicten toe neemt, dan is dat voor een zeer groot deel liet gevolg van het scherpe toezicht der politie en het dientengevolge snelleij achterhalen van de feiten. Volgens den Minister is het aantal sedert 19U verdub beld, maar dit is een cijfer, dat allerminst W. H. Vliegen Uit het Engelscb door J. S. FLETS CHER. Geautoriseerde vertaling door v. d. W. 38} „Geloof je lieusch. Beu, dat het de vaas is? Maar waarom heeft hij die stuk ken en zijn tasch hier gelalen?" „Kom aan deze zijde," zcide ik. '„Wij moeten meer hiervan weten, dat lijkt tmj wel van belang." Ik hielp haar hot muurtje overWimmen en wij begonnen met de stukken van de vaas bijeen te zoeken. Dit was nu de vaas, waarover ik zooveel gehoord had, die zulk een groote waarde had en zij lag nu hier weggeworpen als ten goed koop stuk aardewerk. Toch was zij niet totaal verbrijzeld; hot is waar, zij was in vijf of zes stukken gebroken, maar het waren zuivere breuken, er waren geen hoekjes af; dikwijls had ik Keziah oud porselein zien lijmen, dat veel meer be- .schadigd was. Duidelijk was te zien, waar oewn Joseph met zijn groote voeten het hooge gras platgetrapt ha/1, toen hij na zijn val op weg rvas gegaan naar een veiliger plek. Terwijl ik nog bezig was de vaas le bekijken, riep Pepita mij. „Ben!" riep zij uit. „Wat is dat? En dat?" Zij had een vreemdsoortig voorwerp op geraapt en nu wees zij naar iets, dat bij haar voeten lag. Ik herkende die voor werpen onmiddellijk het waren stukken van de beeldjes, die jutftuuw Ellingham vonniste na het verdwijnen van de Kang-he to aanvaarden is. Sedert dit jaar is do politie begonnen zich to bemoeien met allerlei zaken, dio vroeger daarvan ver schoond bleven. Inmiddels is deze Mi nister Loch wol zoo verstandig, dat hij' het gevaar ziet van al to streng optreden tegen alles wat zich in liet openbaar voor doet en scJiadolijk lijkt voor do zedelijk heid; hij begrijpt, dat wegdrijven daar van uit het openbaar naar hot voibor- gene zoor vorkoord is eu daarom heeft tie premier ook al uitdrukkelijk' verklaard, dat in de eerste plaats uit de vrije maat schappij het verzet en de aclie tegen] het zedeloozo moeten ontstaan. Het ligt klaarblijkelijk niet in de bedoeling der Re- eeerïng om met krasser maaDegelon to komen. Zij weet, dat bijvoorbeeld dancings behoeften scheppen, die niet bevredigd worden, een bewering, die als algemeono stelling natuurlijk weer zeer gemakkelijk bestreden kan worden. "Merkwaardig is de opvatting van den Minister, dat één der groote moeilijkheden van alle bestrij ding van on zedelijkheid en pornografie in cluis. gelogen is in de omstan digheid, dat het publiek in die bestrijding een! uiting van puri- teinisme ziel. Wanneer het publiek mos weikte en bijv. door zuiver pornografische bladen niet le koopeu deze 't leven onmege lijk maakte, zou* er heel wat meer te bereiken zijn. De strijd tegen de porno grafie is moeilijk omdat bet altijd om grensgevallen van onzedelijkheid gaat en de rechter nu eens wel, dan weer niet tot straffen overgaat. Hier komt, dus de principieels oneeilijk- lie.d voor den dag. Wat de een meent, dat er nog bed bij door k'an, gaat volgens den ander al over de schreef; de maatstaf voor de bepaling; is anders en het is daarom niet gewenscht, dat een algemeens theorie wordt opgezet. Even onzeker als dia „Minister in zijn opvatting o/p dit punt is, is hij liet ten aan zien van de andere op den voorgrond ge stelde kwestie, nj. die der echtscheiding. De huidige toestand bevredigt nicrnaiwl maar niemand weet een uitweg. Het „foefje" van 't voorgevende overspel te verlangen door een bewijs van werkelijk overspel zou «eni ge verandering brengen, maar niet afdoende zijn. De Minister Weet ook geen uitweg en denkt alleen aan een verkorting van den sclieidingstijd van tafel-en-bed, b.v. tot drie jaar. Waarschijnlijk helpt dit zeer weinig, wianl het gaat maar al te 'dikwijls juist om den wenseli van ooinudJeilijikb scheiding, waarbij dan drie jaar al niet veel anders is dan vijf jaar. Ook ofp Üit pant schijnt niets van den Minister te wachten te zijn. In het huwelijkspersonen-reciht zal de Mi nister ook al geen verandering brengen; in het huwelijksgooderen-recP.it waarschijnlijk wel maar of dit zoo ver zal gaan als ve len vooral ter linkerzijde verlangen, valt te betwijfelen. De Minister heeft zijn beginse len, waarvan hij niet afwijkt, maar hij ziet wol in, dat voor lien, dio deze beginselen MR. .1. DONNER, minister van Justitie. vaas do kleine godsbeeldjes. Ik her innerde mij nu, wat Carsie, de buttler, mij daarvan had verteld „Grove en af schuwelijke dingen, en een daarvan in het bijzonder waarom, liet had zoovele hoof den en armen een monster en liet andere had de kop van een beest in plaats van een menschenhoofdT' Dat had Carsie gezegd en hier was werkelijk het veel hoofdige, veelarmige ding in tweo stuk ken. Rondkijkend vond ik het andere beeldje een ding met een beostenkop en dit was ook in tweeën gebroken. Ik onderzocht deze beeldjes nauwkeurig; ik kon niet uitmaken, waar zo van ge maakt waren, of met steen of marmer of iets anders was. Hot materiaal was eenigs zins week, met je nagel kon je het in- ken-en. Een van de beeldjes was blijkbaar door don val gebroken; hot andere leek opzettelijk gebroken te zijn ik ver beelde mij, dat ik do moeten van een mes zag. In elk Yan de beeldjos was een holte, groot genoeg otm daarin iets, laat ons zeggen ter grootte van een kraaienei, op te bergen. Indien er iets in die holtes was geweest een zorgvuldig zooken in het gras openbaarde dat niet. Dit verbaasde mij meer dan het weg gooien van de Kang-he vaas, toch be dwong ik mij om daarvan iets aan, Pepila te zeggen. Ik pakte do stukken van do vaas en van do beeldjes zorgvuldig in do hout wol, deed ze in de tascli en verborg de tasch achter het klimop op den mum*. „Dat is veilig opgeborgen," zeide ik. „We zullen dat zoo noodig terug weten te vin den. En nu gaan wij kijken of er een boot is. Wij 'moeten..." „Ik hield plotseling dp; mijn tong was verlamd. Pepita greep mij bij den arm. Instinctmatig haalde ik de revolver voor den dag, dia ik van Gefnh's lijk! had mee genomen en bracht haar in den aanslag niet doelen, dc situatie andeis is en dal do wetgever daarmede terdege rekening heeft to hemden. Doet hij dit niet, dan is misschien nog voo] erger te vree zen. Zooals do schando van oen ochtsclhoiding in do publieke opinio is verdwenen kan to ooni- gor tijd ook andere Schando verdwijnen. iMe.n bedenke eens hoo do theorie van het proefluiwolijk veld wint; wanneer do pu blieke opinie dit denkbeeld gaat aanvaar den en -do zg. schande van eon miet-v,ette lijk gidcponeerd huwelijk met neer nouli gdtuaralmorkt, zal een situatie ontstaan, die nog heel wat moor moeilijkheden baron kan. Het beginsel van don Minister is, dat de net alleen dfi gevolgen Van hot huwelijk regelt niet het huwelijk zelf sanctioneert, wijl dit in de barton dor mensdicn wordt gestolen, Wanneer dio wettelijke regeling der gevolgen niet naar den zin is van do tonronden, kaar men wel consi zioli aan dio regeling gaan onttrekken. Veel critiob heeft dje Minister ondervon den nopens zijn houding in do zaak Gies sen-Nieuwkerk. Dio houding is ook niet bi- zonder gelukkig te noemen. Ilbt gevoel van rechtszekerheid in ons land heeft dooi' dezo zaak een donk-major gekregen en het was vóór alles do taak geweest van den Minister om na te gaan hoe hij dat kan herstellen door zoodanige maatregelen, dat men zich voor de toe komst veilig gevoelt. Misplaatst was het de pers en het Hof to Amsterdam eeni- ge „opstoppers" het woord is van JMr. Du ijs toe te brengen, aan de pers, omj- dat deze sensatie had gemaakt, aan het Hof. omdat dit niet genoeg hééft) gedaan om te trachten den schok ta verzachten. De Minister had beter gedaan met dit achterwege te laten en 'vooral zijn aan dacht to vrijden aan de gebreken en leem ten, die in de rechtspleging zijn geble ken. Hier is geen sprake geweest van een rechterlijke dwaling; ten, aanzien daarvan is zelfs do publieke opinie zeer vergeveris!- gezind, maar bier is oen ernstig mank© ment in de structuur der wetspleging] aan den dag gekomen. Er is broddel-werk ge leverd, er is gemis aan ernst bij liet onder zoek geweest, er is op zoodanige wijze met dwangmiddelen gewerkt, dat het recht gevaar liep en er is geknoeid, n.l. met het achterbaks hjouden van het geheime dossier. Op die punten kan de Minister tot handelen komen; ongewenscht is, dat hij critiek oefent op de rechters, gelijk hij tegenover het Amsterdamsche Hof deed. Deze kluns ter heeft dit ai meer gedaan en gaat liij daarmede" buiten zijn boekje. Met grond had men daden van den Mi nister mogen verwachten en dat vooral snel, wijl de gebreken hier alle open en bioot lagen en geen langdradig eu om slachtig onderzoek meer noodig was. Als de Minister het Hof verwijt den schok niet genoeg opgevangen te hebben, dan kan men met veel meer recht eten Mi nister verwijten, dat hij naliet onmiddel lijk do ontredde ring, door den schok ontstaan, op te ruimen. Een er varen tacticus zou begrepen hebben, dat hier vooral het onmiddellijk han delen eeii krachti ge uitwerking kan hebben. Hot ont breekt dezen Mi nister wel meer aan levenskennis en levenservaring is liij misschien te jong tot zijn post geroepen? Natuurlijk heeft de lieer Duijs en na hem de heeren -Mardiant en Boon, stevig uitgepakt èn over rle Dordtscho rechters èn over de politie èn over den Minister, die no-g te veel in bet oude zog vaart, d. w. z. vóór alles de rechters wil sauveeren, ook al deilen zij verkeerd. In dat oude zog is liij nu leelijk verongelukt. In de beantwoording van de kritiek ver zuimd© de Minister een woord van lof in te voegen voor het Amsterdamsche Hof, dat gelijk nir. Marchant het uitdrukte Nederland heeft verlost van de nacht merrie, dat het hier mogelijk is onschul- J. E. W. Duys Voor ons stond een man met oen go- weer in zijn arm. Hij was een man van middelbare grootte, üink gebouwd, het typo van een zeeman; hij had ©en vriendelijk gezicht en ondanks mijn dreigende houding, keok hij mij goed aardig aan. IJij 'schuddo zijn hoofd en glim'aohte. „Dat is niet noodig, jongeheer," zei hij vlug. „Ik heb mots kwaads in den zin. Kijk!" Hij logde zijn geweer in het gras en naderde buiten bereik van zijn wapen, alsof hij do oprechtheidvan zijn woorden wildo bevestigen. En weer glimlachte hij. „Wat is er hier te doen?" vroeg hij. „Er schijnen vreemde dingon op dit eiland to gebeuren. Wees voorzichtig met dat wa pen van jou, jongmensch... Dat zijn geen dingen om mede te spelen 1" Ik stak do revolver woer in mijn zak en uitte oen zucht van verlichting. „Vreemde dingon," riep ik uit. „Dat ge loof ik, en vreemder dan u denkt, komt van het stoomschip/, dat aan do Zuid kust ligt, niet waar? Wilt u mij zeggen dit meisje en ik zijn hier alleen waar om u aan wal kwam?" Starend van Pepita naar mij-, haalde hij langzaam zijn pijp en tabakszak voor den dag en vuld© do oen uit den ander. Hij deed ilat op zijn gemak, stak een luci fer aan en na/lat hij eonige rookwolkjes had uitgeblazen, begon hij te spreikon, „Vertel mij eerst eens, wat jullie hier uitvoert. Jk durf er een eed op te doen, dal je hier niet kwam voor een buiten- partijtje!" Lk aarzelde. Editor niet lang ei' was iets in mij, dat me het gevoel gaf, dat wie hij ook zijn mocht en wat hij ook' deed, ik openhartig mot hem kon spreken. „Ik zal hol u zeggen. Wij werden ont voerd." digen tot vijftien jaar gevangenisstraf te veroordcelen. Dat verzuim vindt do hoer Marchant zóó ernstig, dat bijl openlijk en met stemverheffing verklaarde, ernstig ges- schokt te zijn in het vertrouwen, dat hij tegenover dozen Minister had. Weliswaar is gebleken, dat do Minister oen diep gaand onderzoek wenscht naar de leemten in de rechtspleging, maar het ontbreekt hier aan voortvarendheid. Wjaarom kwam do Minister nu terloops vertollen, dat' öo rijksrechoixdieur op non-actief is gestold in afwachting van dat onderzoek en Wjaar- om lieeft hij, dat feit, dat niet nagelaten zou hebben eonige voldoening te wekken en het vertrouwen in den Minister fa versterken, niet eerder den volke komjdi gedaan? Het is juist, dat subjectieve oordeel vellingen van den Minister ,op dit oogenblik niet gewonsoht zijin, dat optreden' tegen personen geen zin beeft, omdat hot heli stolsel is dat fout ging, maar juist daarom hadden, evenredig aan den schok, dien het geval heeft gegeven aan hot vertrou wen, de daden van den Minister kloek en doelbewust en onmiddellijk gezien moe ten zijn. Met zijn eerlijke erkenning heeft het Amsterdamsche Hof een goede daad verricht en do aanmerkingen op gemis aan Olympische rust bij' de Amsterdamsche rechters zijn hier misplaatst. Er is Jiu eenmaal een „relletje" geweest en bet is' noodig herhaling te voorkomen. Wanneer de Minister zegt naar eer en geweten de zaak te zullen onderzoeken, dan klinkt dat, maar hij heeft gemis aan tijdrekenkunde getoomd op een oogenblik, dat juist pa- raat-liandelen een daalder was Waard ge- woest. Do Kamer leek niet tevreden, maar zij kon nu niet anders doen dan afwachten wat eenmaal de daklen zullen zijn en zich voorioopig hij' de langzame behandeling neerleggen. In een zekere loomheid werd de begroo ting afgehandeld. De Minister beeft nu vol-op-tijd en liij zette zich aan het werk, dat geen uitstel lijden kan. GEMENGD NIEUWS. Nieuwe zaak. Klein begonnen, in do C. P. Ttolestraat 15 te Rotterdam, is M. de Roion's Sigaren magazijn geleidelijk gegroeid tof een van de bekendste zaken in liet Westen van Rotterdam. Aan het Mathenesserplein 18 heeft do heer De Roon kort geleden ©en tweede sigarenmagazijn geopend, dat een der best ingerichte winkels van Rotterdam genoemd mag worden. Niet alleen is deze winkel zeer modem en comfortabel ingericht, maar men vindt er ook ©en groote collectie sigaren en sigaretten, zoowel de meest bekende als bizondere soorten. Verlangt men b.v. oen sigaar van 15 cent, dan wordt een knopje omgedraaid en een af- deeling, waarin keurig verpakte*" sigaren van ilien prijs liggen, wordt met licht over goten, zonder dat men do lichtbron zelf ziet. Kerk en ScliooL Ned. Herv. Kerk.' ■Beroepen te Oehten ds. K- P, Datoma te 'Riolen; te Sprang de heer D. Reuman, cand. te Veenendaal. - Zaterdag, 23 November. Hilversum, 1071 M. (van 126 uur n.m.i 298 M) ,- 1010.15 uur- Morgenwijding. 12.152 uur. Concert door het AVRO-Kwartet. 2- 2.30 uur- Filmpraatje door Max Takt. 2.30 —4 uur. Aansluiting van het Tuscliinski- Th eater, Amsterdam. 4.30—5 uur. Sport- Hij toonde geen verbazing. Mij knikte tweo of drie malen, met zijn hoofd, alsof hij iets gehoord had, dat hij verwachtte te hooren. „Van den vasten wal?" vroeg hij, kortaf. „Als u hot wilt weten, uit het huis do „Shooting Star" in Wreddlesham." Weer knikte hij alsof hij er alles van begreep. „Zoo, zoo," zoi hij rustig. „Dan Vermoed ik, dal jij jo bemoeide... misschien toeval lig... met zaken, waarbij je tegenwoordig heid minder gewenscht was?" „Daar gaat het juist om," antwoordde ik. „Toch..." „Ze hebben jo meegenomen', zoodat je niet kon klikken, hè?" viel hij met een grijnslach in de rede. „Waarachtig. Dat snap ik. En van de „Shooting Ster" Dan ken je Getch natuurlijk?". Ik wierp hem een blik too, die een 'be doeling had, die hij niet begreep. - „la," antwoordde ik. „En mogelijk kent u een vriend van hem een soort compagnon Kr©vin V" ging hij voort. „Een groote kerel." „Ja, iel ie ken ik." j „Weet u, waar die nu zijn1? Ik houd het er voor, dat Getch jo hier bracht! en ik veronderstel, dat Krevin bij Item was. Waar is Getch?" „Dat zal ik u zeggen. Hij ligt daar een dertig meter vorder, ,aan den anderen kant van do ruïnes... dóód!" Hij toonde niet do minste vórwondering, hij nam mij alleen nauwkeuriger op en herhaalde mijn laatste woord, vragend: „Dood?" „Doodgestoken," antwoord do ilf. „Dat moet vannacht gebeurdzijn. Ik vojndl hem vanmorgen, hij was toon al koud." Ilij bleef mij aanstaren, toen knikte hij. „Zoo, zoo," zeide hij in gepeins. „Nu, wat Getch betreft, dat -is een nieuwtje, DRAlSltlA-YAN-VALKEMBURG'S* e A LEVERTRAM a LEEUWARDEN praatje door II. .Hollander. 55 30 uur. Go- zondheidsbalfuurlje. Spreker: A. C. Bos over: Kinderuitzemling. 5.306 uur. Builsch: Gevorderden en Conversatie. 601 —7.45 uur. Concert door het Omroept orkest. Slella Fontaine (oliansomnière). 8 uur. VARA. Toespraak 8.15 uur. VAB|A< Concert. Orkest en viool solo. 9 uur. V.1 P, R- 0.-Uitzending. 10,30 uur. VARA. Va ria. Daarna: Orkostcoinoert- 11.15 VARA. Gramofoonmuziek. Huizon, 1875 M. Uitsluitend KRO.-Uit zendingen, 11.30—12 uur- Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 uur. Concert door KRO-Trio. 1.15—2 uur. Gramofoonmuziek. 23.15 u. .Kinderuurtje. 3.30—4 uur- Cursus Espe ranto. 4—4-30 uur. Katholiek Nijverheids onderwijs. 4.30—5 uur. Cursus Engelscb. 55.45 uur- Gramofoonmuziek. 5.456 u. Journalistiek Weekoverzicht 6—6 05 uur. Beursberichten. 605—7.30 uur. Concert, Ci nema orkest. 7.30—8 uur. Lozing over:Wo ningvraagstuk der g'roote gezinnen. 8—11 uur. Concert door Muziekkorps- Soli 9.30 uur. ca. Nieuwsberichten. 1112 mir.Vroo- lijk programma Daventry, 1554.4 M. 10.35 uur. Morgenwijding. 11.05—11.20 uur. Lezing. 1.20—2.20 uur. Orkestamcert. 3.45 uur. Berichten. 3.50 uur. Concert. S Maden (alt). Instrum. Octet. 5.05 uur. Con cert op cinema orgel. 5.35 uur. Kinder- uurtje. 6 35 uur. Nieuwsberichten. 7.05 u. Pianorecital. 7.20 uur. Lozing. 7.35 uur. Lezing. 7.50 uur. Concert. The Ma es tros (zang). Orkest- 9.20 uur. Nieuwsberichten. 9.35 uur. Lezing. 9.50 uur. Nieuwsberich ten. 9 55 uur. Vaudeville. 10.5512.20 u Dansmuziek. Parijs, „RadioParis", 1725 M. 12.502 20 uur. Gramofoonmuziek. 4.05 uur. Dansmuziek, 4.35 uur. Kinderuurtje. 6.55 uur. Gramofoonmuziek. 7.25 uur. Gra- njofoonmuzielf. S20 uur. Vocaal concert. 9.35 uur. Graniofoonmnzick. Lang en b erg, 473 M. 6.207 20 uur. Gramofoonmuziek. 9.35 10.45 uur- Gramofoonmuziek 11.30 u Gramofoonmuziek. 12.251.50 uur. Orkest- concert. 4 50—5.50 uur. Orkèstcoacert. 7.20 uur. Vroolijke avond- Intermezzo: „Frit- zchen und Liesohen" of „RJieinland ia Saclison". Muzikaal genre-beeld. Muziekvan Jacq. Offenbach. 9.50—10.20 u,ur. Dans les. 10.20—11.20 uur. Dansmuziek. 11,20 1*2.20 uur. Dansmuziek. (Gramofoonpla- ten). Kalundborg, 1153 M. 2.202-50 uur. Tooneeluilzending voor kinderen, 2 504.50 pur. Orkestconcert. 7.35—9.35 uur. Concert. Versterkt orkest, tenor on sopraan. 9.5011.35 uur. Dans muziek. B, rus sol, 508.5 M, 5.20 uur. Kamermuziek. 6.50 uur. Gra- mofoonmiiziek'. *8-35 uut. Concert. Orkest en zang. Z e e s e n, 1635 M. 1 1 6.159 50 uur. Lezingen. 11.20—12.10 uur. Muziekuitzending voor scholen. 1210 12.50 uur. Berichten. 1.20—1.50 uur. Gra- mpfoonmuziek, 1 503.05 uur. Lezingen. 3.054 50 uur. Tooneeluitzendlng voor do kinderen, 4.50—7.30 uur. Lezingen, 7.30 uur. Concert en voordracht- Heruitzending van Miinchen. Daarna tot 1150 uur. Dans muziek. dat degenen, die hem kennen, niet zal ver bazen. Getch was een raar soort nicnsch. Dood... lnim. Maar waai* is Krevin? Want ik vermoed, dat hij niet bij jullie boort." „Ik weet niet, waar hij is. Hij was vor- morgen in den toren; daar lieten wij hem achter. Hij zond ons uit om. naar eon inlander te kijken, die ergons op het eiland is en hem nazit." „Hom?" vroeg hij. „Een inlander?" „Een Hindoe." Ifot is mogelijk, dat hij Getch gedood heeft... ik weot het niet. IIoo liet ook zij, Krevin lieeft den toren verlaten en ik geloof, dat die Hindoe hem nasluipt. Ik dacht, dat Krevin ergens aan do Zuidkust zou zijn... ik meende, dat hot revolverschot, dat ik hooide, doornbom werd gelost-., eenigon tijd gdoderi." „Wij hoorden dat aan boord," merido bij op. „En wij kwamen met onze boot aan wal, maar boorden niets en zagen niets. „Ik denk, dat hij zich verbergt in de ecu of andere grot en dat do Hindoe hom in do gaten heeft. Do Hindoe ging dien weg op. Ik zag hem door do heide gaan... Hij draagt oen gekleurd en tulband en Avas daardoor gemakkelijk te volgen." „Waarom zit do Lil indoe Kr-even achter na? Ep waarom zou hij Getch vermoeid hebben?" „Bat weet ilc niet. Dat houdt alles: ver band mol een geheimzinnige zaak. Wat ik Avel Aveet is, dat Krovin hier vandaan aviI on dat hij mij heeft gezegd, dat Getch gezorgd heeft voor een schip, dat liem hier zou komen halen. Dial is uw Schip, vermoed ikl" Ilij antwoordde daarop niet. Een oogen blik AVns liij diop in gedachten verzonken. Plotseling keek hij beurtelings do .een en dan weer don ander aan. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6