ÜST DE TWEEDE KAMER.
DE KAMG-HE VAAS.
Radio-Programma's.
-E-
Justitie-begrooting. Huwelijk en echtscheiding, twee
puzzles. Bestrijding der zedeloosheid, Pornografie op
't randje. Giessen-Nieuwkerk. Allerlei schokken, die
niet opgevangen worden. Grondig onderzoek toegezegd.
an onzen parlementairen medewerker/
.Meer dan twintig sprekers hebben bij
de algemecno beschouwingen over de
Justitiebegrootiiig bet oord gevoerd en
bijna drie middagen zijn daaraan besteed.
Veel daarvan was onderling debat der
leden, waarbij het vooral ging om de
kwestie der ecbtsohoiding en der zedeloos
beid. Ten aanzien van' deze panton ]oo
pen de meeningen zeer uiteen, als gevolg
van deze omstandigheid, dat de opvat
ting over bet huwelijk en over hetgeen
al dan niet zedelijk is te noemen, 'zeer
verschillend is. Vergemakkelijking van de
mogelijkheid om een huwelijk te ontbin
den, doet naar veter meening het gevaar
ontstaan voor te lichtvaardig sluiten van
een huwelijk en te spoedig besluiten tot
scheiden. Wie het huwelijk, en met name
het gezin, wil beschermen tegen lichtzin
nig handelen, maakt de mogelijkheid van
ontbinding klein en moeilijk; wie meent,
dat een slecht, ongelukkig huwelijk een
kwaad is, wil scheiding niet tegengaan.
Het zal onmogelijk zijn hier oen bevre
digende oplossing te vmden. En die zal
men toch moeten vmden, ml men niet
een ander euvel bevorderen, n.l. het zon
der wettelijk huwelijk samenleven. Omtrent
liezen vorm van huwelijk bestaan geen
statistieken, maar, dat het aantal daarvan
toeneemt, Weet iedereen.
Op het stuk der zedeloosheid was
wederom het debat te algemeen, omdat
de maatstaf voor het
zedelijke en onzede
lijke zeer verschil
len tl is. In Turkije,
aldus de niet onaar
dige opmerking van
dén heer 1 liegen,
zijn de conservatie
ven zeer tegen de af
schaffing der sluiers
voor cïe vrouwen,
want zij vreezen daar
van verschrikkelijke
gevolgen voor de ze
delijkheid. Trouwens
dit heeft de ervaring
wel geleerd, dat de kleeding voor het al
of niet zedelijke weinig te beduiden heelt.
Toen de dames de crioiine droegen en
tot haar ooren ingepakt zaten in de klee-
ren, was de deugdzaamheid lieusch niet
voor 100 pet. gegarandeerd.
Op nog een ander puntje wees de heer
Vliegen. "Het rijksgemiddelde voor zeden
delicten is 13. Drente staat op 4.1, maar
Noord-Brabant op 18.
En deze cijfers zeggen nog niet eens al
les. Want onzedelijkheid, leidt nog niet altijd
tot een zeden-deliet en in de groote steden,
is het politie toezicht heel wat scherper
dan te plattelande. Van verschillende zij
den is dan ook botoogd, dat men met
zijn oordeel voorzichtig moet zijn en dat
uit niets is gebleken, dat de zedeloosheid
toeneemt. .Met volle kracht wordt door som
migen geageerd tegen het vrije en „luch
tige" verkeer aan liet strand. Nog nimmer
is aan het gedeelte van het Haagsdie
stand waar dit leventje vrijuit bestaat,
eenig zedendelict voorgekomen, hoewel de
politie er zich geregeld beweegt en onge
merkt scherp toezicht houdt.
Wanneer de cijfers in het algemeen aan
wijzen, dat het aantal zedendelicten toe
neemt, dan is dat voor een zeer groot
deel liet gevolg van het scherpe toezicht
der politie en het dientengevolge snelleij
achterhalen van de feiten. Volgens den
Minister is het aantal sedert 19U verdub
beld, maar dit is een cijfer, dat allerminst
W. H. Vliegen
Uit het Engelscb door
J. S. FLETS CHER.
Geautoriseerde vertaling door v. d. W.
38}
„Geloof je lieusch. Beu, dat het de
vaas is? Maar waarom heeft hij die stuk
ken en zijn tasch hier gelalen?"
„Kom aan deze zijde," zcide ik. '„Wij
moeten meer hiervan weten, dat lijkt tmj
wel van belang."
Ik hielp haar hot muurtje overWimmen
en wij begonnen met de stukken van de
vaas bijeen te zoeken. Dit was nu de
vaas, waarover ik zooveel gehoord had,
die zulk een groote waarde had en zij
lag nu hier weggeworpen als ten goed
koop stuk aardewerk. Toch was zij niet
totaal verbrijzeld; hot is waar, zij was
in vijf of zes stukken gebroken, maar het
waren zuivere breuken, er waren geen
hoekjes af; dikwijls had ik Keziah oud
porselein zien lijmen, dat veel meer be-
.schadigd was. Duidelijk was te zien, waar
oewn Joseph met zijn groote voeten het
hooge gras platgetrapt ha/1, toen hij na
zijn val op weg rvas gegaan naar een
veiliger plek.
Terwijl ik nog bezig was de vaas le
bekijken, riep Pepita mij.
„Ben!" riep zij uit. „Wat is dat? En
dat?"
Zij had een vreemdsoortig voorwerp op
geraapt en nu wees zij naar iets, dat bij
haar voeten lag. Ik herkende die voor
werpen onmiddellijk het waren stukken
van de beeldjes, die jutftuuw Ellingham
vonniste na het verdwijnen van de Kang-he
to aanvaarden is. Sedert dit jaar is do
politie begonnen zich to bemoeien met
allerlei zaken, dio vroeger daarvan ver
schoond bleven. Inmiddels is deze Mi
nister Loch wol zoo verstandig, dat hij'
het gevaar ziet van al to streng optreden
tegen alles wat zich in liet openbaar voor
doet en scJiadolijk lijkt voor do zedelijk
heid; hij begrijpt, dat wegdrijven daar
van uit het openbaar naar hot voibor-
gene zoor vorkoord is eu daarom heeft
tie premier ook al uitdrukkelijk' verklaard,
dat in de eerste plaats uit de vrije maat
schappij het verzet en de aclie tegen]
het zedeloozo moeten ontstaan. Het ligt
klaarblijkelijk niet in de bedoeling der Re-
eeerïng om met krasser maaDegelon to
komen. Zij weet, dat bijvoorbeeld dancings
behoeften scheppen, die niet bevredigd
worden, een bewering, die als algemeono
stelling natuurlijk weer zeer gemakkelijk
bestreden kan worden.
"Merkwaardig is de opvatting van den
Minister, dat één der groote moeilijkheden
van alle bestrij
ding van on
zedelijkheid en
pornografie in
cluis. gelogen is
in de omstan
digheid, dat het
publiek in die
bestrijding een!
uiting van puri-
teinisme ziel.
Wanneer het
publiek mos
weikte en bijv.
door zuiver
pornografische
bladen niet le
koopeu deze 't
leven onmege
lijk maakte, zou*
er heel wat meer
te bereiken zijn. De strijd tegen de porno
grafie is moeilijk omdat bet altijd om
grensgevallen van onzedelijkheid gaat en
de rechter nu eens wel, dan weer niet tot
straffen overgaat.
Hier komt, dus de principieels oneeilijk-
lie.d voor den dag. Wat de een meent,
dat er nog bed bij door k'an, gaat volgens
den ander al over de schreef; de maatstaf
voor de bepaling; is anders en het is daarom
niet gewenscht, dat een algemeens theorie
wordt opgezet.
Even onzeker als dia „Minister in zijn
opvatting o/p dit punt is, is hij liet ten aan
zien van de andere op den voorgrond ge
stelde kwestie, nj. die der echtscheiding. De
huidige toestand bevredigt nicrnaiwl maar
niemand weet een uitweg. Het „foefje" van
't voorgevende overspel te verlangen door
een bewijs van werkelijk overspel zou «eni
ge verandering brengen, maar niet afdoende
zijn. De Minister Weet ook geen uitweg en
denkt alleen aan een verkorting van den
sclieidingstijd van tafel-en-bed, b.v. tot drie
jaar. Waarschijnlijk helpt dit zeer weinig,
wianl het gaat maar al te 'dikwijls juist om
den wenseli van ooinudJeilijikb scheiding,
waarbij dan drie jaar al niet veel anders
is dan vijf jaar. Ook ofp Üit pant schijnt
niets van den Minister te wachten te zijn.
In het huwelijkspersonen-reciht zal de Mi
nister ook al geen verandering brengen; in
het huwelijksgooderen-recP.it waarschijnlijk
wel maar of dit zoo ver zal gaan als ve
len vooral ter linkerzijde verlangen, valt te
betwijfelen. De Minister heeft zijn beginse
len, waarvan hij niet afwijkt, maar hij ziet
wol in, dat voor lien, dio deze beginselen
MR. .1. DONNER, minister
van Justitie.
vaas do kleine godsbeeldjes. Ik her
innerde mij nu, wat Carsie, de buttler,
mij daarvan had verteld „Grove en af
schuwelijke dingen, en een daarvan in het
bijzonder waarom, liet had zoovele hoof
den en armen een monster en liet
andere had de kop van een beest in plaats
van een menschenhoofdT' Dat had Carsie
gezegd en hier was werkelijk het veel
hoofdige, veelarmige ding in tweo stuk
ken. Rondkijkend vond ik het andere
beeldje een ding met een beostenkop
en dit was ook in tweeën gebroken.
Ik onderzocht deze beeldjes nauwkeurig;
ik kon niet uitmaken, waar zo van ge
maakt waren, of met steen of marmer of
iets anders was. Hot materiaal was eenigs
zins week, met je nagel kon je het in-
ken-en. Een van de beeldjes was blijkbaar
door don val gebroken; hot andere leek
opzettelijk gebroken te zijn ik ver
beelde mij, dat ik do moeten van een
mes zag. In elk Yan de beeldjos was een
holte, groot genoeg otm daarin iets, laat
ons zeggen ter grootte van een kraaienei,
op te bergen. Indien er iets in die holtes
was geweest een zorgvuldig zooken in
het gras openbaarde dat niet.
Dit verbaasde mij meer dan het weg
gooien van de Kang-he vaas, toch be
dwong ik mij om daarvan iets aan, Pepila
te zeggen. Ik pakte do stukken van do vaas
en van do beeldjes zorgvuldig in do hout
wol, deed ze in de tascli en verborg de
tasch achter het klimop op den mum*.
„Dat is veilig opgeborgen," zeide ik. „We
zullen dat zoo noodig terug weten te vin
den. En nu gaan wij kijken of er een
boot is. Wij 'moeten..."
„Ik hield plotseling dp; mijn tong was
verlamd. Pepita greep mij bij den arm.
Instinctmatig haalde ik de revolver voor
den dag, dia ik van Gefnh's lijk! had mee
genomen en bracht haar in den aanslag
niet doelen, dc situatie andeis is en dal
do wetgever daarmede terdege rekening
heeft to hemden. Doet hij dit niet, dan is
misschien nog voo] erger te vree zen. Zooals
do schando van oen ochtsclhoiding in do
publieke opinio is verdwenen kan to ooni-
gor tijd ook andere Schando verdwijnen.
iMe.n bedenke eens hoo do theorie van het
proefluiwolijk veld wint; wanneer do pu
blieke opinie dit denkbeeld gaat aanvaar
den en -do zg. schande van eon miet-v,ette
lijk gidcponeerd huwelijk met neer nouli
gdtuaralmorkt, zal een situatie ontstaan, die
nog heel wat moor moeilijkheden baron kan.
Het beginsel van don Minister is, dat de
net alleen dfi gevolgen Van hot huwelijk
regelt niet het huwelijk zelf sanctioneert,
wijl dit in de barton dor mensdicn wordt
gestolen, Wanneer dio wettelijke regeling
der gevolgen niet naar den zin is van do
tonronden, kaar men wel consi zioli aan dio
regeling gaan onttrekken.
Veel critiob heeft dje Minister ondervon
den nopens zijn houding in do zaak Gies
sen-Nieuwkerk. Dio houding is ook niet bi-
zonder gelukkig te noemen.
Ilbt gevoel van rechtszekerheid in ons
land heeft dooi' dezo zaak een donk-major
gekregen en het was vóór alles do taak
geweest van den Minister om na te gaan
hoe hij dat kan herstellen door zoodanige
maatregelen, dat men zich voor de toe
komst veilig gevoelt. Misplaatst was het
de pers en het Hof to Amsterdam eeni-
ge „opstoppers" het woord is van JMr.
Du ijs toe te brengen, aan de pers, omj-
dat deze sensatie had gemaakt, aan het
Hof. omdat dit niet genoeg hééft) gedaan
om te trachten den schok ta verzachten.
De Minister had beter gedaan met dit
achterwege te laten en 'vooral zijn aan
dacht to vrijden aan de gebreken en leem
ten, die in de rechtspleging zijn geble
ken. Hier is geen sprake geweest van een
rechterlijke dwaling; ten, aanzien daarvan
is zelfs do publieke opinie zeer vergeveris!-
gezind, maar bier is oen ernstig mank©
ment in de structuur der wetspleging] aan
den dag gekomen. Er is broddel-werk ge
leverd, er is gemis aan ernst bij liet onder
zoek geweest, er is op zoodanige wijze
met dwangmiddelen gewerkt, dat het recht
gevaar liep en er is geknoeid, n.l. met
het achterbaks hjouden van het geheime
dossier. Op die punten kan de Minister
tot handelen komen; ongewenscht is, dat
hij critiek oefent op de rechters, gelijk hij
tegenover het Amsterdamsche Hof deed.
Deze kluns ter heeft dit ai meer gedaan en
gaat liij daarmede" buiten zijn boekje.
Met grond had men daden van den Mi
nister mogen verwachten en dat vooral
snel, wijl de gebreken hier alle open en
bioot lagen en geen langdradig eu om
slachtig onderzoek meer noodig was. Als
de Minister het Hof verwijt den schok
niet genoeg opgevangen te hebben, dan
kan men met veel meer recht eten Mi
nister verwijten, dat hij naliet onmiddel
lijk do ontredde
ring, door den
schok ontstaan, op
te ruimen. Een er
varen tacticus zou
begrepen hebben,
dat hier vooral het
onmiddellijk han
delen eeii krachti
ge uitwerking kan
hebben. Hot ont
breekt dezen Mi
nister wel meer
aan levenskennis
en levenservaring
is liij misschien te
jong tot zijn post geroepen? Natuurlijk
heeft de lieer Duijs en na hem de heeren
-Mardiant en Boon, stevig uitgepakt èn
over rle Dordtscho rechters èn over de
politie èn over den Minister, die no-g te
veel in bet oude zog vaart, d. w. z. vóór
alles de rechters wil sauveeren, ook al
deilen zij verkeerd. In dat oude zog is liij
nu leelijk verongelukt.
In de beantwoording van de kritiek ver
zuimd© de Minister een woord van lof in
te voegen voor het Amsterdamsche Hof,
dat gelijk nir. Marchant het uitdrukte
Nederland heeft verlost van de nacht
merrie, dat het hier mogelijk is onschul-
J. E. W. Duys
Voor ons stond een man met oen go-
weer in zijn arm.
Hij was een man van middelbare grootte,
üink gebouwd, het typo van een zeeman;
hij had ©en vriendelijk gezicht en ondanks
mijn dreigende houding, keok hij mij goed
aardig aan.
IJij 'schuddo zijn hoofd en glim'aohte.
„Dat is niet noodig, jongeheer," zei hij
vlug. „Ik heb mots kwaads in den zin.
Kijk!"
Hij logde zijn geweer in het gras en
naderde buiten bereik van zijn wapen, alsof
hij do oprechtheidvan zijn woorden wildo
bevestigen. En weer glimlachte hij.
„Wat is er hier te doen?" vroeg hij.
„Er schijnen vreemde dingon op dit eiland
to gebeuren. Wees voorzichtig met dat wa
pen van jou, jongmensch... Dat zijn geen
dingen om mede te spelen 1"
Ik stak do revolver woer in mijn zak
en uitte oen zucht van verlichting.
„Vreemde dingon," riep ik uit. „Dat ge
loof ik, en vreemder dan u denkt,
komt van het stoomschip/, dat aan do Zuid
kust ligt, niet waar? Wilt u mij zeggen
dit meisje en ik zijn hier alleen waar
om u aan wal kwam?"
Starend van Pepita naar mij-, haalde
hij langzaam zijn pijp en tabakszak voor
den dag en vuld© do oen uit den ander.
Hij deed ilat op zijn gemak, stak een luci
fer aan en na/lat hij eonige rookwolkjes
had uitgeblazen, begon hij te spreikon,
„Vertel mij eerst eens, wat jullie hier
uitvoert. Jk durf er een eed op te doen,
dal je hier niet kwam voor een buiten-
partijtje!"
Lk aarzelde. Editor niet lang ei' was
iets in mij, dat me het gevoel gaf, dat
wie hij ook zijn mocht en wat hij ook'
deed, ik openhartig mot hem kon spreken.
„Ik zal hol u zeggen. Wij werden ont
voerd."
digen tot vijftien jaar gevangenisstraf te
veroordcelen. Dat verzuim vindt do hoer
Marchant zóó ernstig, dat bijl openlijk en
met stemverheffing verklaarde, ernstig ges-
schokt te zijn in het vertrouwen, dat hij
tegenover dozen Minister had. Weliswaar
is gebleken, dat do Minister oen diep
gaand onderzoek wenscht naar de leemten
in de rechtspleging, maar het ontbreekt
hier aan voortvarendheid. Wjaarom kwam
do Minister nu terloops vertollen, dat' öo
rijksrechoixdieur op non-actief is gestold
in afwachting van dat onderzoek en Wjaar-
om lieeft hij, dat feit, dat niet nagelaten
zou hebben eonige voldoening te wekken
en het vertrouwen in den Minister fa
versterken, niet eerder den volke komjdi
gedaan?
Het is juist, dat subjectieve oordeel
vellingen van den Minister ,op dit oogenblik
niet gewonsoht zijin, dat optreden' tegen
personen geen zin beeft, omdat hot heli
stolsel is dat fout ging, maar juist daarom
hadden, evenredig aan den schok, dien
het geval heeft gegeven aan hot vertrou
wen, de daden van den Minister kloek
en doelbewust en onmiddellijk gezien moe
ten zijn. Met zijn eerlijke erkenning heeft
het Amsterdamsche Hof een goede daad
verricht en do aanmerkingen op gemis aan
Olympische rust bij' de Amsterdamsche
rechters zijn hier misplaatst. Er is Jiu
eenmaal een „relletje" geweest en bet is'
noodig herhaling te voorkomen. Wanneer
de Minister zegt naar eer en geweten de
zaak te zullen onderzoeken, dan klinkt dat,
maar hij heeft gemis aan tijdrekenkunde
getoomd op een oogenblik, dat juist pa-
raat-liandelen een daalder was Waard ge-
woest.
Do Kamer leek niet tevreden, maar zij
kon nu niet anders doen dan afwachten
wat eenmaal de daklen zullen zijn en zich
voorioopig hij' de langzame behandeling
neerleggen.
In een zekere loomheid werd de begroo
ting afgehandeld. De Minister beeft nu
vol-op-tijd en liij zette zich aan het werk,
dat geen uitstel lijden kan.
GEMENGD NIEUWS.
Nieuwe zaak.
Klein begonnen, in do C. P. Ttolestraat
15 te Rotterdam, is M. de Roion's Sigaren
magazijn geleidelijk gegroeid tof een van
de bekendste zaken in liet Westen van
Rotterdam.
Aan het Mathenesserplein 18 heeft do
heer De Roon kort geleden ©en tweede
sigarenmagazijn geopend, dat een der best
ingerichte winkels van Rotterdam genoemd
mag worden. Niet alleen is deze winkel
zeer modem en comfortabel ingericht, maar
men vindt er ook ©en groote collectie
sigaren en sigaretten, zoowel de meest
bekende als bizondere soorten. Verlangt
men b.v. oen sigaar van 15 cent, dan
wordt een knopje omgedraaid en een af-
deeling, waarin keurig verpakte*" sigaren
van ilien prijs liggen, wordt met licht over
goten, zonder dat men do lichtbron zelf
ziet.
Kerk en ScliooL
Ned. Herv. Kerk.'
■Beroepen te Oehten ds. K- P, Datoma
te 'Riolen; te Sprang de heer D. Reuman,
cand. te Veenendaal.
- Zaterdag, 23 November.
Hilversum, 1071 M. (van 126 uur
n.m.i 298 M) ,-
1010.15 uur- Morgenwijding. 12.152
uur. Concert door het AVRO-Kwartet. 2-
2.30 uur- Filmpraatje door Max Takt. 2.30
—4 uur. Aansluiting van het Tuscliinski-
Th eater, Amsterdam. 4.30—5 uur. Sport-
Hij toonde geen verbazing. Mij knikte
tweo of drie malen, met zijn hoofd, alsof
hij iets gehoord had, dat hij verwachtte
te hooren.
„Van den vasten wal?" vroeg hij, kortaf.
„Als u hot wilt weten, uit het huis do
„Shooting Star" in Wreddlesham."
Weer knikte hij alsof hij er alles
van begreep.
„Zoo, zoo," zoi hij rustig. „Dan Vermoed
ik, dal jij jo bemoeide... misschien toeval
lig... met zaken, waarbij je tegenwoordig
heid minder gewenscht was?"
„Daar gaat het juist om," antwoordde
ik. „Toch..."
„Ze hebben jo meegenomen', zoodat je
niet kon klikken, hè?" viel hij met een
grijnslach in de rede. „Waarachtig. Dat
snap ik. En van de „Shooting Ster" Dan
ken je Getch natuurlijk?".
Ik wierp hem een blik too, die een 'be
doeling had, die hij niet begreep. -
„la," antwoordde ik.
„En mogelijk kent u een vriend van
hem een soort compagnon Kr©vin V"
ging hij voort. „Een groote kerel."
„Ja, iel ie ken ik." j
„Weet u, waar die nu zijn1? Ik houd het
er voor, dat Getch jo hier bracht! en ik
veronderstel, dat Krevin bij Item was. Waar
is Getch?"
„Dat zal ik u zeggen. Hij ligt daar
een dertig meter vorder, ,aan den anderen
kant van do ruïnes... dóód!"
Hij toonde niet do minste vórwondering,
hij nam mij alleen nauwkeuriger op en
herhaalde mijn laatste woord, vragend:
„Dood?"
„Doodgestoken," antwoord do ilf. „Dat
moet vannacht gebeurdzijn. Ik vojndl hem
vanmorgen, hij was toon al koud."
Ilij bleef mij aanstaren, toen knikte hij.
„Zoo, zoo," zeide hij in gepeins. „Nu,
wat Getch betreft, dat -is een nieuwtje,
DRAlSltlA-YAN-VALKEMBURG'S*
e A LEVERTRAM
a LEEUWARDEN
praatje door II. .Hollander. 55 30 uur. Go-
zondheidsbalfuurlje. Spreker: A. C. Bos
over: Kinderuitzemling. 5.306 uur.
Builsch: Gevorderden en Conversatie. 601
—7.45 uur. Concert door het Omroept
orkest. Slella Fontaine (oliansomnière). 8
uur. VARA. Toespraak 8.15 uur. VAB|A<
Concert. Orkest en viool solo. 9 uur. V.1
P, R- 0.-Uitzending. 10,30 uur. VARA. Va
ria. Daarna: Orkostcoinoert- 11.15 VARA.
Gramofoonmuziek.
Huizon, 1875 M. Uitsluitend KRO.-Uit
zendingen,
11.30—12 uur- Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 uur. Concert door KRO-Trio.
1.15—2 uur. Gramofoonmuziek. 23.15 u.
.Kinderuurtje. 3.30—4 uur- Cursus Espe
ranto. 4—4-30 uur. Katholiek Nijverheids
onderwijs. 4.30—5 uur. Cursus Engelscb.
55.45 uur- Gramofoonmuziek. 5.456 u.
Journalistiek Weekoverzicht 6—6 05 uur.
Beursberichten. 605—7.30 uur. Concert, Ci
nema orkest. 7.30—8 uur. Lozing over:Wo
ningvraagstuk der g'roote gezinnen. 8—11
uur. Concert door Muziekkorps- Soli 9.30
uur. ca. Nieuwsberichten. 1112 mir.Vroo-
lijk programma
Daventry, 1554.4 M.
10.35 uur. Morgenwijding. 11.05—11.20
uur. Lezing. 1.20—2.20 uur. Orkestamcert.
3.45 uur. Berichten. 3.50 uur. Concert. S
Maden (alt). Instrum. Octet. 5.05 uur. Con
cert op cinema orgel. 5.35 uur. Kinder-
uurtje. 6 35 uur. Nieuwsberichten. 7.05 u.
Pianorecital. 7.20 uur. Lozing. 7.35 uur.
Lezing. 7.50 uur. Concert. The Ma es tros
(zang). Orkest- 9.20 uur. Nieuwsberichten.
9.35 uur. Lezing. 9.50 uur. Nieuwsberich
ten. 9 55 uur. Vaudeville. 10.5512.20 u
Dansmuziek.
Parijs, „RadioParis", 1725 M.
12.502 20 uur. Gramofoonmuziek. 4.05
uur. Dansmuziek, 4.35 uur. Kinderuurtje.
6.55 uur. Gramofoonmuziek. 7.25 uur. Gra-
njofoonmuzielf. S20 uur. Vocaal concert.
9.35 uur. Graniofoonmnzick.
Lang en b erg, 473 M.
6.207 20 uur. Gramofoonmuziek. 9.35
10.45 uur- Gramofoonmuziek 11.30 u
Gramofoonmuziek. 12.251.50 uur. Orkest-
concert. 4 50—5.50 uur. Orkèstcoacert. 7.20
uur. Vroolijke avond- Intermezzo: „Frit-
zchen und Liesohen" of „RJieinland ia
Saclison". Muzikaal genre-beeld. Muziekvan
Jacq. Offenbach. 9.50—10.20 u,ur. Dans
les. 10.20—11.20 uur. Dansmuziek. 11,20
1*2.20 uur. Dansmuziek. (Gramofoonpla-
ten).
Kalundborg, 1153 M.
2.202-50 uur. Tooneeluilzending voor
kinderen, 2 504.50 pur. Orkestconcert.
7.35—9.35 uur. Concert. Versterkt orkest,
tenor on sopraan. 9.5011.35 uur. Dans
muziek.
B, rus sol, 508.5 M,
5.20 uur. Kamermuziek. 6.50 uur. Gra-
mofoonmiiziek'. *8-35 uut. Concert. Orkest
en zang.
Z e e s e n, 1635 M. 1 1
6.159 50 uur. Lezingen. 11.20—12.10
uur. Muziekuitzending voor scholen. 1210
12.50 uur. Berichten. 1.20—1.50 uur. Gra-
mpfoonmuziek, 1 503.05 uur. Lezingen.
3.054 50 uur. Tooneeluitzendlng voor do
kinderen, 4.50—7.30 uur. Lezingen, 7.30
uur. Concert en voordracht- Heruitzending
van Miinchen. Daarna tot 1150 uur. Dans
muziek.
dat degenen, die hem kennen, niet zal ver
bazen. Getch was een raar soort nicnsch.
Dood... lnim. Maar waai* is Krevin? Want
ik vermoed, dat hij niet bij jullie boort."
„Ik weet niet, waar hij is. Hij was vor-
morgen in den toren; daar lieten wij hem
achter. Hij zond ons uit om. naar eon
inlander te kijken, die ergons op het
eiland is en hem nazit."
„Hom?" vroeg hij. „Een inlander?"
„Een Hindoe." Ifot is mogelijk, dat hij
Getch gedood heeft... ik weot het niet.
IIoo liet ook zij, Krevin lieeft den toren
verlaten en ik geloof, dat die Hindoe hem
nasluipt. Ik dacht, dat Krevin ergens aan
do Zuidkust zou zijn... ik meende, dat
hot revolverschot, dat ik hooide, doornbom
werd gelost-., eenigon tijd gdoderi."
„Wij hoorden dat aan boord," merido bij
op. „En wij kwamen met onze boot aan
wal, maar boorden niets en zagen niets.
„Ik denk, dat hij zich verbergt in de
ecu of andere grot en dat do Hindoe hom
in do gaten heeft. Do Hindoe ging dien
weg op. Ik zag hem door do heide gaan...
Hij draagt oen gekleurd en tulband en Avas
daardoor gemakkelijk te volgen."
„Waarom zit do Lil indoe Kr-even achter
na? Ep waarom zou hij Getch vermoeid
hebben?"
„Bat weet ilc niet. Dat houdt alles: ver
band mol een geheimzinnige zaak. Wat ik
Avel Aveet is, dat Krovin hier vandaan aviI
on dat hij mij heeft gezegd, dat Getch
gezorgd heeft voor een schip, dat liem
hier zou komen halen. Dial is uw Schip,
vermoed ikl"
Ilij antwoordde daarop niet. Een oogen
blik AVns liij diop in gedachten verzonken.
Plotseling keek hij beurtelings do .een en
dan weer don ander aan.
(Wordt vervolgd).