KINDER-BLAD SOHIEDAMSCHE COURANT SAAIE SAM. No. 50 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 14 Dec, 1929 VAN DE Naar het Ertgelstih van M. WYNNE. Vrij! bewerkt door C. E. DE LILLE IIOGEItWA'ARD. (Vervolg en slot). „Ik wou dat t'èa brandweer kwam", zuchtte Arilrie. „Do dienstboden zajln zoo vreoselijk bang. Mina, is bozig haar goed te pakken en Coba lu:< het op liaar zenuwen gekregen". „Gelukkig, dat do jongens thuis zijn", zei Beppio. „Moeder maakte zich over hen het moest on gerust". „Waar (is Sarn?" vroeg Jaap plotseling. „Ik heb heelemaal niet meer aan hem gedacht". Dat bad niemand. Eigenlijk had mevrouw Vonk in de veronderstelling verteerd, dat hij bij' Jaap en de anderen, was. Zij was opnieuw ongerust, toen zij hoorde, «Jat niemand hem gezien had sinds Jan, de jongen, die schoenen poetste en allerlei kleine handrei kingen deed mot de ongelukstijding gekomen wals, dat het bosc|h! in brand stond. „Maakt u zich maar niet ongerust, mevrouw", zei Tom lachend. „Hij! zal wel naar zijn kamer gevlucht zijn, misschien zelfs in den kelder. Zoodra de brand gebluscht is, zal hij wel weer komen opdagen". „Natuurlijk", stemde Jaap in. „Net iets voor hem om in moeilijke oogenblikken door afwezig heid te schitteren". „Misschien zit hij verdiept in één van zijn ge liefde boeken", voegde Hans er aan toe, ,,en hoeft hij' zelfs niets geroken". Allen lachten, want zelfs in huis drang de be nauwde brandlucht door, zoodat men begon te hoesten en met de oogen te knippen. Mevrouw Vonk bleef zich echter ongerust maken over Sam en zei, dat zij vond, dat geen der jongens heel aardig tegen Ivem was en Zij do overtuiging had, dat Irij volstrekt niet saai of laf Was. Jaa|p en do anderen gingen don vermisten jongen nu, zoeken, niet anders denkend, of zij zouden hem ongedeeld in hel een of andere verborgen hoekje vinden. Het zon echter Weldra1 blijken, dat Sam nergens te vinden was en de drie jangans waren juist op het punt in den kelder a£ te dalen om deze aan een grondig onderzoek te onderwerpen, toen er plotseling hard aan de voordeurbel gerukt werd. Allen renden naar do deur zonder op Mina te wachten, die bezig was haar jood' te piakken. Zij deden de deur open en zagen Piet Rand, den tuin man, voor zich staan. „Komt de brandweer er aan?" riep Jaap uit. „\Ve gaan allemaal mee. Leve de brandweer". In de verte koorde hij een geluid, dat op ge juich geleek. De tuinman, wa,s geheel huiten adem. „De brandweer komt er aan", hijgde lij. „Maar ze zonden het hui» niet hebben kunnen sparen, als wc den jongenheer niet hadden gehad. Do dokter zail hcim in zij'n auto thuis brengen, Jlijl heeft een Jgin loolijk gebrand, al zei hij er dan ook geen woont! van voor de brandweer kwam. Hij li!ij( is een held. Dat zeggen ze allemaal en we heb ben fi! cm toegejuicht, toen de dokter hem „Over wielt spreek je toch?" vroeg Jaap onge duldig. „Wicn bod oei je?" Op dit .oogenhlik gleed de doktersauto voor de deur en daar zat hoeiomaal zwart van den rook, Sam Parker, naast den geneesheer, die zelf chauffeerde. De tuinman nam zij'n pet af em wuifde er vroo- l'ijk mee. „Daar is Irij", riep hij! uit, „Daar is de jonge heer, dio Boschoord gered heeft. Hoera". „Onzin", zei „Saaie Sam''' en Wijl viel van zijn stokje. Het was de dokter, die alios, wat er gebeurd was, haarfijn vertelde. Op het eerste alarm was Sam, zooals ooggetui gen gezegd hadden, toegesneld en hadden van aille kanten toestroom enden en mot schoppen en hooivorken gewapende lieden gezegd een ondiepe loopgraaf te maken in de richting, van welken kant de vlammen naderden. En tot nog grooter verbazing der toeschouwers had hij zonder zicih •ook maar een oogenhlik te bedenken een tegen- brand aangestoken. Wanneer do vlammen vain den eersten brand liet gebied van den tweeden karnton bereiken, zou do laatste gedoofd zijn en de vlam men geen voedsel meer vinden op het afgebran de terrein. De brand- zxir hierdoor dus gestuit worden. Sam had zich zoowel de tuinman als de dokter verklaarde dit als een held gedragen. Hij liaid den menschen bevelen gegeven, lie® aange moedigd en voorgelicht als een. man en niet als een jongen van dertien, jaar. Hij had verscheiden prairie-branden in Amerika bijgewoond', vertelde 'Irij en wist, dat c>5? eenigo manier oon Bofachoord te behouden, zijn manier was. Weldra zou het dan blijken, dat hij h^^bij het rechte eind gehad had. „Als die joageff niet onmiddellijk zop flink was (Opgetreden", zei de dokter vol bewondering, „zou het huis vast en zeker afgebrand zijn voor de brandweer de plaats des oaüieils bereikt kon heb- Prairieën zijn groote grasvlakten in Amerika.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6