UIT DE TWEEDE KAMER. „FEMINA", STADSNIEUWS. DE VERDWENEN DELORA. -Hl- Geen toenadering brachten de al gemeene beschouwingen over do Indische begroeting en het behoefde dus niet to verwonderen, dat de sociaal-democraten bijl do stemming over het eerste ontwerp» verklaarden, tegen te zullen stemmen, omdat, ge ijle do lieer Cramer het zei do, zij geen verbouwen in dezen minister konden stollen. Ue commu nisten doden desgelijks, maar de vrijzinnig- democraten van wie oen niot minder scher pe critiek uitging, gavon er tocih hun stem aan. Dat wilde bij deze laaLste groep niet zeggen, dat zij wel vertrouwen steLlon in het beleid van dezen bewindsman, maar tegen oen begrooting stemmen moei geen gebaar zijn, doch een daad waarvan men de oveui- tucele verantwoordelijkheid, a's ze tot ge volgen leiden, zou, wit aanvaarden, Bij de belangrijke kweetio, die thans aan de orde was, was de antithese al weer niet minder scherp. Het was de poenale sanctie, die de strafbedreiging bevat tegen hen, die contractueel zich tot don arbeid bonden en op een goeien dag er den brui aan willen geven. Die straf bestaat niet in geldelijk verlies *van zoo'n koelie is niets te balen maar in daadwerkelijke straf. Do meatun- gen over de noodzakelijkheid van een der gelijke strafbepaling loepen soar uileen, maar vaststaat, dat niemand ze toejuicht. Op afschaffing is al vele jaren aangedron gen on geleidelijk wint die gedachte veld. De gevolgen van een plotselinge opiiefting zouden waarschijnlijk niet te overzien zijn en dus is bet zaak volgens de ééne groep om kalmpjes aan la werk te gaan, volgens de andere groep kan hel sneller en, effectiever. Verkapte slavernij is natuurlijk een gemakkelijke kwalificatie in deze, waar zelfs als dat zóó is, is over weging van de opheffing een. kwestie van 'beleid. Suriname heeft geloeid wat de ge volgen zijn van oen ploUo.ingcn 1o scherpen overgang van dwang naar volledige vrijheid Hoe echter een geleidelijkheid te ver krijgen? Men wenscht, dat voor hen, die getoond hebben werkwillig to zijin, do sanc tie zal worden opgeheven, zoodat zij de vrijheid bezitten; men weinsclit verder, dal biji eventueel „drossen" een commissie van onderzoek zal optreden, die nagaat wat de reden is voor het verbreken van hot dienstverband. Het is dan de bedoeling door overtuiging invloed te oefenen en den man te doen inzien, dat hij verkeerd handelt. Theoretisch heeft iedere koelie het recht van klagen, maar praktisch komt daarvan niets terecht. De verhalen over die praktijk zijn merkwaardig. Als de ar beidsinspectie, wier komst wordt aangekon digd, in aantocht is, wordt het consigne gegeven: als er niet geklaagd wordt, hebt ge allen een halven dag vrijaf. Niemand durft te klagen om niet de kans te loo- pen van zijn lotgenooten de boosheid op te wekken. Zoo zijn er tal van middeltjes om het klagen tegen te gaan. Een tweede belangrijk punt is dat van de klap-straffen. Lijfstraffen blijven bestaan en allerlei misère komt daaruit voort. Men herinnert zich het geval van den luite- .n at Van den Berg, die dagen achtereen een koelie zóó liad nr' handeld, dat do man stierf; men herinnert zich diverse moordaanslagen uit wraakneming. Is er verhand tusschen die excessen en de poe nale sanctie? Ongetwijfeld. De zaak is, dat, als de stemming onder de arbeiders niet dengt, do kans op allerlei moeilijk heden groot is. Zóó is het ook weer met de vraag of de doodstraf behouden moet blijven. Al die vragen hebben dit gemeen, dat zij berusten op de opvatting, dat de in- landsche bevolking rijp is voor de vrij- E. Kupers heden, die in het Westen genoten wor den eu daarover loopen do meeningcin uitéén. Er is bijvoorbeeld docu\ den heer Kapers op gewezen, dat daar, waar betere loonen worden uitbetaald, do moeilijkheden minder zijn, de poenale sanc tie overbodig, zoodal 't don indruk maakt, dat de afschaffing der bi- zondcre bcpalinge.il slechts in eerste instan tie een kwestie van geld is. Door andere leden wordt dit weer ontkend. De arbeids voorwaarden zijn zeer verbeterd, maar strenger régime is onmisbaar om de orde to li an dim ven, Hier is dus de zelfde vraag gerezen als bij de kwestie der „bewegingen": is meer vrijheid gewenscht, of valt te vreezen, dat daarvan een verkeerd gebruik zal worden gemaakt? Men moet toch hiermee reke ning houden, dat een inlander nog niet precies gclyk is aan een Europeeschen ar beider. Velen van de bevolking beseffen ab soluut de betcekenis van een contract niet. De wijze, waarop de arbeiders aan genomen worden, maakt niet den indruk, dat zij volkomen begrip hebben van omzo westerscho opvattingen over oen contract. Tegenover al de vrceselijke verhalen vain de toepassing der sanctie staan echter wel eenige andere gegevens. Het aantal koe lies, dal zich na afloop van een contract weer laat aanmonsteren, is zeer groot en dit bewijst dus, dat zij do nadoelen, die er aan verbonden kunnen zijn, niet zoo zwaar voelen. In de tweede plaats wijzen de gegevens over het gold, dat zij naar hun familie zenden, uit, hoe zo do botec- kenis van den arbeid begrijpen. Do brief wisseling, die zij, zelden weliswaar, voe ren met hun familie, toont ook aan, dat het tot der onder de poonaio sanctie zuch tenden niet zoo zwaar is als het in de Kamer wel wordt voorgesteld. Er is een algemeen» strooming om te komen tot afschaffing van de poenale sanctie en er zal geleidelijk wel een ver mindering van de toepassing komen, maar het is zaak deze aangelegenheid niet te forceeren. Proeven met afschaffing voor bepaalde groepen en onderzoek en arbi trage in de gevallen, waarin de sanctie zou moeten werken, zijn de eerste mid delen, die men zal toepassen om oen be gin te maken mot de afschaffing. De Mi nister is bereid in overleg met de werk gevers iederen maatregel te overwegen, die leiden kan tot opheffing er van, die hij wenseht in den kortst mogelijiken tijd, voor zoover de omstandigheden het toelaten. Voor het oogenblik acht hij opheffing on mogelijk, maar verbetering der arbeidsin spectie is de eerste voorwaarde om ver betering van de arbeidsverhoudingen en toestanden to krijgen en alleen van deze laatste verbetering is te wachten, dat de arbeiders zich behagelijk gevoelen in den arbeid. Gewenscht acht de Minister het ook, dat het onmiddellijk opzienhoudend personeel zal bestaan uit goed-opgelelde inlanders, die de taal goed verstaan en meeleven in de geestelijke sfeer. Maar dat is alles niot onmiddellijk te verkrijgen. Juist deze verbeteringen moe ten met overleg worden toegepast en ten slotte zal er altijd een groepje blijven, dat ontevreden is. Dat kan nu eenmaal niet anders en het blijft dan te vroezen, dat uiting van ontevredenheid tot verzet zal leiden met al de onaangename gevolgen die daaruit kunnen voortkomeu. De af Door E. PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 28) i Louis knikte en vervolgde: „Voor u zou dat dan misschien een onmogelijkheid zijn. Maar wat zult u dan i beginnen? Ik zal bet u zeggen. U zult de helft van uw leven aan. de sport wijden. Voor het overige zult u eten en drinken en dik worden. U zult naar Marien bad en Karlsbad gaan en zich ovc uw spijs vertering ongerust gaan maken, u zult bemerken, dat u kaal wordt, en u zult tot de erkenning komen, dat niets een rnensch zoo gauw oud doet worden als gebrek aan prikkels." ,,Ik geel je alles toe, Louis", verklaarde ik, „maar welken prikkel heb jo mij dan toegedacht „Drie avonden geleden," ging Louis voort, „zag ik hoe u een man to lijf ging, mot hot plan hem te vermoorden. U be ging een strafbare daad!" „'Ongetwijfeld, maar ik zou het nogmaals kunnen doen." „Zo-udt u dan bereid zijn, om ook op andere wijze in conflict met de strafwet te komen?" „'Onder gelijke omstandigheden, ongetwij feld." „Luister dan, mijnheer. Wij vonden het wel aardig u te vrijwaren voor de on- aangenaln.") gevolgen, welke u ongetwijfeld elders dan in liet Cafó dos Deux Epinglos zouden, zijn ten deel gevallen, na uw, zeggen wij, meeningsversehil met James Tapilow." „Ik ben daarvoor ten zeerste dank ver schuldigd." „Is u bereid tot iets om van uw dank baarheid blijk te geven?" vroeg Louis, mij aanziende. „Dan dien ik eerst te liooren, wat dit is." „Het betreft de verdwijning van den heer Delora." „Maar Delora is terug," riep ik uit. „Zijn nicht heeft bot mij zelve verzekerd. Hij is teruggekeerd, maar ernstig ongesteld. Hij moet. als ik bet wel heb, zijn kamer houden." „Jawel, dat is het afgesproken' ver haaltje," apiwo-ordtle Louis. „Wij waren gedwongen ons do politie ea de lui van do krant van hot lijf te houden, maar ia- tusschon is het niot waar. Delora is niet tonig!" „lin weet zijn nicht dat?" vroeg ik delijk. „Neen, men heeft haar verteld, wat zij u heeft medegedeeld, dat haar oom is teruggekeerd, maar dat hij ongesteld is en korten tijd rust moet houden. Hot was nooüig, dat zij gelo'ofde, dat zijn kamer bezet was, om redenen, welke u later zult hooren en begrijpenZij zal inlus sclten zeer spoedig de waarheid vornemen.' Ik gevoelde duidelijk zekere verademing. Do eerste indruk, dat zij mij -wat op de mouw bad gespeld, had mij onaangenaam getroffen. „Waar is Delora dan nu?" „Dat kunnen wij wel gissön on wij' zou den willen, dat u naar hem toeging." „Best, Louis, ik ben d; artoe'volkomen bereid, maar je moet mij eerst nog ©ons vertellen, wie die mijnheer Delora is, waajr- om hij zich verstopt en wie je bedoelt als je van „wij" spreekt."»' Eendrachtsweg 12b, ROTTERDAM. Tel. 56944. - K. ter Laan scliaffing is in gang en do Minister wenseht zo oen moment langer tegen te houden dan z. i. strikt noodzakelijk is. Met die ver klaring moot men tenslotte genoegen ne men. iVeel ton velerlei zijn de kwalen die Indiö teisteren ©a die bestreden moeten worden. Het opiumgebruik is algemeen be kend en wordt algemeen afgekeurd; hot drankmisbruik neemt band overhand toe en do Regeering gaat voort uit de mis bruiken door middel vau accijnzen vele millioenen in de schatkist to verzamelen. Tegen dat systeem kwam voor de zoo veelste maal d© drankbestrijder GerharJ met vuur op. Et ligt bij de Kamer, in haar archief, nog altijd ©on motie tegen bet opiumgebruik, maar het lijkt er niet op, dat die spoedig zal worlen behandeld 'Ook daarover vatte de heer Gerhard als te doen gebruikelijk is, zijn jnarlijk'scb vuur. Voor de verbetering der pensioenen van do z_g. oud geponsion- noerden, trad nog maals de vader der gepensionneerdeo, Tea- Laan op Ander maal diende hij een motie in voor directo sfconds bijslagen opde pensio'cnen van mi litairen beneden den rang van officier, in afwachting van '11 al gemeene herziening. De pandhuisdienst levert naar veler oor deel ook niet te veel winst op, wijl de tarieven veel te hoog zijn. La vier jaar tijds van 1924—1928 heeft die dienst HO millioen gulden in de rijksschatkist ge bracht; dit bedrag is voor het grootste deel door de inlandsclie bevolking opge bracht. Een woekerwinst noemden de heo- ren Cramer en De Visser deze baton uit dezen dienst. De Minister is van oordeel, dat het drankmisbruik niet zoo ernstig is. Ernstiger is het opium-gebruik, maar daartegen zijn zeer moeilijk maatregelen te nemen, omdat de smokkelhandel nu reeds welig tiert en stellig zeer z!ou toenemen als een al gemeen verbod word uitgevaardigd. Inmid dels is al weer ©en enquête aan den gang waarvan de Minister het resultaat wil af wachten. Hij werkt intusschen gaarne mede om het misbruik tegen te gaan. Dien pandhuisdienst moet men niet t? tragisch opnemen. De tarieven voor de goedkoopere pand»an zlijln laag; ze zijla on langs nog weer eens aanzietdijlk veriaagd en men meent het resultaat dier verjaging ai te wachten. Het is wlaar dat die dienst veel geld opi'ievert, maar dat is nibfc het gevolg van de tariteven voor de panden der inlaindsche bevolking. De verbetering der pensioenen zal de Minister eens nader overwegen, maar het mag niet te veel kasten. Onder den druk dor Kamer kwam h'ijl zelfs tot de toezegging, dat lrij ten spoedigste met den gouverneur- generaal in overleg zal treden, ten einde een regeling te maken dia parallel gaat aan die in Nederland getroffen. Hot moet echter het karakter houden van ©eu togemoetko ming en mag geen antecedent zlijln voor een algemeene herziening. Een motie, doo»r den heer Ter LaJan ingediend om in afwachting van oen nadere afdamde regeling 'van de pensioenen en gagertienten der oud-gejKtn- sionncerden een bijlslag te vragen voor kor poraals en minderen, wak volgens dan Mi nister niet moodig, want bij was bereidl'daar aan te voldoen, na overleg met Indie. Deze motie .word door do Kamer verworpen, waoabij met do sociahsLen, vrijzinnig-demo craten en communisten de hoeren Lingbcek en Etoris Vos vóór stemden. In ieder geval zal de Minister er nu niet gemakkelijk afkomen en hij kan er zeker van zijn, dat hij zeer voel verzet zal ont moeten als li ïji niet spwdig mot oen of andere aanvulling van het pensioen komt. Zelfs van ©en geheele 'herziening der sala rissen en gageanentm der Indische mili tairen zal bijl niet gemakkelijk afkomein Heeds zei de Minister too te overwegen om den pensioengerechtigden leeftijd lo ver lagen. i „Als het onkel van mij afhing^ mijnheer, zou ik u alles mededeelen! Ik zou u vol komen in vertrouwen nemenwij zijn maar een klein kringetje, eu als wij moenen op iemand te kunnen rekenen, dan vertrou wen wij hem volkomen. Maar do anderen kennen u iniet zoo goed als ik en ik mag u slechts enkele bijzonderheden ver klappen. De heer Delora is naar Enge land gekomen, met een bijzondere gevaar lijke opdracht. Ilij bezit een geheim, dat van onberekenbare waarde is en andoren, die niet 'tot onze vrienden belïooren, zijn daar achter gekomen. Aan Delora was op het Charing Gross Station eon signaal go- geven, dat het gevaarlijk was om hier zijh intrek to nomen. D»aarom is hrji kalmweg ergons anders heengegaan, on hoeft zich thans verstopt. Als u werkelijk er op ge steld is wat to beleven, dan kan ik, u oen avontuurlijke onderneming aan de hand doen." „Ga door, Louis." „Laat mon blijven denken, dat Delora is teruggekeerd. Zooals ik u reeds" heb ge zegd, is dit niet het geval. De deur van zijn kamer is op slot cn aan niemand is het veroorloofd naar binnein te gaan. Het vermoeden bestaat, dat vannacht eön poging zal worden gedaan om in de kamer binnen te dringen en den tijdelijken bewo ner or vain te ontvoeren." „D© kamer is ledig, niot waar? Er is niemand in?" „Juist, mijnheer, maar als er nu eens een sterk en dapper man zijn intrek nam dan zouden zij, Jie valsch spel met ons spelen, en booze plannen in den zin heb ben,- een Hink lesje Icuiunen krijgen. Als u dio man wilde wezen, kapitein Rothorby., dan zouden wij, do lieer Deeresson üu del anderen, van oerdeel zijn, dat u uw schuld BIMENIiAm Floris Vos en zyn partij. In de „Zaanlander" komt ©en verslag vcor vau do vergadering van dia Midden partij voor Stad en Land, die de bekende mededeeling aan do Tweede Kamer over bet Kamerlid Floris Vos heeft gedaan] Daaraan wordt het volgende ontleend 15 Januari 1.1. werd do »eerste verga dering van de Middenpartij' voor Stad' en Land gehouden. liet complete bestuur, be halve de hoor Van Ilaegen, was aanwezig. Ook de beer Floris Vos kwam ter verga dering. Op invitatie van den voorzitter aan do bestuurstafel plaats te gaan nemen, wensebte hiji niet in te gaan: „Vanavond ga ik tnsschon de „gewone leden" zitten zei Floris. Men voelde het: do atmosfeer was geladen. D»e vergadering werd' geopend en onmiddellijk vroeg de heer Vos het woord voor het afleggen va,n een „Verkla ring". De voorzitter zoide er meer voor te ge voelen »ocrst do notulen te lozen en na wat strubbelingen zakte Floris weer op zijn stoel, liet gewichtige document in zij'n vuist omklemd. Uit de notulen bleek overduidelijk hoe, do M. P. was opgericht en geconstitueerd alles en regie en dat wilde de voorzilter natuurlijk vastleggen. Wederom staat Floris Vos op en vraagt het woord, maar de voorzitter dacht er niet aa,n verklaringen, te laten afleggen die niels mot de notulen to maken hadden. Hot werd een scherpe woordenwisseling, waarbij tenslotte do voorzitter eischic, dat de hoer Vos zich als lid behoorlijk aan do leiding zou onldienverpeu. „Ik hen geen lid!" riep toen de heer Vos. Giooie consternatie. De groo'e man vau de daad, vice-voorzitler, Kamerlid, beju beld door de leden was.... geen lid van zijn partij: Daar moet men Floris Vos echter niet kwaad om aanzien. Hij r-eilt, zeilt, praat cn schommelt, zooals hij en Zijn naaste vrienden dat wenscl.en. De voorzitter werd echter boos en zei lcorl on bondig: „Mijnheer, als u geen lid van onze pai»tij is, waar haalt u dan den moed vandaan in deze vergadering te dringen? En hij knoopte daar de uitnoodiging aan vast om de deur aan den buitenkant te sluiten. Ook de vergadering riep: „Er uit", do onverstoorbare Floris pakte zijla bie zenen werd er uit gezet! Montessorie en baar opvoedkundige denkbeelden. Men moet al mzoudere belangstelling bobben voor onderwijs en opvoedkunde, als men leek zijnde zoo'n studie maakt van ©en bepaalde richting als mevr. L. LoopuylDe Rruyn heeft gedaan Gis teravond heeft zij voor leden van liet Nut en genoodigdön waaronder verscliei'Jeuö leden van het bewaarschoolpersoueel eu R.-K. zusters in Musis Sacrum ecu le zing gehouden over: „Montessorie en haar opvoedkundige denkbeelden", waarbij de spreekster blijk gaf niet alleen te hebben] bestudeerd, wat daarover al zoo is ge schreven, maar ook zicih door persoonlijk bezoek aan scholen op de hoogte te heb ben gesteld van do resultaten, van het Montessocrie-ondenvijs. Bovendien gaf mevr. Loopuyt aan, wat h, i- de zwakke zijde was van het systeem van Montesso-rie en bleek zij een kijk' te hebben op bot onder-i wijs volgons de oude rnethedo, die men bij iemand, die buiten de dagelijksclie praclijk van het school wezen staat, niet zo© dik wijls aantreft. In liaar inleiding deelde spreekster mee, wat baar lang had doen aarzelen om baar lezing te houden. Dat was: lo. baar ge brek aan routine om een lezing te houden 2o, haar leak-zijn, en 3o» liet onderwerp zelf, dat algemeen bekend is, zoodat het h. i- moeilijk zou zijn daarover iels nieuws te vertellen. i Wat het ©erste bezwaar betreft: dat heeft zij glansrijk overwonnen. Op een rustige, aangename wijize, in goed gebouwde zin nen, heeft mevr. Loopuyt gezegd, wat zij te zeggen had. 'Over het tweede bezwaar spraken we reeds en wat hot derde aan gaat: voor do vakmeaschen was inderdaad alles, wat gezegd werd, niet nieuw, maar toch zal de lezing ook voor hen niet ge heel onvruchtbaar zijn geweest, omdat de dingen inu eens geplaatst warden in een ander verband ©n belicht werden op» een, eigen wijze. jegens hen had afgelost." Een zacht gefluit kwam over mijn lip pen. Ik begreep nu, wat Louis van mij verlangde. Ik moest op de een of an dere wijze trachten in de kamer te ko men, waar men veronderstelde, dat Delora zich ophield, moest mij daar verdekt op stellen om den aanval af te wachten, wel ken zij om een of andere reden vermoed den. Maar toen ik mij de mogelijkheden voor den geest haalde, die zich in verband hiermede konden voordoen, deed zich 11 ij'n gevoel voor humor gelden cn lachte A Louis tot zijn verbazing in hot gezicht uil Ik keerde uit die fantastische woreld ren geheimzinnige roeverijen ön nog geheim zinniger moo'rdaanslagein tot de werkelijk heid terug. Het leek mij onmogelijk, dat dergelij'ko dingen zouden kunnen gebeuren in een rustig hotel van don eersten rang, iru een stad als London. Ik kon niot aan nemen, dat Louis, een lid van bet per soneel van dat hotel, die door mij ge waardeerd word als een bekwaam vak man, lid zou zijn van een bende samen zweerders, die mot mensohe ovens speel den alp een cirsusartist met ballen.' Het leek mij onmogelijk het voorstel van Louis als ernst op to vatten en hot was mij moeilijk mijn gedachten te concentroeren. „Is dit geen kapitale grap van je, Louis?" vroeg ik, „of spreek je, tot mij in vollen ernst?" „Het is mjj volle ernst, mijhliceir. Ilc overdrijf niets on heb geen woord i'n strijd met de waarheid gezegd." „Laat ik mij dan de dingen wat dui delijker voorstellen. 'Wat heeft Ferdinand Delora gedaan, dat men hot op zijn lóvon gemunt hoeft? "Waardoor heeft hij» zich vijanden gemaakt? Is hij een misdadiger of zijn zij, die hem te pakken trachton Voor do pano Behandelde spreekster de persoon van Montessori en haar onder- wijsmetliodo, toegepast bij jonge kinderen; na de pauze sprak zij over Montessori- ondcrwijs voor do lagere school. i Nadruk weixl er op gelegd, dat Mon tessori een Italiaansche is, dat zij in do medicijnen heeft gestudeerd en eerst Jaar na als paodagoge is opgetreden en dat zij ©en natuurwetenschappelijken aanleg heeft, wat in haar methode tot uiting komt en daarop een stempel drukt. Niettegenstaande dat toornde spreekster zich een enthousiast bewonderaarster van het Montessori-o'Jidenvijs. Met aandacht is de lezing, die langer duurde dan we op NutsavonJen gewoon zijn, gevolgd. De voorzitter, ir. G. Gerlagh, sprak in zijn openingswoord »de hoop uit, dat meerdere locten van het departement zich geroepen zullen voelein om eens op te tre den voor bot Nut, wees er op, dat nu] twee dames, mevr. Goemans—Geertsema BecJcering en mevr. LoopuytDe Brein, liet goede voorbeeld bobben gegeven en meende, dat het thans wel eens de beurt werd van oen der mannelijke leden! In zijn slotwoord herinnerde de voor zitter er aan, dat het Nut altijd grooto be langstelling voor het onderwijs, speciaal voor het voorbereidend onderwijs, lieeftl getoond en dat de inaam van een familie lid van da spreekster, Alida Loopuyt, daaraan onverbrekelijk is verbonden. Naai" we vernemen zal Donderdag 15 Maart de volgende Nutslezing i'n Musis Sa crum plaats hebben. Een Hoingaarscho dame zal dan sproken over Zigeuners en Zigeu- nermuziek, AangeLodeu arbeidskrachten: glasbla zers, letterzetters, grondwerkers, metselaars opperlieden, betonwerkers, schilders, tim- Le krijgen, misdadigers?" „Ilij is in hot bezit van een geheim," zeido Louis, „dat schatten waard is. Er zij'n nu mensehen, die mcenen recht te heb ben op oen deel daarvan en dat zijn zijn vijanden. Zij hopen do»or geweld te kunnen verkrijgen, wat zij langs geen andoren weg kunnen bemachtigen." Er kwam in eens een gedachte bij mij op cn ik vroeg haastig: „Was Tapilow een van die menscliem?" „Ja, do heer Tapilow behoorde tot hen, die aanspraak maken o»p een deel van de buit, maar hij was niot bereid, oofc maar het geringste risico er vooi te too- pen." „Dus is het maar goed, flat lip onscha delijk is gemaakt. Ja, dat begrijp ik. Maar nu nog een vraag, Louis, on daar moet je mij naar waarheid op antwoorden. Jo kunt wel begrijpen, wat ik bedoel, als jo weet dat ze juffrouw Delora betreft." „Juffrouw Delora weet niets van dat alles," verklaarde Louis plechtig. „Het is een bekoorlijke on werkelijk zeor sehoome jonge dame, maar als ooit con jonge dame aan vrienden behoefto heeft geluid, dan is zij het." „Maar waarom is zij dan meegekomen?" vroeg ik, „Waarom is zijl niet te Parijs gebleven? Zoo voor haar geen rol is weg gelegd, in dozo co-modio, was lief dan niel veel beter geweest, als zij er geheel Dui ten. was gelaten?" „Kap'Icin, Ro»tberby," antwoordde Louis, „er was een,goede reded voor, die u-later wel zult begrepen. Het was noodig, dat zij met hnar oom naar Londen ging, meer kan ik u thans niot zoggen,U "moot mij niets meer vragen." (Wordt vervolgd). Indische begrooting. Poenale sanctie, Onmiddel lijke of geleidelijke opheffing? Lijfstraffen eh dood straf. Meer vrijheid Pandhuisdienst Pen sioenen voor mindere militairen. Drank- en opium- misbruik. Huidverzorging, Geiaats- en Lfchaams- massage, Manicure, Pedicure, Paraffine voor vermagering en rhcumatiek. Districts-Arbeidsbeurs.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6