UIT DE TWEEDE KAMER.
„FEMINA",
STADSNIEUWS.
DE VERDWENEN DELORA.
-Hl-
Geen toenadering brachten de al gemeene
beschouwingen over do Indische begroeting
en het behoefde dus niet to verwonderen,
dat de sociaal-democraten bijl do stemming
over het eerste ontwerp» verklaarden, tegen
te zullen stemmen, omdat, ge ijle do lieer
Cramer het zei do, zij geen verbouwen in
dezen minister konden stollen. Ue commu
nisten doden desgelijks, maar de vrijzinnig-
democraten van wie oen niot minder scher
pe critiek uitging, gavon er tocih hun stem
aan. Dat wilde bij deze laaLste groep niet
zeggen, dat zij wel vertrouwen steLlon in het
beleid van dezen bewindsman, maar tegen
oen begrooting stemmen moei geen gebaar
zijn, doch een daad waarvan men de oveui-
tucele verantwoordelijkheid, a's ze tot ge
volgen leiden, zou, wit aanvaarden,
Bij de belangrijke kweetio, die thans aan
de orde was, was de antithese al weer niet
minder scherp. Het was de poenale sanctie,
die de strafbedreiging bevat tegen hen, die
contractueel zich tot don arbeid bonden en
op een goeien dag er den brui aan willen
geven. Die straf bestaat niet in geldelijk
verlies *van zoo'n koelie is niets te balen
maar in daadwerkelijke straf. Do meatun-
gen over de noodzakelijkheid van een der
gelijke strafbepaling loepen soar uileen,
maar vaststaat, dat niemand ze toejuicht.
Op afschaffing is al vele jaren aangedron
gen on geleidelijk wint die gedachte veld.
De gevolgen van een plotselinge opiiefting
zouden waarschijnlijk niet te overzien zijn
en dus is bet zaak volgens de ééne
groep om kalmpjes aan la werk te
gaan, volgens de andere groep kan hel
sneller en, effectiever. Verkapte slavernij is
natuurlijk een gemakkelijke kwalificatie in
deze, waar zelfs als dat zóó is, is over
weging van de opheffing een. kwestie van
'beleid. Suriname heeft geloeid wat de ge
volgen zijn van oen ploUo.ingcn 1o scherpen
overgang van dwang naar volledige vrijheid
Hoe echter een geleidelijkheid te ver
krijgen? Men wenscht, dat voor hen, die
getoond hebben werkwillig to zijin, do sanc
tie zal worden opgeheven, zoodat zij de
vrijheid bezitten; men weinsclit verder, dal
biji eventueel „drossen" een commissie van
onderzoek zal optreden, die nagaat wat
de reden is voor het verbreken van hot
dienstverband. Het is dan de bedoeling
door overtuiging invloed te oefenen en
den man te doen inzien, dat hij verkeerd
handelt. Theoretisch heeft iedere koelie
het recht van klagen, maar praktisch komt
daarvan niets terecht. De verhalen over
die praktijk zijn merkwaardig. Als de ar
beidsinspectie, wier komst wordt aangekon
digd, in aantocht is, wordt het consigne
gegeven: als er niet geklaagd wordt, hebt
ge allen een halven dag vrijaf. Niemand
durft te klagen om niet de kans te loo-
pen van zijn lotgenooten de boosheid op
te wekken. Zoo zijn er tal van middeltjes
om het klagen tegen te gaan.
Een tweede belangrijk punt is dat van
de klap-straffen. Lijfstraffen blijven bestaan
en allerlei misère komt daaruit voort. Men
herinnert zich het geval van den luite-
.n at Van den Berg, die dagen achtereen
een koelie zóó liad nr' handeld, dat do
man stierf; men herinnert zich diverse
moordaanslagen uit wraakneming. Is er
verhand tusschen die excessen en de poe
nale sanctie? Ongetwijfeld. De zaak is,
dat, als de stemming onder de arbeiders
niet dengt, do kans op allerlei moeilijk
heden groot is.
Zóó is het ook weer met de vraag of
de doodstraf behouden moet blijven.
Al die vragen hebben dit gemeen, dat
zij berusten op de opvatting, dat de in-
landsche bevolking rijp is voor de vrij-
E. Kupers
heden, die in het Westen genoten wor
den eu daarover loopen do meeningcin
uitéén. Er is bijvoorbeeld docu\ den
heer Kapers op gewezen, dat daar,
waar betere loonen
worden uitbetaald, do
moeilijkheden minder
zijn, de poenale sanc
tie overbodig, zoodal 't
don indruk maakt, dat
de afschaffing der bi-
zondcre bcpalinge.il
slechts in eerste instan
tie een kwestie van
geld is. Door andere
leden wordt dit weer
ontkend. De arbeids
voorwaarden zijn zeer verbeterd, maar
strenger régime is onmisbaar om de orde
to li an dim ven,
Hier is dus de zelfde vraag gerezen als
bij de kwestie der „bewegingen": is meer
vrijheid gewenscht, of valt te vreezen, dat
daarvan een verkeerd gebruik zal worden
gemaakt? Men moet toch hiermee reke
ning houden, dat een inlander nog niet
precies gclyk is aan een Europeeschen ar
beider. Velen van de bevolking beseffen ab
soluut de betcekenis van een contract
niet. De wijze, waarop de arbeiders aan
genomen worden, maakt niet den indruk,
dat zij volkomen begrip hebben van omzo
westerscho opvattingen over oen contract.
Tegenover al de vrceselijke verhalen vain
de toepassing der sanctie staan echter wel
eenige andere gegevens. Het aantal koe
lies, dal zich na afloop van een contract
weer laat aanmonsteren, is zeer groot en
dit bewijst dus, dat zij do nadoelen, die
er aan verbonden kunnen zijn, niet zoo
zwaar voelen. In de tweede plaats wijzen
de gegevens over het gold, dat zij naar
hun familie zenden, uit, hoe zo do botec-
kenis van den arbeid begrijpen. Do brief
wisseling, die zij, zelden weliswaar, voe
ren met hun familie, toont ook aan, dat
het tot der onder de poonaio sanctie zuch
tenden niet zoo zwaar is als het in de
Kamer wel wordt voorgesteld.
Er is een algemeen» strooming om te
komen tot afschaffing van de poenale
sanctie en er zal geleidelijk wel een ver
mindering van de toepassing komen, maar
het is zaak deze aangelegenheid niet te
forceeren. Proeven met afschaffing voor
bepaalde groepen en onderzoek en arbi
trage in de gevallen, waarin de sanctie
zou moeten werken, zijn de eerste mid
delen, die men zal toepassen om oen be
gin te maken mot de afschaffing. De Mi
nister is bereid in overleg met de werk
gevers iederen maatregel te overwegen, die
leiden kan tot opheffing er van, die hij
wenseht in den kortst mogelijiken tijd, voor
zoover de omstandigheden het toelaten.
Voor het oogenblik acht hij opheffing on
mogelijk, maar verbetering der arbeidsin
spectie is de eerste voorwaarde om ver
betering van de arbeidsverhoudingen en
toestanden to krijgen en alleen van deze
laatste verbetering is te wachten, dat de
arbeiders zich behagelijk gevoelen in den
arbeid.
Gewenscht acht de Minister het ook, dat
het onmiddellijk opzienhoudend personeel
zal bestaan uit goed-opgelelde inlanders,
die de taal goed verstaan en meeleven in
de geestelijke sfeer.
Maar dat is alles niot onmiddellijk te
verkrijgen. Juist deze verbeteringen moe
ten met overleg worden toegepast en ten
slotte zal er altijd een groepje blijven,
dat ontevreden is. Dat kan nu eenmaal niet
anders en het blijft dan te vroezen, dat
uiting van ontevredenheid tot verzet zal
leiden met al de onaangename gevolgen
die daaruit kunnen voortkomeu. De af
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
28) i
Louis knikte en vervolgde:
„Voor u zou dat dan misschien een
onmogelijkheid zijn. Maar wat zult u dan
i beginnen? Ik zal bet u zeggen. U zult de
helft van uw leven aan. de sport wijden.
Voor het overige zult u eten en drinken
en dik worden. U zult naar Marien bad
en Karlsbad gaan en zich ovc uw spijs
vertering ongerust gaan maken, u zult
bemerken, dat u kaal wordt, en u zult
tot de erkenning komen, dat niets een
rnensch zoo gauw oud doet worden als
gebrek aan prikkels."
,,Ik geel je alles toe, Louis", verklaarde
ik, „maar welken prikkel heb jo mij dan
toegedacht
„Drie avonden geleden," ging Louis
voort, „zag ik hoe u een man to lijf ging,
mot hot plan hem te vermoorden. U be
ging een strafbare daad!"
„'Ongetwijfeld, maar ik zou het nogmaals
kunnen doen."
„Zo-udt u dan bereid zijn, om ook op
andere wijze in conflict met de strafwet
te komen?"
„'Onder gelijke omstandigheden, ongetwij
feld."
„Luister dan, mijnheer. Wij vonden het
wel aardig u te vrijwaren voor de on-
aangenaln.") gevolgen, welke u ongetwijfeld
elders dan in liet Cafó dos Deux Epinglos
zouden, zijn ten deel gevallen, na uw,
zeggen wij, meeningsversehil met James
Tapilow."
„Ik ben daarvoor ten zeerste dank ver
schuldigd."
„Is u bereid tot iets om van uw dank
baarheid blijk te geven?" vroeg Louis, mij
aanziende.
„Dan dien ik eerst te liooren, wat
dit is."
„Het betreft de verdwijning van den
heer Delora."
„Maar Delora is terug," riep ik uit. „Zijn
nicht heeft bot mij zelve verzekerd. Hij
is teruggekeerd, maar ernstig ongesteld.
Hij moet. als ik bet wel heb, zijn kamer
houden."
„Jawel, dat is het afgesproken' ver
haaltje," apiwo-ordtle Louis. „Wij waren
gedwongen ons do politie ea de lui van do
krant van hot lijf te houden, maar ia-
tusschon is het niot waar. Delora is niet
tonig!"
„lin weet zijn nicht dat?" vroeg ik
delijk.
„Neen, men heeft haar verteld, wat zij
u heeft medegedeeld, dat haar oom is
teruggekeerd, maar dat hij ongesteld is en
korten tijd rust moet houden. Hot was
nooüig, dat zij gelo'ofde, dat zijn kamer
bezet was, om redenen, welke u later
zult hooren en begrijpenZij zal inlus
sclten zeer spoedig de waarheid vornemen.'
Ik gevoelde duidelijk zekere verademing.
Do eerste indruk, dat zij mij -wat op de
mouw bad gespeld, had mij onaangenaam
getroffen.
„Waar is Delora dan nu?"
„Dat kunnen wij wel gissön on wij' zou
den willen, dat u naar hem toeging."
„Best, Louis, ik ben d; artoe'volkomen
bereid, maar je moet mij eerst nog ©ons
vertellen, wie die mijnheer Delora is, waajr-
om hij zich verstopt en wie je bedoelt
als je van „wij" spreekt."»'
Eendrachtsweg 12b,
ROTTERDAM.
Tel. 56944. -
K. ter Laan
scliaffing is in gang en do Minister wenseht
zo oen moment langer tegen te houden dan
z. i. strikt noodzakelijk is. Met die ver
klaring moot men tenslotte genoegen ne
men.
iVeel ton velerlei zijn de kwalen die
Indiö teisteren ©a die bestreden moeten
worden. Het opiumgebruik is algemeen be
kend en wordt algemeen afgekeurd; hot
drankmisbruik neemt band overhand toe
en do Regeering gaat voort uit de mis
bruiken door middel vau accijnzen vele
millioenen in de schatkist to verzamelen.
Tegen dat systeem kwam voor de zoo
veelste maal d© drankbestrijder GerharJ
met vuur op. Et ligt bij de Kamer, in
haar archief, nog altijd ©on motie tegen
bet opiumgebruik, maar het lijkt er niet
op, dat die spoedig zal worlen behandeld
'Ook daarover vatte de heer Gerhard als
te doen gebruikelijk is, zijn jnarlijk'scb
vuur.
Voor de verbetering der pensioenen van
do z_g. oud geponsion-
noerden, trad nog
maals de vader der
gepensionneerdeo,
Tea- Laan op Ander
maal diende hij een
motie in voor directo
sfconds bijslagen opde
pensio'cnen van mi
litairen beneden den
rang van officier, in
afwachting van '11 al
gemeene herziening.
De pandhuisdienst levert naar veler oor
deel ook niet te veel winst op, wijl de
tarieven veel te hoog zijn. La vier jaar
tijds van 1924—1928 heeft die dienst HO
millioen gulden in de rijksschatkist ge
bracht; dit bedrag is voor het grootste
deel door de inlandsclie bevolking opge
bracht. Een woekerwinst noemden de heo-
ren Cramer en De Visser deze baton uit
dezen dienst.
De Minister is van oordeel, dat het
drankmisbruik niet zoo ernstig is. Ernstiger
is het opium-gebruik, maar daartegen zijn
zeer moeilijk maatregelen te nemen, omdat
de smokkelhandel nu reeds welig tiert
en stellig zeer z!ou toenemen als een al
gemeen verbod word uitgevaardigd. Inmid
dels is al weer ©en enquête aan den gang
waarvan de Minister het resultaat wil af
wachten. Hij werkt intusschen gaarne mede
om het misbruik tegen te gaan.
Dien pandhuisdienst moet men niet t?
tragisch opnemen. De tarieven voor de
goedkoopere pand»an zlijln laag; ze zijla on
langs nog weer eens aanzietdijlk veriaagd
en men meent het resultaat dier verjaging
ai te wachten. Het is wlaar dat die dienst
veel geld opi'ievert, maar dat is nibfc het
gevolg van de tariteven voor de panden
der inlaindsche bevolking.
De verbetering der pensioenen zal de
Minister eens nader overwegen, maar het
mag niet te veel kasten. Onder den druk dor
Kamer kwam h'ijl zelfs tot de toezegging,
dat lrij ten spoedigste met den gouverneur-
generaal in overleg zal treden, ten einde
een regeling te maken dia parallel gaat aan
die in Nederland getroffen. Hot moet echter
het karakter houden van ©eu togemoetko
ming en mag geen antecedent zlijln voor een
algemeene herziening. Een motie, doo»r den
heer Ter LaJan ingediend om in afwachting
van oen nadere afdamde regeling 'van de
pensioenen en gagertienten der oud-gejKtn-
sionncerden een bijlslag te vragen voor kor
poraals en minderen, wak volgens dan Mi
nister niet moodig, want bij was bereidl'daar
aan te voldoen, na overleg met Indie. Deze
motie .word door do Kamer verworpen,
waoabij met do sociahsLen, vrijzinnig-demo
craten en communisten de hoeren Lingbcek
en Etoris Vos vóór stemden.
In ieder geval zal de Minister er nu niet
gemakkelijk afkomen en hij kan er zeker
van zijn, dat hij zeer voel verzet zal ont
moeten als li ïji niet spwdig mot oen of
andere aanvulling van het pensioen komt.
Zelfs van ©en geheele 'herziening der sala
rissen en gageanentm der Indische mili
tairen zal bijl niet gemakkelijk afkomein
Heeds zei de Minister too te overwegen om
den pensioengerechtigden leeftijd lo ver
lagen. i
„Als het onkel van mij afhing^ mijnheer,
zou ik u alles mededeelen! Ik zou u vol
komen in vertrouwen nemenwij zijn maar
een klein kringetje, eu als wij moenen op
iemand te kunnen rekenen, dan vertrou
wen wij hem volkomen. Maar do anderen
kennen u iniet zoo goed als ik en ik
mag u slechts enkele bijzonderheden ver
klappen. De heer Delora is naar Enge
land gekomen, met een bijzondere gevaar
lijke opdracht. Ilij bezit een geheim, dat
van onberekenbare waarde is en andoren,
die niet 'tot onze vrienden belïooren, zijn
daar achter gekomen. Aan Delora was op
het Charing Gross Station eon signaal go-
geven, dat het gevaarlijk was om hier zijh
intrek to nomen. D»aarom is hrji kalmweg
ergons anders heengegaan, on hoeft zich
thans verstopt. Als u werkelijk er op ge
steld is wat to beleven, dan kan ik, u
oen avontuurlijke onderneming aan de
hand doen."
„Ga door, Louis."
„Laat mon blijven denken, dat Delora is
teruggekeerd. Zooals ik u reeds" heb ge
zegd, is dit niet het geval. De deur van
zijn kamer is op slot cn aan niemand
is het veroorloofd naar binnein te gaan.
Het vermoeden bestaat, dat vannacht eön
poging zal worden gedaan om in de kamer
binnen te dringen en den tijdelijken bewo
ner or vain te ontvoeren."
„D© kamer is ledig, niot waar? Er is
niemand in?"
„Juist, mijnheer, maar als er nu eens
een sterk en dapper man zijn intrek nam
dan zouden zij, Jie valsch spel met ons
spelen, en booze plannen in den zin heb
ben,- een Hink lesje Icuiunen krijgen. Als u
dio man wilde wezen, kapitein Rothorby.,
dan zouden wij, do lieer Deeresson üu del
anderen, van oerdeel zijn, dat u uw schuld
BIMENIiAm
Floris Vos en zyn partij.
In de „Zaanlander" komt ©en verslag
vcor vau do vergadering van dia Midden
partij voor Stad en Land, die de bekende
mededeeling aan do Tweede Kamer over
bet Kamerlid Floris Vos heeft gedaan]
Daaraan wordt het volgende ontleend
15 Januari 1.1. werd do »eerste verga
dering van de Middenpartij' voor Stad' en
Land gehouden. liet complete bestuur, be
halve de hoor Van Ilaegen, was aanwezig.
Ook de beer Floris Vos kwam ter verga
dering. Op invitatie van den voorzitter aan
do bestuurstafel plaats te gaan nemen,
wensebte hiji niet in te gaan: „Vanavond
ga ik tnsschon de „gewone leden" zitten
zei Floris. Men voelde het: do atmosfeer
was geladen. D»e vergadering werd' geopend
en onmiddellijk vroeg de heer Vos het
woord voor het afleggen va,n een „Verkla
ring".
De voorzitter zoide er meer voor te ge
voelen »ocrst do notulen te lozen en na
wat strubbelingen zakte Floris weer op zijn
stoel, liet gewichtige document in zij'n vuist
omklemd.
Uit de notulen bleek overduidelijk hoe,
do M. P. was opgericht en geconstitueerd
alles en regie en dat wilde de voorzilter
natuurlijk vastleggen.
Wederom staat Floris Vos op en vraagt
het woord, maar de voorzitter dacht er
niet aa,n verklaringen, te laten afleggen die
niels mot de notulen to maken hadden.
Hot werd een scherpe woordenwisseling,
waarbij tenslotte do voorzitter eischic, dat
de hoer Vos zich als lid behoorlijk aan
do leiding zou onldienverpeu.
„Ik hen geen lid!" riep toen de heer
Vos.
Giooie consternatie. De groo'e man vau
de daad, vice-voorzitler, Kamerlid, beju
beld door de leden was.... geen lid van
zijn partij: Daar moet men Floris Vos
echter niet kwaad om aanzien. Hij r-eilt,
zeilt, praat cn schommelt, zooals hij en
Zijn naaste vrienden dat wenscl.en. De
voorzitter werd echter boos en zei lcorl
on bondig: „Mijnheer, als u geen lid van
onze pai»tij is, waar haalt u dan den moed
vandaan in deze vergadering te dringen?
En hij knoopte daar de uitnoodiging aan
vast om de deur aan den buitenkant te
sluiten. Ook de vergadering riep: „Er uit",
do onverstoorbare Floris pakte zijla bie
zenen werd er uit gezet!
Montessorie en baar opvoedkundige
denkbeelden.
Men moet al mzoudere belangstelling
bobben voor onderwijs en opvoedkunde,
als men leek zijnde zoo'n studie
maakt van ©en bepaalde richting als mevr.
L. LoopuylDe Rruyn heeft gedaan Gis
teravond heeft zij voor leden van liet Nut
en genoodigdön waaronder verscliei'Jeuö
leden van het bewaarschoolpersoueel eu
R.-K. zusters in Musis Sacrum ecu le
zing gehouden over: „Montessorie en haar
opvoedkundige denkbeelden", waarbij de
spreekster blijk gaf niet alleen te hebben]
bestudeerd, wat daarover al zoo is ge
schreven, maar ook zicih door persoonlijk
bezoek aan scholen op de hoogte te heb
ben gesteld van do resultaten, van het
Montessocrie-ondenvijs. Bovendien gaf mevr.
Loopuyt aan, wat h, i- de zwakke zijde
was van het systeem van Montesso-rie en
bleek zij een kijk' te hebben op bot onder-i
wijs volgons de oude rnethedo, die men bij
iemand, die buiten de dagelijksclie praclijk
van het school wezen staat, niet zo© dik
wijls aantreft.
In liaar inleiding deelde spreekster mee,
wat baar lang had doen aarzelen om baar
lezing te houden. Dat was: lo. baar ge
brek aan routine om een lezing te houden
2o, haar leak-zijn, en 3o» liet onderwerp
zelf, dat algemeen bekend is, zoodat het
h. i- moeilijk zou zijn daarover iels nieuws
te vertellen. i
Wat het ©erste bezwaar betreft: dat heeft
zij glansrijk overwonnen. Op een rustige,
aangename wijize, in goed gebouwde zin
nen, heeft mevr. Loopuyt gezegd, wat zij
te zeggen had. 'Over het tweede bezwaar
spraken we reeds en wat hot derde aan
gaat: voor do vakmeaschen was inderdaad
alles, wat gezegd werd, niet nieuw, maar
toch zal de lezing ook voor hen niet ge
heel onvruchtbaar zijn geweest, omdat de
dingen inu eens geplaatst warden in een
ander verband ©n belicht werden op» een,
eigen wijze.
jegens hen had afgelost."
Een zacht gefluit kwam over mijn lip
pen. Ik begreep nu, wat Louis van mij
verlangde. Ik moest op de een of an
dere wijze trachten in de kamer te ko
men, waar men veronderstelde, dat Delora
zich ophield, moest mij daar verdekt op
stellen om den aanval af te wachten, wel
ken zij om een of andere reden vermoed
den. Maar toen ik mij de mogelijkheden
voor den geest haalde, die zich in verband
hiermede konden voordoen, deed zich 11 ij'n
gevoel voor humor gelden cn lachte A
Louis tot zijn verbazing in hot gezicht uil
Ik keerde uit die fantastische woreld ren
geheimzinnige roeverijen ön nog geheim
zinniger moo'rdaanslagein tot de werkelijk
heid terug. Het leek mij onmogelijk, dat
dergelij'ko dingen zouden kunnen gebeuren
in een rustig hotel van don eersten rang,
iru een stad als London. Ik kon niot aan
nemen, dat Louis, een lid van bet per
soneel van dat hotel, die door mij ge
waardeerd word als een bekwaam vak
man, lid zou zijn van een bende samen
zweerders, die mot mensohe ovens speel
den alp een cirsusartist met ballen.' Het
leek mij onmogelijk het voorstel van Louis
als ernst op to vatten en hot was mij
moeilijk mijn gedachten te concentroeren.
„Is dit geen kapitale grap van je, Louis?"
vroeg ik, „of spreek je, tot mij in vollen
ernst?"
„Het is mjj volle ernst, mijhliceir. Ilc
overdrijf niets on heb geen woord i'n strijd
met de waarheid gezegd."
„Laat ik mij dan de dingen wat dui
delijker voorstellen. 'Wat heeft Ferdinand
Delora gedaan, dat men hot op zijn lóvon
gemunt hoeft? "Waardoor heeft hij» zich
vijanden gemaakt? Is hij een misdadiger
of zijn zij, die hem te pakken trachton
Voor do pano Behandelde spreekster
de persoon van Montessori en haar onder-
wijsmetliodo, toegepast bij jonge kinderen;
na de pauze sprak zij over Montessori-
ondcrwijs voor do lagere school. i
Nadruk weixl er op gelegd, dat Mon
tessori een Italiaansche is, dat zij in do
medicijnen heeft gestudeerd en eerst Jaar
na als paodagoge is opgetreden en dat
zij ©en natuurwetenschappelijken aanleg
heeft, wat in haar methode tot uiting
komt en daarop een stempel drukt.
Niettegenstaande dat toornde spreekster
zich een enthousiast bewonderaarster van
het Montessori-o'Jidenvijs.
Met aandacht is de lezing, die langer
duurde dan we op NutsavonJen gewoon
zijn, gevolgd.
De voorzitter, ir. G. Gerlagh, sprak
in zijn openingswoord »de hoop uit, dat
meerdere locten van het departement zich
geroepen zullen voelein om eens op te tre
den voor bot Nut, wees er op, dat nu]
twee dames, mevr. Goemans—Geertsema
BecJcering en mevr. LoopuytDe Brein,
liet goede voorbeeld bobben gegeven en
meende, dat het thans wel eens de beurt
werd van oen der mannelijke leden!
In zijn slotwoord herinnerde de voor
zitter er aan, dat het Nut altijd grooto be
langstelling voor het onderwijs, speciaal
voor het voorbereidend onderwijs, lieeftl
getoond en dat de inaam van een familie
lid van da spreekster, Alida Loopuyt,
daaraan onverbrekelijk is verbonden.
Naai" we vernemen zal Donderdag 15
Maart de volgende Nutslezing i'n Musis Sa
crum plaats hebben. Een Hoingaarscho dame
zal dan sproken over Zigeuners en Zigeu-
nermuziek,
AangeLodeu arbeidskrachten: glasbla
zers, letterzetters, grondwerkers, metselaars
opperlieden, betonwerkers, schilders, tim-
Le krijgen, misdadigers?"
„Ilij is in hot bezit van een geheim,"
zeido Louis, „dat schatten waard is. Er
zij'n nu mensehen, die mcenen recht te heb
ben op oen deel daarvan en dat zijn zijn
vijanden. Zij hopen do»or geweld te kunnen
verkrijgen, wat zij langs geen andoren
weg kunnen bemachtigen."
Er kwam in eens een gedachte bij mij
op cn ik vroeg haastig:
„Was Tapilow een van die menscliem?"
„Ja, do heer Tapilow behoorde tot hen,
die aanspraak maken o»p een deel van
de buit, maar hij was niot bereid, oofc
maar het geringste risico er vooi te too-
pen."
„Dus is het maar goed, flat lip onscha
delijk is gemaakt. Ja, dat begrijp ik. Maar
nu nog een vraag, Louis, on daar moet
je mij naar waarheid op antwoorden. Jo
kunt wel begrijpen, wat ik bedoel, als jo
weet dat ze juffrouw Delora betreft."
„Juffrouw Delora weet niets van dat
alles," verklaarde Louis plechtig. „Het is
een bekoorlijke on werkelijk zeor sehoome
jonge dame, maar als ooit con jonge dame
aan vrienden behoefto heeft geluid, dan
is zij het."
„Maar waarom is zij dan meegekomen?"
vroeg ik, „Waarom is zijl niet te Parijs
gebleven? Zoo voor haar geen rol is weg
gelegd, in dozo co-modio, was lief dan niel
veel beter geweest, als zij er geheel Dui
ten. was gelaten?"
„Kap'Icin, Ro»tberby," antwoordde Louis,
„er was een,goede reded voor, die u-later
wel zult begrepen. Het was noodig, dat
zij met hnar oom naar Londen ging, meer
kan ik u thans niot zoggen,U "moot mij
niets meer vragen."
(Wordt vervolgd).
Indische begrooting. Poenale sanctie, Onmiddel
lijke of geleidelijke opheffing? Lijfstraffen eh dood
straf. Meer vrijheid Pandhuisdienst Pen
sioenen voor mindere militairen. Drank- en opium-
misbruik.
Huidverzorging,
Geiaats- en
Lfchaams-
massage,
Manicure,
Pedicure,
Paraffine
voor
vermagering
en
rhcumatiek.
Districts-Arbeidsbeurs.