Kli
M DER-BLAD
SCHIED/
LMSCHECOURANT
DE ZONDEBOK.
'No. 9 Bijvoegsel' van de Schtedamsche Courani van 1 Maart 1930
j
VAN DE
Naar liet Engolsch van E. M. BRYANT,
Beknopt bewerkt dooi'
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
4)
HOOFDSTUK IV.
.M o e i 1 ij'ke de n.
Op zekeren dag werd mevrouw S waters ziek,
zoodal zij ban r kamer iiouden. moest. Nu
kon de predikantsvroinv moeilijk gemist worde.)
cn zag alles in huis er dadelijk Woel anders uil,
niettegenstaande .laantje haar best deed. Gewoon»
lijk was George bij zoo'n gelegenheid exh'% druk en
oudeugend en zwiert Ilanna na. schooltijd doelloos
door den tuin, nu haar moeder haar niet aan-
spootde om haar lessen te loeren of piano te
sludceren.
Zoo zat zij op' dcu derdon dag van de ziekte
hnicr moeder in den tuin, toen Jaap ook buiben
kwam. Blij had net een dp'slci gemaakt on vond, dat
hij1 wel eens oen verzetje hebben mocht. Hij lie!
Ilanna, zachtjes sUh ommelen op don boomtak, waar
op ze zat on Ijoen dit haar blijkbaar nicl opvroo-
lijkle, vroeg hij:
„Vat mankeert er aan?"
„O, meneer Holman komt straks om mij 'piano
les le geven", antwoordde het meisje, „en ik kan
Imm niet uitslaan. Ik jioml niet van muziek en ik
heh van de week bijna niet gestudeerd. Ik zal
wel ren flink standje krijgen. O, Jaap. Daar komt
hij alma®
,eVrolop je, Gauw", riep Jaap plotseling uil
„Kom maar mee naar de leerkamer. Daar is geen
mensen en ik zal de wadht houden. Niemand zoekt
jo daar. Klim maar door dit raam naar binnen,
gauw".
In hel volgend oogenblik liet Ifunma. die niets
liever deed dan haar pianoles verzuimen, zidh door
het raam naar binnen duwo.i, Ier wijl Jaap er be
schermend voor ging staan.
Nauwelijks was Ilanna aan den achterkant van
het huis naar boven geslopen, of! meneer Dolman
kwam het hek in, om even later aan te bellen.
Spoedig hoorden ze nu een zacht
„Ilanna. It an na".
„Als hei moeder maar niet hindert", tluisler.de
Ilanna juist boven het hoofd van haar mede
plichtige.
„St.", klonk het terug. „Ik zal wel eens gaan
kijken".
Weldra kwam Jaap Jaantjo tegen, dia Lom vroeg
of hij Ilanna ook gezien had.
„Ja", luidde het antwoord. „Ik heb baar een
paar minuten geledon in den achtertuin gezien".
Daarna ging bij naar dt- leerkamer, waar hij
voor bet raam staande, Jaantje's zoeken gadesloeg.
Rot duurde dan ook niet tang, of hij zei:
„Zo kijkt onder de ^trniken. 'tLijkt wel ver
stoppertje. Nou blijft, ze bij dcu kastanjeboom,
stilstaan om Le zien of je er soms in zit".
Jaap hing nu uit het raam eti riep:
..Heli je haar nog niet? Ik heb haar toch hemel)
in den tuin gezien, Zeg maar, dat mevrouw
ziek is en zo geen pianoles hebben kan".
„Jaap", fluisterde Ilanna nu, „laat ze moeder
alsjeblieft niet wakker* maken. Dan dan ga
ik nog voel liever naar binnen en zal ik zeggen,
dat het mij splijt, dat ik zoo laat hen. Misschien
misschien r alt het nog wel mee".
„Blijf maiar kalm hier", zei Taop ,dio nog steeds
voor hot raam stond, „ik heb eigenlijk vreesdij-
ken zin om me als meisje te vorkleedcn en naar
binnen te gaan. Zal ikMaar wat is dat?
Daaar gaat Wij al weg. Even wachten nog, tot
hel terrein veilig is. Na een minuut of Vijf kim je
wel weer naar den tuin gaan".
„O Jaap, dat durf ilc niet. Jaantjo Zal me na
tuurlijk zien", wierp) Ran,na angstig togen.
„Laten we dan stilletjes de voordeur* uitgaan
en een wandeling maken", stalde Jaap. voor.
Even later sloctp bet ondeugenite Span door
de laan eu bereikte weldra de dorpsstraat.
Maar ook daar was liet lang niet veilig, want
plotseling zagen, zij don predikant uit een huis
komen, waar hij een ziekenbezoek afgelegd brul
Als zij zich niet in oe,n vriendelijk uitnoodigende
portiek luidden kunnen verbtoplpen, zou 'hij beo
stellig gezien hebben.
Een eindje verder kwamen zij1 meneer Rovers;,
den hulppredikant, tegen, die Ilanna tot 'haar groo-
ten schrik herkende en oir 'lfaar af kivam. Rij
keek Jaap onderzoekend aan zonder echter iets
to zeggen. Zou h'iji iels vermoedert?
Na dit Oponthoud holde liet tweetal over den
weg. Eindelijk Waldden zij het bofech bereikt en
daar ging de tijll snei voorbij met Wollen, klimmen
en bloemen plukken.
„lk gelooi', dait Wet al laai la", zei Jaap plot
seling, terwijl lui) ziijn hoHoge te voorschijn haalde.
„O, mijn ouwe knol is stil blijven staan". En Wij'
schudde 'het uurwerk onza.dht heen en weer.
„Laten we gauw naar huis gaan, anders komen
we nog te laat thuis", zei Jaap'.
Te laat wanen */Q 'werkelijk, maar do predikant
was nog niet thuis; iWij wasopgehouden.
„Jo moede1!- is 'beneden, Ilanna", zei .laantje
ail!