MET Dr. VAN DEB SLEEN OP REIS.
Schiedamsche Courant.
tweede blad
DE VERDWENEN DEL0RA.
Werkzaamheden in den
Volkstuin.
Zaterdag 15 Maart 1030. No. 10869.
net zaaien en planten van
vroege groenten.
Verschillende groentensoorten kunnen nu
worden gezaaid of geplant. De ouder glas
overwinterde bloemkool- en kropslaplanten
zijn door flink luchten voldoende afgehard
en worden tan in den vrijen grotad uitgej
plant. De bloemkool geven we een ouder
lingen af talud van 80 o.M. en tussölien 2
bloemkooh'ijen planten we nog lal 3
rijen kropsla. Soms zaait men spinazie
tusschen de bloemkool, maar deze combi
natie is gewoonlijk inict in het voordeel1
van do kool. In elk geval is liet taoadig
om flink te mesten, waarbij vooral Chili-)
salpeter als direct werkende stikstof niet
mag woi'don vergeten. De kropsla oogsten
wo omstreeks half Mei, waarna in Juni de
bloemkool volgt. Men kan dezelfde grond
dus nog benutten voor de teelt van late
oewassen als: andijvie, prei, late koolsoor
ten enz. Veelal teelt men op denzelfden
grond nog boomen, welke dan al gezaaid
of uilgeplant worden vóórdat He kool ge
heel is geoogst. Wc zaaien nu ook zomer-
poen. Het zaad wordt, om liet ontkicA
men te bevorderen, eerst gedurende 24
uur geweekt en vervolgens met zand ver
mengd, uitgezaaid. Voor peen gebruiken we
liefst geen versche stalmest; dit mot het
oog op de vaak zoo schadelijke worlelvlieg
(Psila rosae) de veroorzaker van pierigo
wortels. Tusschen zomerpeen zaaien we
(nog een weinig radij's en slazaad; -lit
laatste om later rut te planten. Rekende
soorten van zomerpodn zijn Amsterd. hak,
vroege Langedijker, Zwijndrechtscihe e. a
Wo zaaien nu ook blocmkoolpla'nton voor
najrarsgebruik; als soort is vooral „le
Cerf" daarvoor aan te bevolen.
A'cider planten we nu pootuien; op veel
gronden gevön deze betere resultaten dan
zaaiuien De planten zijn, evenals over-1
winterde kool- en sla-plalnten, hij sommige
groentenkweekers te koop. We planten op
12 c.M. afstand bij oen rijen-afslaiid van
20 c.M. Men kan de teelt goed ciombineereiï
met die van stamhoonen. In dat geval plan
ten we de rijen op 4045 c.M. afstand-
De in de vorige maand ouder glas ge
zaaide erwten, peulen en tuinboonen staaln
nu boven den grond. Hot wordt nu tijd
om deze af te harden opdat wo ze in de
2e helft dezer maand kunhen mtplanlon.
Wie 'nog geen zaden ter voorkieming on
der glas zaaide, kan nu direct buiten!
zaaien. 'Om een snelle ontwikkeling te be
vorderen kan men. deze zalden vooraf ge
durende 24 uur weeken.
G.
a1
De tocht Batavia-Buitenzorg. Soekaboemi. Stads
beeld. Landarbeid. Een stijgende en een dalende
weg met 192 bochten.
XVIII.
De tijd nadert, dat wij verder moeten.
Het congres is geopend door den Gouver
neur C-eneraal Zijne Excellentie heeft do
leden op receptie ontvangen en nu ver
huist de heele stoet naar- Bandoeng, waar
de eigenlijke vergaderingen zullen worden
gehouden, met als pleisterplaats nog R'ü-
tenzorg, waar vele wetenschappelijke in
stellingen zijn gevestigd. Wij vertrekken,
op eigen houtje. Onze Chevrolet is zwaar"
beladen met allerlei noodzakelijkheden en
ons beiden en. een bediende, Ali, voor
allerlei duvelstoejagerswerk. De Hanokam-
peerwagen zweeft er achter, precies in
liet spoor meerijdend en den laatsten avond'
zitten wij met de vrienden bijeen, opge
monterd, eerst door Hoffmann's Erziililun-
gen uit Batavia, dam door Haydn's sym-
phonie, die uit Huizen, uit het moeder
land, duidelijk overkomt, zij liet dan af
en toe verdwijnend om zachtkens weer
terug te komen, door de zoogenaamde fa
ding. Maar een feit is, dat Üe uitzendin
gen uit Holland met ons draagbaar Phi
lips toestel zeer goed kunnen worden af
geluisterd.
Afscheid van Batavia.
In den vroegen morgen reeds memen wij
afscheid van onze gastvrije vrienden, prof.
Delsman en echtgenoote, dr. Verwey, den
koralenduiker, hebben wij al tot weerziens
in Bandoeng toegeroepen, daln mijn ouden
vriend Tideman, Üie de prachtige Genees
kundige ïloogeschool heeft gebouwd en
nu aan de Rechts ïloogeschool bezig is
en nog een zestal oude bekenden, die
op mijn lijstje staan, zullen tot onze te
rugkomst moeten wachten.
Asfaltstraten slingeren eerst door de
mooie Europeesclie wijken der bovenstad,
dan Uog langs een paar Chineesche win
kelstraatjes en data ligt Indië voor ons
open. Maar het is uog steeds druk langs
den weg met komende en gaande inlan
ders met kleurig gewaad. Bij honderden
wandelen de vrouwtjes, het gitzwarte haar
onbedekt, een kleurig baadje om de schou
ders, de nauwe sarotag meest in tinten van
bruin On geel. Ongeveer zeventig procent
draagt oen kind in de slendang, lialf zit
tend op üe heup, half hangend in den
sjerpachtig -omgeslagen doek. En meestal
zoeken, de bruine handjes onder het
baadje maar ander bruin, of de kleuter
nu een half of twee en een half jaar oud is
en kijken de groote zwarte oogen angstig-
nieuwsgierig uit boven den steeds zuigen-
den mond. De mannen hebben meerhaast.
Bij honderden passeeren ze in een kalm
voerend sukkeldrafje. Een bamboe ho
rizontaal over schouder en nek, aanweers
kanten een vracht steunend, welke bij el
ken pas veerend opwipt Groote manden
met bananen of aardewerk, cocosnoten of
straatsteenen, een paar leunstoelen of een
gaarkeukentje, alles wordt gepikold. Hand
kar en kruiwagen zijn totaal onbekend.
De vrachtauto komt ook liaast niet voor,
waarschijnlijk om de groote hellingen, die
straks komen en ook omdat het vervoer
peT grobak, dat zijn. tweewielige karren,
meest getrokken door twee paardjes, één
tusschen de leiboomen en één er naast,
hier zeer goedkoop is. Tusschen die war
reling van dieren en inlanders door sui
zen de wagens der Europeanen en rijke
Chineezen en... de autobussen. Die vor
men het gevaar vata Indië. In razende
vaart midden over den weg, alle bochten
afsnijdendgeef ze de ruimtel
Door bet land.
Aan den kant van den weg staan overal
de nette huisjes, van palmblad, of bam-
boematten vervaardigd, vol kleurige mem-
schen in de open voorgalerijtjes, steeds
met wat pisang, oocospalm of andere cul
tuur er om heen. Honderd meter zonder
huis zijn een zeldzaamheid en pas oen
25 K.M. van Batavia vandaan krijgen wij
Door Ei. PHILIPS OPPENHEEVI.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
41)
„Ik vermoed, dat u 't er wel aardig
zult vinden," antwoordde ik. „Het is in
dezen tijd zoo stoffig te Londen. Het huis
van mijn broeder staat wij dicht hij zee.
Het Jigt in een groot park, dat zich tot
een grasland nitstrekt en daar achter lig
gen de duinen."
„Kan men er zwommen?" vroeg zij
haastig.
„Natuurlijk," antwoordde ik. „Wij heb
hen daar een afgezet deel van hot strand
en ;üs wij in dezen tijd vata het jaar
logé's hebben, dan staat cr altijd een motor
car gereed om ze te brengen en te h'a
Ion. D|at is in het bizonder voor hen, die
in. den vroegen ochtend eon bad willox
nemen. Maar wat later op den dag is hot'
oen aardige wandeling. Dan kunt u or aller
lei spelletjes leeren, golf, tennis, cricket
on croquet."
„Ik zal daarbij oen tamelijk jammerlijk
nghur slaan," zeido zij met een zuchtje
„In Frankrijk heb ik niets va!n dat alles
geloerd. Ik kan eon beetje tennissen, maar
mooi is hot nog niet, en in Engeland doet
men zooveel aan sport. Zeg eens, kapitein,
zal men mij erg dom vinden, als ik niets
anders kan als zwommen en con beetje
tennissen?"
„'Och, wel neen," antwoordde ik. „En
dan moot u niet vergeten, dat we nog
altijd onze toevlucht kunnen nemen tot het
motorrijiviel, jtyjj zullen daarmee aardige
ritjes kunnen maken en ik beloof u, dat
als ,u slechts even innemend wil zijn als
hier, ik mij niet in het minste over u
zal beklagen."
Zoo bleven wij nog een beetje doorkeu-
volen, toen Louis onverwachts voor ons
stond. Hot was alsof een kille schaduw
over onze tafel gleed. D,e glimlach' van
haai" gelaat verdween, en het kostte mij
werkelijk moeite om beleefd tegenover hem
te blijven,
„Is do bediening in orde, mijnheer?
vroeg! hij. „Loopt alles goed?"
„Alles is in orde, gelijk altijd, Louis. Het
oonige verkeerde kun je toch niet veran
deren."
„En dat is?"
„Het weer; liet is geen weer om het te
Londen uit te houden,"
„U heeft gelijk, mijnheer, fs u van plan
gau,w naar buiten te gaan?"
„Dat hangt een beetje van de juffrouw
af," antwoordde ik.
Louis schudde eenigszins bedenkelijk het
hoofd, alsof liet hem ten zeerste speet
het onderwerp aan te roeren.
„Ja, dat zou wel aardig zijn, als ut haar
naai" Norfolk naai" het huis vau uw broe
der zou kunnen meenemen. Het zou ook
voor de juffrouw goed wezen, maar ik
ben niet overtuigd, ik vrees, dat haar
oom..."
„Maar voor den duivel, hoe weet jij
er iets van?" vroeg ik verbaasd.
Louis glimlachte, mot dien half verstolen
glimlach, die ternauwernood zijn lippen
deed krullen,
„AA'aar om zou ik het niet van de juf
frouw hebben géhoord?"
„Maar ik liob er niet met jo over go-
sprokcnl" verklaarde zij haastig. „Ik heb
Louis niet gezien sedert u vanmiddag hier
waart, kapitein."
„Ja, dat is waar," erkende Louis, oen
wat vrijer uitzicht over sawah's en klap
pertuinen, waai- tussclienin de kampongs
of dessa's liggen. Gezellige klonters van
rieten huisjes, altijd in een oase van groen.
Maar de weg is 'daarom nog niet leeg;
overal is verkeer, nu meest van veld
vruchten. Wat is dat weer mooi- De rijst
oogst is in vollen gang. Rood is de aar
de en geel liet rijstveld, waaruit tientallen
kleurige baadjes opsteken in voo-ridnrende
bukkende beweging bij het plukken der
halmen. Handig wonden ze tot bosjes arm
een gebonden, de bosjes aangeregen aan
een bamboelat en dan maar liuis gepikold.
En dan dansen en wuiven Ue "losse gele
aren op de maat van het trippelpasje,
waarin het glanzend bruine lichaam heele-
maal meedeint. AVojnt de landbouwer laat
overbodige ldeeding inog rustig thuis bij
zijn arbeid, die grootenLleels in Üe stralen
de zonnehitte moet gebeuren. Af en toe
zien wij kleine troepjes uitrusten onder
de hooge cocospalmon, Üie overal hun hel
der groene pluimen opsteken aan dan rand
der rijstvelden naast pisang en arekapalm,
die immers de betelnoot voor sirihkauwcax
oplevert!'
Het landschap wordt heuvelachtig, wij'
der uit deint dan üe horinzon en krijgt oen
nieuwe begrenzing door hooge heigen, die
blauw oprijzen boven geel rijstveld of groen
palmhout. Salak en Gedeh, de twee oude
vulkanen, die soms uit de baai van Ba
tavia al heel goed zichtbaar zijn, maar
niet in de heete dagen van de kentering.
Nu komt ook het stroomonde water groo-
ter rol spelen in liet landschap. Zilveren
riviertjes stroomen in diep uitgesneden ra
vijnen, steeds begeleid door rijstvelden, sa
wah's, die met honderden valletjes en wa
tervalletjes oprijzen aan de oevers en op
deze wijze elk hun deel krijgen, van het
eenig noodigo, water! Daar langs de ri
viertjes vinden wij ook de zaaiveldjes,
waar de „bibit" als een dichte geelgroene
zode boven het bruine water uitgroeit. Even
verder wordt 'dit teere goedje al uilgeplant
op velden, waar de oogst vroeg rijpte, waar
de karbouwen reeds Üe ovorblijvendelial-
men opaten, waar de rest na drooglegging
werd verbrand, üe bodem bewerkt, het
water weer toegelaten en waar nu moei
zaam plantje voor plantje op ongeveer
een voet afstand telkens in den bodem
wordt gedrukt.
Het gebergte-
Al meer en. meer nadert het gebergte,
Het machtige groen van het oeTbosch
breekt door het blauwe waas heen, al
thans bij den diclitbijzijaüen Salak. De
Gedeh begint zijn kruin al in wolken te
hullen, als wij de geweldige rijen van toko's,
winkeltjes, binnenrijden, die het grootste
deel van Buitenzorg innemen. Maar alles
groepeert en concentreert zich om den Plan
tentuin en zijn wetenschappelijke labora
toria, een reeks instellingen, zooals er in
de tropen wel geen tweede te vinden is.
Deze laboratoria hebben in samenwerking
met de landbouwproefstations, die over
heel Java verspreid moeten liggen om de
planten in hun eigen klimaat te bestu-
deeren, Java gemaakt tot het rijkste en
mooiste tropenlaud, een land van wonde
ren, zooals wij telkens de buitenlandscihe
Congresleden hoeren zeggen.
AVij hebben genoten van den planten
tuin, die in een grooten boog 't paleis
van den Gouverneur-Generaal omvat en
ook alweer tot de schoonste en rijkste
der tropen gerekend moet wonden, Wat hier
in inog geen honderd, jaar is bijeenge
bracht, trekt elk jaar hondertien buiten-
landsche geleerden en duizenden, leekeu
op botanisch gebied, die alleen de prach
tige lanen, de vijvers vol bloeiende wa
terplanten en den heel dn weelderigen,céht
tropischen plantengroei komen bewonde
ren. AVij komen hier- terug op onze terug
reis en dan hoop ik er meer van te ver
tellen, ook van de onderzoekers, die er
huizen en het werk, dat zij doen. Nu
nemen wij alleen een kijkje en genieten
van de bewondering der buitenlanders voor
wat Hollaindsche kracht daar geschapen
heeft. x
En dan gaat het verder door wat heu
velachtiger landschap, maar de weg blijft
goed geasfalteerd, hoewel wat smal, voor
al voor de autobussen, die hier geluk
kig nog model en afmetingen hebben, ,die
in Holland ai vijf jaar achter ons liggen.
De weg is mooi beschaduwd Üoor hooge
dammarboomem en wij zien uit naar een
rustig plekje om een boterhammetje te
eten, maar dat kost moeite! Ongelooflijk
dicht bevolkt is dit lanld, Maar zelden!
vindt ge een paar honder.1 meter langs
de hoofdwegen, waar geen boomen staan.
Enfin, 't lukt, al is er van een middag
dutje op een rustig plekje geen sprake.
In Soekaboemi weer groote vriendelijke
gastvrijheid, bij liet kunstkrlogbestuur, waar
ik spreken moet. \rier Haarlemmers duiken
weer uit het publiek op. Die zijn dik
gezaaid in Indiu en... üe meesten hebben
een zeer goede positie en staan zeer goed.'
bekend. Een land der toekomst!
Een cmotioneele rit.
En dan verlaten wij Üen grooten weg. Dé
AVijnkoopsbaaiPelaboean Ratoe, de Zuid
kust van Bantam is thans ons doei. Ter
wijl het congres vergadert, gaan wij oude
vrienden opzoeken, die daar al een dikke
twintig jaar leven en werken te midden
der oerbevolking van Java, visschers en
landbouwers. Prettig mooi goed volk. Maar
wij zijn zoover nog niet. Soekaboemi ligt
op 400 M. hoogte, maai" voor wij aan de
kust zijn moeten wij tweemaal tot 600 M.
stijgen en dus is het als maar op en af
en... 192 bochten! Dat is anders rijden
dan de Amsteiüamsche vaart. En de weg
is pas gedeeltelijk geasfalteerd en gedeel
telijk verbreed. Nu liggen de kampongs!
veel verder uiteen, Groote trajecten gaan
door het boseh, geen oerwoud, maar toch
onbegaanbaar door plantengroei. Tot drie
maal toe probeerde ik een slang te over
rijden, die over Üen weg kronkelt, maar
driemaal mis ik hem. Met kippen gaat liet
beter. Ajam eigenlijk, want er is een groot
verschil tusschen Ajam en kip, niet al
leen in taaiheid, maar ook in uiterlijk.
De pooten van Ajam zijn een decimeter
langer eu staan een decimeter verder naar
voren dan bij ons nut-pluimvee. Kippen
rijm er nog meer dan inlanders in Uekleine
kampongs, welke overal verspreid liggen,
waar een bergstroompje of meertje Sawah-
bouw mogelijk maakt. Dan weer boseh,
meest volkomen onbegaanbaar, maar ook
wel netjes schoon met allemaal evenoude
boomen op ongezellige rijtjes; dat is rub
ber. Dan meterliooge struiken vol frisch
groen blad, thee, Üie ijverig geplukt wordt
en in groote manden naar de drogerij ge
pikold, Dan op een berugrutg opeens de
zee, in.de verte! Em omlaag gaat het,
zwaaiend en zwierend, over smalle brug
gen eu langs afgxondjes, waar de modde
rige sawali l-oert op den te roekeloozen
automobilist! Tot de dadelpalmen dichter
gaan staan en de huisjes talrijker wor
den, dan blauw doorschemert en plots de
zee voor ons ligt, als aan de Riviera met
bergen omgeven, maar nu heelemaal in
tropenkleed gehuld. Dieper blauw met
zware overstortende rollers vlak aan het
strand. En uit de op palen gebouwde ge
heel open sociëteit komt mijn jeugdrviend
mij na vijf-en-twintig jaar met uitgestrekte
band tegemoet! Hij is niet veranderd. Ik
ook niet
oo^oo-ocöoeo.oö'oo00aoöoxrö'öö':o«'o&
STADSNIEUWS.
o
Laat er een wegenfonds komen;
wat in dat fonds komt. komt er
alleen uitten bate van dewegen
hand uitstrekkende. „Ik heb hot nieuws
niet van do juffrouw gehoord. Aleer mag
ik niet vertellen. Elk o ogenblik kulnnen
ovenwei de dingen veranderen. Het is niet
uitgesloten, dat de heer Delora het zeer
aangenaam* zal vinden dat zijn nichtje de
vriendelijke uitnoodiging zal kunnen aan
nemen."
„Je hebt dus verbinding gehad met den
lieer Delora?" vroeg ik.
„Wel natuurlijk. Hij heeft mij medege
deeld, wat do juffrouw had gevraagd en hij
voegde er bij, dat hij van avond om tien
uur antwoord zou geven."
„Misschien kun je ons dan wel al vast
mededeelen, hoe dat antwoord luiden zal,"
merkte ik ep.
Louis' gelaat bleef ondoorgrondelijk. Hij
schudde alleen ontkennend het hoofd.
„Dn heer Delora is zijn eigen heer en
meester," zoide hij. „ILj kan er vrede mee
bobben hot zonder de juffrouw te stellen
en hot is ook mogelijk, dat dit niet het
geval is... Bardon, mijnheerl"
Louis was weg, maar de schaduw bleef
achter.
„Hij vermoedt, dat ik niet mee zal kun
nen," zeide rij somher.
„Fclicia," begon ik...
„Maar heb ik u wel het recht gegeven
mij bij mijn voornaam to noomen?"
„Zoo niet, doe hot dan nu," verzocht ik,
„Nu, voor dezen avond dan," stomdo
zjj toe.
„Voor dezen avond dasFelicia," ging
ik voort. „Ik wil je niet onaangenaam
zijn door qver zékere onderwerpen te spre
ken, maar vindt je zelve ook niet, dat je
oom toch' wel zeer onbezonnen handelt
onii je hij jo eerste bezoek aan Londen
alleen jo laten, niet bij jo komt, niets
doot om jo wat ontspanning te bezorgen?
Wanrom zou Irij aarzelen je bij cms te laten
GEMEENTERAAD.
Vergadering van dén gemeenteraad, op,
Vrijdag 14 Maart a.s, 's namiddags 2 uur.
Voorzitter, de Burgemeester.
(Vervolg),
Vau de afd. Rotterdam van den Ned.
R. K. Blindenhand „St, Odilia" adres, waar
in te kennen wordt gegeven, dat de toe
stand der in deze Gemeente woonachtige
blinden en slechtzienden onbevredigend is
en waarin wordt aangedrongen op instel
ling van eön gemeentelijke commissie tot
regeling der belangen van blinden en slecht
zienden, waarin haar 1)1 in denorganisatie
vertegenwoordigd is.
In handen van Burgemeester en Wet
houders om advies.
\rau den heer AV. J. de Graaf sclirij-
ven cld. 4 Maart 1930, houdende mede-
deeling, dat hij do benoeming tot onder
wijzer aan de Openbare School voor Bui
tengewoon Lager Ondenrijé aanvaardt.
Kennisgeving.
A'an de S. F. en A. C. Schiedam adres,
houdende verzoek, haar een bijdrage van
50 pot. te geven van de te maken kos
ten wegens verhuizing en inrichting van
het haar toegewezen terrein aan den Laan-
slo-otsclien weg.
In handen van Burgemeester en AVét-
houders om advies.
Van den lieer C. Bogennah Jr. schrij
ven, houdende bericht, dat hij de benoe
ming tot ondeinvfj'zer aan school L gaarne
aanva udt.
Kennisgeving.
Agenda.
1. Voorstel van B en W.
a. om aan den gewezen waferwaoht M.
Voogd, die gedurende 5S jaren een trouwe
plichtsbetrachting in deze mevenbetrekknig
aan den dag heeft gelegd, lot wederop
zegging een jaarlijksche uitikc 'a ver-
leenen van f150;
b. tot -wijziging van do gemeetate-be-
grooting voor liet dienstjaar 1930.
Model D. f 125.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
2. Advies van R. en AVj. naai' aan-j
leiding van het adres vata Üen Al ge meen en.
Bond van 'Overheidspersoneel in Neder?
land, houdende verzoek om een jaarlijk
sche uitkeoring te verleenén aan de gei
wezen werkster van het Hoofdbureau vata
Politie, Mej. AVed, P. van Logehem, eu in
verband daarmede voorstel tot toekenning
aan deze werkster van een uitkoering van
f 156.voor éénmaal.
Overeeaikomstig liet advies wordt liet
adres voor kennisgeving aangenomen eu
het voorstel tot uitkoering aangenomen, na
dat da hoeren Etman en Collé ecnige op
merkingen hadden gemaakt.
3. Voo-rslel van R en W. tot invoering
van den rang van Chef-Eleotromontour bij
de Technische Bedrijven en om in ver
band daarmede te besluiten tot:
a. wijziging van de Verordening, rege
lende ido bezoldiging van Ambtenaren in
dienst der gemeente Schiedam;
b. wijziging van de Verordening, waar
bij de Raad liet benoemen en ontslaan van
gemeente-ambtenaren en bedienden aan an
deren opdraagt krachtens artikel 145 der
Gemeentewet
Tot een en ander wordt besloten.
4. Yooretel van R en AV|.
a tot het verleenen va'n een crediet van
f600.voor het houden van een Scliool-
zangdag in 1930;
b. tot wijriging der gemeente-begrootiug!
voor het dienstjaar 1930.
Model B. f600.—.
Aan dezen Schoolzangdag, waarvoor een,
Commissie van voorbereiding uit leerkrach
ten is gevormd, zal worden deelgenomen!
door alle openbare en bizondere lagere;
scholen met ongeveer 40 klassen en' pl.m.
1400 leerlingen.
De Financieele Commissie meent, dat do
kosten te hoog zijn en stelt voor f200
logeeren?"
„Laten wij daar nu maar niet over sj>re-
ken," verzocht zij een weinig zenuwach
tig. „Ik moet doen wat hij wil. Laten
wij nog maar hopen, dat hij ja zegt, niet
waar 1
„Dat moet hij," verklaarde ik. „En als
hij het niet doet, dan wil ik er achter
komen, waar hij zicli verstopt heeft en zal
hem over de zaak onderhouden."
„Hij heeft hot erg druk," zeide rij hoofd
schuddend, „en zou het niet aangenaam
vinden, als jo zijn verblijf ontdekte eu
dan zou hij geen tijd hebben om je te
woord te staan."
„Zoo druk met den verkoop van zijn
koffie?" kon ik niet nalaten te zeggen.
„Laten wij van avond daar nu niet
verder op doorgaan," verzocht zij met smee-
kende stem. „Laat ik je alleen vragen: als
oom eens neen mocht zeggeln, ga je dan
toch morgen weg uit Londen?"
„Neen," beloofde ik, „ik vertrék zeker
niet- Ik laat jo liier niet alleen. Zoolatag
je te Londen bent, blijf ik er ook."
Zij slaakte oen zucht van verademing
en aan een plotselinge opwelling toege
vende, stak zij haar hand over de tafel
naar de mijno en drukte deze, terwijl zij
fluisterde: „Dat is vriendelijk van jel"
„Misschien is het juister van egoïsme
te sproken, Felicia," antwoordde ik. „Ik
donk er niet aan weg te ga,a'n en jou hier
alleen achter te Men. Ik begin zoo het
gevoel te krijgen," voegde ik er aan toe,
„dat de genietingen des levens, waarbij
jij niet bent betrokken, vata bittor weinig
beteekenis voor me zijn."
„Maak me het hoofd nu, niet op hol,"
antwoordde zij' mot een* bekoorlijk lachje.
„Maar het is de waarheid," verklaarde ik
ernstig.
„Ik heb nu liet gevoel, alsof mijn groote
vacantie thans reeds is begonnen," merkte
zij met gesmoorde stem op.
Hoofdstuk XXIV.
Felicia legde den telefoonhoorn neder
en zij keek mij aan. Zij behoefde geen
woord te zeggen, .haar teleurstelling was
op haar bleek gelaat te lezen.
„Je mag niet meegaan?" vxoeg ik.
„Neen, mijn vacantie is blijkbaar nog
niet aangebroken."
„Welnu, doel me dan mode, waar ik
je oom kan vinden."
„Dat mag je niet meer vragen," ant
woordde zij hoofdschuddend
„Arergeet nu, niet, dat ik feitelijk een
bezoek ben komen afleggen om kennis met
hem1 te maken, ten einde hem daluk te
zoggen voor de beleefdheid, welke mijn
broeder van-de familie Delora'heeft onder
vonden. Hoe kan jo nu zijn afwezigheid
verklaren? Ik zou wel eons willen weten,
welk excuus je kan aanvoeren, wainneer
iemand naar je oom kwam vragen."
„Ik zou eenvoudig verklaren, dat hij
voor een paar dagen in beslag is geno
men door een zaak van buitengewoon ge
wicht. Zoodra die in orde is, komt hij
hier bij mij in het hotel."
„Maar intusscken," merkte ik mot na
druk op, „wordt je alleen gelaten in odn
vreemd hotel, zonder vrienden, zander ge
zelschapsdame, totaal zonder eenigc be-
sclienning en mei alleen eön oberkellner
als vertrouwde. Felicia, dat is absoluut
niet in den baak en ik weet niet, of
hol. niet mijh plicht is om met jou er
vandoor te gaan."
(Wordt vervolgd).
DEK
Cl