MET Dr. VAN DEB SLEEN OP REIS. Schiedamsche Courant. tweede blad DE VERDWENEN DEL0RA. Werkzaamheden in den Volkstuin. Zaterdag 15 Maart 1030. No. 10869. net zaaien en planten van vroege groenten. Verschillende groentensoorten kunnen nu worden gezaaid of geplant. De ouder glas overwinterde bloemkool- en kropslaplanten zijn door flink luchten voldoende afgehard en worden tan in den vrijen grotad uitgej plant. De bloemkool geven we een ouder lingen af talud van 80 o.M. en tussölien 2 bloemkooh'ijen planten we nog lal 3 rijen kropsla. Soms zaait men spinazie tusschen de bloemkool, maar deze combi natie is gewoonlijk inict in het voordeel1 van do kool. In elk geval is liet taoadig om flink te mesten, waarbij vooral Chili-) salpeter als direct werkende stikstof niet mag woi'don vergeten. De kropsla oogsten wo omstreeks half Mei, waarna in Juni de bloemkool volgt. Men kan dezelfde grond dus nog benutten voor de teelt van late oewassen als: andijvie, prei, late koolsoor ten enz. Veelal teelt men op denzelfden grond nog boomen, welke dan al gezaaid of uilgeplant worden vóórdat He kool ge heel is geoogst. Wc zaaien nu ook zomer- poen. Het zaad wordt, om liet ontkicA men te bevorderen, eerst gedurende 24 uur geweekt en vervolgens met zand ver mengd, uitgezaaid. Voor peen gebruiken we liefst geen versche stalmest; dit mot het oog op de vaak zoo schadelijke worlelvlieg (Psila rosae) de veroorzaker van pierigo wortels. Tusschen zomerpeen zaaien we (nog een weinig radij's en slazaad; -lit laatste om later rut te planten. Rekende soorten van zomerpodn zijn Amsterd. hak, vroege Langedijker, Zwijndrechtscihe e. a Wo zaaien nu ook blocmkoolpla'nton voor najrarsgebruik; als soort is vooral „le Cerf" daarvoor aan te bevolen. A'cider planten we nu pootuien; op veel gronden gevön deze betere resultaten dan zaaiuien De planten zijn, evenals over-1 winterde kool- en sla-plalnten, hij sommige groentenkweekers te koop. We planten op 12 c.M. afstand bij oen rijen-afslaiid van 20 c.M. Men kan de teelt goed ciombineereiï met die van stamhoonen. In dat geval plan ten we de rijen op 4045 c.M. afstand- De in de vorige maand ouder glas ge zaaide erwten, peulen en tuinboonen staaln nu boven den grond. Hot wordt nu tijd om deze af te harden opdat wo ze in de 2e helft dezer maand kunhen mtplanlon. Wie 'nog geen zaden ter voorkieming on der glas zaaide, kan nu direct buiten! zaaien. 'Om een snelle ontwikkeling te be vorderen kan men. deze zalden vooraf ge durende 24 uur weeken. G. a1 De tocht Batavia-Buitenzorg. Soekaboemi. Stads beeld. Landarbeid. Een stijgende en een dalende weg met 192 bochten. XVIII. De tijd nadert, dat wij verder moeten. Het congres is geopend door den Gouver neur C-eneraal Zijne Excellentie heeft do leden op receptie ontvangen en nu ver huist de heele stoet naar- Bandoeng, waar de eigenlijke vergaderingen zullen worden gehouden, met als pleisterplaats nog R'ü- tenzorg, waar vele wetenschappelijke in stellingen zijn gevestigd. Wij vertrekken, op eigen houtje. Onze Chevrolet is zwaar" beladen met allerlei noodzakelijkheden en ons beiden en. een bediende, Ali, voor allerlei duvelstoejagerswerk. De Hanokam- peerwagen zweeft er achter, precies in liet spoor meerijdend en den laatsten avond' zitten wij met de vrienden bijeen, opge monterd, eerst door Hoffmann's Erziililun- gen uit Batavia, dam door Haydn's sym- phonie, die uit Huizen, uit het moeder land, duidelijk overkomt, zij liet dan af en toe verdwijnend om zachtkens weer terug te komen, door de zoogenaamde fa ding. Maar een feit is, dat Üe uitzendin gen uit Holland met ons draagbaar Phi lips toestel zeer goed kunnen worden af geluisterd. Afscheid van Batavia. In den vroegen morgen reeds memen wij afscheid van onze gastvrije vrienden, prof. Delsman en echtgenoote, dr. Verwey, den koralenduiker, hebben wij al tot weerziens in Bandoeng toegeroepen, daln mijn ouden vriend Tideman, Üie de prachtige Genees kundige ïloogeschool heeft gebouwd en nu aan de Rechts ïloogeschool bezig is en nog een zestal oude bekenden, die op mijn lijstje staan, zullen tot onze te rugkomst moeten wachten. Asfaltstraten slingeren eerst door de mooie Europeesclie wijken der bovenstad, dan Uog langs een paar Chineesche win kelstraatjes en data ligt Indië voor ons open. Maar het is uog steeds druk langs den weg met komende en gaande inlan ders met kleurig gewaad. Bij honderden wandelen de vrouwtjes, het gitzwarte haar onbedekt, een kleurig baadje om de schou ders, de nauwe sarotag meest in tinten van bruin On geel. Ongeveer zeventig procent draagt oen kind in de slendang, lialf zit tend op üe heup, half hangend in den sjerpachtig -omgeslagen doek. En meestal zoeken, de bruine handjes onder het baadje maar ander bruin, of de kleuter nu een half of twee en een half jaar oud is en kijken de groote zwarte oogen angstig- nieuwsgierig uit boven den steeds zuigen- den mond. De mannen hebben meerhaast. Bij honderden passeeren ze in een kalm voerend sukkeldrafje. Een bamboe ho rizontaal over schouder en nek, aanweers kanten een vracht steunend, welke bij el ken pas veerend opwipt Groote manden met bananen of aardewerk, cocosnoten of straatsteenen, een paar leunstoelen of een gaarkeukentje, alles wordt gepikold. Hand kar en kruiwagen zijn totaal onbekend. De vrachtauto komt ook liaast niet voor, waarschijnlijk om de groote hellingen, die straks komen en ook omdat het vervoer peT grobak, dat zijn. tweewielige karren, meest getrokken door twee paardjes, één tusschen de leiboomen en één er naast, hier zeer goedkoop is. Tusschen die war reling van dieren en inlanders door sui zen de wagens der Europeanen en rijke Chineezen en... de autobussen. Die vor men het gevaar vata Indië. In razende vaart midden over den weg, alle bochten afsnijdendgeef ze de ruimtel Door bet land. Aan den kant van den weg staan overal de nette huisjes, van palmblad, of bam- boematten vervaardigd, vol kleurige mem- schen in de open voorgalerijtjes, steeds met wat pisang, oocospalm of andere cul tuur er om heen. Honderd meter zonder huis zijn een zeldzaamheid en pas oen 25 K.M. van Batavia vandaan krijgen wij Door Ei. PHILIPS OPPENHEEVI. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 41) „Ik vermoed, dat u 't er wel aardig zult vinden," antwoordde ik. „Het is in dezen tijd zoo stoffig te Londen. Het huis van mijn broeder staat wij dicht hij zee. Het Jigt in een groot park, dat zich tot een grasland nitstrekt en daar achter lig gen de duinen." „Kan men er zwommen?" vroeg zij haastig. „Natuurlijk," antwoordde ik. „Wij heb hen daar een afgezet deel van hot strand en ;üs wij in dezen tijd vata het jaar logé's hebben, dan staat cr altijd een motor car gereed om ze te brengen en te h'a Ion. D|at is in het bizonder voor hen, die in. den vroegen ochtend eon bad willox nemen. Maar wat later op den dag is hot' oen aardige wandeling. Dan kunt u or aller lei spelletjes leeren, golf, tennis, cricket on croquet." „Ik zal daarbij oen tamelijk jammerlijk nghur slaan," zeido zij met een zuchtje „In Frankrijk heb ik niets va!n dat alles geloerd. Ik kan eon beetje tennissen, maar mooi is hot nog niet, en in Engeland doet men zooveel aan sport. Zeg eens, kapitein, zal men mij erg dom vinden, als ik niets anders kan als zwommen en con beetje tennissen?" „'Och, wel neen," antwoordde ik. „En dan moot u niet vergeten, dat we nog altijd onze toevlucht kunnen nemen tot het motorrijiviel, jtyjj zullen daarmee aardige ritjes kunnen maken en ik beloof u, dat als ,u slechts even innemend wil zijn als hier, ik mij niet in het minste over u zal beklagen." Zoo bleven wij nog een beetje doorkeu- volen, toen Louis onverwachts voor ons stond. Hot was alsof een kille schaduw over onze tafel gleed. D,e glimlach' van haai" gelaat verdween, en het kostte mij werkelijk moeite om beleefd tegenover hem te blijven, „Is do bediening in orde, mijnheer? vroeg! hij. „Loopt alles goed?" „Alles is in orde, gelijk altijd, Louis. Het oonige verkeerde kun je toch niet veran deren." „En dat is?" „Het weer; liet is geen weer om het te Londen uit te houden," „U heeft gelijk, mijnheer, fs u van plan gau,w naar buiten te gaan?" „Dat hangt een beetje van de juffrouw af," antwoordde ik. Louis schudde eenigszins bedenkelijk het hoofd, alsof liet hem ten zeerste speet het onderwerp aan te roeren. „Ja, dat zou wel aardig zijn, als ut haar naai" Norfolk naai" het huis vau uw broe der zou kunnen meenemen. Het zou ook voor de juffrouw goed wezen, maar ik ben niet overtuigd, ik vrees, dat haar oom..." „Maar voor den duivel, hoe weet jij er iets van?" vroeg ik verbaasd. Louis glimlachte, mot dien half verstolen glimlach, die ternauwernood zijn lippen deed krullen, „AA'aar om zou ik het niet van de juf frouw hebben géhoord?" „Maar ik liob er niet met jo over go- sprokcnl" verklaarde zij haastig. „Ik heb Louis niet gezien sedert u vanmiddag hier waart, kapitein." „Ja, dat is waar," erkende Louis, oen wat vrijer uitzicht over sawah's en klap pertuinen, waai- tussclienin de kampongs of dessa's liggen. Gezellige klonters van rieten huisjes, altijd in een oase van groen. Maar de weg is 'daarom nog niet leeg; overal is verkeer, nu meest van veld vruchten. Wat is dat weer mooi- De rijst oogst is in vollen gang. Rood is de aar de en geel liet rijstveld, waaruit tientallen kleurige baadjes opsteken in voo-ridnrende bukkende beweging bij het plukken der halmen. Handig wonden ze tot bosjes arm een gebonden, de bosjes aangeregen aan een bamboelat en dan maar liuis gepikold. En dan dansen en wuiven Ue "losse gele aren op de maat van het trippelpasje, waarin het glanzend bruine lichaam heele- maal meedeint. AVojnt de landbouwer laat overbodige ldeeding inog rustig thuis bij zijn arbeid, die grootenLleels in Üe stralen de zonnehitte moet gebeuren. Af en toe zien wij kleine troepjes uitrusten onder de hooge cocospalmon, Üie overal hun hel der groene pluimen opsteken aan dan rand der rijstvelden naast pisang en arekapalm, die immers de betelnoot voor sirihkauwcax oplevert!' Het landschap wordt heuvelachtig, wij' der uit deint dan üe horinzon en krijgt oen nieuwe begrenzing door hooge heigen, die blauw oprijzen boven geel rijstveld of groen palmhout. Salak en Gedeh, de twee oude vulkanen, die soms uit de baai van Ba tavia al heel goed zichtbaar zijn, maar niet in de heete dagen van de kentering. Nu komt ook het stroomonde water groo- ter rol spelen in liet landschap. Zilveren riviertjes stroomen in diep uitgesneden ra vijnen, steeds begeleid door rijstvelden, sa wah's, die met honderden valletjes en wa tervalletjes oprijzen aan de oevers en op deze wijze elk hun deel krijgen, van het eenig noodigo, water! Daar langs de ri viertjes vinden wij ook de zaaiveldjes, waar de „bibit" als een dichte geelgroene zode boven het bruine water uitgroeit. Even verder wordt 'dit teere goedje al uilgeplant op velden, waar de oogst vroeg rijpte, waar de karbouwen reeds Üe ovorblijvendelial- men opaten, waar de rest na drooglegging werd verbrand, üe bodem bewerkt, het water weer toegelaten en waar nu moei zaam plantje voor plantje op ongeveer een voet afstand telkens in den bodem wordt gedrukt. Het gebergte- Al meer en. meer nadert het gebergte, Het machtige groen van het oeTbosch breekt door het blauwe waas heen, al thans bij den diclitbijzijaüen Salak. De Gedeh begint zijn kruin al in wolken te hullen, als wij de geweldige rijen van toko's, winkeltjes, binnenrijden, die het grootste deel van Buitenzorg innemen. Maar alles groepeert en concentreert zich om den Plan tentuin en zijn wetenschappelijke labora toria, een reeks instellingen, zooals er in de tropen wel geen tweede te vinden is. Deze laboratoria hebben in samenwerking met de landbouwproefstations, die over heel Java verspreid moeten liggen om de planten in hun eigen klimaat te bestu- deeren, Java gemaakt tot het rijkste en mooiste tropenlaud, een land van wonde ren, zooals wij telkens de buitenlandscihe Congresleden hoeren zeggen. AVij hebben genoten van den planten tuin, die in een grooten boog 't paleis van den Gouverneur-Generaal omvat en ook alweer tot de schoonste en rijkste der tropen gerekend moet wonden, Wat hier in inog geen honderd, jaar is bijeenge bracht, trekt elk jaar hondertien buiten- landsche geleerden en duizenden, leekeu op botanisch gebied, die alleen de prach tige lanen, de vijvers vol bloeiende wa terplanten en den heel dn weelderigen,céht tropischen plantengroei komen bewonde ren. AVij komen hier- terug op onze terug reis en dan hoop ik er meer van te ver tellen, ook van de onderzoekers, die er huizen en het werk, dat zij doen. Nu nemen wij alleen een kijkje en genieten van de bewondering der buitenlanders voor wat Hollaindsche kracht daar geschapen heeft. x En dan gaat het verder door wat heu velachtiger landschap, maar de weg blijft goed geasfalteerd, hoewel wat smal, voor al voor de autobussen, die hier geluk kig nog model en afmetingen hebben, ,die in Holland ai vijf jaar achter ons liggen. De weg is mooi beschaduwd Üoor hooge dammarboomem en wij zien uit naar een rustig plekje om een boterhammetje te eten, maar dat kost moeite! Ongelooflijk dicht bevolkt is dit lanld, Maar zelden! vindt ge een paar honder.1 meter langs de hoofdwegen, waar geen boomen staan. Enfin, 't lukt, al is er van een middag dutje op een rustig plekje geen sprake. In Soekaboemi weer groote vriendelijke gastvrijheid, bij liet kunstkrlogbestuur, waar ik spreken moet. \rier Haarlemmers duiken weer uit het publiek op. Die zijn dik gezaaid in Indiu en... üe meesten hebben een zeer goede positie en staan zeer goed.' bekend. Een land der toekomst! Een cmotioneele rit. En dan verlaten wij Üen grooten weg. Dé AVijnkoopsbaaiPelaboean Ratoe, de Zuid kust van Bantam is thans ons doei. Ter wijl het congres vergadert, gaan wij oude vrienden opzoeken, die daar al een dikke twintig jaar leven en werken te midden der oerbevolking van Java, visschers en landbouwers. Prettig mooi goed volk. Maar wij zijn zoover nog niet. Soekaboemi ligt op 400 M. hoogte, maai" voor wij aan de kust zijn moeten wij tweemaal tot 600 M. stijgen en dus is het als maar op en af en... 192 bochten! Dat is anders rijden dan de Amsteiüamsche vaart. En de weg is pas gedeeltelijk geasfalteerd en gedeel telijk verbreed. Nu liggen de kampongs! veel verder uiteen, Groote trajecten gaan door het boseh, geen oerwoud, maar toch onbegaanbaar door plantengroei. Tot drie maal toe probeerde ik een slang te over rijden, die over Üen weg kronkelt, maar driemaal mis ik hem. Met kippen gaat liet beter. Ajam eigenlijk, want er is een groot verschil tusschen Ajam en kip, niet al leen in taaiheid, maar ook in uiterlijk. De pooten van Ajam zijn een decimeter langer eu staan een decimeter verder naar voren dan bij ons nut-pluimvee. Kippen rijm er nog meer dan inlanders in Uekleine kampongs, welke overal verspreid liggen, waar een bergstroompje of meertje Sawah- bouw mogelijk maakt. Dan weer boseh, meest volkomen onbegaanbaar, maar ook wel netjes schoon met allemaal evenoude boomen op ongezellige rijtjes; dat is rub ber. Dan meterliooge struiken vol frisch groen blad, thee, Üie ijverig geplukt wordt en in groote manden naar de drogerij ge pikold, Dan op een berugrutg opeens de zee, in.de verte! Em omlaag gaat het, zwaaiend en zwierend, over smalle brug gen eu langs afgxondjes, waar de modde rige sawali l-oert op den te roekeloozen automobilist! Tot de dadelpalmen dichter gaan staan en de huisjes talrijker wor den, dan blauw doorschemert en plots de zee voor ons ligt, als aan de Riviera met bergen omgeven, maar nu heelemaal in tropenkleed gehuld. Dieper blauw met zware overstortende rollers vlak aan het strand. En uit de op palen gebouwde ge heel open sociëteit komt mijn jeugdrviend mij na vijf-en-twintig jaar met uitgestrekte band tegemoet! Hij is niet veranderd. Ik ook niet oo^oo-ocöoeo.oö'oo00aoöoxrö'öö':o«'o& STADSNIEUWS. o Laat er een wegenfonds komen; wat in dat fonds komt. komt er alleen uitten bate van dewegen hand uitstrekkende. „Ik heb hot nieuws niet van do juffrouw gehoord. Aleer mag ik niet vertellen. Elk o ogenblik kulnnen ovenwei de dingen veranderen. Het is niet uitgesloten, dat de heer Delora het zeer aangenaam* zal vinden dat zijn nichtje de vriendelijke uitnoodiging zal kunnen aan nemen." „Je hebt dus verbinding gehad met den lieer Delora?" vroeg ik. „Wel natuurlijk. Hij heeft mij medege deeld, wat do juffrouw had gevraagd en hij voegde er bij, dat hij van avond om tien uur antwoord zou geven." „Misschien kun je ons dan wel al vast mededeelen, hoe dat antwoord luiden zal," merkte ik ep. Louis' gelaat bleef ondoorgrondelijk. Hij schudde alleen ontkennend het hoofd. „Dn heer Delora is zijn eigen heer en meester," zoide hij. „ILj kan er vrede mee bobben hot zonder de juffrouw te stellen en hot is ook mogelijk, dat dit niet het geval is... Bardon, mijnheerl" Louis was weg, maar de schaduw bleef achter. „Hij vermoedt, dat ik niet mee zal kun nen," zeide rij somher. „Fclicia," begon ik... „Maar heb ik u wel het recht gegeven mij bij mijn voornaam to noomen?" „Zoo niet, doe hot dan nu," verzocht ik, „Nu, voor dezen avond dan," stomdo zjj toe. „Voor dezen avond dasFelicia," ging ik voort. „Ik wil je niet onaangenaam zijn door qver zékere onderwerpen te spre ken, maar vindt je zelve ook niet, dat je oom toch' wel zeer onbezonnen handelt onii je hij jo eerste bezoek aan Londen alleen jo laten, niet bij jo komt, niets doot om jo wat ontspanning te bezorgen? Wanrom zou Irij aarzelen je bij cms te laten GEMEENTERAAD. Vergadering van dén gemeenteraad, op, Vrijdag 14 Maart a.s, 's namiddags 2 uur. Voorzitter, de Burgemeester. (Vervolg), Vau de afd. Rotterdam van den Ned. R. K. Blindenhand „St, Odilia" adres, waar in te kennen wordt gegeven, dat de toe stand der in deze Gemeente woonachtige blinden en slechtzienden onbevredigend is en waarin wordt aangedrongen op instel ling van eön gemeentelijke commissie tot regeling der belangen van blinden en slecht zienden, waarin haar 1)1 in denorganisatie vertegenwoordigd is. In handen van Burgemeester en Wet houders om advies. \rau den heer AV. J. de Graaf sclirij- ven cld. 4 Maart 1930, houdende mede- deeling, dat hij do benoeming tot onder wijzer aan de Openbare School voor Bui tengewoon Lager Ondenrijé aanvaardt. Kennisgeving. A'an de S. F. en A. C. Schiedam adres, houdende verzoek, haar een bijdrage van 50 pot. te geven van de te maken kos ten wegens verhuizing en inrichting van het haar toegewezen terrein aan den Laan- slo-otsclien weg. In handen van Burgemeester en AVét- houders om advies. Van den lieer C. Bogennah Jr. schrij ven, houdende bericht, dat hij de benoe ming tot ondeinvfj'zer aan school L gaarne aanva udt. Kennisgeving. Agenda. 1. Voorstel van B en W. a. om aan den gewezen waferwaoht M. Voogd, die gedurende 5S jaren een trouwe plichtsbetrachting in deze mevenbetrekknig aan den dag heeft gelegd, lot wederop zegging een jaarlijksche uitikc 'a ver- leenen van f150; b. tot -wijziging van do gemeetate-be- grooting voor liet dienstjaar 1930. Model D. f 125. Dienovereenkomstig wordt besloten. 2. Advies van R. en AVj. naai' aan-j leiding van het adres vata Üen Al ge meen en. Bond van 'Overheidspersoneel in Neder? land, houdende verzoek om een jaarlijk sche uitkeoring te verleenén aan de gei wezen werkster van het Hoofdbureau vata Politie, Mej. AVed, P. van Logehem, eu in verband daarmede voorstel tot toekenning aan deze werkster van een uitkoering van f 156.voor éénmaal. Overeeaikomstig liet advies wordt liet adres voor kennisgeving aangenomen eu het voorstel tot uitkoering aangenomen, na dat da hoeren Etman en Collé ecnige op merkingen hadden gemaakt. 3. Voo-rslel van R en W. tot invoering van den rang van Chef-Eleotromontour bij de Technische Bedrijven en om in ver band daarmede te besluiten tot: a. wijziging van de Verordening, rege lende ido bezoldiging van Ambtenaren in dienst der gemeente Schiedam; b. wijziging van de Verordening, waar bij de Raad liet benoemen en ontslaan van gemeente-ambtenaren en bedienden aan an deren opdraagt krachtens artikel 145 der Gemeentewet Tot een en ander wordt besloten. 4. Yooretel van R en AV|. a tot het verleenen va'n een crediet van f600.voor het houden van een Scliool- zangdag in 1930; b. tot wijriging der gemeente-begrootiug! voor het dienstjaar 1930. Model B. f600.—. Aan dezen Schoolzangdag, waarvoor een, Commissie van voorbereiding uit leerkrach ten is gevormd, zal worden deelgenomen! door alle openbare en bizondere lagere; scholen met ongeveer 40 klassen en' pl.m. 1400 leerlingen. De Financieele Commissie meent, dat do kosten te hoog zijn en stelt voor f200 logeeren?" „Laten wij daar nu maar niet over sj>re- ken," verzocht zij een weinig zenuwach tig. „Ik moet doen wat hij wil. Laten wij nog maar hopen, dat hij ja zegt, niet waar 1 „Dat moet hij," verklaarde ik. „En als hij het niet doet, dan wil ik er achter komen, waar hij zicli verstopt heeft en zal hem over de zaak onderhouden." „Hij heeft hot erg druk," zeide rij hoofd schuddend, „en zou het niet aangenaam vinden, als jo zijn verblijf ontdekte eu dan zou hij geen tijd hebben om je te woord te staan." „Zoo druk met den verkoop van zijn koffie?" kon ik niet nalaten te zeggen. „Laten wij van avond daar nu niet verder op doorgaan," verzocht zij met smee- kende stem. „Laat ik je alleen vragen: als oom eens neen mocht zeggeln, ga je dan toch morgen weg uit Londen?" „Neen," beloofde ik, „ik vertrék zeker niet- Ik laat jo liier niet alleen. Zoolatag je te Londen bent, blijf ik er ook." Zij slaakte oen zucht van verademing en aan een plotselinge opwelling toege vende, stak zij haar hand over de tafel naar de mijno en drukte deze, terwijl zij fluisterde: „Dat is vriendelijk van jel" „Misschien is het juister van egoïsme te sproken, Felicia," antwoordde ik. „Ik donk er niet aan weg te ga,a'n en jou hier alleen achter te Men. Ik begin zoo het gevoel te krijgen," voegde ik er aan toe, „dat de genietingen des levens, waarbij jij niet bent betrokken, vata bittor weinig beteekenis voor me zijn." „Maak me het hoofd nu, niet op hol," antwoordde zij' mot een* bekoorlijk lachje. „Maar het is de waarheid," verklaarde ik ernstig. „Ik heb nu liet gevoel, alsof mijn groote vacantie thans reeds is begonnen," merkte zij met gesmoorde stem op. Hoofdstuk XXIV. Felicia legde den telefoonhoorn neder en zij keek mij aan. Zij behoefde geen woord te zeggen, .haar teleurstelling was op haar bleek gelaat te lezen. „Je mag niet meegaan?" vxoeg ik. „Neen, mijn vacantie is blijkbaar nog niet aangebroken." „Welnu, doel me dan mode, waar ik je oom kan vinden." „Dat mag je niet meer vragen," ant woordde zij hoofdschuddend „Arergeet nu, niet, dat ik feitelijk een bezoek ben komen afleggen om kennis met hem1 te maken, ten einde hem daluk te zoggen voor de beleefdheid, welke mijn broeder van-de familie Delora'heeft onder vonden. Hoe kan jo nu zijn afwezigheid verklaren? Ik zou wel eons willen weten, welk excuus je kan aanvoeren, wainneer iemand naar je oom kwam vragen." „Ik zou eenvoudig verklaren, dat hij voor een paar dagen in beslag is geno men door een zaak van buitengewoon ge wicht. Zoodra die in orde is, komt hij hier bij mij in het hotel." „Maar intusscken," merkte ik mot na druk op, „wordt je alleen gelaten in odn vreemd hotel, zonder vrienden, zander ge zelschapsdame, totaal zonder eenigc be- sclienning en mei alleen eön oberkellner als vertrouwde. Felicia, dat is absoluut niet in den baak en ik weet niet, of hol. niet mijh plicht is om met jou er vandoor te gaan." (Wordt vervolgd). DEK Cl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5