KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
DE ZONDEBOK.
No, 17 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 26 pril 1930
VAN DE
Naar liet Engdsdi van E. M. BRYANT,
Beknopt bewerkt door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
11)
HOOFDSTUK XI.
Vera ruler in gen.
liet nas prachtig winterweer, toeu de jongen* na
de Keistvacantie m de pastorie terugkeerden. Do
|'er.-d lillende wateren waien in een sip'egelglndde
ij«oppci vlakte herac,hapen en als bezaaid met oude
en jonge schaatsenrijders en -sters.
Bait Wolters en Jaap dia Voogd kwamen jnet
den middagtrein en liep ju opgewekt over de harde
wegen, Het zou Bart's laatste kwartaal zijn ein de
jongen nam zich voor Irani te werken, tem einde
een goed eind-examen te doen.
Ook Jaap was met de beste voornemens bezield.
K v a jongensstreken en alles wat daan nee in ver
band stond, zouden nu tot liet verte kin beho-oron
en de toekomst zou even helderwit en effen zijn
als de sneeuw die op het dak der pastorie lag.
Hij scheen editor niet gewoon te kunnen loepen
en bevond zich nu eens am dezen eni dan weer
aan dien kant van dein weg, nam folkens ©en aan
loopje om een eind te glijden, verstopte zich atilv-
ter dikke boomstammen en mikte sneeuwballen
naar den niets kwaads vennoo tandem Wol tors, in
céu wooul: gedroeg zich als een etdde kwajongen
.Maar toon zij het welbekende hek naderden,
kwam bij wetjes naast Wolters loope.i met een
voor zijn doen ernstige uitdrukking op zijn on
deugend gezicht.
Aan het huis gekomen, belde 'hij uit alt© nraebt
en kwam kijft oude; vriendin Jaantjo weldra
haastig aangcloopen. Na do vriendelijke begroeiing
der jongelui beantwoord te hebben, zei zij on
middellijk: 1
,.De dominee heeft gevraagd, of de jongeheeren
dadelijk naar de leetkamer wilden gaan".
Die boodschap en vooral de toon, waarop zij
gezegd werd. gaf den jongens een onbehaaglijk
gevoel. Ook was er iets verlatens in huis, dat
hun weinig goeds scheen te voorspellen.
In de leerkamer troffen zij1 Kavel de Wilde aan.
die uitriep: j
..Gelukkig, dat jullie er zijn. Hel huis is als
uitgestorven, sinds ze weg zijii".
„S'mds wie weg zijn", vroege.i de hei le jon
gens als uit één mond,
jpiaar -- welen jullie er dan nog niet, win li:
dacht, dat domme© Swuter* het je gas,'met en ïm i,
Weitere. Afevrouw is ernstig z ek g, west
een ontsteking of zoo iet* en do dokter heeft
haar voorgesclneven naar liet Zuiden te gaan.
Kleine George is mee".
Jaap plofie op een stoel neer De tijding deed
hem hevig ontstellen. Het wa* Wolters, die "vroeg:
„En waar is Hannaï"
„.Naar kostschool. Arme meid. Zo was wan
hopend".
Nog altijd ken Jaap geen woorden vinden 11. t
kwam hem voor, alsof alles wat liet les on in de
pastorie dragelijk maakte, plotse.'ing verlwe-
nen was.
„Het za! misschien maar voor korten tijd zijn?"
vroeg Wolters weer.
„Voor drie maanden heeft do dokter gezegd
luidde het wein g bemoedigende antwoord „Al ir
mevrouw F waters zei op fluisterenden loon tegen
mij, dat zlij stellig eerder terug kwam Ze heeft
boodschappen voor jullie a'lemaal achtergelaten".
„Wat voor mij?" baistte Jaap uit, die eindelijk
zijn long teruggevonden scheen te 1 Lebben.
„Jij moest aan je belofte denken, al was zij
er met om je er aan te herinneren on ja moest
haar trouw schrijven. Wollens moest niet al te
hard blokken en het speet haar vreeselijlV, dal zij
nu juist z'iji laatste kwartaal er niet was ik
kan me met precies meer haar woerden her
inneren".
'Weldra kwamen ook de andere jongens terug
en kieeg ieder het nieuws te hoorem
■Karei de Wildo voelde zich gewichtig ah do-
gene, die meer wist dan de anderen en vertelde
verder dat Jaap's vriendin gekomen was om voor
de huishouding te zorgen en Jaantjo hij te staan.
„Jaap's vriendin? Wie bedoel je"? vroeg Rob
Nederbage ongeduldig.
„Wel, Alarie van Houten, do vrouw aan wie
Jaap voor de KerotVacanti© bet pak gebracht heeft,
'n Best© ziel. Ze heeft al een paar keer heel
belangstellend gevraagd, wanneer die „aardige jon
geheer" kwam." j
Allen (lachten en toen hot gelach wat bedaard
was, vroeg Jaap:
„Heeft zo één of meer van haar kleuters mee
gebracht"? l
„Ik hoop, dat we hier niet over de- kleine kin
deren zullen vaAlear", merkte Rob uit de hoogte op.
Jaap gaf Karei een knipbogje on de> laatste ant
woordde mot oen fojadougoTtdo tinteling in zijn
oogenj V.
„Och, er zijn ©r gewoonlijk niot moer dart' drie
tegelijk aan het huilen. Het is best uit to houden".
Voor Rob tijd had om hierop to antwoorden.