Pinksteren
Robby en Sp ts.
Raadselhoekje,
door C. E. DE LILLE HCXlER WA AHl>,
'tis Pinksterfeest. Naar tmitóa!
Wat is nu alles mooi;
Vol bloesems on vol bloemen,
Eern echte zomertooi!
Zelfs in do groene weide
Viert 't Pinkstorbl oompje feest.
Van allo mooie Moerncn
Hoort dit bij l'ink'stron 't meest.
'Waarom Omdat, liet need rig
Bloeit in de groote wet.
Omdat hot, wie 't wit plukken,
•Maakt opgeruimd en blij
Het kost geen geld, slechts liefde.
Wat 111001111 en getbuk,
Pluk daarom het voor aiidien
En jo veisijireidt geluk!
Dat kleine, paarse bloempje
Wil sclütt'ron met OJ» aard'.
Doch daarom is 'tniot minder
Dan and'ro bioomon waard!
Hot leert ons iets to geven,
Hot is een groote schat-
Wil j'iemand graag plez.er doen?
Strooi bloenmn Op zijn juut.
Dio kun je ov'ral vinden.
Vertrap zo niet, maar kijk!
Dio kleine, wddo bloemen,
Zo maken '1. loven rijk.
Naar buiten tegen Pinksfien!
W'at is nu alles mooi!
Laat volop ons genieten
Van rd dien zomertooi!
Verhaaltje op rijm.
'Kleine Hobby is aan 't bouwen.
Aan het houwen op den grond.
Naast hem op slechts korten afstand.
Zit Vriend Sjuts, zijn trouwe hond.
Hobby bouwde eerst kastoelen.
Dan een mooie, groo'o biug.
Eti nu zelfs een hoogen toren,
Maar dit tlaatsle gaat niet vlug!
Heel wat blokken zijn er noodig,
Vóór do toren stevig staat.
Eind'lijk is hij af Van vreugde
Kleine Bob aan 't juichen gaat!
Spitsje spitst int 1m>.' zijn ooien,
Komt dan plots wat diehloibij
Waarom is zijn* kleine baasje
Nu op eenmaal toch zoo blij?
Zou liij met zijn vriendje uitgaan'.'
Want van wand'len houdt Sjrits 't nicest.
Elke uitgang is voor 't bordje,
Stmt' opnieuw ten heet groot foot.
Kwispelstaartend springt dan Spitsje
Tegen 't kleine baasje op,
Blaft in 't hoiident.iaJtje duid'lijk:
Wij gaan samen uit, hè Ron?
Maar o wee, met óénen staartzwaai
Gooit hij 'thoele bouwwerk om!
Hoo hij toch zoo wild k.oa wezen
Eu daarbij zoo oliedom.
't Kleine haasje wordt plats driftig,
Geeft van boosheid Spits een schop
Met don staart tusstihen de beenon,
d' Oomi slap zelfs langs den kop.
Loopt Spits naar oen hoek der kamer.
B ft daar liggon, sbhukl-bowust.
'Jankend: baasje, 'twas blij oing'luk,
'k Deed 't mot opzet niet, gerust.
Rob krijgt nu toch' medelijden,
Ligt geknield plots bij Zijn hond;
Met de armen om Zijn lichaam,
Sniktsteeds liggend op den grorul.
Spitsje, jij kon 'tlïeusch niet helpen,
'tSpfijt me, dat 'k zoo driftig was.
Geef me maar woei' gauw een pootje.
Toe, vergeet het maat' weer rus!
Spitsje kwispelt en hot haasje
Stoeit weer vroohjk met den hond.
Wijt1 verspreid ligon do blokken
ra.n den toren op den grond.
Daarna gaan zo salinen wand'len.
Spits hoeft pret en rent voor twee.
Lachend zegt zijn kleine baasjo:
Spits, wat neem ik jou draad mee!
Oplossingen der Raadsels uit "t
vorige nummer,
VOOR GROOTEBEN.
1. WERKENDAM.
W
b E k
s t a K i n. g
W It K E N D A M
z a a N d a m
d a D o 1
2. Zon, don, bok; zondehbok.
3. Itaaf, graaf.
4.
VOOR KLEINEREN.
1. Vee (de letter v).
2. Jo moet je horloGE ELken dag toch op
winden, (geel).
Op onzen fietstocht .zagen we eeai PAAR
Spakenburger visschers. (paars).
Heeft JacoB HL IN oon sloot geduwd?
(brum).
Geef JacoB LAUW water om zijn handen
te wasschen. (blauw).
3. Bek, beek. i
4. Kalf, half, zalf.
Om op te lossen.
VOOR GROOTEIIEN.
1. Mijn geheel is een spreekwoord dat met V
loiters geschreven wordt.
6, 4, 5, 1, doet het meed rijzen.
III o It o 1
K
L
0
K
L
A
D
E
0
D
R
K
E
R
S