Van e8n gehoorzaam haantje.
De onzanns- of tweede mast van !tot schip liep
door net ruim, vlak langs hot houten besdhot,
waartw n do jongens lagen. ffot ondergedeelte van
den gi ooien most kou eveneens vanuit hol ruim
gezien orden. Kr lagen halou stroo «walmen ge-
s lap old on oen gmleehe was slechts zi. hlhaat
Plotseling gluurde Lcx door ooi »nintj «vi riep
li'ij ontzet uit
„O, Dick. kijk. Do mast,! II d I» rookt door-
rn i d d o,(}!" j
Hij had goed ge/ieii. Kon hevige rukwind scheen
hot schip plotseling op to nomen en zonder do
minste waarschuwing muon do jongen» den stevi
ge» mad a!-» «>n rietje splijten. K n geweldig {ge
kraak ortoldo hun, dat do gjroote mast bezweken
was. Hot hoepen on sehreouweu dor bemanning
klonk schril en duidelijk, liet means had nog in
hovigh» id toegenomen, maar ltd klonk in ni d
met r yeiaf en gedempt Z.o.ials eerst; hot scheen
plot-cling vetd dichterbij gekomen te /ijn.
De leden hiervan zon spoedig Idijken. M de
plaats, waar de halve mast «toegekomen, \va-,
verte. ede zich een groot» scheur in het, dek «ui
hot water kh.dterde als oen waterval door deze
opening naar bomden.
Kr woolen hevelen gegeven en even later kwam
ook de ba/annsmast met groot gewold naar be
neden. Do tvark scliommeldo vreeadijk (iot«n en
weer en hot water stroomde nog sbs*ds naar betre
den, Het '.getuid der pompen - dat korten tijd
verstomd was geweest liet zich opnieuw hoo-
ren, terwijl de op'-ning ;n het dek lil d een getoerd
zeil afgesloten was. i
Hef was nu veel helder op de plek, waar do
jongens zich bevonden en de nabijheid van men-
seholijko stemmen deed hen lnm verlatenheid - -
welke eigenlijk lnm grootste vijand geweest iv;n --
vergelen Nog altijd konden zij zich niet verstaan-
haar maken, maar dat was nu niet erg meer. Xe
zouden wel «aai geschikt ongeiihlik afwachten
Dirk vond nog een jnfir beschuiten <»n haalde
Kex over wat te eten, want ze waren allebei flauw
au tien honger. Eindelijk vielen zij uitgeput
van angst en koude in een diepen slaap.
Het was reels lang dag, toen Diek wakker word.
Onmiddellijk (herinnerde hij zich den zwaren storm,
welken zij meegemaakt huiden, doch tOvSgeefs
luistenlefii) naar het pompen. Het had opgitiomleu.
Alles was til en het eemge, wat zij hoorden, w as
het klotsen tier nu vrij kalme golven en het heen
en weer slaan der losgeraakte zeilen.
,„Lox. la>x. Wordt Toch mms wakker", riep Dirk,
terwijl hij zijn broertje heen en weer schudde. ,„lh"
storm is zoo goed als voorhij".
Het duurde een tijdje, voor hex lieelemaal wak
ker was en- toen hij eindelijk overeind kwam, was
hij stijf en pijnlijk. Hij voelde z.idi evenals
Dick bllesl*»halve behaaglijk na een groot ge-
«leelte van den nacht in hun natte kleeren Us
liehlx'iv doorgebracht.
Tot overmaat van ramp hadden ze oen reuze-
hongergeen kruimeltje beschuit of brood meer.
Diek trachtte er den moed nog 'm te houden
en zei1
.„Kom, vooruit, ouwe jongen. La'en we pro-
he eren hier vandaan te komen".
..„Maar hoe en waar?" vroeg Kex zonder veel
vertrouwen.
.„Wel daar. Kijk maar. Je kun! er wel met
paard en wagen door. Kom maar mm»".
Hick had gelijk, want op de plaats, waar de
hoofdmast gestaan had, was nu een groot gat. liet
geteerde zeil, dat het afgesloten had, was to-ge-
slagen.
Lex liet zich e«-hhvr nog niet zoo gemakkelijk
moed inspreken en zei
„Dat is alles goed en wel, Dick. Maar a'; we
er door kruipen en ze ons zien, z.nlleit we er vari
langs krijgen",
„l>n/iu", 'antwoordde de oudst» ran het tweetal,
terwijt hij zich veel ouverschil'.ger voordeed dan
1 lij in werkelijkheid was. „Dacht, je werkeüjx, dat ze
ons nog zouden afranselen np, aJ'e,, wat we door
gemaakt hebben? Kom, vooruit".
Pick bukte zich nu en Lev klom op zijn rug.
Zoo kon hij geinakkoiijk de opening hereiken en
trok tiij even later Diek er ook door.
Het dek was geheet verlaten. Nergens was een
leiende ziel te bekennen en er heerschte de
grootste wanorde. Vol ontzetting keken de jongens
naar stukken hout, reepon zeil en verward touw
werk. De shiiirkamcr was verlaten en er was
niemand aan het stuurrad. Het iu-ole stuurrad
was zelfs weg, evenals een gedeelte valt den Ach
tersteven. i
Arme jongens, Niets toch biedt zoon troo-te-
lonzen, aanblik ais een verlaten schip. Ken gevoel
van dood dijken angst maakte zich dan ook van
hen meester.
„Mooi verloren, alles verloren", zei Dick nog,
tevergeefs trachtend zijn 'siteiu meer vastheid te
geven. ,\Ve zullen beneden wet iemand vinden,
laden we maar eens gaan kijken".
Nergens ontdekten zij echter iemand. Het eeuigc.
wat zij vonden, waren kloefen van de l«omanning.
Ze zochten wat uit, dat tuin niet al te groot was
en verwisselden dit met hun eigen natte kleeren
(Hurt bagage was ook lieelemaal doorweekt, dus
daar hadden ze niet veel aan).
liotseting liep Dirk hnnstig weg om iets te on
dom* ken. Zijn vermoeden werd helaas bewaar
heid. De r edd i ng booten waren verd.w.e-
n en. Do bemanning van De Ze evogol was er
i n w egg e v a re n.
(Wordt vervolgd).
Vanmorgen om een uur of vijf.
'k Was nog niet een-, goed wakker
Toen kraaide daar op eens een haan,
Dat was een stoute rakker.
- 1 i .i
1 i i i
„Kukeleku. Kukeleku!
De dag. de dag breekt aan.
Komt. kind'ren, vlug je luitje uit
Eu kleedt je spoedig aan!"
„Kukeleku - kukeleku!"
Zoo kraaide vader Haan.
.„Wit jij jo snavel houden, zeg,
En naar je hok toe gaan?
Vijf uur is 'I. dus nog veel Ie vroeg
Om al te kraaien, vriml.
Tot zeven uur, onthoudt dit god,
Slaapt idler meusrhenkind".
Of haantjes wel gehoorzaam zijn
.Ta hoor. dat weet ik nu,
Want 't werd heel stil tot zeven uur.
Toen klonk weer „kukleku!"
K. ASSCI1ERVAX DEK MOLEN,