Mijmeringen. De Fiesch Yvorne- TROÜW. ETEN. Het tijdelooze uur. 5YSj weten aHep; wiel, dat er feifjejijk jnüri^e bijkomt of als tvj^J voorjaar in den herfst öp lefe® hef- jolden dag, ingevolge ver took ctaaeor regeering, oriza tlokikten gelijk tottm met am nieuw ingevoerde® vw>tteiijiktetDi it^d. Als de zomertijd begint, weet Ieder ktajd, dut de Hokken ©en uur vofandt mojetie® w-ördön gezet, omdat de regjedringl bieb wenscheLijk adht, dat de Nederlands obe stedelijke bevolking een uur laager vfafn, Jsiet daglicht zal' profiteerc®. tornt gteen uurtje bij den dag, maar mén stajait alleen, een uurtje vroeger op. Wat tot natuurlijk gevolg beeft, dat mep op biet platteland, waar men geen uurtje vroe ger opstaan k<\n, omdat ieder daar altoos vroeg ujfc de voeren is, en zijn opstaan 8®. naar bed gaan regelt naar de omleg- eetbare klok van de zo®, blijft rekenen met den „ouden tijd". Eu, als do zomer tijd weer eindigt,zooals nu in den nacht van 4 op 5 October weer liet geval was, dan wéét zelfs de meest outiooznle, dat ör feitelijk niets verandert alleen we latten onze klok een uur stil staan, o®v dat de regeer mg oordeelt, dat de winst aan daglicht tegen den avond nu weer te loor zou gaan m hot donkerder morgen uur. Wij weten dit allen. Maar wie onzer is niet zoo kinderlijk, dat hij dezen herfstnacht niöt blij is ge weest met dit ongetelde uurtje winst, zfoodat zelfs menigeen het in zijn voor voelende vreugde wel driemaal Beeft ge- bruilct, eerst door 's avonds een uurtje langer op te blijven, dan door 's nachts een uurtje lauger te slapen, en tdn' derfde door 's morgens een uurtje later op te staan? En anderzijds zijn wij immers al len a'an het pruttelen, als in hot voorjaar ons dat eene kostelijke uurtje ontstelen wordt, en onze behoorlijke nachtrust legt dan gewoonlijk het loodje, terwijl wij den daarop volgenden dag een beetje kne wel ig gevoel hebban in do maag? Ja, toch er zjri anderen, zoo boorde ik laatst. De mefnscheu die nacbldtenot heb ben op die bewuste dagen I Die zegenen den zomertijd, als hij begint, want djat beteekent voor bon een uurtje korter werken. Maar verbeeld je hun wanhoop als zij den nacht van 4 op 5 'October een uur langer dienst moeten doen, 'tls eindelijk drie uur. En, verdraaid, na een uur is bét nög drie uur! Hebben wij bnj deze individueel zoo uit-eerdoopende Waardeering echteer wel ooit gedacht aan den dieperen zin, in den herfst, van dit tijdelooze uur? Het ons in het voorjaar ontvhetende uur heeft geeo andere zinnebeeldige beteé- fcenis,- dan het versnelde tempo van de op vlugge voeten, aansnellende lente. Maar bet ttjdelooze uur in den herfst beeft' nog een andere-beduiding dan die verlangzaamde tred v!a® het scheidende zomerleven, dat nog een oogwenk dralen blijft. Wie voor vierendertig jaar in de Leid- sche Aula mee heeft mogp® luisteren naar de magistrale rede van wijlen pro fessor Bolland over „Verandering en Tijd", heeft in zijn gedachtenis wel Hebt bewaard, dat deze hooggeleerde Üie sindsdien nooit is weerlegd'! toen klaar hoeft aangetoond, dat eigenlijk die „tijd" een onbegrijpelijk iets toch- ons is, gelijk wij Ook het begrip „verandering" feitelijk met ons verstand niet kunnen omvatten. Het _aaat ons verstand te bo ven. Wij kunnen er niet bij. Logisch to men wij dit probleem niet mt. Maar zoo zegt Bolland„Watbij menscben, onmogelijk is, is mogelijk bij God." En met iets van hunkering in de stem sprak hij van een „goddelijke vrede in tijde- loo"-e eeuwigheid". Hat ttjdelooze uur, dat ons dit najlaar weor werd cadeau gedaan, is van deze tijstelooze eeuwigheid een welsprekend zinnebeeld. Itet uur is er. We kunnen het beleven. Dsortev cm Bicch bet wordt niet geteld, liet is als een dwarsdoorsnede die geen breedte heeft. Het is het eeuwige mo ment in den raadselvol voorbijvlieten- Jen tijd. 0, blijf even stille staan, zoo roept het u tos. Blijf even, ïhefc uw bezinning, buiten, boven bet voorbijschietende Iwjn. Zie het gaan'. En gedenk. Gedenk dat er stille eeuwige dingen zijn, die in de/.o raadselvolle levenstijd hun aanwe zigheid, hen blijvende aanwezigheid ken baar maken op dat één© moment van lev usdiepte, als de ontroering om het wonder in het leven, het blijde wonder of het smartelijke wonder, de ziel stil maakt, dn bet hart verheft' tot een „Vrede die aale verstand te boven gaat/' Dn dan ontbloeit een wondere bloem aan het aaxdeduister. Vrij zeldzaam, doch waar ze bloeien zeer overvloedig, ontspruiten inj den. herfst op vochtige veldöh opeens een groote menigte licht paarse bloemen'. Als crocussefn zou men zteggen. Maar hat is hajaar. En ze hebben geen blad, geen stengel. Alleen maar een bloem, zooi uit de aarde, in het voorjaar eerst zulten dte bladeren en de vracht komen. Herfst tijloos heet ze daarom. Ze ként geen' ffrjd. Iln den herfst kleurt ze miet haar bleeke lila verven de tot gepeins Verstillende jTOnted. Eerst m den wintel ^5$ w<a(1 ^b| "muM. Rondere bSoiern van de herfsttijloos, zóó uit de donkere aarde rpschietond. ÏHot tijddaozc ujur, dringend tot bezin ning iop de eeuwigheid, die wacht. Maar (üe nu En dit jandeelbaar oogenblik liuu rechtten doet gekleniMensch, weet wie gij rijt En wat van u wordt verwacht. Na den winter rijpt de vrucht? ja gó bus de Kleine. Da dames Sergy stonden voor een moei lijk vraagstuk, zij waren besloten te toe kcfnen voor de gdlied-onthbuding; zij hafl- de® zelfs al jaren lang miet die gedacht rOndgeloopen en 't uitgesteld, Omdat 't biet zoo'n haast had. Maar nu was er die gescliiedenis va® den dronkaard Ficelle, die zijn dochtertje mishandeld hali en nu drollig hun geweien hen zich tot de talnden te wapenen om den drank te bostajddn. Het was echter gemakkelijker gezegd dan gedaata; zich in het strijdperk wefijpen, meedoen aan den goeden kruistocht. Waar op kwam dat in de praktijk neer? Huis vaders beletten een herberg binnen te gaan eb desnoods handgemeen te worden? Üen herbergier aanklagen, die aan ©en beschon ken anan drank verkoopt? Zoo noodig Vaten, met sterkeb drank omgooien?. Juf frouw Sophie, die energiek van aard was eb strijdlustig, zou wel te vinden zlijn voor deze opVatting, die haar zuster danre® tegen hoogelijk afkeurde. Inderdaad bleef haar niet real moer ofer dan; lieden, die neiging hadden zich te bedrinken, de les te leze®, kinderen te waarschuwen dn de vrouweb va® goeden raad te dienen. Vóór alles moest er geteekend worde® en dat zoude® Zij zoo spoedig mogelijk dote®. Toen was 't, dat juffrouw Justilne een gewetens bezwaar blad. „Luister eebs, Sophie, wat moeten wij doe® met die fLesch' Yvorne, die Jules cfns laatst meebracht?" Jules was hub broeder en het toeval wilde, dat hij wijnhandelaa r was „Hé ja dat is waar, die moetón wij maar aa® iemand present geven." „Ja juist," zei juffrouw Justine, „maar aan wie?" „Wel, aa® vrouw Dutoit bijvoorbeeld." „Dat die dronkelap van een zoen haar opdrinkt en dan zijn moeder -weer slaat?" „Dat is zoo, nu, dan aan Marie, die arme kraamvrouw." „Dat is Inu juist waarvoor het artikel waarschuwde, dat wij laatst lazen, over het kwaad aaia zuigelingen bedreven „Dat is ook al weer waar. Laten wij dan vab tijd tot tijd den postbode een glas aanbieden." „Hij heeft ail zoo'n rooden neus, het Zon mij biets verwonderen als hij toch al een glaasje te veel dronk." „Nu, dan moeten we de fiesch maar leeggooie® in den gootsteen." „Die dure wijlui Dat zou toch jammer zijn, en wat zeggen wij dan tegen' Jules, als hij Ons vraagt hoe v.fij de Yvorne von- defnl?" „Hoor nu eens, Sophie, wij kun® en toch ipiet nu niet teekenen, omdat wij the on gelukkige fiesch wijn bezitten. Laat baar stilletjes in de kart staan sen daarmleouit." „Eb als we dan ziek worden en ©dni vretende tneust in de kast, dan zal een öxoojen indruk maken 1" Juffrouw Justine, die 't gesprek begon te verveleb, zei: „Ja, wat Vij! je dan eigenlijk?" „Ik geloof," antwoordde haar zuster, „daifj 't beste zon Zijn de fiesch zelf gauw op te drinken, dan zijn wirji haar kwijt." Dat leek een haal eenvoudige oplossing en heel gemakkelijk te doen, maar in Wer kelijkheid was dit een weg vol Voetan gels en klemmen. Ten eerste (iets wat zij nooit aan Jules durfden bekennen, want die lachte hen uit), z'ij hielden biet van wijn. Zij dron ken veel liever limonade of bessensap. Ten tweede kreeg juffrouw Soplne van een half. glas al een migraine aanval, die'haar viert en-twintig uur kwelde. En bij juffrouw Jut me waren de gevolgen nog veel er ger. Een half uur, nadat zij een likeurglaas je vol gedronken had, wist riji niet goedi meer waér zij was, breide averechts als zij rechts moest breien en 'Omgekeerd, liep naar den kelder als zij maar dejn zolder wilde gaan en eens had Sophie haar meta len tegenhouden, toen zij op eeb Zondag ochtend op pantoffels naar do kerk wilde gaan. Maar wat Sophie wilde, dat gebeurde nu eenmaal en zij zoude® do Yvorne dus opdrinken. De fiesch verscheen bij bef middagmaal op tafeL Onmiddellijk schonk Sophie^oen glas driekwart vcü en zonder zich' te bet- denken dronk z'ij hej dapper leeg met een gezicht, waarover fijnproevers schande ton den hebben geroepten, „Nu jij, Justine." Aarzelend reikte Justin© haar glas. „Als 't je blieft niet te veel ee®| bodempje en dab zal ik weer wat, bij dief zuurkool neme®." Als een kind, dat gelaten z'ijn levertraan neemt, Mikte juffrouw Justine haar bo dempje Yvonne, Zij had bijna om ©en ufo- vel gevraagd om toe to neme® voor den naren smaak. Do fiesch was intusschejn al flink verminderd. Als ze zoo doorgingein gedurende -een dag of vijf, nu, dan zou, ze wel leeg rij®, Het kwam échter anders uit. 1 Nadat juffrouw Justino haar huishouden tje op streek had*jgebracht, nam zo haar mandje on ging boodschappen doen. Zy had oen pakje tliioo noodig en een klos garen no. 70, nog al eenvoudige dingen, maar toon Zij in den wmkol stond, voelde zij zich akelig ven v £ud ,n haar hoofd. Zij wist met goed meer wat ze eigenlijk ■noodig had en bleef staui met saamgclrok kcai wenkbrauwen en dwalenden blik. „Ik moet macaroni no. 70 hebben," zei de zij' eindelijk, „Macaroni no. 70", horhailde de kruide niersvrouw verbaasd. „Neen, ik vergis ine, geloof ik," en juf frouw Justine bracht de hand aan haar voorhoofd. „U bent ziek juffrouw Justine," zei de koopvrouw meelijdend. „Neen, ik ben niet goed in orde. Ik vraag mij af, of dat misschien komt dooi het halve glaasje YVome, dit ik aan tafel heb gedronken Dit had zij net moeten zqggen. In den winkel waren tv eo buurvrouwen, die elkaar ontsteld aankeken. „Zouden wij niet met haar moegaan?" zei één van beiden, toen juffrouw Justine den winkel verlaten bad, „rij komt nooit alleen thuis." „Een balf glaasje,lachte de kruide niersvrouw, „dan toch een half bierglas." „Hoe kan zoo'n eerzaam dametje zicli zóó laten gaan'" „Her is de schuld van hun broer, die brengt hum telkens een fijne fiesch mee." Zoo babbelden die vrouwen overat in het dorp, terwijl de vrouw van den school meester, die ee.ii visite bij juffrouw Sophie gemaakt had, vertelde, dat zij dezle gevan den had m Slaap op de canapé, en dat er op de tafel een hall vólle fiesch stand. Toen -eenigen tijd later bekend werd, dat do dames Sergy zich opgegeven had den als lid van de góhoélomttioudersVer eemginig, werd dit feit door alle dorps gonooten eenparig goedgekeurd. Uit het Fransch door M. de. R. Telkens om de drie jaren, als zij Egypte verliet, waar haar man zijn betrekking had, voor -een vacanti© in Frankrijk, waarschuw de Etenise haar, jeugdvriend Glaudo, die haar even geregeld uibnoodigdo om oen dag met Item door te brengen. Zij waren samen opgegroeid, als kin doren, als jongelieden. Hu® ouders waren al bevriend geweest Claude schioen zich te verheugen loon, naar hij miocsn la, zijn jeugdvriendinnetje ©en goed huwelijk doodt Hoewel hun beider leven nu gescheiden was, bleef Claude voor Denis© een vriend, dien zij gaarneterug zag - en dien zjj daarom steedsvan haar komst yepwifj tïgde aan zijn huis in de rue Reaumur. Het was echter* nooit daar, dat hij lunar Ontving. rr „Veel te klein! de kamers van een vrij gezel. ,W'ij zfitte® voel geriefelijker eitgcms m ee® restaurant." Dit jaar hadden groote veranderingen plaats gegrepen in Bon.se's leven. Haar mah was te Cairo overleden en zij tou ditmaal met haai dochter Madeline, oud zesti-en jaar, voor goed in Frankrijk terug- keeren. Haar [laatste huwelijksjaren waren niet gelukkig geweest. Do main, aan wfen zip haar levttn kul toevorlrfouwd, was Barer oawaaTdig geweest. Zij was te trotsch! om züch' te beklagen. Al haar hoop was nu gevestigd op haar dochtertje, een bekoor lijk meisje en haar sprekend evenbeeld Dat alles lïad zij geschreven aam Claude, toen zaj haar ver trék maar Frankrijk had bepaald. Zij had er bijgeschreven, dai, in do rouw zijnde, rij dit jaar -opzag tegen' ee® 'ontmoeting in een restaurant en e® de voorkeur aa® gaf hem in zijn huis te bezoeken, waar zij voel rustiger konden praiicln. Zij zou «p ©en Zondagmiddag: oim drie uur bij hém zfijn ©nj Madeline zou haar tegen vijf uur komen halen. Dit gaf hu®, 'twee uren, om hem va® haar groot verdriet te verbelleb.* In haar hotel ontving Demise een tefo gr.am om ha,ar te waarschuwe®, dat Claude i® d© rue Reauhmr wol zijn kantoor had, maar dat hij woonde in' de reu Oannartin ba. 18. Demise had dit adres met ©enige ver bazing gelezfen. In diezelfde straat had zij' als jong meisje gewoom'd m op hietaeMda mi'mmer I 1 Met ontroering zag zaj het bekende huis met de binnenplaats en den' ouden accaeia terug. Daar is de woning van den ooncaerge. En dit Is dezelfde verdieping, dezelfde voordeur. E® moet ©eb eigenaardige gecise leerde bel buiten hangen. Denis© loopt langzaam 'de trappen op., do lift vermijdend, die er iln haar jleogd nog niet was. Vierde verdieping nan do rechlbeirhand, Hoe vreemd zal' 'fc zlijn de oude woning terug to zien, ongetwijfeld geheel veranderd, sedert haar moeder, nu vijftien jaar geleden, daan is gestorv-eb. Demise Is geheel ontroerd als rij ten slotte de vierde TOrdrepóng bereikt heelt. Daar balngt de ou.de vreemd-gemodelleerde belt 1 En daar is Claude met uïtgjestrokte hain)- dttn dl© haiar beido wiabgen kust. „Wees welkoib, Denis©. Hier ben je thuis.** i Zij brengt haar Wand nafar haar voor hoofd. Deze vestibule, ho© goed kent zjj haar, de/.elf do geklemde lamp aan de zolH'eriinjg, aan do muren hetzelfde behangt Do boe kenplanken en dezelfde prenten met jachtl- taferoeien. 't is een droom. „Noen, Danisc, hel is geen droom liet is do oud© bekende woning." JSedert vvainneer woon je hier?" „Sedert den dood van jo moeder. Ik wist, dat je den inboedel moest verkappen, omdat liet overbrengen naar Egypllo te voel bezwaren bad. Ik heb alles opgekocht. Ik trof het ©ok, dat ik de woning kon huren en zoo kan ajLles weor op do oude plaats gezet worde®. Kijk maar, hie® do kloino salon i de sofa, de in'alblauwe gordijnon, het gebloemde behangsel, de schilderijen aan den muur. niets is veranderd Rn hier is cfe groote leunstoel waar je zat te leze®. Weet jo nog, een beetje verscheden achter dit vuurscherm? En bier de eetkamer die heb ik zelf ingericht." „Maar beste Claude, waarom heb je me nooit iets hiervan geschreven je gaf mij altijd je andere adres, hiet is alsof je dit verbergen wilde!" Glaudo wan heel bleek geworden. Hij antwoordde eenvoudig: „Ik wist, dat jo gelukkig was, of liever ik mecindo het. Uc vreesde dat deze grfi vain mij je belachelijk moest schijnen. Het was oen vrijheid, die ik mij yeoroarJoafdiej, zóó het geliede interieur, waa® jij je jeugd gesleten had, mij toe te eigenion. Ik h'eb mij die vi'ijlvedd verooiriioofd Debiso, als ik er inliet meer1 bén, zal dit alles jou toebehlooircia." 1 Zij begon te begrijpen, maar zij wilde het niet bekennen. Zij had er Wet recht niet toe. v Zij begon ai de voorwerpen te bekijken, dio het verleden opriepen en die zij dik wijls zoo riiQode gemist bad, daarginds. Daar ging do bel. Madeline" voorzetop 1)anise had opeens een inval. „Claude, wacht éven in je kjamer wil je?" Madeline kwam binnen, in. den bloei van haar zes tien jaren en blaar 'moedor's sprekend even beeld. - „Zet je hoed af, kind, en g,a hier in dozen stool zitten, half achter dit scherm. Hier is een lioefc, doe alsof je leest zoo' is 't goed daude beste Claude nu mag je komen. Het verleden is her leefd- Op dendrempel bleef hij staan en inj voelde zich bclor/nd ,voor zijn jarenlangen trouw. SPöilT. Voetbal. Zi A. C. Het \v od s t rijd program vöor morgen luidt als volgt1 II.'V 0 De Komeet .Matex—G.TB. (terrein Sunlight) Voor deze competitie, js doof don hear 0. L, Was man, café ,,'i Vierkantje" alhier, een' boker beschikbaar gesteld. S. V. V.-j u n t o r o s. Wedstrijd prograrmna viO' boJenmi'ddag S. V. V. A2—Sparta A2, 3 45 uur. S. V. V. 01—Xerxes C,l, 2 30 uur. V. F. C B2S. V. VI BI, 3 uur. Noorden B2-S. V. V. BI. INGEZONDEN. SCHIEDAM EN ROTTERDAM. MijWheer de Redacteur. De Hoogstraat is in feestdos. Koopt op do Hoogstraat, Koopt in Schie dam, Dl.-inkt te Sdhledani, enz., enz, in 't kort: besteedt uw geld waar ge hst verdiént. De Schiedamsche winkol.ers, caféhouders, enzgeven daartoe natuurlijk l*et voctri beeld, goed voorgaan, doot goed volgen. Allo mkoope® worden door hen gedaan bij hu® collega's!!! Schoenen, hoeden, jassen, cootuums, enz., enz., vraagt gerust iodaran winkelier-of hij u wil bewijaen, dat hij zelve natuurlijk alles in Schiedam koopt, de fabr.kanLvan ld ceding, bevestigt immers gewoonlijk "zij® firmanaam in rijn art.kolen. De Schiedamsche winkeliers zijn werk©3lijk waard dat 't Schie damsche publiek hun voorbeeld volgt, eU koopt waar ook zij koo pen. Het bestuur van de yeroaniging „Hoog straat Belangen" geeft eveneens het goede voorbeeld; de verlichting van d© Hoogstraat zal natuurlijk door een Schiedamsche elee- tricien rijn uitgevoerd, met Schiedamsche arbeidskrachten. Bravol Leve het bestuur! I Ik vernam nog, dat één der Schiedamsche elcctrici-ens heeft aangeboden gratis ua verlichting aan te brengen voor het „Oudé Mannenhuis" aan de Appelmarkt. Dit was blijkbaar te duur want doze verlich ting werd opgedragen aan oen Haagschlo firma. Hoe zit dit? Een vergissing'? Of was deze Schiedammer onbekwaam? Hoo komt het toch, dat zeer vel© win keliers, door middel van reclameluijette® va® Rotterdamsého zaken, liet publiek tra elf ten ie bewegen, toch Vooral naar Rotter dam te gaan, zoodat op deko manier, wellicht ondoordacht, door den midden1 stand hard wordt medegewerkt aan den! „uittocht naar Rotterdam". Dat Een dag tevoren nog gozianld', TBiji had zdfs flink gefgeten Deal Thlijls a'n keel op ©aas zoo® pfjjnl 1M hlij niet moor ton ©ten. De dokter deed een spiegel voor, 01 liloo zioo'n ding mag literate®, En zei: ,„Kom morgen ®og eens woar"j Een medicus moot eten! Thijs gorgelde don ganscüitem dag, Hart haast rijn keel versloten. Zijn plijin ®am toe, rijn gehl nam afi d' Atpledlter moet ook etonl 1 Hel spoelen had geen resultaat, Thlijs kon nog steeds niet eten Dua ging hij naar oen specialist, Die zou -het toeh wel weten I ■We! bleek diens diagnose fout, Wel hoeft ihém jdat geSpeben, Toeh was rijn rekening [hoe! hoog: Ook dpeCLalislen eten! Blij den professor hoeft Thijs toen Nog menigmaa' gezieten, Do dectoatio zei het [hem: Dio hield van lékker eten! 't Bedrag aan 't ziekenhuis betaald, Dat zal TWijls nooit vergeten, Hoe lief verpleegstertjes ook rijn, Z'ij moeten blijkbaar eten' Do operatie was gelukt, Trihjfs slaakte jubellcreten! Voorbarig want, al kón hij wélj Bij Md niet meer te eten! •- ELAND. is toch onmiddellijk tegon hun eigen be lang, en een verraad tegenover hun nwxfo wipkeliers, en moot een bespottelijkcn in druk maken op het koopendo uitgaande publiek. Bij verschillende caféhouders zie ik reolaniebiljetten (groot en klem) voor 4 (vier) verschillende vcirmakelijkheden: te Rotterdam. Ge ziet in Rolterdaïn toch zeker geen enkele gratis reclame toot Schiedam?! •Weg! met die Rolterdamschle reclame, neefus ze heden nog woglll OPMERKER. SCHIEDAMSCHE REDDINGSBRIGADE. Mijnheer do Redacteur, Vergun mij in uw veelgelezen Wart een plaatsje te willen inruimen, waarvoor be leefden dank. 1 i In uw blad van 16 October komt onder Stadsnieuws een perscoifimuniquó voor va® het bestuur der Scluelamsahe Reddings brigade, omtrent do Woensdag j.l. gehou den jaarvergadering in gebouw „Een dracht' Men zou geneigd zijn uit dit korto ba- richt de conclusie 'te trekken, dat dezei vergadering don normaal aangenaam ver loop heeft gehad, welke veronderstelling, jammer genoeg, op eon gToot abuis berust. In fleao vergadering, waarin een groot aantal kinderen aanwezig waren, is bet door ontactisch optreden van don voorzittor zoo warm en bargoensch toog eg aten ,dat hier gerust van een grove mislukking kan wor den gesproken. In zijn openingsrede verzocht de voor zitter, die oen voorgevoel moet h abb an go- had va® de geladen atmosfeer, oventuoelef critiek op opbouwende wij zo uit t© oefe non, terwijl hij mededeeling dood van de vriendschappelijke verhoudingen van ge meente- tegenover brigadebestuur. 'Opvallend was tijdens dozo rumoerige vergadering te constatoeren, dat de waar nemend penningmeester (toe i nog geon be stuurslid) wiens voikieziug onder punt 10 aan do orde was gestold, kalm bij den aanvang achter de bostuurslatei jl.atsuam, alsof dit de doodgewoonste zaak tor we reld was. I De benoeming van een k iscommissie (het bestuur wees gemakshalve zcl 3 1 den aan) was er eveneens met een vaartje door. Punt 15 (Rondvraag) was het belang rijkste en moest interessante, en wel daar om, omdat de voorzitter de zoo ncedig nadere besproking der vorige 14 punten, gewoonweg naar het 15e punt eudossoerde. Baaidoor werd de inschrijving op het laatste nummer zoo groot, dat dev voor zitter niet langer da® 3, zeggo drie mi nuten voor debat per persoon fcon to© staan, waardoor men de aangename ge waarwording opdoed, roods bj den aan vang van zijn rede liet woord ontnomen te zien. Als attractie word voor de leden der brigade, die 5 September 1927 is opge richt en welks statuten in 't laatst van t vorig jaar koninklijk zijn goedgekeurd (na. een 3-jarig bestaan dus) voor do eerste maal statuten en huishoudelijk reglement verkrijgbaar gestold, en laat ik vooral niet vergeten, dat na afloop dor Rondviaag, welke (om een kleine onjuistheid recht te zetten) vanwege de heftige discussies niet meer door een gebruikelijke sluiting kon worden gevolgd, een gezellig samen zijn plaats vond ter herdenking van het 3-(?)jarig bestaan. H mijnheer de redacteur beleef! dankend voor do verleende plaatsruimte, toctnn ik, Hoogachtend, „Een Brigadier". Schiedam, 17, 10, 1930. Met opneming wordt geen instemming der Redaeti bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven. ■nnnnMaaanDinaiMKUinwöiinaRa

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 8