Schiedamsche Courant. Verslag van den Gemeente- raad. DE PAGODE. Nieuwe hoeken. TWEEDE BLAD Donderdag 4 Dec. 1980. No. 19591 Zitting van Donderdag, 20 November 1930 's namiddags 2 uur.. I. Voorzitter: do burgemeester, de boer II. Stuïemeijer. Geloofsbrieven B. van Noordennen. Van den voorzitter van het Centraal Stombureau, schrijven d.d. 18 November 1930, waarbij hij doet toekomen afse/brift van z)ij:n besluit, houdende benoeming van den heer B. van Noei'denne©, ailfhier, tot lid van den gemeenteraad. De Voorzitter zegt, in verband met dit schrijven, krachtens liet bepaalde in. het Reglement van Orde van den gerocentaraai J, een commissie le hebben benoemd, bestaan- do nit de hoeren mr. Kavelaars, v. d. Tem pel en v. d. Hoek, aan wie bij verzoctt heeft do geloofsbrieven to onderzoeken Die commissie zal sar, na de pauze ge legenheid geven tot 'het uitbrengen van haar rapport, zoodat nog in deze vergade ring over de al of niet toelating van den heer Van Koordennen alls lid van don ge meenteraad zal kunnen worden beslist Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. Spoorwegovergang en spoorbrug. Van B. en W'. schrijven betreffende do motie van bet raadslid den (lieer H. v. Kraan, Inzake den spoorweg overgang in de Overschiesohcstiaat jen de spoorbrug over do ,Sclue, uit wolk schrijven blijkt, dat door (ft en W-. in den geest van deze motie is gehandeld. De heer v. d. Kraan iliooft mot genoe gen ^gezien, dat in de overgelegde corres- ptandeiiüe h°S ^en en ander staat naar aanleiding yan het geval zelf. Voorts blijkt daaruit, dat deze zaak reeds van 1912 de aandacht Van Bl en W'. van Sdhiedam heeft. Over de resultaten van do correspon dentie kan spr, echter niet zoo tevreden zijn. Het standpunt der Ned. spoorwegen. In p&n schrijven van 25 Februari 1930 aan E, an Wl zegt de directie van de Nod, Spoorwegen „Wil men het straat- en het spoorwegver keer (Onafhankelijk van elkander maken, dan ia bij onveranderde hoogte van piet ©nipOn- cement óf een zeer kostbare tunnel óf een overbrugging (noodig, dan wel zal men het emplacement moeten verhoagon; een zoo danige verhooging biedt de oenige mogelijk beid voor het sdlieeipvaartverkocsr een gun stiger toestand te scheppen. Deze vanhoo ging van het emplacement met toeleidendo spoorwegen, zal ontworpen en uitgevoerd moeten worden in verband met en als on derdeel van de wijziging der spoooHvegtoo- standen van Rotterdam. Daar op het ©ogen blik veer deze wijzigingen overleg met bet Rotterdams die gemeentebestuur gepleegd wordt, bij welk overleg, indien bet tot ©en gunstig resultaat leidt, het bestuur uwer gemeente ongetwijfeld ook betrokken zal worden, geven w'ij uw college in overwe ging dit overleg af te wachten". R. en W. hebben daarop geantwoord en daarop is op 12 Juni 1930 door de directie van de Ned. Spoorwegen geschreven: „Naar aanleiding van uw sdirijven doe len wij uw College mede, dat wij bet sta dium, waarin de plannen en de ondarhain- delingen met do gemeente Rotterdam nog verkeerem, voorloopig altlioins geen vrijheid kunnen vinden uwe gemeen!© daarin te kennen". - Voor de Ned, Spoorwegen is dus Rot terdam mummer één. Als de directie der spoorwegen on Rotterdam wel of niet tot overeenstemming kamen, blijft vaar Schie dam gelijk. Op deze manier kam bet wol jaren duren, voor een behoorlijke oplos sing daar aam den overweg is tolt staand gebracht, terwijl het scheepvaartverkeer in gevolge van den toestand aan do spoorbrug steeds minder wordt. Ach|lcn B. en \V., nu do situatie zoo is, dat moch het departement van waterstaat noch de Ned. Spoorwegen slappen willen doen om spoedig verbetering aan te bren- Door MARJ0RIE B3WEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E. GUYE. Want zij kon met geen mogelijkheid den gedurfden raad' van miss Stalling uit haar geest bannen. En ook met geen moge lijkheid zichzelf er toe krijgen den brief te schrijven. Hoe zou ik het kunnen verdragen op een antwoord te waditen? Hoe zou ik hot kunnen overleven als or weken voorbij gingen em er geen antwoord kwam Zij had den heelen dag niets to doen; do Jcundige staf van bedienden, onder het toezicht van den bekwamen hofmeester, door haar echtgenoot achtergelaten, or ganiseerde liet leven van hot kasteel met een aangename doelmatigheid; het maakte geen verschil, voor wat ook, of zij er was of niet; overal om zich heen zag zij men schen, dio vlijtig oil rustig werkten, terwijl zy hiots te doen had. Miss Stalling zou haar komen opzoe ken en zij zou miss Stalling oen bozoek brengen en dat was alles in al do dagen. Er waren zooveel monsehen, dio zij op Ruzó do Boltegarde liad kunnen vragen, maar zij schrok terug van hen allen; er waren zooveel dingen, welke zij had kun nen doen. mnar zij koorde zich van die gen, fiet niet noodig zich tot do rbgeering te wenden? De Voorzitter: Wat bedoelt u met de regeering?. Do boer v. d. Kraan: De ministerraadl Als dio zich -van den toestand op dio hoog te stelt zal hem wel blijken, dat niet kan worden gehandlnvfd. De hoer Van Dorp wil gaaflne bot be toog van den heer v. d. Kraam onderschrij ven. Ei' is reeds jaren over den arihoudba- ren toestand daar ter plaatse gesproken, die ^eer in het nadeel' vam onze ge meente |is! Nu onze gemoerde uitgegroeid is tot ©on stad met boven do 50,090 inwoners, zal' met Schiedam even goed rekening die nen le worden gehouden als mot Rotter dam, Maar oins gemeentebestuur krijgt nul op het rekest, als jhet vraagt aak in liet Êpoionvegvraagsluk gekend te worden. He spoorbrug. Do spoorbrug over do Schio levert moei lijkheden pp vaar do bewoners aan de overzijde van liet water. Deze beweren bet recht te hebben van. die brug gobruik te maken, maar van tijd tot tijd verbieden do spoorwegen hon over do brug le laopen. Het wordt meer dgrn tijd, dat anin den om- houdbaren toestand daar oan einde komt. Die brug levert bezwaar op voor het scheepvaartverkeer; ten hvcede moot het recht van! overgang over 'do brug verzekerd worden voor wie aam de overzijde van de Schie wonen. Die mensefhen verboeren nu in het onzekere en worden genoodzaakt een vaartuigje aan te schaffen. Maar wie bij de bewoners aan de overzijde moeten zijn, worden voor groote moeilijkheden ge plaatst, als geen gobruik meer mag worden gemaakt van de spoorbrug. Spr. zou gaarne zien en het zeer op prijs stellen, als aain den ongoliiaardon toe stand een einde werd gemaakt. Do Voorzitter: Mevrouw en mi)a- hceren! 1 1 Geroep: De mevrouw is er niotl Do Voorzitter: Hot vrouwelijk lid bezoekt zoo geregeld de vergaderingen, dat deze vergissing niet vreemd zal zijn! De opmerking van do hoor on v. d. Kraan en Van Dorp heeft reeds jaren lang ean onderwerp van bespreking uitgemaakt. Een onpleizlerigc positie. De hoeren v. d. Kraan en Van Dorp gaven uiting aan een gevoel van machte loosheid, dat over ons komt, als we zien, hoe alle pogingen om gewcnschte verbete ringen aan te brongen,, telkens weer op niets uidoopen, omdat ons de macht ont breekt om aan onze wenschen kracht bij te zetten. Inplaats van over de belan gen van de steden, gelegen aan den spoor weg AmsterdamBotterdam, wordt in hot schrijven van de directie der Ned. Spoor wegen alleen gesproken over die van Rot terdam. Als met Rotterdam overeenstem ming zal zijn verkregen, zullen de Nod. Spoorwegen misschien met Schiedam trachten een regeling te treffen. Dat is niet pleizierig, maar deze hou ding van do Ned. Spoorwegen is toch wel te verklaren: Rotterdam is van grooto beteeken's voor hot spoorwegverkeer. Wij hebben het zelfde gevoel als de heer v. d. Kraan en de raad, dat wij afhankelijk zijn van de Ned. Spoorwegen. En dat is-verdrietig! B. en W. hebben er prijs opgesteld, het geheel© dossier betreffende deze zaak over te leggen, opdat het college althans niet het verwijt kan treffen: Gij laat den raad maar praten en doet niets om verbete ring in den toestand te brengen. In analogie met een bekende uitdruk king kan gezegd wordenDo kwestie van den overweg aan de Overschieschostraat is een voorwerp van de aanhoudende zorg van het gemeentebestuur van Schiedam I Of we ons tot de regeering moeten wenden? Die kwestie maakt de zaak nog een beetje ingewikkelder. We hebben ons tot den minister van waterstaat gewend en u t diens antwoord blijkt, dat de Raad van Toezicht zich met het vraagstuk bezig houdt. Wat moeten we aan de regeering vra gen? Moeten we op meer spoed aandrin gen? Dat is niet mogelijk! We zullen die nen ai te wachten, wat de bemoeiingen van den minister van waterstaat tot re sultaat hebben. Eerlang zal in deze zaak spr. zegt n'et: oen oplossing, maar meer licht komen. Of dat yan gunstigen of ongunstigen aard zal zijn, weet spr. niet. alle af. Haar spiegel nam haar aandacht in bo- slag, altijd koek zij naar do schaduwen en do lijnen, de asoh in beur haar, do dofheid in haar oogen. Nog niet, maar woldra, weldra. Zij was er toe gekomen, Magnus Farrij- ner to verdragen; miss Stalling had haar hiertoo gebracht. Zij ook begon te go! co ven, dat zij hom wel mocht, hij had hot voorkomen van onbewust zelfvertrouwen, dat vrouwen, ondanks haar zelf aantreft; hij was ook een aangenaam gezelschap, eenvoudig on opmerkzaam, tegelijk hoog beschaafd en zeer geestdriftig. Ilij scheen al dio gezochte menschen to kennen, die madame do Bellegarde „iedereen" noem de en zij bevreemdde zich vagelijk (als zij al aan hom dacht), waarom hij zoo veel tijd doorbracht in het Ohoval Blano. Miss Stalling verdedigde hem. Hij verspilt niet één minuut van zijn tijd, Ilij kan ook hard werken, hij was een uitstekend soldaat jaren go- leden. Madame do Bollogardo stolde met ge noeg belang in hem om dieper to gaan dan zijn gelaatsuitdrukking, maar nadat zij hem tweomaal had ontmoet in do spreek kamer dor nonnon, en ooos aan do oevers der rivier, vroeg zij hem op het kasteel dq Ruy.ó do Bollogardo; dat niet te doen, zou liem inderdaad eon zekora belangrijk heid gegeven, hebben. Zij deed do uitnoodiging terloops. Misschien heeft u niet alles gezien? Aan zich zelf te wijten. Er is ook gesproken over den overgang van dc spoorbrug, Maar daarover hebben wij niets to zoggen. Wie aan de overzijde yan Jiet water hebben gebouwd, hebben er niet voor gezorgd, hun rechten veilig te stellen. De Nod. Spoorwegen hebben de terreinen naast den spoorweg aangekocht. Menschen, die er zelf niet voor gezorgd hebben, dat hun be-langon niet in de ver drukking kwamen, hebben later alleen zich zelf to beklagen! De wijze, waarop de Ned. Spoorwegen den laatslen tijd togen de bewoners van de overzijde zijn opgetreden, was niet do juiste. Op korten termijn „werd hen aan gezegd, dat zij geen gebruik meer mochten maken van de brug. Als burgemeester kon spr. niet ingrijpen, maar hij heeft als bun gervader zich de belangen van die men schen aangetrokken en de Ned. Spoorwe gen zijn spi'. zeer loyaal tegemoet 'gelre den. Aan de betrokkenen is een lange termijn gelaten om middelen te beramen, waardoor voor hen de overtocht over dc Schio mogelijk zou worden. Na 31. Decem ber (930 zullen zij echter geen gebruik meer mogen maken van do spoorbrug. Hoe moeten die menschen uit de moei lijkheden geraken? Spr. hoopt, dat dit ge schieden zal door eigen kracht. Zij heb ben aan do Ned. Spoorwegen gevraagd een voetbrug langs de bestaande brug te mo gen leggen, zonder kosten voor de spaer wegen. Of dit toegestaan zal worden, weet spr. niet. Maar als de Nod. Spoorwegen den overgang over do brug beletten aan de bewoners van de overzijde, kunnen wij daar niets aan doen. De Ned. Spoorwe gen hebben het gebruik van de brug door particulieren verboden met het oog op het grooto gevaar, dat dit oplevert. Het is voorgekomen, dat oen eleotrische trein op zeer korten afstand moest stoppen, om dat iemand zich onvoorzichtig over do brug begaf. Dat js op klaar lichten, dag gebeurd. Als iemand bij avond zoo onvoor zichtig was geweest, zou er zeker oen ongeluk het gevolg van zijn geweest. Do Ned. Spoorwegen moeten voor de veiligheid zorgen van het treinverkeer en het is de plicht van do directie do belangen van de maatschappij te hehaitgcn. Spr. adviseert een afwachtende houding aan te nemen. Zoodra dit mogelijk is, zullen over deze zaak den raad nadere mededeel ngen worden gedaan. Niet liet recht van den sterkste. De heer K o o p m a n s wil een opmerking maken over de uitdrukking van den voor zitter, dat de bewoners van do overzijde niet tijdig voor eigen belangen hebben gezorgd. Dio voo-rstelhng acht spr. eenzijdig. Do woningen aan de overzijde zijn mis schien 6 maal zoo oud als do spoorbrug. Niet het recht van den sterkste, mag hier gelden, maar de billijkheid, 'moot betracht worden. Die menschen verkecren m een moeilijke positie en spr. zon hot op prijs stellen als B. en \V. steun veileenen om hen uit hun isolement te verlossen. De heer y. {1- Kraan zegt, dat hot advies van clerr voorzitter is: We moe ten afwachten, hoo do zaak zal loopen. Het kan mee- on togenloopcn! Maar Rot terdam is bij de Nod. Spoorwegen num mer één, Schiedam komt eerst in de tweede plaats. Als de spoorwegen niet met Rot terdam tot overeenstemming komen, blijft de toestand hier zooals hij is. En als er wel overeenstemming wordt bereikt, zal er misschten ook met Schiedam gepraat worden. Spr. meent echter, dat wij voor onze eigen gemeente te zorgen hebben en wij niet kunnen afwachten, of de Nod, Spoor wegen misschien met Rotterdam tot over eenstemming komen, maar dat de raad zich tot do rqgoering moet wenden. Oude rechten? De heer Van Dorp merkt op, dat dio spoorbrug er een kleine 100 jaar mis schien zoo iels als 89 jaar ligt. Voor dien was er oen landelijk bruggetje over de Schie. De gemeente zal wel eenig recht op die brug gehad hebben en meegespro ken hebben bij don aanleg van do spoor brug. Zijn daaraan geen rechten meer te ontleenen Geen medezeggenschap. De Voorzitter: De heer v. d. Kraan wil, nu er nog geen antwoord is ontvangen van den minister van waterstaat, dat we ons zullen wenden tot de regoering. Maar spr. acht liet befcer eerst af te wachten wat Er is hocl veel te zien. Mijn echtgenoot haalde een grooton omslag over de plaats het is alles zijn work ik heb nooit het gevoel alsof iels er van aan mij too* behoorde, ik bob het alleen in bewaring voor Frankrijk. Zij zoido dit cdtijd wanneer zij sprak van Ruzé de Bellegarde, hot scheen haar toe de naakte rechtvaardigheid to zijn je gens haar echtgenoot. Ik veronderstel, zeido Farrijner, dat een goed als dit iemand gevoel van be stendigheid verwoest. Ik heb oen vrouw gekend, dio een Palladio villa bezat op de Brcnta. Zij had zulk een gevoel. Ik geloof, dat zij nog al eenzaam was ook een groot gooi cn boel bijzonder mooi dan huwde zij opeens weer cn kreeg twee jongens. Zij was ook niet heel jong meer men zou haar nu nauwelijks weer konnon. De heimelijke liefde van madame de Bellegarde knaagde aan haar hart; waar om had hij dat gezegd? Natuurlijk toeval zij moest zichzelf harden tegen deze toovalligo pijlen van het gesprek. Maar j],° kinderen uit het tweedo huwelijk erven niet moe, is het wel?, vroeg zij lieel losjes, ca voordat hij kon antwoorden, vervolgde zij: Waar zoudt u heen willen gaan? Wat zoudt u graag wil len zien? U moet er beul van zijn het goed te laten zien, antwoordde hij, mot een plotselingen glimlach. het schrijven aan den minister van water staat zal opleveren. Do kwestie van den overgang over do spoorbrug is nu« niet aan de ordo. Op do vraag van den hoer Van Dorp zal eerst antwoord gegeven kunnen worden na ken nisneming van de desbetreffende stukken en hot inwinnen van oen juridisch advies. Maar dit staal voor spr. vast, dat die spoorbrug oen van de neteligste vraag stukken is. Wij hebben over die brug geen medezeggenschap en als spr. iels in deze gedaan heeft, is dat niet goscbicd op grond van bestaande rechten; liet oenige, wat spr. kon doen, was een verzoek rich ten tot do Ned. Spoorwegen, wat zij heb ben ingewilligd. Spr. adviseert nogmaals thans een af- wachtendo houding aan te nemen on B. on W. zullen nadere rncdedeelingcn doen, zoodra dit mogelijk is. Dienovereenkomstig wordt besloten; het schrijven van B. en W. wordt voor kennis geving aangenomen. Wordt vervolgil Wilde Kees, door Truus Eijgenhuijsen. N.V. G. B. v. Goor Zonen's Uitg. Mij. Kees z'n ouders gaan op reis en hijzelf gaat veertien dagen bij zijn tante Adèlo logoeren. Nu is Koes een echte robbedoes van eon een jongen, die graag eens katte- kwaad uithaalt, hetgeen bij tante Adèlö, die jn oen nogal stijve buurt woont, niet doorgaat. Alles hij elkaar genomen, valt de go- dwongen logeerpartij erg mee, zoodat, als vader en moeder terugkomen, Kees maar noode afscheid noemt van tante, die bij nadere kennismaking nog zoo kwaad niet bleek te zijn. Do sbjl is vlot en de jongens zullen soms hartelijk lachen hij hot lezen. Pol Dom voorzag liet boek van leuke platen. Abélard en Héloise.. Uitgave N. V. I tólla ml ia-Drukk e rij, Baarn. Josef Cohen heeft niet alteen odn roman ecner liefde, dooh tevens een historisch verhaal in dit boek willen geven. Ongolwijt- fc-ld js, hij in zijn pogen geslaagd en heeft hij een historisch© roman samengesteld, die meer is dan alleen maar een 'naar bot ver leden verlegd verhaal. Do schrijver Snoeft de historische aankloeding hier niet aLen gebruikt om een molem verfraai nog aan trekkelijker te kunnen maken en die a's excuus vcior liet minder altedaagsoh gebeu ren in dit bock moet gelden, doch hij heeft getracht door te dringen in don geest der middeleeuwen en bij beeft de liefdesge schiedenis van Abólard en Héloiso en haar tragisch einde door soberheid van zinnan en eigermardigen rhylhmus in da juiste lijst van haar iijl vcor onze oogen geschilderd RECHTSZAKEN. Ecu radio-octrooikwestie. Ilct Ilaagsche Gerechtshof heeft arrest gewezen in een procedure tusschon de Uuit- sche Vennootschap Loewe Radio, G.m.b.II., «evosRgd te Berlijn-Steglilz, en de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Bij inleidende dagvaarding haid Loewe ge vorderd nietigverklaring van het Neder- landsch Octrooi no. 13345 d.d. 16 Mei 1925 verleend met reclit van voorrang v!an af 29 October 1913 wegens oen op dien dag in de Ver. Staten van Noord-Amerika door Ir ving Langmuir gedane octrooi-aanvrage genummerd 797.985, van welk octrooi no, 13345 Philips houdster is en waarvan de conclusie luidt: „Inrichting voor het versterken van eleo trische stroamen, waarbij do te versterken stroomen worden gevoerd in de rooster- keten van een ontladingstoestel, hierdoor gekenmerkt, dat in do plaatketen daarvan een niet-induct'.ove weerstand is gescha keld, welke tevens in de roosterkoten van een tweede electrisch ontladingstoestol is aangebracht." Loewe grondde deze vordering op de stelling, dat genoemd octrooi is verleend in strijd met do artt. 1, 2 en 3 der Octrooi- wet, omdat de daarin omschreven inrich ting niet nieuw zon zijn, althans niet Ik ben van niets anders beu dan van niets doen, antwoordde zij ironisch. En toch kwam ik hier om niets te doen. Kan u dat begrijpen? Ja, dat zou ik kunnen als u dat graag wilde., Hij glimlachte nog steeds. Dat doo ik n:ot. liet is de moeite niet waard. Ik veronderstel dat u hier ook kwam om niets te doen? Neen, dat deed ik niet, antwoordde hij onverwachts. Ik kwam werkelijk hier met een vast omschreven doel. Vergeef het me. Zij lachte om den plotselingen omst, waarmee hij gesproken had. En waarheen zullen we gaan. De galerijen zijn gesloten, maar ik kan zo laten openen... Ik zou liever naar de tuinen wil len gaan het is een echte dag daar voor, vindt u niet? Ja, het is vandaag een gouden dag. Ze stonden stil bij de gracht. De zwa nen deden vreemd tussohon do stijve stee- nen kaden, welke in meetkunstige vormen waren aangelegd; zij deden denken aan bloemen, getooid over wiskundige vraag stukken; alles was oven hard en precies, zuiver en streng; er was geen wolkjo aan den hemd, die er droog en bleek uitzag; de mooie gesmeed ijzeren figu ren van krijgers op de spitsen der torentjes stonden scherp zwart afgoteekend togen dit bleeko blauw; de slingers on kransen van vruchten en bloemen, waarmode do ven sters rijkelijk versierd waren en die met groote schoonheid waren gebeeldhouwd, de octroicerbaar en zeker niet op het oogenblik van de indiem'ng dor aanvrage liier to lande hetzij 3 Maart 1921 of 4 April 1923 - welk oogenblik volgens Loewe beslissend is, aangezien het Nederlandse!*» octrooi niet zou tovoreenkomein met do- Amerikaansche aanvrage, en op het toege kende. recht van voorrang dus geen aan spraak kan worden gemaakt, maar even min, beoordeeld naar den datuim (lier aan vrage, 29 October 1913. Voor deze stelling Voerde Loewe aan; dat reeds uit het Amerikaanscho 'Hrooi- schrift no. 995.126 van Loo de Forest uitgegeven 23 Juni 1911 bekend was een: inrichting volgens de conclusie van octrooi 13345 met dit verschil, dat in den anode kring slechts een transformator geschakeld v/as, maar het voor een vakman vanzelf sprekend was, dat in plaats Van den trans formator elke andere koppeling gebruikt kon worden en de Forest dan ook blijkens het octrooisekrift reeds do mogelijkheid had aangegeven om in plaats daarvan „any other associating means" te gebruiken em als zoodanig in aanmerking komen koppe ling door een jnductieven en koppeling door een nietinductieven weerstand. Bovendien voerde Loewe aan, dat do Forest in den 'tijd van do indiening van do ■oorspronkelijke aanvrage in Amerika, te weten in den herfst van 1913 voor het In stitute of Radio Engineers oen voordracht heeft gehouden, openhaar gemaakt in „The Electrician" van 21 November 1913 ca later in 1914 met de daarop go- volgde debatten, nog in het orgaan vaiï dat instituut, waarin de verslcrkimgsscha- keiaar reeds als wijd veibrcid gesignaleerd! wordt en aangegeven wordt _gehcel over eenkomstig de conclusie van het litigieuse octrooi, alleen met dit verschil, dat do koppeling, in plaats yan door een weer stand, door een transformator geschiedt, doch uitdrukkelijk gezegd wooxlf, dat het schakelelemenl uil eeu eenvoudige spoel kan bestaan en ook uit andere door Loewe aangeliaalde plaatsen blijkt, dat de in oc trooi 13345 beschreven inrichting, zelfs gezien in het licht van den stand der tecih- nielc in October 1913, geen nieuwe vinding was. Nadat Philips had toegegeven, dat do geoctrooieerde inrichting tijdens de aan vrage in Nederland piet ni-cuw meer was, maar de overige stellingen vap Loewe had bestreden, heeft do rechtbank bij tus- schenvonnis deskundigen benoemd, aan wie een aantal vragen werd voorgelegd, terwijl Loewe werd toegelaten door gotuigen te bewijzen, dat bedoelde voordracht-,van de Forest en de daarop gehouden debattdat zijn gehouden voor 29 October 1913. Dn deskundigen kwamen in hun rapport tot de conclusie: lo. dat de uitvinding, waarvoor liet Nederlandse!)© octrooi 13345 is verleend, terug js te vindon in de Amo- rilcaansche octrooi-aanvrage Serial Num ber 797,985 van Irving Langmuir van 29 October 1913; 2o. dat bedoelde uitvin ding op 29 October 1913 niet reeds van voldoende bekendheid was, om door een deskundige te kunnen warden toegepast; 3o. dat niet een gólijfco uitvinding als deze is beschreven jn het Amerikaanscha octrooischrift no. .995.l'26, in druk uitge geven op 23 Juni 1911; 4r dat niet ècö beschrijving van bedoelde uitvinding reedis is gegeven in de voordracht door de Forest gehouden en in de op deze voordracht ge volgde debatten. In haar vonnis vain 16 April 1929 heeft de rechtbank ten aanzien van de eerstal conclusie zich vereenïgd met het oordeel der deskundigen op de daarvoor door hen aangevoerde gronden, waaronder deze, dat waar in de aanvrage van Langmuir van een „resistance" wordt gesproken, zondoö twijfel een niet-inductieve weerstand is be doeld- Voorts overwoog de rechtbank, dat do beantwoording van de vraag, waarop de vierde conclusie betrekking heeft, haar be lang heeft verloren, daar L'oewe het op gelegde bewijs omtrent den datum Van dia voordracht niet had geleverd. sierlijke balcons, wierpen scherpe schar duwen; diepe schaduwen, vertoonden zich ook onder den langen zuilengang die om het bolplein heenliep en hot huis steun de; de uitwerking er van was dor en streng; madame de Bellegarde, zoo groot on elegant, leek in haar zacht kleed met parasol, waarvan de zijden blaadjes wap perden. etherisch tegen al deze hoeken, rechte lijnen en vlakten. Iloudt u daar werkelijk van? vroeg Farrijner. liet is volmaakt in zijn soort, ant woordde zij. Ja, ik houd er van maai het is een leeg toonecl, vindt u niot? Het hoeft spelers en loven noodig... En toen zij sprak, dacht zij zoo sterk aan Timothy Cariess, dat het liaar voor kwam, alsof haar metgezel haar gedachte moest lezen, en zij voegde er snel aan toe Veel menschen houden er niet van zij geven do voorkeur aan ruïnes een beetjo wanorde en verval. In de stilte van den namiddag weer klonken hun stappen door don zuilengang; zij leidde hom binnen door de groote mid dendeur, langs een vestibule, behaag en met tapijten van indigo-blauw on zwart- mot-groen en weer naar buiten langs den goplavoiden weg over de gracht, want aan aan do achtorzijdo verrees Ruzó de Belio- garde steil uit liet donkere en stille water. (Wordt vervolgd BEE MIHIMBEBB—MBB—MWMO—BMBMM—

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5