Schiedamsche Courant.
Verslag van den Gemeente-
raad.
DE PAGODE.
Nieuwe hoeken.
TWEEDE BLAD
Donderdag 4 Dec. 1980. No. 19591
Zitting van Donderdag, 20 November 1930
's namiddags 2 uur..
I.
Voorzitter: do burgemeester, de boer
II. Stuïemeijer.
Geloofsbrieven B. van Noordennen.
Van den voorzitter van het Centraal
Stombureau, schrijven d.d. 18 November
1930, waarbij hij doet toekomen afse/brift
van z)ij:n besluit, houdende benoeming van
den heer B. van Noei'denne©, ailfhier, tot
lid van den gemeenteraad.
De Voorzitter zegt, in verband met
dit schrijven, krachtens liet bepaalde in. het
Reglement van Orde van den gerocentaraai J,
een commissie le hebben benoemd, bestaan-
do nit de hoeren mr. Kavelaars, v. d. Tem
pel en v. d. Hoek, aan wie bij verzoctt
heeft do geloofsbrieven to onderzoeken
Die commissie zal sar, na de pauze ge
legenheid geven tot 'het uitbrengen van
haar rapport, zoodat nog in deze vergade
ring over de al of niet toelating van den
heer Van Koordennen alls lid van don ge
meenteraad zal kunnen worden beslist
Het schrijven wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Spoorwegovergang en spoorbrug.
Van B. en W'. schrijven betreffende do
motie van bet raadslid den (lieer H. v.
Kraan, Inzake den spoorweg overgang in de
Overschiesohcstiaat jen de spoorbrug over
do ,Sclue, uit wolk schrijven blijkt, dat door
(ft en W-. in den geest van deze motie is
gehandeld.
De heer v. d. Kraan iliooft mot genoe
gen ^gezien, dat in de overgelegde corres-
ptandeiiüe h°S ^en en ander staat naar
aanleiding yan het geval zelf. Voorts blijkt
daaruit, dat deze zaak reeds van 1912 de
aandacht Van Bl en W'. van Sdhiedam
heeft.
Over de resultaten van do correspon
dentie kan spr, echter niet zoo tevreden
zijn.
Het standpunt der
Ned. spoorwegen.
In p&n schrijven van 25 Februari 1930
aan E, an Wl zegt de directie van de Nod,
Spoorwegen
„Wil men het straat- en het spoorwegver
keer (Onafhankelijk van elkander maken, dan
ia bij onveranderde hoogte van piet ©nipOn-
cement óf een zeer kostbare tunnel óf een
overbrugging (noodig, dan wel zal men het
emplacement moeten verhoagon; een zoo
danige verhooging biedt de oenige mogelijk
beid voor het sdlieeipvaartverkocsr een gun
stiger toestand te scheppen. Deze vanhoo
ging van het emplacement met toeleidendo
spoorwegen, zal ontworpen en uitgevoerd
moeten worden in verband met en als on
derdeel van de wijziging der spoooHvegtoo-
standen van Rotterdam. Daar op het ©ogen
blik veer deze wijzigingen overleg met bet
Rotterdams die gemeentebestuur gepleegd
wordt, bij welk overleg, indien bet tot ©en
gunstig resultaat leidt, het bestuur uwer
gemeente ongetwijfeld ook betrokken zal
worden, geven w'ij uw college in overwe
ging dit overleg af te wachten".
R. en W. hebben daarop geantwoord en
daarop is op 12 Juni 1930 door de directie
van de Ned. Spoorwegen geschreven:
„Naar aanleiding van uw sdirijven doe
len wij uw College mede, dat wij bet sta
dium, waarin de plannen en de ondarhain-
delingen met do gemeente Rotterdam nog
verkeerem, voorloopig altlioins geen vrijheid
kunnen vinden uwe gemeen!© daarin te
kennen". -
Voor de Ned, Spoorwegen is dus Rot
terdam mummer één. Als de directie der
spoorwegen on Rotterdam wel of niet tot
overeenstemming kamen, blijft vaar Schie
dam gelijk. Op deze manier kam bet wol
jaren duren, voor een behoorlijke oplos
sing daar aam den overweg is tolt staand
gebracht, terwijl het scheepvaartverkeer in
gevolge van den toestand aan do spoorbrug
steeds minder wordt.
Ach|lcn B. en \V., nu do situatie zoo is,
dat moch het departement van waterstaat
noch de Ned. Spoorwegen slappen willen
doen om spoedig verbetering aan te bren-
Door MARJ0RIE B3WEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door C. E. GUYE.
Want zij kon met geen mogelijkheid den
gedurfden raad' van miss Stalling uit haar
geest bannen. En ook met geen moge
lijkheid zichzelf er toe krijgen den brief
te schrijven. Hoe zou ik het kunnen
verdragen op een antwoord te waditen?
Hoe zou ik hot kunnen overleven als or
weken voorbij gingen em er geen antwoord
kwam
Zij had den heelen dag niets to doen;
do Jcundige staf van bedienden, onder het
toezicht van den bekwamen hofmeester,
door haar echtgenoot achtergelaten, or
ganiseerde liet leven van hot kasteel met
een aangename doelmatigheid; het maakte
geen verschil, voor wat ook, of zij er was
of niet; overal om zich heen zag zij men
schen, dio vlijtig oil rustig werkten, terwijl
zy hiots te doen had.
Miss Stalling zou haar komen opzoe
ken en zij zou miss Stalling oen bozoek
brengen en dat was alles in al do dagen.
Er waren zooveel monsehen, dio zij op
Ruzó do Boltegarde liad kunnen vragen,
maar zij schrok terug van hen allen; er
waren zooveel dingen, welke zij had kun
nen doen. mnar zij koorde zich van die
gen, fiet niet noodig zich tot do rbgeering
te wenden?
De Voorzitter: Wat bedoelt u met
de regeering?.
Do boer v. d. Kraan: De ministerraadl
Als dio zich -van den toestand op dio hoog
te stelt zal hem wel blijken, dat niet kan
worden gehandlnvfd.
De hoer Van Dorp wil gaaflne bot be
toog van den heer v. d. Kraam onderschrij
ven.
Ei' is reeds jaren over den arihoudba-
ren toestand daar ter plaatse gesproken,
die ^eer in het nadeel' vam onze ge
meente |is!
Nu onze gemoerde uitgegroeid is tot ©on
stad met boven do 50,090 inwoners,
zal' met Schiedam even goed rekening die
nen le worden gehouden als mot Rotter
dam, Maar oins gemeentebestuur krijgt nul
op het rekest, als jhet vraagt aak in liet
Êpoionvegvraagsluk gekend te worden.
He spoorbrug.
Do spoorbrug over do Schio levert moei
lijkheden pp vaar do bewoners aan de
overzijde van liet water. Deze beweren bet
recht te hebben van. die brug gobruik te
maken, maar van tijd tot tijd verbieden do
spoorwegen hon over do brug le laopen.
Het wordt meer dgrn tijd, dat anin den om-
houdbaren toestand daar oan einde komt.
Die brug levert bezwaar op voor het
scheepvaartverkeer; ten hvcede moot het
recht van! overgang over 'do brug verzekerd
worden voor wie aam de overzijde van
de Schie wonen. Die mensefhen verboeren
nu in het onzekere en worden genoodzaakt
een vaartuigje aan te schaffen. Maar wie
bij de bewoners aan de overzijde moeten
zijn, worden voor groote moeilijkheden ge
plaatst, als geen gobruik meer mag worden
gemaakt van de spoorbrug.
Spr. zou gaarne zien en het zeer op
prijs stellen, als aain den ongoliiaardon toe
stand een einde werd gemaakt.
Do Voorzitter: Mevrouw en mi)a-
hceren! 1 1
Geroep: De mevrouw is er niotl
Do Voorzitter: Hot vrouwelijk lid
bezoekt zoo geregeld de vergaderingen, dat
deze vergissing niet vreemd zal zijn!
De opmerking van do hoor on v. d. Kraan
en Van Dorp heeft reeds jaren lang ean
onderwerp van bespreking uitgemaakt.
Een onpleizlerigc positie.
De hoeren v. d. Kraan en Van Dorp
gaven uiting aan een gevoel van machte
loosheid, dat over ons komt, als we zien,
hoe alle pogingen om gewcnschte verbete
ringen aan te brongen,, telkens weer op
niets uidoopen, omdat ons de macht ont
breekt om aan onze wenschen kracht bij
te zetten. Inplaats van over de belan
gen van de steden, gelegen aan den spoor
weg AmsterdamBotterdam, wordt in hot
schrijven van de directie der Ned. Spoor
wegen alleen gesproken over die van Rot
terdam. Als met Rotterdam overeenstem
ming zal zijn verkregen, zullen de Nod.
Spoorwegen misschien met Schiedam
trachten een regeling te treffen.
Dat is niet pleizierig, maar deze hou
ding van do Ned. Spoorwegen is toch
wel te verklaren: Rotterdam is van grooto
beteeken's voor hot spoorwegverkeer.
Wij hebben het zelfde gevoel als de
heer v. d. Kraan en de raad, dat wij
afhankelijk zijn van de Ned. Spoorwegen.
En dat is-verdrietig!
B. en W. hebben er prijs opgesteld, het
geheel© dossier betreffende deze zaak over
te leggen, opdat het college althans niet
het verwijt kan treffen: Gij laat den raad
maar praten en doet niets om verbete
ring in den toestand te brengen.
In analogie met een bekende uitdruk
king kan gezegd wordenDo kwestie van
den overweg aan de Overschieschostraat
is een voorwerp van de aanhoudende zorg
van het gemeentebestuur van Schiedam I
Of we ons tot de regeering moeten
wenden? Die kwestie maakt de zaak nog
een beetje ingewikkelder.
We hebben ons tot den minister van
waterstaat gewend en u t diens antwoord
blijkt, dat de Raad van Toezicht zich met
het vraagstuk bezig houdt.
Wat moeten we aan de regeering vra
gen? Moeten we op meer spoed aandrin
gen? Dat is niet mogelijk! We zullen die
nen ai te wachten, wat de bemoeiingen
van den minister van waterstaat tot re
sultaat hebben. Eerlang zal in deze zaak
spr. zegt n'et: oen oplossing, maar
meer licht komen. Of dat yan gunstigen
of ongunstigen aard zal zijn, weet spr.
niet.
alle af.
Haar spiegel nam haar aandacht in bo-
slag, altijd koek zij naar do schaduwen
en do lijnen, de asoh in beur haar, do
dofheid in haar oogen.
Nog niet, maar woldra, weldra.
Zij was er toe gekomen, Magnus Farrij-
ner to verdragen; miss Stalling had haar
hiertoo gebracht. Zij ook begon te go! co
ven, dat zij hom wel mocht, hij had hot
voorkomen van onbewust zelfvertrouwen,
dat vrouwen, ondanks haar zelf aantreft;
hij was ook een aangenaam gezelschap,
eenvoudig on opmerkzaam, tegelijk hoog
beschaafd en zeer geestdriftig. Ilij scheen
al dio gezochte menschen to kennen, die
madame do Bellegarde „iedereen" noem
de en zij bevreemdde zich vagelijk (als
zij al aan hom dacht), waarom hij zoo
veel tijd doorbracht in het Ohoval Blano.
Miss Stalling verdedigde hem.
Hij verspilt niet één minuut van
zijn tijd, Ilij kan ook hard werken, hij
was een uitstekend soldaat jaren go-
leden.
Madame do Bollogardo stolde met ge
noeg belang in hem om dieper to gaan
dan zijn gelaatsuitdrukking, maar nadat
zij hem tweomaal had ontmoet in do spreek
kamer dor nonnon, en ooos aan do oevers
der rivier, vroeg zij hem op het kasteel
dq Ruy.ó do Bollogardo; dat niet te doen,
zou liem inderdaad eon zekora belangrijk
heid gegeven, hebben.
Zij deed do uitnoodiging terloops.
Misschien heeft u niet alles gezien?
Aan zich zelf te wijten.
Er is ook gesproken over den overgang
van dc spoorbrug, Maar daarover hebben
wij niets to zoggen. Wie aan de overzijde
yan Jiet water hebben gebouwd, hebben
er niet voor gezorgd, hun rechten veilig
te stellen. De Nod. Spoorwegen hebben de
terreinen naast den spoorweg aangekocht.
Menschen, die er zelf niet voor gezorgd
hebben, dat hun be-langon niet in de ver
drukking kwamen, hebben later alleen zich
zelf to beklagen!
De wijze, waarop de Ned. Spoorwegen
den laatslen tijd togen de bewoners van
de overzijde zijn opgetreden, was niet do
juiste. Op korten termijn „werd hen aan
gezegd, dat zij geen gebruik meer mochten
maken van de brug. Als burgemeester kon
spr. niet ingrijpen, maar hij heeft als bun
gervader zich de belangen van die men
schen aangetrokken en de Ned. Spoorwe
gen zijn spi'. zeer loyaal tegemoet 'gelre
den. Aan de betrokkenen is een lange
termijn gelaten om middelen te beramen,
waardoor voor hen de overtocht over dc
Schio mogelijk zou worden. Na 31. Decem
ber (930 zullen zij echter geen gebruik
meer mogen maken van do spoorbrug.
Hoe moeten die menschen uit de moei
lijkheden geraken? Spr. hoopt, dat dit ge
schieden zal door eigen kracht. Zij heb
ben aan do Ned. Spoorwegen gevraagd een
voetbrug langs de bestaande brug te mo
gen leggen, zonder kosten voor de spaer
wegen. Of dit toegestaan zal worden, weet
spr. niet. Maar als de Nod. Spoorwegen
den overgang over do brug beletten aan
de bewoners van de overzijde, kunnen wij
daar niets aan doen. De Ned. Spoorwe
gen hebben het gebruik van de brug door
particulieren verboden met het oog op het
grooto gevaar, dat dit oplevert. Het is
voorgekomen, dat oen eleotrische trein op
zeer korten afstand moest stoppen, om
dat iemand zich onvoorzichtig over do
brug begaf. Dat js op klaar lichten, dag
gebeurd. Als iemand bij avond zoo onvoor
zichtig was geweest, zou er zeker oen
ongeluk het gevolg van zijn geweest. Do
Ned. Spoorwegen moeten voor de veiligheid
zorgen van het treinverkeer en het is
de plicht van do directie do belangen van
de maatschappij te hehaitgcn.
Spr. adviseert een afwachtende houding
aan te nemen. Zoodra dit mogelijk is,
zullen over deze zaak den raad nadere
mededeel ngen worden gedaan.
Niet liet recht van den sterkste.
De heer K o o p m a n s wil een opmerking
maken over de uitdrukking van den voor
zitter, dat de bewoners van do overzijde
niet tijdig voor eigen belangen hebben
gezorgd. Dio voo-rstelhng acht spr. eenzijdig.
Do woningen aan de overzijde zijn mis
schien 6 maal zoo oud als do spoorbrug.
Niet het recht van den sterkste, mag hier
gelden, maar de billijkheid, 'moot betracht
worden. Die menschen verkecren m een
moeilijke positie en spr. zon hot op prijs
stellen als B. en \V. steun veileenen om
hen uit hun isolement te verlossen.
De heer y. {1- Kraan zegt, dat hot
advies van clerr voorzitter is: We moe
ten afwachten, hoo do zaak zal loopen.
Het kan mee- on togenloopcn! Maar Rot
terdam is bij de Nod. Spoorwegen num
mer één, Schiedam komt eerst in de tweede
plaats. Als de spoorwegen niet met Rot
terdam tot overeenstemming komen, blijft
de toestand hier zooals hij is. En als
er wel overeenstemming wordt bereikt, zal
er misschten ook met Schiedam gepraat
worden.
Spr. meent echter, dat wij voor onze
eigen gemeente te zorgen hebben en wij
niet kunnen afwachten, of de Nod, Spoor
wegen misschien met Rotterdam tot over
eenstemming komen, maar dat de raad
zich tot do rqgoering moet wenden.
Oude rechten?
De heer Van Dorp merkt op, dat dio
spoorbrug er een kleine 100 jaar mis
schien zoo iels als 89 jaar ligt. Voor
dien was er oen landelijk bruggetje over
de Schie. De gemeente zal wel eenig recht
op die brug gehad hebben en meegespro
ken hebben bij don aanleg van do spoor
brug. Zijn daaraan geen rechten meer te
ontleenen
Geen medezeggenschap.
De Voorzitter: De heer v. d. Kraan
wil, nu er nog geen antwoord is ontvangen
van den minister van waterstaat, dat we
ons zullen wenden tot de regoering. Maar
spr. acht liet befcer eerst af te wachten wat
Er is hocl veel te zien. Mijn echtgenoot
haalde een grooton omslag over de plaats
het is alles zijn work ik heb nooit
het gevoel alsof iels er van aan mij too*
behoorde, ik bob het alleen in bewaring
voor Frankrijk.
Zij zoido dit cdtijd wanneer zij sprak
van Ruzé de Bellegarde, hot scheen haar
toe de naakte rechtvaardigheid to zijn je
gens haar echtgenoot.
Ik veronderstel, zeido Farrijner, dat
een goed als dit iemand gevoel van be
stendigheid verwoest. Ik heb oen vrouw
gekend, dio een Palladio villa bezat op
de Brcnta. Zij had zulk een gevoel. Ik
geloof, dat zij nog al eenzaam was ook
een groot gooi cn boel bijzonder mooi
dan huwde zij opeens weer cn kreeg
twee jongens. Zij was ook niet heel jong
meer men zou haar nu nauwelijks
weer konnon.
De heimelijke liefde van madame de
Bellegarde knaagde aan haar hart; waar
om had hij dat gezegd?
Natuurlijk toeval zij moest zichzelf
harden tegen deze toovalligo pijlen van
het gesprek.
Maar j],° kinderen uit het tweedo
huwelijk erven niet moe, is het wel?,
vroeg zij lieel losjes, ca voordat hij kon
antwoorden, vervolgde zij: Waar zoudt u
heen willen gaan? Wat zoudt u graag wil
len zien?
U moet er beul van zijn het goed
te laten zien, antwoordde hij, mot een
plotselingen glimlach.
het schrijven aan den minister van water
staat zal opleveren.
Do kwestie van den overgang over do
spoorbrug is nu« niet aan de ordo. Op do
vraag van den hoer Van Dorp zal eerst
antwoord gegeven kunnen worden na ken
nisneming van de desbetreffende stukken
en hot inwinnen van oen juridisch advies.
Maar dit staal voor spr. vast, dat die
spoorbrug oen van de neteligste vraag
stukken is. Wij hebben over die brug geen
medezeggenschap en als spr. iels in deze
gedaan heeft, is dat niet goscbicd op
grond van bestaande rechten; liet oenige,
wat spr. kon doen, was een verzoek rich
ten tot do Ned. Spoorwegen, wat zij heb
ben ingewilligd.
Spr. adviseert nogmaals thans een af-
wachtendo houding aan te nemen on B. on
W. zullen nadere rncdedeelingcn doen,
zoodra dit mogelijk is.
Dienovereenkomstig wordt besloten; het
schrijven van B. en W. wordt voor kennis
geving aangenomen.
Wordt vervolgil
Wilde Kees,
door Truus Eijgenhuijsen. N.V.
G. B. v. Goor Zonen's Uitg. Mij.
Kees z'n ouders gaan op reis en hijzelf
gaat veertien dagen bij zijn tante Adèlo
logoeren. Nu is Koes een echte robbedoes
van eon een jongen, die graag eens katte-
kwaad uithaalt, hetgeen bij tante Adèlö,
die jn oen nogal stijve buurt woont, niet
doorgaat.
Alles hij elkaar genomen, valt de go-
dwongen logeerpartij erg mee, zoodat, als
vader en moeder terugkomen, Kees maar
noode afscheid noemt van tante, die bij
nadere kennismaking nog zoo kwaad niet
bleek te zijn.
Do sbjl is vlot en de jongens zullen
soms hartelijk lachen hij hot lezen. Pol
Dom voorzag liet boek van leuke platen.
Abélard en Héloise.. Uitgave N.
V. I tólla ml ia-Drukk e rij, Baarn.
Josef Cohen heeft niet alteen odn roman
ecner liefde, dooh tevens een historisch
verhaal in dit boek willen geven. Ongolwijt-
fc-ld js, hij in zijn pogen geslaagd en heeft
hij een historisch© roman samengesteld, die
meer is dan alleen maar een 'naar bot ver
leden verlegd verhaal. Do schrijver Snoeft
de historische aankloeding hier niet aLen
gebruikt om een molem verfraai nog aan
trekkelijker te kunnen maken en die a's
excuus vcior liet minder altedaagsoh gebeu
ren in dit bock moet gelden, doch hij
heeft getracht door te dringen in don geest
der middeleeuwen en bij beeft de liefdesge
schiedenis van Abólard en Héloiso en haar
tragisch einde door soberheid van zinnan en
eigermardigen rhylhmus in da juiste lijst
van haar iijl vcor onze oogen geschilderd
RECHTSZAKEN.
Ecu radio-octrooikwestie.
Ilct Ilaagsche Gerechtshof heeft arrest
gewezen in een procedure tusschon de Uuit-
sche Vennootschap Loewe Radio, G.m.b.II.,
«evosRgd te Berlijn-Steglilz, en de N.V.
Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Bij inleidende dagvaarding haid Loewe ge
vorderd nietigverklaring van het Neder-
landsch Octrooi no. 13345 d.d. 16 Mei 1925
verleend met reclit van voorrang v!an af 29
October 1913 wegens oen op dien dag in
de Ver. Staten van Noord-Amerika door Ir
ving Langmuir gedane octrooi-aanvrage
genummerd 797.985, van welk octrooi no,
13345 Philips houdster is en waarvan de
conclusie luidt:
„Inrichting voor het versterken van eleo
trische stroamen, waarbij do te versterken
stroomen worden gevoerd in de rooster-
keten van een ontladingstoestel, hierdoor
gekenmerkt, dat in do plaatketen daarvan
een niet-induct'.ove weerstand is gescha
keld, welke tevens in de roosterkoten van
een tweede electrisch ontladingstoestol is
aangebracht."
Loewe grondde deze vordering op de
stelling, dat genoemd octrooi is verleend
in strijd met do artt. 1, 2 en 3 der Octrooi-
wet, omdat de daarin omschreven inrich
ting niet nieuw zon zijn, althans niet
Ik ben van niets anders beu dan
van niets doen, antwoordde zij ironisch.
En toch kwam ik hier om niets te doen.
Kan u dat begrijpen?
Ja, dat zou ik kunnen als u dat
graag wilde., Hij glimlachte nog steeds.
Dat doo ik n:ot. liet is de moeite
niet waard. Ik veronderstel dat u hier ook
kwam om niets te doen?
Neen, dat deed ik niet, antwoordde
hij onverwachts. Ik kwam werkelijk hier
met een vast omschreven doel.
Vergeef het me. Zij lachte om den
plotselingen omst, waarmee hij gesproken
had. En waarheen zullen we gaan. De
galerijen zijn gesloten, maar ik kan zo
laten openen...
Ik zou liever naar de tuinen wil
len gaan het is een echte dag daar
voor, vindt u niet?
Ja, het is vandaag een gouden dag.
Ze stonden stil bij de gracht. De zwa
nen deden vreemd tussohon do stijve stee-
nen kaden, welke in meetkunstige vormen
waren aangelegd; zij deden denken aan
bloemen, getooid over wiskundige vraag
stukken; alles was oven hard en precies,
zuiver en streng; er was geen wolkjo
aan den hemd, die er droog en bleek
uitzag; de mooie gesmeed ijzeren figu
ren van krijgers op de spitsen der torentjes
stonden scherp zwart afgoteekend togen dit
bleeko blauw; de slingers on kransen van
vruchten en bloemen, waarmode do ven
sters rijkelijk versierd waren en die met
groote schoonheid waren gebeeldhouwd, de
octroicerbaar en zeker niet op het oogenblik
van de indiem'ng dor aanvrage liier to
lande hetzij 3 Maart 1921 of 4 April
1923 - welk oogenblik volgens Loewe
beslissend is, aangezien het Nederlandse!*»
octrooi niet zou tovoreenkomein met do-
Amerikaansche aanvrage, en op het toege
kende. recht van voorrang dus geen aan
spraak kan worden gemaakt, maar even
min, beoordeeld naar den datuim (lier aan
vrage, 29 October 1913.
Voor deze stelling Voerde Loewe aan;
dat reeds uit het Amerikaanscho 'Hrooi-
schrift no. 995.126 van Loo de Forest
uitgegeven 23 Juni 1911 bekend was een:
inrichting volgens de conclusie van octrooi
13345 met dit verschil, dat in den anode
kring slechts een transformator geschakeld
v/as, maar het voor een vakman vanzelf
sprekend was, dat in plaats Van den trans
formator elke andere koppeling gebruikt
kon worden en de Forest dan ook blijkens
het octrooisekrift reeds do mogelijkheid
had aangegeven om in plaats daarvan „any
other associating means" te gebruiken em
als zoodanig in aanmerking komen koppe
ling door een jnductieven en koppeling
door een nietinductieven weerstand.
Bovendien voerde Loewe aan, dat do
Forest in den 'tijd van do indiening van do
■oorspronkelijke aanvrage in Amerika, te
weten in den herfst van 1913 voor het In
stitute of Radio Engineers oen voordracht
heeft gehouden, openhaar gemaakt in „The
Electrician" van 21 November 1913 ca
later in 1914 met de daarop go-
volgde debatten, nog in het orgaan vaiï
dat instituut, waarin de verslcrkimgsscha-
keiaar reeds als wijd veibrcid gesignaleerd!
wordt en aangegeven wordt _gehcel over
eenkomstig de conclusie van het litigieuse
octrooi, alleen met dit verschil, dat do
koppeling, in plaats yan door een weer
stand, door een transformator geschiedt,
doch uitdrukkelijk gezegd wooxlf, dat het
schakelelemenl uil eeu eenvoudige spoel
kan bestaan en ook uit andere door Loewe
aangeliaalde plaatsen blijkt, dat de in oc
trooi 13345 beschreven inrichting, zelfs
gezien in het licht van den stand der tecih-
nielc in October 1913, geen nieuwe vinding
was.
Nadat Philips had toegegeven, dat do
geoctrooieerde inrichting tijdens de aan
vrage in Nederland piet ni-cuw meer was,
maar de overige stellingen vap Loewe
had bestreden, heeft do rechtbank bij tus-
schenvonnis deskundigen benoemd, aan wie
een aantal vragen werd voorgelegd, terwijl
Loewe werd toegelaten door gotuigen te
bewijzen, dat bedoelde voordracht-,van de
Forest en de daarop gehouden debattdat
zijn gehouden voor 29 October 1913.
Dn deskundigen kwamen in hun rapport
tot de conclusie: lo. dat de uitvinding,
waarvoor liet Nederlandse!)© octrooi 13345
is verleend, terug js te vindon in de Amo-
rilcaansche octrooi-aanvrage Serial Num
ber 797,985 van Irving Langmuir van 29
October 1913; 2o. dat bedoelde uitvin
ding op 29 October 1913 niet reeds van
voldoende bekendheid was, om door een
deskundige te kunnen warden toegepast;
3o. dat niet een gólijfco uitvinding als
deze is beschreven jn het Amerikaanscha
octrooischrift no. .995.l'26, in druk uitge
geven op 23 Juni 1911; 4r dat niet ècö
beschrijving van bedoelde uitvinding reedis
is gegeven in de voordracht door de Forest
gehouden en in de op deze voordracht ge
volgde debatten.
In haar vonnis vain 16 April 1929 heeft
de rechtbank ten aanzien van de eerstal
conclusie zich vereenïgd met het oordeel
der deskundigen op de daarvoor door hen
aangevoerde gronden, waaronder deze, dat
waar in de aanvrage van Langmuir van
een „resistance" wordt gesproken, zondoö
twijfel een niet-inductieve weerstand is be
doeld-
Voorts overwoog de rechtbank, dat do
beantwoording van de vraag, waarop de
vierde conclusie betrekking heeft, haar be
lang heeft verloren, daar L'oewe het op
gelegde bewijs omtrent den datum Van dia
voordracht niet had geleverd.
sierlijke balcons, wierpen scherpe schar
duwen; diepe schaduwen, vertoonden zich
ook onder den langen zuilengang die om
het bolplein heenliep en hot huis steun
de; de uitwerking er van was dor en
streng; madame de Bellegarde, zoo groot
on elegant, leek in haar zacht kleed met
parasol, waarvan de zijden blaadjes wap
perden. etherisch tegen al deze hoeken,
rechte lijnen en vlakten.
Iloudt u daar werkelijk van? vroeg
Farrijner.
liet is volmaakt in zijn soort, ant
woordde zij. Ja, ik houd er van maai
het is een leeg toonecl, vindt u niot?
Het hoeft spelers en loven noodig...
En toen zij sprak, dacht zij zoo sterk
aan Timothy Cariess, dat het liaar voor
kwam, alsof haar metgezel haar gedachte
moest lezen, en zij voegde er snel aan
toe
Veel menschen houden er niet van
zij geven do voorkeur aan ruïnes
een beetjo wanorde en verval.
In de stilte van den namiddag weer
klonken hun stappen door don zuilengang;
zij leidde hom binnen door de groote mid
dendeur, langs een vestibule, behaag en
met tapijten van indigo-blauw on zwart-
mot-groen en weer naar buiten langs den
goplavoiden weg over de gracht, want aan
aan do achtorzijdo verrees Ruzó de Belio-
garde steil uit liet donkere en stille water.
(Wordt vervolgd
BEE
MIHIMBEBB—MBB—MWMO—BMBMM—