s m ij- 25 :ent per pakje wordt goedkooper, lÉf? kost vanat 1 Januari 1931 nog slechts Wat 1931 zal brengen? het zelfwerkend Waschmiddef* A''l b\J/" DE PAGODE. Bij de waarzegster. (Van eon bijzomïerea medewerker Ach, mijn •vrienden, waar zijn <lo tijdoi heen dat wij ons door Sienije Plok, die overigens in water en vuur deed, do kaart .lieten leggen of do hand lieten lezon? Dat wij met een angstig hart hoorden„d'r leit oen kruis op uw es huis!" „Uwos gaat de reis op!" óf „Pas op aoor een zwarte vrouw 1" De belangwekkendste lev ens vla gen werden door haar beantwoord in óeti zinnetje, dat ah» duidelijkheid alles, inair aan dmsteiheid mets to wensthen over hel. We hielden den adem 111 als zij haar gerimpeld ouue-VTotnmige/irht hoog over het onhedspeltend laagje koffie-dik en ous daarna de wonderlijkste zegeningon of on zaligste rampen voorspelde Dat waren goede tijdenGedenken wij Sienljo Plak, haar kaarten, luiar koffie dik en zwarten Liter in 1 efde, alsmede haar billijk tarief. Voor vijftig centen had je do waarheid i z je toekomst op zak. 'i Is an Iers om met Speenhof! te spreken. Nu morgen aan den dag 1931 z'n glorieuse entree maakt, voelde tk dat een blik in de toekomst, een g-eep rut datgene wat het komend jaar ons brengen gaat, u n et mocht morden onthouden. Staar Sienije is reeds ,ang van dit ondor- maansche verdwenen. Ik moest my tot een ander adres wenden én ik dééd het Ik moet zeggen, hij S'entjo Plak ging alles veel gemoede'ijker toe Jo hoefde je bezoek van te voren 11.et aan to kondigen, je gaf alleen maar een flinke por tegen de deur van h,iar nederige woning en ze deed jo in eigen persoon open „Foete feige, hour!" kreeg je naar je hoofd ge slingerd, „ine gang is net gedaan!" En na?! Ik had er al zoo'n idee van, dat het niet gemakkelijk zou gaan en dus had ik aan Madame do 1'Ave-Nir een keing epis teltje gepend, waarm ik haar verzodit wel zoo goed te willen zijn mij een onder houd toe te staan, tevens zette ik uit een waarom ik haar wilde spreken Drie dagen wachtte ik op antwoomd. Ein delijk kwam het: een keurig getypt bnefje, onderteekend door den secretaris: Madame de l'Ave-N'ir had gelegenheid mij op die en dien dag tusschen 11 en 12 nrn. te ontvangen. Er gng een tarieflijstje bij. dat mij de haren ten berge deed rijzen. Een pnjs dat die dame durfde te vragen! Maar tenslotte was de redactie er toch aansprakelijk voor en ik antwoordde, dus, dat ik met de zaak accoord ging, al achtte ik 11 h 12 n.m. wel 'n beetje "n zonderling tijdstip Tot dat uur heb ik geen leven meer gehad. Hoè ik mijn dagen doorbracht, mag Joost weten, ik herinner mij dat ik out zettend tegen bet bezoek opzag. Mijn ze nuwen werden mij te machtig Ik slikte liters Hof?maun-druppels, verwerkte voor raden aspirine vergeefs. Toen de bewuste avond aanbrak, was ik eem zenuw-onsis nabij cn al trachtte ik mij zelf ook te kahnecren: „wat kan het je schelen 1" en „die juffrouw zal je toch met opeten 1" het hielp allemaal niks Madame de l'Ave- Nir had mij er 011 Ier ik zou haar uit spraken devoot en vol ontzag aanhooren. Anderhalf mix verdeed ik aan m'n toi let. Jo kon toch maar met zooals je reilde en zeilde bg een dergelijk gewieh tig personage op bezoek gaan. M'n das wou natuurlijk nrt zitten, m'n veters bra ken stok voor stuk. Bij het scheren sneed ik me, ondanks de safety.. Konow: de eene ramp volgde op de audere. Wan loop maakte zich van mrj meester en ik kwam eerst tot ru»t, toen ik klokslag 11 uur stil hield voor het deftige hccren huis waar Madame de l'Ave-Nir resideerde. „Hoe laat terugkomen?" vroeg de chauf feur. „Twaalf uur," zei ik «1 ik voegde er pessimistisch aan toe: .„neem maar een brancard mee." „Best, meneer I" Be belde. Wat 'n moed! Wat een moed! Een huisknecht met eea gezicht zoo uitge streken als de schoono wasch, deed mij open. „Is Madame..." begon ik; hij viel me 5n de rede. „Madame, verwacht u, wilt u mij vol gen Zwijgend, diep onder desa indruk, schreed ik achter hem aan over de lange dikke Smyrna looper. Do trap op, een pradi '4 £Bv-rt ij Door MAUJUK1B UJVVEN. Geautoriseerd© vertaling ud bet Engelsch door C. E. GUYE. 28) Zij zaten op het warme gras tusschen de Pagode en het water; Magnus Farry- ner verlangd© naar ©en van die steenen tafels, zooals Lodewijk XV heeft achter gelaten m het Bosch van Fontainebleau voor do „jachthalto's", maar zelfs met liet witte laken op het grasveld, het fonke lend© glas- on zilverwerk, het fijne eten, de bodauwdo vruchten en een grootomand buitenlandscb© bloemen, welke ma'lame do Bellegarde in het middelpunt van den maai!- tijd had gestrooid, geleek liet een „fêto champêtre", in een van de voorname, oude parken, in de voorname dagen van wel eer, met horens en fluiten, dio door de hoornen weerklonken, die zich zoo hoog en stil verhieven naar de azuurblauwe hemelen en den zachten zonneschijn, gloeiend© op bloemen en wijn, satijn en diamanten m. de gouden stilte van een jtwoelo rust in een midzomer namiddag. Maar dit was geen midzomer, maar büna herfst; zelfs in deze zachte stilto zweef den do bladeren hier on daar langzaam jaar beneion on liet riet in het moer woa bruin en droog. Mrukmo da BeUegarde pikte enkoio van !'gc, gebeeldhouwde trap, weer een gang Het licht was gedempt, werd hoe langer hoe gedempter. Ik struikelde over een of ander voorwerp. „Dat zijn Madame's schoentjes", verze kerde de onverstoorbare plechtig. „0", zei ik stupide, terwijl ik opkrab belde. Dan opende iuj ergens een deur. Ik be vond mg Uiteen in een duister rei trek Waar was ik? Wat beteekemle dit a as- maal? Ik koesterde op slag een onn!i»pro- kelijk heimwee naar Siontjo Plil met d'r vettige kaarten, gebloemde vers'eten pan toffels, tandeloozen mond, zwarten kater en h<4 hcht van liaar walmend petroleum lamp; t 'entje, Sientje smeekte ik in stilte 4a mij bij in deze moeilijke ure. Eensklaps: in een hoek van de kamer liegon het te schemeren, het werd lichter, al lichter en langzaam ontdekte ik hoe, omstraald door een mysterieus blauw schijn sel, daar een vtouw zat: statig en vara een onvergelijkelijk© schoonheid. „Om je te intunideeron, boerenbedrog! bincht ik mijzelf bij. liet was alles heel makkelijk gezegd. U had daar zélf maar 's moeten staan tegenover zoo'n nieuw bak ken orakel van Delphi." „Ahum urn!" poogde ik de aandacht die bladeren op, welke op haar rok vie len en wierp ze ter zijde, haar japon was van dof rose kleur en haar groote hoed hield haar gelaat in een diepe sclni- duw; aan haar zijde sinep do gij ze jacht hond, een reepje zilver; miss Shilling zat aan de andere zijde vaal den hond op een stapel kussens, en naast haar do twee mannen. Robot etta Saxsfield bevond zich op een kleinen afstand van hen allen; haar rug was naar het water gekeerd en do zon bescheen haar, terwijl do scha duwen van do buitenste boome-n van het woud zacht om hen been speelden. Zij droeg haar strenge, fr-sch blauw groene linnen jurk en een grooten hoed van ruw stroo; er was iets andoorgran- delijks in haar eenvoud, iets onpeilbaars te trekken. Maar ze gaf geen antwoord Hoe huig du unie vleze marteling9 Ik weet het met, ik had allo begrip van tijd en ruimte verloren ik zag alloen maar daar röi dien heldenden enkel do vtouw zitten, die slraks de geheimen van 1931 voor mi] zou ontsluieren Uren gingen voorbij, eeuwigheden vervlogen zij zat eri ik stond En er zijn tenslotte grenzen' Al mijn moed b.joori garend bracht ik er tenslotte toch één zinnetje uit: „Juffrouw, is 'r luer geen stoel over?" Hetgeen een héél behoorlijke vraag is, maar 'het mirakel pardon! orakel, weigerde er op in te gaan. Het eenigo suc ces wat ik oogstte, was dat ©en zilveren vrouwenstem zong: „Welkom vreemdeling, zeg mij wat u tot mij voert. Ik zal u helpen in uwe nood on en de diepste tevensmystenen voor u ont sluieren". Hè—hè, we waren d'r, en dat zette mij tenminste op mijn gemak. „Kijk 's juffrouw de 1' Ave „Madame do 1' AveNir", onderbrak zij mij „Ook goed! Ik zou graag een en ander over het komend jaar van u hooren. Be grijpt U?" m haar klaarblijkelijke bWieid. Madame de Bellegardo uacht: „Zij, die geen reden beeft om verheugd te zijn, is meer edit blij dan ik, dio zooveel re denen heb zelfs Timothy kan mij niet zoo gelukkig maken als zij vandaag is over dit eenvoudig genoegen. Waarom? -Omdat zjj achttien jaar is, en ik... Zij kreeg een zwak gevoel van onwer- keiyishoid, allee schoen kfaardor en hel derder dan in liet leven; doch hot was niet het leven zooate eon schilderij, ge schilderd in atralondo kleurou, moor ver blindend dan het oog gewoonlijk in do natuur opmeikt, maar toch een schilderij; zij keek naar Timothy (Auless, hooi lijk m zijn bovalliglMJ.d, zijn bekoorlijkheid, met zyn gretigen geest, zijn vlugge blik ken, zijn levendige woorden; zij gaf harts tochtelijk too aan liaar liefde voor hem, maar met een gevoel alsof liaar verrukking, haar genoegen, haar liefde wenl gedempt tot de nevelige eKlase van een droom. Zoowel Magnus Farryner als miss Stal ling schenen ver weg was het om dat zij in hun gedaohlon waren verzonken zooals zij in de hare? En het meisje ook scheen geen per soonlijkheid te hebbenai'een een sym bool te zijn van liefelijk go uk, zooals zij daar zat, met appelen m liaar schoot, en haar zonderlinge japon, welker kleur zoo veel had van «Ho van het stille, ver'ia- tcn water achter liaar bekoorlijke gedaante. Het gesprek gl pte heen en weer van den een ©aar den ander als een onacht zaam opgevangen speelballetje; madame de Bellegardo kon zich later nooit meer her inneren waarover zij hadden gepraat, ja, op het oogonblik zelf wist zij het nau welijks. Miss Stalling opperde dat zij naar het bosch zouden gaan, maar op eon trage cn langzamo wij zo staldou zij dit genoe gen uit; ook gaf madam© do Bellegardo er niet om weer hot paviljoen van bin nen to zien, deze rondo, ledige kamers, de verlaten wenteltrap en van den koe pel dat uitgestrekte en droefgeestige verge zicht van bosch na bosdh, Amboiso, Clu* teurenault, Blois, Suduio cn Moultichard. Thans vertelde Magnus Furryuor hun hot beloofde voihaal, oen woikehjke geschie denis van Chauteloup, zoide hij, en een, „Ik ben geen zwakzinnige, o vreemde ling!" „Kou, da's prettig 1 Daar ben ik echt mee in m'n schik. In het begin, dacht ik. Enfin, doet er met, wat of ik dacht We kunnen nou tenminste met elkaar praten" .Traag mij en ik zal u de waarheid zeggen" ,,'lja, dat is héél moeilijk, waar moet ik mee beginnen, zooals do schilder zei toen... ja^ non ik het toch ©ver een scliilder bob- hoe zit het nou eigenlijk met d.e valsche van Goghs." „Zijn valseh, stuk aarde bewoner. Er zal tevens ontdekt worden, dat Rembrandt nooit geleefd heeft en dat dus ook alle Rem- brandts valsch zijn. 23 critici zullen zich uit ellende ophangen...." „Da's rustig en wat de binnenlandsche..." „Wat de binnenlandsche aangelegenheden betreft zie ik.o versclinkfee'ijk!ik zie een man met een baard op een troon zitten.... z'n naam? Dat weet ik niet, maar naast hem slaat een glaasje water, van tijd tot tijd doet hij een knieval...!,. 1" „Vijnkoop!" riep ik uit. „Riks wijn, wïler," ging Madame de 1'Ave Nir verder. „Do nationale vlag is vervangen door een andere met de em- Oude Jaar. Champagne in 'fc glas era liet glas in de hand, En dan, bjy de laatste der slagen, „Gelukkig Nieuwjaar" aan elkander ge- wenscht, Aan ouders, aan vrienden, aan magen. Het jaar is voorbij, met zijn lastdn en lood, Zijn vreugde, zijn droefheid, zaju slagen.,. Wat 't Nieuwe ons brengen zal, weten we niet, iY\él zullen wo weten te dragen... Geluk kan hot hrenge.1, maar tegenspoed ook, iWie durft er voorspellingen wagon? Toch', opgewekt, lustig en vol goeden moed, iOins motto zij„Nimmer versagen". Het zonnetje glimlacht niet iederen dag, Er komen ook donkere dagen: Dat Liefde en Wijsheid, dat Schoonheid 'en Kracht lOns steunen, ons stutten, ons schragen Het jaar is voorbij., het nam dierbaren mee Wij buigen ons lioofd, zonder vragen, Wij weten het rallen: Zij gingen slechts vóó'1 iWij moeten berusten, niet klagen. De bruisende wijn in het fonk'lendo glas, Maarmeo juist een toast weid godagen, Die zij hel symbool van liet komende jaar: Champagne: „Voorspoedige dagen". ELAND. welke hem erg goed was bevallen, zóó goed, dat hij zich had vermaakt met hot schrijven van een roman er over en met liet schetsen, in pastel en waterverf, van de tooneelen in het verhaal. Madame do Bellegardo nam hem nauwkeurig op; er was iets in dezen donkeren, zwaren en knappen man dat wees op fantasie; hij leek eerder iemand, wiens loven in bo- sliste handeling werd doorgebracht. Zie hier do geschiedenis, welke hij ver telde in langzame en zorgvuldige woor den, alsof hij zocht naar de nauwkeurige beschrijving van iets dat hij zelf had ge zien; hij noemde het do geschiedenis van „de Pagode van Chanteloup", en terwijl luj vertelde, keken alten van tijd tot tijd naar het sierlijke, vorlorcn gebouw, dat achter hen oprees, hij den ingang van het Bosch van Amboiso, Er zijn velo onverklaarbare dingen in dit verhaal, zeide hij, en veel dat ik wel kon, maar niet wil uitleggen, hot aan ieder uwer overlatende het op uw eigen wijzo to vertolken. En ik wil wedden, dat elk van u, indien ik er na hot einde om vroeg, ©on verschillende betceketnis ©r aan zou hechten. Wel aan, de geschiedenis begint ik mag wel zeggen vreemd, te Dublin, en in ©cm armoedige straat, waarin een onaaiuionlyk winkeltje staat, waar zeep en kaarsen on gedroogde waren warden verkocht. Het verhaal speelt omstreeks 1730 en ge moet u do strook, do staal en don winkel als zeer at moedig voorstellen. blernen sikkel en hamer. Liebermann 1 kan dat? wordt minister van f.nanuen en alle hypotheek- en spaarbanken staats eigendom. 24 moorden zullen plaats vin den, alle daders worden ontdekt!" „Nee," viel ik haar ia de rode, „hoor 's, juffrouw..,.." „Madkmei" „Goed, Madame dan! U moet me niet voor den gek houden! Wijnkoop op den troon, desnööds' Maar alle moordenaars onldekl, dót bestaat met!" „Spreek mij niet tegen 1 Wat ik z.e, is waar! De belastingen worden afgeschaft en ds. Kersten wordt voorzitter vain hertj Olympisch Comité! Postvluchten naar Incite komen. 3 X daags voor. Panne bestaat niet! meer. De pers zal wat de spoit aan gaat de Technische Oommissie de hand boven het hoofd houden. Bij de eerstvol gende Olympische Spelen wint Holland klle# eerste prijzen „Da's pas in 1932," waagde ik. „U bent 'n tik.j0 voorbarig!" „Dat behoort bij mijn boroep, o pers muskiet! In de herfst van 1931 zal oenj nieuwe oorlog op het punt staan uit to breken, dewelke echter door den Volken bond voorkomen wordt. Vijandelijke gene raals zullen samen eenigo flesschen cham pagne ledigen op het geluk van do vrede. Aman Oellali wordt weer koning van Af ghanistan en zal zich een harem aanschaf fen. Nobüé ontdekt voor de zooveelstd maal de Zuidpool en d'r komt niets vara m de kranten, Mussolini zal zich m een zaamheid afzonderen en de Italiaanscha koning wordt weer koning. Eén van de vela nog levend© dochters van den Czaar vt-ordfi heersclteres over Rusland en Stalm mag d'r sleep vasthouden... de werelds zal „Wat zal de wereld....?" drong ik aan, maar het werd plotseling donker. Het ora kel was verdwenen. Achter mij ging een deur open. „De trjd is om!" zei een plechtige stom', „Hora est! Hier is de nota!" Ik betaalde met een bloedend hort, Buiten stond een wagen van die Eerstol Hulp, Ik deed net of ik van niets wist leng liep een blokje om. Vervolgens maakte ik! mijn verslag, dat zoo het al niet veel ge loofwaardigs, toch zeer veel nieuws bevat. JAN R. TH. CAMPERT. (Nadruk verboden.) Hij werd gehouden door een man eu zijn vrouw en ©en dochter, mot name O'Sullivan, en do (naam van hot meisje was Delia, of misschien noem ik haar maar zoo het lijkt goen lersoho naam, maar voor mij is het altijd Da! ia geweest. Dcz© menschen leefden min o£ meer in ellende, maar met eesra zeker fatsoen, en liet meisje was aardig en levendig. Op zekeren dag gebeurde er oen ongeluk in deze nauwo straat; een paard ging op hol, een rijtuig weid omver gewoipen en een dame, welke daarin zat, word over den drempel van het winkeltje geslingerd. Ik weet niet. welko verwarring daaruit voortkwam, maar do dam© was te zeer gekwetst om verplaatst te 'worden en lag wekenlang ziek in do mooiste kamer boven den winkelhet was een Franscho en zij sprak we'mig Engelsch en heelemaal niets van het dialect dor stad en do 0'Sullivan's hebten nooit goed geweten wie zij was, hoe zij in Dublin verzeild geraakte en waarom liaar vrienden haar met, toen zij herstelde, kwamen halon. Zij was oen dame van hoogo go- boorto en zij werd opgezocht door men schen van do groote worohï, die do O'Sul- livan's goed betaalden voor hun zorgen. In het bijzonder word zy bezocht door één heer, di© steeds voorzichtig een nu'krad droeg en altijd kwam en ging iu oon ge sloten draagstoel. (Wordt vervolgd). A Hallo! ■TTll? «is; *4 V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6