VACANTIE
En hebbcai in je even
(Al veel voor je verricht
I
Je draagt z'e ,alaïi de Manden
[En mist etf graag! niet één,
Ook geef j'er geen aan iemand
Era opgenblik te leen.
iWie kan mij i u vl l zegden,
i Hoe 't tiental tochl wel heet?
[Zou eir wel iemand weaen
Die dht nu nog niet weet?
p. 'Welk omgekeerd viervoetig dier j| alti
dwaas
4 Vul de rijmwoorden in:
Op eens piept daar aer muis'
Verschrikt: 'tls liier niet
Daar bomt een dikke kat,
Och, och, wat sclhrik is
'k Geloof, dat ik hem folp
En m' in mijln hol Ver
Het muisje maakt nu beenen
En is heel vlug ver
(Nadruk Verheden).
dooï
C. E. DE LILLE HOGERWAARID. 1
Ho a het ia vaOaotie!
2 es weken niet naar School I
|Vc gaan nu fijn naar Duiten!,
En maken pret en jool.
Gaan zwommen, Wand'ldni, fietsen,
i 'Ravotten op de hei.
De schoolden lijft gesloten,
'Daarom zijn wliji zooi hlij.
[En als [het regent, lezen
■We graag een mooi verhaal'.
Soms Loen we leuke Spellen,
Of zfingen w'allemaal.
Ho oral Het is v'acantio!
Zes vehen. IS 'tniet lang?
|Z< lijkt 'tons, maar is éénmaal
De pret goed aan den gang,
Di£ Vliegen dagen, weken,
Ving, veel te vlug Voorbij'.
'kZou vast wel Willen houden
Die dagen op de hei.
W'o blijVen, niet lang slapen,
Want 't Zonnetje dat lacht,
Wat hadden wij* op liaan todhi
Al vrees'lijk lang gewacht.
Hoera! Het is Vacantie!
De Zon en wijl Zij'n Wij'.
Zeg, zullen we nie mnpp'ren,
Als 'tregent op do hei?
Want zlijn wij dan verdrietig,
Of zelfs uit ons humeur,
Dan vlucht in huis do zon ook,
Verdwijnt fluks door do deur.
W kunnen donfc're wolken
Wél missen hij ons thuis
Er hitt're moplporkoekjes
Heeft moes niet graag in Muis
1. ra Het is v'aclaniie!
De hoeken aan den kalnt,
,W zingen, springen vroolijld,
De tasch nog in de hand
(Nadruk verboden).
i
1
i