k_] SCHIEDAMSCHE COURANT j~?
Een wonderlijk avontuur.
Op den zolder
VAN DE
No. 29 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 18 JULI 1931
(Vervolg en slot).
Nu Avaren de eenden niet langer bajng en om
ringden liet 'bootje en keken aiieuwsgierig naatr
de wonderlijke passagiers.
Het clowntje viel algemeen in den smaak Hij
maalde leuke kunsten vóór bet eendengezelscjhap
nu eens ging hij op z/ijln jioiofd staan, dam weer
spirong bij lioicxg in do lucht en baileidö eu plaar
keer om, voordat Wij weetf, in liet bootje toredMt
kwam. Idl'j tooivarde stukjes bropd van onder de
eenden vleugels vandaan ein nog no|oj.t ihlad brojod
bun zoo heerlijk gesmaakt.
De eenden snaterden bet uit. Vani opgewondcsn-
beid sloegen ze met de vleugels oipi en neer en
maakten buiginkjes eni liet cloAvntje te bedanken
Ook de viscbjes, die nieuwsgierig naar bomen
Avptren gezkvomlnen, vermaakten zich buitengoAvoiojn
en voerden vian Hijldsch'ap' allerlei dolle sjpiroin-
getjes in de luobt uit.
Het harlekijntje liad er met een bom! gezicht
bij1 geZeten. Eigenlijk was Wij een beetje j.ioersdh
opi dat vti'oiolijko clowntje, dat Zoo in den smaak
v'ie). Niemand lette meer op Wicm. Iïijl was geheel
v'ergeten.
En toen, midden in de plret, trok Mijl é|p| eens
een leelij'k geZiobt en schreeuwde heel hard: oei
...oe„ ...oe,.,." Meteen pokte Mij een Mein eendje
b'eet, gal Met een bardon klap en gooide het 'ver
schrikte diertje lioog in de lucht, zoodat het met
een vtreeselijken plons in Wet water terug viel en
zich erg bezeerde.
„Eeehjko deugniet)... gemeenc Vent--. valsch
aard-.., mispuntZcfoi fanateirden de 'verant-
waardigde eenden door elkaar.
En al sol ze bet afgesproken hadden, sLolvten ze
op eons allen tegelijk op Mem al, pakten Mem
Meet, iTokken Mem uit Met boel je en pardoes viel
Mij Met water in en daar Mij niet Zwemmen kom,
'zakte Mij als oen baksteen naai' beneden.
O, wat was dat water nat...... pa wat M'ad-dat
MaTlekijntjo een spijt» dat Mij zoo lonaia.rdig ge
weest was. Hij zakteen zakteen kwam ein
delijk op den Modem van den vijver terecht tus-
schen de waterplanten.
Dat snel nogal mee Hij Zat daar libel gemak
kelijk, raakte aan de nattigheid gewoon en vpltid
Met daar Moneden nog zooi kwaad niet.
Do visseh'en waren vian sichrik eerst allemaal
weggestoven en Mieven uit d everte naar Mem
Kijken. De visohjos, dio Moven geweest waren en
gezien Wadden, Moe stout Mij geweest wW, hadden
bet aan de anderen verteld ati nu- Avaron ze na-
tuurljk allemaal bang voor Mem.
Dat vond >Met harlekijntje Medetnaal niet piret-
tig en Mj zei: j
„Ad- lieve vischjeS, komen jullie maar gerust
dichterbij". Ik heb er oigo spijt van m zal liet
MeuscM nooit meer doen. Ik kan net Zulke mooie
kunstjes maken als het clowntje daar boivten en ik
wil dal nu. dadelijk Voor jullie doen". En bij ging
alvast op! Zijn hoofd staan.
Eerst vertrouwden do visschlen bet niet recht,
maaT ze worden toch zoo nieuwsgierig, dail ze
bun angst vergaten en voerziohtig madeabij
zwommen,
Toen sprong bet M'arlekijMtjo dpi en buitelde dm
en maalde zulke grappige zwembewegingen, dat de
vissollen met [hun staartjes sloegen van plezier
En ook bij tooverde stukjes broiod uit bun vin
nen. Zulk lekker brood sadden zie nog nooit
gegeten en bij de kleine viscbjes toovierda ihlij een
scbubjo rood of blauw of groen ,ott geel, net zooails
Ze zelf gekozen Wadden en toen waren de vissollen
zoo met hem ingenomen, dat«ze Meim vroegen, bij
ben te Kijivlen wonen. Dat wilde bij grajag ent Mij
deed nooit meer stoute dingen.
Het clowntje bleef bij de eenden boVen.
Soms kwamen ze allen bij elkaar opi beddek:
do vissdien met bet harlekijntje bij de eenden en
het dawntje. En dan was er oen groette voor
stelling en hadden allen Veel plezier.
En als er iets bizonders gebeurd is, dan laven
fe|a daar allen in dien 'Vijver nog gezellig bij
elkaar. 1
HETTY BORE'k
(Nadruk verbóden).
dopr i
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Opi den Zolder 'vjaa een groote villa was 'het
(midden in den nacht een gekraak en een geritsel
Mntocli waren M'et ditmaal geen ratten' of
inaizen, dio uit bun vefbolrgen Molletje jo violor
schijn kwamen -om bij Met heldere lidht der maan
oen rondedansje te doen of krijgertje te spelen.
liet gekraak en geritsel begon in een hoek
van den zolder, waar een waschmand slond, die
blijkbaar niet tevreden was met Maar lot en Maar
nood klaagde aan haar buurman, odn groeien
koffer. i i
„Niet ieder hoeft Met Zoiot gemakbelijk als jij",
Zei ze jaloersdh. „Dat Ztaiat maar onbeweeglijk,
tof, jo éénmaal in Met jaar volgepropt wordt voor
de een of andere groote reis".
,1%en je soms wjjen beweren, dat ik niet nut
tig was?" liet nu do koffer gebelgd Moeren. „Als
'jo n'iet zoo dom was, zon jo aan d|a (vele letiketten
je Zou ze ook ridderorden kunnen noemen
waarmede ik bep'akt ben, kunnen zien, dat ik
verre reizen gemaakt heb en niet mijin loven ver-
KINDER-BLAD