4
CONTRACT-BRIDGE
P5
M
L
t
-§
a
4 vrouw 8.3.2.
m
H
I
I
f!
Raadselhoekje,
■s
Het hoe en waarom van bie
den en spelen, toegelicht met
in de praktijk gespeelde spellen
door R N. HAREMAKER
Correspondentie over deze rubriek te richten aan het Bureau
van ons blad met duidelijke vermelding: Contract-Bridge
II.
Oplossing van de opgaven
1. L. speelt sans atout; de schoppen- tón
Haverkleuren zijn afgespoeldruiten is nog
niet gespeeld; V. voet uit den loop van
het spel, dat A. hartenaas en oen klei ritje
heeft L. nog twee kleine barton; V. is
aan slag en wanneer VA nog twee slagen
maken, zal L. zijn spel verliezen.
V. heeft nog harten 5 en ruitenvrouw 7.
6.3; B. heeft neg hartenheer en 10 en
ruitenaas 9.4. Hoe moet V spelen en zich
den verderen loop van het spel denken?
V. moet het volgende overwegen:
Het aantrekken van een nog niet ge
speelde kleur, doet heel dikwijls een slag
verleren gaan. In geval L'. nog drie ruiten
slagen zou maken, is hot spel gewonnen;
aangezien V. zelf ruitenvromv heeft, is dit
maken van drie ruitonslagen deor L. een
vraag te ekenV. moet trachten de vrouw
te maken.
L. bc-od sans, derhalve zal hij iets in rui
ten hebben; hij" trok het zcif niet aan, dus
had hij liever, dat de tegenpartij dit doet
V. moet nu rekenen op heer, boer, derde
of op heer, 10, derde van ruiten bij L.;
zou L, minder hebben, zoo kan hij zéker
geen drie ruitenslagen maken. Ingeval L.
heer, boer, derde heeft, zal liij bij het
aantrekken van ruiten door V., al dadelijk
drie ruitenslagen maken; heeft L hoer, 10,
derde, dan zal L'. bij het spelen van rui
ten door V. van den blinde uit een kleine
ruilen inzetten en zal L. den boer van A.
„vangen", waarop L. ruiten door zal spe
len en zal snijden op aas 9 in den blinde,
wat hij' moet doen om de kans te krijgen
het spel nog te winnen (zou A den boer
niet inzetten, dan zou Lt al dadelijk de 10
maken en daarna aas on heer).
V. mag dus geen ruiten aantrekken; ook
al zou A. ruitenheer hebben, zoodat het
spel töch down zou zijn, zoo is het, hij
niet spelen van ruiten, méér down.
V. moet dus harten spelen, iu de over
tuiging, dat A. zich ook niet zal laten ver
leiden ruiten te spelen, na hartenaas ge
maakt te hebben, doch harten na zal trek
ken, waardoor L. in den blinde min slag
komt en nu zelf ruiten aan moet trekken.
Het spel word op deze wijze gespoeld en
het blocik! dat L'. heer, boer, klein dorde
van ruiten had, zoodat V. do vrouw nog
maakte en het spel daardoor verloren werd.
2. Het bieden van het oirïdorvolgcndo
spel is als volgt verloopenA. (gever) past
L. een ruiten; V. een schoppen; B. klein
slem ruiten (zeer optimist!); A. doubleert.
Y. speelt klaveraas voor en maakt dien
slag, terwijl hij zelf geen direct to maken
skigen moer in de haind heeft, zoodat lil
verder op de doublet van zijn partner moet
rekenenV. had klaveraas on 5, zoodat hij
die kleur voorgespeeld had, in de hoop zijn
eenigo troefje ie kunnen huiken op klaver
renonce, waartoe A. dam klaverboer zou
moeten hebben ön. die Keur opnieuw zon
moeten doorspelen. De blinde komt open
en blijkt te hebben:
aas.
^7.5.
■4p* aas, boer, 10.7.6.?
Wat moet V. spelen?
Uit het voorspolen van klaveraas, blijkt
dat V. geen slag in een andere ldeur los
kan maken (schoppen!), anders zou hij bijv.
eerst van schoppen, heer vrouw, don heer
hebben voorgespeeld en do klaveraas als
rentrant voor de vrijgewerkte schoppen
vrouw hebben bewaard. Inderdaad moet
ilHUMOR UIT
BUITENLAND
i^ZZ
Agent: „Dat was me ook een vaartje om titer den hoek
om te stuiven. Zag u t bord met „gevaarlijke bocht" niet?"
Het meisje: „Natuurlijk we] Ein omdat het een gevaarlijke
bocht was. wou Ik er zoo gauw mogelijk voorbij
(Humorist)
exeats
m.
„Maanaen iang zon ik ei maar niet achter
komen, waar m'n maD tocb ztjn avonden
doorbracht Maar eens op een seei kwam
Ik wat eerder thuis en warempel daar
was hil IJudgei
„Kijk daar eens, Karei. Vind je niet dat
ze die mascotte-mode nu wel wat gaan
overdrijven (Humorist)
Automobilist „Dat Is een verschrikkelijke nota."
Garagehouder: .JDa's nog niks, meneer. Onderlaast schreel
lk nog voor een klant een rekening waar ik zelf van
schrok." .(Passing Show).
men dan ook, hij eon zoo hoog geboden
spel diiect oen cenigen te maken vasten
slag uitspelen, anders zou later oen der
gelijke slag verloren gaan. Eön aas tweede
is dan zeer gunstig om voor te spelen, om
dat die nas niet zoo spoedig zal worden
ingotroefd; voorts Km A. den lieor hebben
en V. krijgt de kans zijn eenigo troefje te
maken op renonce klaver; principieel is dus
de gedachtengang vain V. juist, maar... A.
heeft gedoubleerd en zal dus een vasten
slag hebben; do blinde moet uitwijzen
welke die slag kan zijn, daarom is het zaak
terdege den blinde ha te gaan, na klaver-.,
aas te hebben gespeeld; A. behoeft in zijn
doublet toch klaverheer niet te hebben en
dan is het heter A. eerst zijn vasten slag
liinntón te laten brengen; A. zal dan zelf
wel klaverheer spden en een kleintje na,
zoo hij die heeft; hij zal begrijpen, dat er
een mogelijkheid in klaver aainwezig ls.
Zoodra de blinde openkwam, was het
bij eenig nadenken, duidelijk, dat A. har
tenaas moest hebben; een troefslag kan A.
toch niet hebben, daar was de blinde te
krachtig voor in troef. V. speelde in dit
geval de kleine klaver door en... daar
door weid. het spel gewonnen, terwijl A,
met aas heer van harten zatl i
1
Nieuwe opgaven.
1. Het bieden van een spel verloopt als
volgt: L. (gever) een harten; V!. 2 ruiten;
B. 3 schoppen; A. 4 ruiten. L'. hoeft in(
handen
3.
jj' heer, vrouw, 10.8.7.4.
aas, vrouw, 4.
aas, 10,8.
Beide partijen staan schoon in de twee
de mandie. Wat moet L. bieden? 2. Het
bieden van een spel verloopt als volgti
L. (gever) een sans; V. past; B.biedt2har
ten; A. past; IJ. heeft in hamden:
aas, heer, 7.
boer, 10.3.
aas, vrouw, 8.3.
heer, vtouw, 4.
Beide partijen staan schoon in de eerste
manche. Wat moet L. bieden?
Geen land ter wereld is rijk genoeg
om zich de weelde van slechte
-wegen te kunnen veroorloven-
ïE5üi«5H
En hij sprong uit bed.
Toen [hij beneden kwam, hoorde hij, dat Paula
zich met goed voelde en nog maar wat onder
de 'wol zou blijven.
Even meende Jaap diep in ach ie s als geluk
kig", te hoeren, maar onmiddellijk schaamde hij
zich over die gedachte, of meest hij zier zelf be
kennen, dat hij het 1 cdi wel prettig vond, nu al
leen met Pim naar school te gaan.
Onderweg was hij echter stil en al begon Pim
telkens te praten. Jaap gaf niet voel antwoord. In
een opwelling rijin neefje te troosten, zei Pim ka
meraadschappelijk tegen hem:
„Trek je er maar niets van aan, hoor. Ik geloof
er geen sikkepit van".
Als bij tooverslag veranderde Jaa/p's gezicht. O,
hoe dankbaar was hij Pim voor die woorden.
't\Vas nu alles niet meer zoo akelig om h'em
heen En natuurlijk zon Pim niet nalaten, zoodra
zfijm zusje weer beter was, ie trachten, haar van.
haar ongelijk te overtuigen. Eindelijk zou hem
dit toch wel gelukken.
Nu Jaap de wolken, die hem bedreigden., lang
zaam zag optrekken, kon hij al weer vriendelijker
aan Paula donken. Ze had zich natuurlijk vergist
en 'tzou wel aan het licht kamen, hoe de zaak
met dat ongelukkige sommenschrift in elkaar zal
Jffij moest dus maar geduldigpvachten en al had hij
dim dag telkens wel willen, uitschreeuwen: „Ik
weet heu.-oh niets van Paula's sommenschrift af",
hij Pi ad zich weten to bedwingen en zou ook ver
der d oen, alsof er niets gebeurd was.
Daar PauLa koortsig was en tante Rita niet
wist, of zij misschien de één of andere besmette
lijke ziekte onder de leden had, mochten llm en
Jaap met bij haar komen. Eerst had dit Jaap
een opluchting geleken, maar langzamerhand be
gon hij er toch naar te verlangen l'aula al was
het dan maar heel oven te spreken. Hij zou zee
graag willen weten, of rij liet nog geloofde van
dat schrift. Misschien had rij al lang begrepen,
dat hij onschuldig was, maar.'tkon evengoed
rijn, dat rij hem nog steeds verkeerd beschuldigde
Deze gedachte hinderde Ja,-p gaweld.g IIj was
stiller en nog wat blocker dan gewoonlijk. Tante
Rita, -die veel bij Paula was, ontging dit, tot het
haar dien avond opviel en zij Jaap don koartsther-
mom-eter aanlegde. Baar deze echter me's bijzon
dors aanwees, was rij geruslgcstold, niet wetend,
datlhetgeen Jaap kwelde, geen sluimerende ziekte
was.
Zoo verliepen er verscheidene dagen.
Gelukkig werd Paula niet erg ziek, maar omdat
do (dokter zei, dat het griep was, hield moeder de
jongens maar van de kamer.
Pim en Jaap gingen nu geregeld samen naai
school. Langzamerhand begon de laatste weer wat
spraakzamer te worden, maar dat Paula's verden
king en haar onaardige woorden tem nog steeds
hinderden, begreep Pun maar al te goed.
Hij zen dar ook op een middel om Paula haar
verkeerde opvatting onder het oog te brengen,
maarwat kon hij aanvangen, zoolang Mj niet
Mjihaar mocht komen? Hij zou moedor natuurlijk
den arm kunnen nemen, doch zooi dat niet gelijk
staan met klikken? En al mocht Paula tan ook
nog zoo groot ongelijk hebben, rijn tweeüng-zusje
aanklagen, deed hij niet. 't Zou alles jmssehicn
vanzelf wel in orde komen en hij was dubbel har
telijk tegen Jaap.
Intusschen lag Paula met griep te bed De eerste
gr ad 4$ zich te ellendig gevoeld pan jets
nit to voeren, maar al spoedig knapte rij op cn
kreeg züj zelfs lust m lezen, zoadat zij om oen
hoek vroeg.
t Wórdt vervoh/d).
(Nadruk verboden).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOn GBOOTEREN.
1. V LA AARDIN GEN.
1.
u
2. Tante, ik leeR U Graag nog mceer nieuwe
spelletjes. (rug).
Je kunt dit zware paK NIEt meenemen op
de wandeling. (knie).
Mijn zakdoek viel bij ongeluK IN oen plas.
(kin).
Met dat noodweer s'ond het water wier
hOOCi in onzEN KELder. (oog en onkel),
teat Ilanneman of BraM ONDer de bank
kruip-cn om het vermiste vQORwerp te
zoeken. (mand en oor).
3. Negen, oog; negenoog.
4. Troebel, roebel
VOOR KLEINEREN.
1. Do bladeren van de boomen, die in hel nar
jaar afrollen
2. Blauw, bruin, paars, groen.
3. Zeven eren.
uit ruit.
giet niet.
lacht wacht,
fijn schijn,
keer weer.
jagen plagen,
hiji-: rijk.
4. Look, peak, Maak, rcok, strook.
Om op te lossen
VOOR GROOTEREN
Mijn geheel is een bekend spreekwoord, dat
met 3 woorden of 18 lettors geschreven:
wordt.
Do 7, 1, 2, 11, 9, is een rivier fn Noord-
Rrabant. i
Een 8, 12, 13, 10, 18, is een kanaal. 1
Een 3, 4, 5, 1G, 15, is het bovenste deel
van een borg of een hoofd.
14, 6. 15, is een motaal l
Een 8, 9, 10, 11, 16, 17, 18, is een voor
werp, dat in de keuken gebruikt wordt.
7, 5, 6, 8, 17, 2, rijn vogels.
2. Mrjn eerste en tweede vormen samen esn
voonverep, dat veel leven maken kan, mijïf
dorde is een kruipend dier en mijn geheel
eveneens. 1
3. Kruisraadsel, i 1 l f
Op de heide kruisjeslijhen komt de naam
VjUn een roofvogel.
X.
.x.
xxxxxxx
-x-
•X'
x
le rij een medeklinker.
2-e rij een doip op de Vcluwo.
3o ry een ouderwelsch rijtuig
4e rij 't gevraagde woord.
5e rij een gedeeile van een ei.
Go nj een plalto mand,
7e rij een medeklinker
Verander het woord VLOK in Kil AS, door
telkens een letter te veranderen. De tus-
schenliggende woorden moeten alle ze'fstan-
dige naamwoorden rijln.
VOOR KLEINEREN.
1. Keer een kom om, plaats er een halve eTwf
S I
A
3
ta
"rii
,-rrm
ÏMUfH
iSjtCHjJry
V
L
A
A
R
D
1
N
G
E
N
1
0
n
r
a
1
P
b
d
O
c
e
e
1
e
h
8
n
n
e
n
i
V
l
0
k
k
a
a
s
O
ra
bO g