Het Neef te uit Indi
SCHIEDAMSCHE COURANT
VAN DE
No. 46 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 14 NOV- 1931.
C. DE
door
LILLË UOGERWAARD.
S)
IJij' ]>cs!looil hard lo looptan om warm to worden
en hoewel dat in da kletsnatte plunje niet mee
viel, scheen hot denkbeeld, weldra lij' Paula te
mogen bonnen hem vlugge voeten to geven. IJtiji
zag nu niet langer logen dit bezoek Op. Alles? zou
immers goed worden?
Toen Lanlo Rita oven later Zelf de deur voor
hem open deed on zlij den jongen rillend on kiapi-
perlandend op do mat sag slaan, schrikte zisj'
hevig.
„Maar Jaap, wat is er gebeurd?' vroeg zlij
ontdaan. „Bon jo in het water gevallen?"
„Nee tante, niet gevallen", antwoordde Jaap.
„Ik ben er in gesprongen om een klein poosje, dal
in do gracht lag, er uit te Walen. Dat i-> al©»".
Ja, dat was alles. Tante Rita maakte zich echter
bezorgd, dat bet ©ingewenischlc bad slechte ge
volgen zou lliebben en nam den jongen haastig
mee naar do badkamer, waan' Zij vlug oen warm
bad klaar maakte
En terwijl bet water sltroomdo, hielp zij Jaap
zijn naito kleeron uittrekken.
Om de zaak te bespoedigen hielp Zij' Jaap en
droogde Ui cm na Zijn Iwoede onderdompeling dien
morgen stevig af. Daarna werd hij' onder de wol
gestopt, kreeg een glas warme melk te drinken
en inoest oen dutje deen.
We! speet hot hem, dat Wij nu niet naar Paula
kon gaan, maar als iemand slaapt, gaat de tijd
gauw voorbij en Jaap nam zich voor: met al te
lang de ooigen dicht te houden. IJfl veelde zidh
behaaglijk warm en soezerig werden en hel duurde
dan OiOik niel lang, of htjjl ging onder zeil.
Behoedzaam kwam tanle Rita nu en dan even
naar hem kijken.
Het beviel baar niet, dat de jongen Zoo'n opge
zette kleur bad. Iliij, was immers met sterk en
dat zwommen in het koude water zon misschien
heel gevaarlijk voor hom geweest Zj'n, Wal z g ldj
er koortsig uii. Zij moest eens even zijn handen
voelen Ham waren die. Onrusi'ig bewoog hiji z'ich
nu in Zijn slaap, terwijl li'ij onverstaanbare woor
den mompelde.
In dit oogenbli'k stond bot voor lan|o Ri'ai vas'i,
dal hij koorts jtilad en zij keek hem bezorgd aan.
Zij was niet iemand, die onmiddellijk een dokter
komen li ei, maar als Jaap mot spoedig gezond
en friscli wakker werd, besloot Z'j' todln om den
dokter te sturen en niet langer alles. 1 de veronU
woording lo dragen voor dat zwakke jongens,
lichaam, waarin zjoo'n dappere geest leefde, ft Was
toot, cl zJij ViOiar dit loere ventje, wier ouder.-?
opi zJoio grooiten afstand wciomden, spoediger be
zorgd was dan vcior haal eigen spruiten, die oen
gezond en sterk gestel bezaten.
En fuocwel Ziji er niet togen opgezien h'nd luet
kind van haar Zuster met haar eigen tweeling op
te voeden, voelde zlij' in deze ongcnbli leken do
verantwoording voior den haar toevertrouwden jon
gen, sterker dan o.oil.
IIOOFDiSTUK' X.
1
Spannend e u,ron.
I
Toen Jaap steeds onrustiger word on Zijn wan
gen ei: handen al moot begonnen ie glooien, Hel
tante ItiLa, dokter Roizen hun ©nulan doktor
komen,i n wien Zij oen blind vertrouwen had. In
menig moeilijk aogenblik hnd zJijl niet l>o vergeefs
om hulp bij lreim aangeklopt.
Gelukkig was het mot do vi'ijb Zondag van
dokter Rozen en verscheen do/c kort na de tele
fonische aanvrage. Paula en Pim, dio torn vanaf
hun vroegste jeugd konden, noemden hem altijd
„Oom Dioiktcr" en waren de beste maaljes met
hem. i
„'tis net, of je ai wat boter bont, als jo ©tam
Dokter maar ziet", bad Paula ©om? gezegd.
Moeder begreep baar wol. Er ging aooiotsl kaJ-
moorends van dokter Razen uit ou h'iji wisL zao
mot oen onkel woord allerlei bezwaren uit don
weg to ruimen, dat hij Zijn patiënten in don rog©!
veel opgewekter verbot dan li'iji ze aangetroffen pad.
Onmiddellijk nadat do geneesheer Jaapte pols
gevoeld en zfijn temperatuur opgenomen had, deel
de hij tante Riia me©, wat zij doen moest. D©
laatste bad hen; natuurlijk op de hoogte gebracht
van hetgeen er dien morgen vco 'gevallen was en
do dokter schreef ©en rocqil voor dat l'irn onmid
dellijk naar de apotheek brengen moest.
„Die koude onderdompeling heeft don toch al
niet sterken jongen - g aangepakt", Zei h'iji legen
tante Rita, toen Zij hem uitliet, „Toch bieb ik alle
liocip', dat iiöj1 mol eenigo dagen weer vroiolij'k roind-
sipringl. Maar goed wann houden ©n trouw do me
dicijnen ingeven. Als d© koorts erger wordt, zulten
w© ijs talen komen om opi zlijn vciarhoioifd tei
leggen".
Toen hij echter bet bezorgde goZidlit van me
vrouw van Gangelen zag, veegde h'ij ©r opigowakt
aan too:
„Kom, kern, mevrouwlje. Maar moed honden.
U hebt wel voor erger vuren gestaan. Voor den
avond kam ik nog ©ven lenig, 'lis misschien over
bodig, maar we zullen al liet mogelijke doen om
dat dappere baasje spoedig weer ,op do been te
helpen".
Onmiddellijk nadat taille Rita don dokter uiige-
KIN DER-BI .A D