FREDDIE'S SINTERKLAAS CADEAU.
Een ieven om een leven.
Radio-Programma's,
(Vervolg en slot van hel verhaal in het Sl.-Nicolaas-J3ijbla.dJ.
Do dagen gingen voorbij. Zo waren
triest en somber. Meneer Van Wioll, Fred
die's meester, had al oen paar maal Fred
die gadegeslagen. Hot viol hom op, zoo
kalm als hij was, geen driftbui, gom vecht
partij mot do jongens, notjes in do bank
den boelen dag. llij snapto hot wol, ©en
makkelijke tijd, die Sinterklaaslij 1. Sommi
gen waren des to woeliger, maar do
moosten kalm, braaf, jo had or goon kind
aan, aan Frcddi© heelemaal niot. Eon keer
proos hijlicm in do klas. Freddie kroeg een
klour tot achter zijn ooren, deo.l nog moer
zijn best, zat nog rechter op, zajn lippen
op elkaar geperst. Het zat hem in Sinter
klaas. klaar toch wel een beetje anders
don de meester dacht. Freddie had een
plannetje. Het was geheim, niemand mocht
het weten. Willie niet en Truus niet en
Moekio niet en Papa niet en de moester
niet, niemand. Maar hij moest heel, heel
braaf zijn, want anders, anders deed Sin
terklaas het niet. En hij was braaf. Soms
Vergistte hij zich wel even, maar gauw
was hij weer braaf, dat moest„Een
heilige boon", zei Jan Wiegerinck, die
naast hom zat. „.Tij bent een heilige boon",
zei hij nijdig. ,,Je bent King voor Zwarte
Piet".
„Iaat ze maar kletsen", dacht Fred,
hij had zijn plannetje
„Meester".
Het was na schooltijd en alle jongens
waren weg. Ilij stond te draaien in de gang,
om meester heen, toen ineens hakte hij
do knoop door, „Meestor?"
„Ja Freddie".
„Wpar woont Sinterklaas?"
„Sinterklaas? 0, in een heel groot mooi
huis".
„Hier?"
„Hoe bedoel je?"
„In Schiedam?"
„O, nee veel ■verder!"
„In Nederland?" Nu hij eenmaal begon
nen was, durfde Fred. Zijn oogjes schit
terden van spanning.
„In Nederlandkominin. Spanje
natuurlijk, in een prachtig huis, heelemaal
wit, met oen park en een vijver en een
heel
„Ja maar", deed Fred ongeduldig, hij
is nou toch hier!"
„Zeker".
„Nou, waar woont hij dan?"
„Waar die woont?"
„Waar slaapt hij dan?"
„O, in een hotel!" De meester had het
gevonden. „In een hotel natuurlijk!"
„Wat is een hotel?"
„Een hotel, dat is een huis waar vreem
de menschen gaan slapen, die op reis zijn".
„Is Sinterklaas dan ook oen vreemd
mensch
„Ja, Sinterklaas woont toch eigenlijk in
Spanje".
„0, waar in dat hotel?"
„Weel ik niet, hoor Freddie. Nou dag
Freddie!"
„Dog meester...."
„Pappie?"
„Ja, Freddie".
„Waar woont Sinterklaas?"
Sinterklaas. Die woont in een prach
tig kasteel met torens en een ophaalbrug
er voor en Zwarte Piet
„Is een kasteel een hotel?,"
„Eer. hotel?"
„Ja, een huis, waar vreemde mtehschon
slapen?"
„Nee, Fred, een kasteel is een prachtig
groot huis met bosschen en een gracht
er omheen".
„O", zei Freddie en do meester zegt:
„Hij woont in een hotel".
„Zegt de meester dat? Dan is Sinter-
Naar het Engelsch van Morice Gerard
door Emma A. H.
25)
'Andermaal stond het drietal uit te kij
ken over do opening van de borstwering.
Er viel nu niets waar te nemen dan de
kalme schoenheid van het landschap. Ni©
mand zou verwacht hebben, dat slechts
enkele minuten vroeger hot getij van den
burgeroorlog zoo dicht langs de Abbey
met zijn kalm gebied gegaan was.
Even later merkte sir Evelyn op:
Je kwam tot een. snelle gevolgtrek
king, Robert. Je zag zeker moor dan wij?
Ik zag dat, wat mij het meest inte
resseerde.
Mag ik weten, wat dit was? Of mag
het niet verteld worden?
Generaal Lambert bevond zich te
midden van die manschappen, antwoordde
Darcy kalm.
Lambert? riep sir Evelyn. Iïoo weet
je dat?
Ia de eerste plaats vermoedde ik
het wel, omdat ik wist, dat hij zich' in
deze richting had begeven; in de tweede
plaats zag ik hem.
Kan je met mogelijkheid iemand on
derscheiden op dien afstand?
Lambert rijdt op een manier, die
je als ruiter nooit vergeet als je hem
ééns gezien hebt; hij buigt zich, als het
'ware een bochel vormend, over den hals
van zijn paard. Even voor ik naar he
neden ging, waren zijn verkenners ver
deeld in een voor- en achterhoede; hij
stond alleen en zoo kon ik zijn kenschet-
kkias zeker \eihuisd".
„0", zei Freddie. Freddie bleef stil.
Hij kreeg op oen ochtend een chocolade
beest in zijn pantoffel bij do kachel. Pein
zend stond hij bij zijn pantoffeltje. Het
chocolado beestje. Had ik hem maar ge
zien vannacht, dacht Fred.
3 December. Maandag had meester groot
nieuws, wat hij om vier aan de kinderen
mee zou deeien. De derde klas zat üi
spanning, den heelin langen middag. Som
migen gisteu al. Er word gefluisterd.
„Overmorgen", zei meester en hij pro
Leerde in zijn stem iets indrukwekkends te
leggen, „op de'n dag van St. Nicolaas,
zal de bisschop zelf onze school komen be
zoeken. St. Nico'.aas komt La alle kllassen.
liet is dus zaakZijn stem verging in
ccn oorverdooven-t gejoel. Freddio zat stil
met een kleur als vuur.
„Zie je wol", zei z'.jn buurman, je durft
niet bangerd. Freddie is bang", sarde hij
hem.
Do bede klas koek.
„Niet", zei Freddie woedend, „jij bent
hang!"
De meester keek ook.
„Als er iemand niet bang hoeft te zijn"
en hij drukte met Mem op dat woordje
„niet", dan is het Freddie Toulings, die
verreweg hot braafste is geweest van jullie
allemaal."
Dt klas werd stil, keek weer naar Fred
die, durfde niets te zeggen. Freddie kleurde
neg meer.
Dien avond liep hij naar huis met een
heel gerust gevoel ia zijn klein hartje.
Hel zou een prachtige St. Nicolaas wor
den. Daar stond, hij" nog met zijn colbertje
aan, de jonge bankier. Over een kwartier
kwam de grimeur, over een mui de auto
met de zwarte Pieten. Hij had er schik in
Het was een leuk idee van hem geweest
cm hot ie doen en het hoofd der school
was enthousiast geweest, natuurlijk het was
leuk werk ook. Al die kleine kleuters te
verrassen met een aardigheidje, al de kin
deren in spanning om hem. St. Kicolaas,
de bisschop uit Spanje. Hij" had een pracht
van een costnum gehuurd. Hot zou best
gced gaan straks. Het kostte wat geld, nu
ja, maar wat hinderde dat, dat merkte hij
niet eens. Ja, het was heel leuk bedacht.
Zo zaten an natuurlijk allemaal al te wach
ten. St. Nico'.aasliedjes te zingen, hij" zou
zo niet bang maken, nee, daar hiekl ie
niet van. Hij wist zelf nog, als kind, hoe
liij gebeefd en gebibberd had. Nu liij zon
vriendelijk zijn, indrukwekkend statig en
toch minzaam. Het zou misschien toch nog
vel een heele toer zijn. Jammer, dat zijn
moedertje dat niet meer mee kan maken.
Wat zon ze genoten hebben, ach wat zou
zo dat aardig gevonden hebben. Het was
van hem toch een heel goed idee, nu het
eerste jaar na haar dood, de eerste St.
Nicolaasavond, alleen zonder familie, zon
der zijn moedertje, dat hij dit bedacht bad.
Het was ook een heed geschikte afleiding.
Als het goed ging, kon hij het misschien
vel ieder jaar doen. Als het goed ging!
Hij werd toch een beetje zenuwachtig, een
heel klein beetje. Als de grimeur nu maar
op tijd was.
Ze zongen St. Nicofaasliedjes. Het eeno
na het andere. Ze zongen ze luid enthou
siast of bevend en bibberend, maar alle
maal zongen ze en alle hartjes klopten
sneller van stille verwachting. Kleine Fred,
op de tweede bank aan den zijkant, zong
ook af en toe een zinnetje mee, dan weer
niet. Zijn hartje bonsde -zoo. Nu zoui het
komen, nu eindelijk zou,1 het komen, nu, nu
moest het gebeuren.
De jongens keken niet meer naar Fred,
sende houding met groote duidelijkheid
waarnemen.
Sir Evelyn keek, naar zijn dochter, met
waardeering in den blik voor Darcy's scherp
waarnemingsvermogen.
Het zou een mooi iets voor u, zijn,
als u kon helpen generaal Lambert ge
vangen te nemen, operde Lucille.
Ik dacht niet aan mij zeiven, maar
aan het land, antwoordde hij eenvoudig.
De schemering begon al in te vallen,
eer ze nog afdaalden van den. toren.
Darcy had genoten van de rust van. dat
laatste uur; hij wist, dat hij die nu ach
ter zich liet, dat bedrijvigheid, inspanning,
misschien oorlog hem wachtte. De komen
de gebeurtenissen wierpen haar schadu
wen vooruit en deden hem nog eens zoo
zeer waardeuren do rust cn vreugdo van
dat gevoel van kameraadschap', dat tusschen
hem eri de Lee's had bestaan.
Het wordt trjd, dat we naar he
neden gaan; het zal erin. koude avond zijn,
merkte sir Evelyn eindelijk op.
Darcy haalde diep adem, of hij zijn
langen nog eens verkwikken wilde aan
die heerlijke lucht, om zich' de herinne
ring daaraan in het geheugen te prenten.
Ik ben zeer blij, dat wijl hierheen
gegaan zijn, sprak hij, niet alleen om
hetgeen wij gezien hebben, maar ook om
de herinnering aan dezen middag, die mij
altijd zal bijblijven.
En ik ben blij, dat ik het voorge
steld heb, antwoordde Lucille, ik denk
niet, dat we een van allen, dezen „uit-
kijktocht" vergeten zullen. Kom, ik zal
maar weer voorgaan.
Het jonge meisje ging de trap af; baar
vader volgde en dan kwam Darcy.
In den hall vroeg Robert, of er ook eonïg
hadden genoeg aan zichzelf, ieder voor zjcli,
om zich groot te houden. Het duurde lang.
Zo wisten precies hoe of het gaan zou:
als St. Nicolaas binnenkwam, dan zingen
en als het uit was, stil luisteren naar St.
Nicolaas, keurig zitten en als hij wegging
weer zingen en als St. Nicolaas wat vroeg,
netjes antwoorden. Zo wisten het allemaal,
dat meester het wou hebben, maar het
duurde zoo lang... De moester deed zenuw
achtig. De klas was ongeduldig.
Toen eindelijk, eindelijk gebeurde het...
Getoeter van een auto. Hoera's. Alle kin
deren vlogen de bank uit naar bet raam.
Hoera, hoera. De meester riep ook hoera.
Daar was Ilij. Daar was St. Nicolaas met
zijn witte myter, zijn staf, zijn paarse hand
schoenen! Kijk, hij keek, hij wuifde. Hoera,
lioora. En twee Pietermannen waren er hij.
Wat een mooie St. Nicolaas. Daar ging hij
het hordes op. Nu konden ze niets meer
zien.
„Terug naar de banken", commandeerde
de meester. Een ©ogenblik waren ze door
het dolle heen. Teen luisterden ze gespan
nen. Nu ging hij naar „één", vervolgens
naar „twee", dan warcu zij aan do beurt.
Ademloos luisterden ze. Ze hoorden lachen,
Ze lachten mee, nerveus. De angst ver
dween geleidelijk, maikte plaats voor oen
ongeduldig wachten. Hoor ze hadden lol
daar. Het zou leuk worden jongens. Ze
hadden vooruit al pret. Hoor, non zongen
ze.
Toen, toen was het oogenblik daar! Do
deur ging open. Het hoofd der school en
daarachter St. Nicolaas... do Zwarte Pieten.
De kinderen zongen, llun oogjes hingen
aan de paarse gestalte. Een indrukwekkend,
•vriendelijk gelaat. Ze zongen, zonder de
woorden zelf te hooien.
Freddie zong niet. llrj kern niet. Zijn ge
zichtje spierwit, van emotie. Strak keek
hij naar den mooden witten baard, den
mijter, den staf.
Nu moest het gebeuren, nu of nooit, zijn
hartje klopte in zijn keel, hoor nu sprak
St. Nicolaas. Hij bo<orde het en wist niet,
wiat bij zei. Hij verstond liet niet. Zijn
gedachten hamerden dooreen. Nu inioest
hij het vragen, wanneer? Nu, nu niet, niet
bij de kinderen, wanneer dan Direct, even
wachten.
Zo kregen snoep. Hij zag, dat ze een.
suikerbeest op zijn bank legden. Het liet
hem koud. Wpmneer moest hij het nou
vragen? Zou hij liet doen? Nou niet, even
wachten. De kinderen zongen. De meester
keek de klas eens rond, ontdekte Fred.
Hij zag het witte gezichtje, kreeg medelij
den met liet kleine kereltje, knikte beam
eens bemoedigend toe. Toen, toen kwam
het moment, dat St. Nicolaas opstond, de
klas zou verlaten. De kinderen wilden
gaan zingen. De meester ging eerbiedig
de deur open doen. Nu, nu, dacht Fred
die, 't moest.
„Sinterklaas".
Ilij schreeuwde liet. Het was er uit, voor
liij liet wist.
St Kicolaas koerde zich om, zocht do
plaats, waar het geluid vandaan kwam.
De kinderen, doodstil, keken naar Fred,
die dat durfde., De Zwarte Pieten, hel
hoofd der school, do mccMer, allemaal
keken ze. Toen het er uit was, kreeg Fred
dio meed. Opeens kon het hem niets meer
schelen, het moest!
„Ja, mijn kleine vent?"
„Ik, ik moet U wat vragen!"
„Zoo", zei St. Nicolaas en hij keek naar
hot kleine horentje gezichtje.
„Dat is Freddio Teulings", zei de moes
ter.
„O, ja, wat is er Freddie?"
Het was doodstil in de klas. Je kon een
speld hooien Vallen. „Zeg het dan maar".
Nee, knikte Freddie, niet hier.
„Wou jij me alleen wat vragen?" raadde
St. Nicolaas.
„Ja", knikte Freddie verlicht.
„Kom dan maar". En taan gebeurde het,
dat Freddio Teulings heelemaal alteen met
nieuws was gekomen en hij Ontving oen
onikennönd antwoord; er zat dus niets
anders op dan te wachten. Sir Evelyn
en Lucille gingen oen wandeling maken in
het park, maar Darcy durfde hen niet te
vergezellen, daar er ieder oogenblik oen
bode voor hem kon komen, en iedere
seconde van het grootste belang kon zijn,
mocht hij soms opgeroepen worden Hij stond
op de bovenste trede van het bordes en
keek vader en dochter na, tot ze verdwe
nen waren tusschen de boomen, in do
richting naar de kapel.
Het avondeten werd op de Abbey om
zes uur opgediend; tot dien tijd was or
nog geen bode gekomen vcor kapitein Dar
cy en evenmin was Langstaüe weerge
keerd. Ze zaten /zwijgend aan, terwijl er
een soort gedwongenheid heers elite aan
tafel, een gevoel van spanning, dat ieder
oogenblik ile een of andere tijding kon
komen, die Robert wegriep.
Darcy zelve was ongeduldig geworden,
daar" hij zich', vol energie als hij was,
tot werkloosheid zag gedoemd, terwijl an
deren handelden; dan maakte hij ziel? on
gerust, dat alles niet precies in elkaar
zou passen, dat er soms orders voor hem
mochten komen om zich' bij kolonel In-
goldsby te voegen, eer Longstaffe terug
was, of dat de oppasser zou terugkeeren
met de allerbelangrijkste inlichting betref
fende de verblijfplaats van generaal Lam
bert, waarvan dan niet voldoende geprofi
teerd zon kunnen worden, doordat In-
goldsby was te kort geschoten in zijn be
lofte, om den kapitein eenig bericht te
sturen. Dan was er nog een mogelijkheid,
namelijk, dat Longstaffe wel eens 'niet sla
gen kon in het naspeuren van Lambert's
expeditie; ja, dat hij door dio partij zelfs
St. Nicolaas naar de gang ging, om hein
wat te- vragen. De klas zat Verbluft om
zooveel moed. De twee Zwarte Pieten wei
felden of ze mee zouden guur of blijven
staan, toen, op' een wenk van hot hoofd
der school, bleven zo in de klas. Ze
gingen leelijke gezichten staan trekken togen
de kinderen. Het werd stoeien. „Sst, sst",
maande de meester.
En in het kleine spreekkamertje in den
book van de gang zat St. Nicolaas en hij
trok bot kleine kereltje op zijn schoot,
zoo maar op zijn paarse kleed.
„En wat is het nou, Freddie?"
„Ik, ik", stotterde hij, „ik hoef geen
trein!"
„Hoof je geen trein?" St. Nicolaas be
greep, dat hij nu al zijn bisschoppelijke
krachten noodig bad. „Eu waarom hoef
je geen trein?"
„Ik, ik wou zoo graag, dat U, dat U
Moekie, die heele hoop geld gaf voor dat,
dat ding, dat huis om beter te wonden".
„En waar is dat huis Fred?"
„Dat, dat weet de dokter wel, maar het
is zoo'n heele hoop, wel moor dan honderd
gulden en Moeki© heeft niet zooveel on
als zo daar naar too gaat, dan wondt ze
beter en 'tan kan ze weer wandelen en
alles, maar Moekie zei, dat Sinterklaas
nooit aan groote inenschcn gaf, maar nu
wou ik vragen of U niot Voor dezen koer
Moekie die boel guldens wil gaven".
Hè, het was er uit. Zoo, nou wist Sinter
klaas liet. Nu zat hij op zijn schoot. Nu
wist hij het.
„Doet U het, dan hoef ik geen trein",
smeekte Freddio.
St. Nicolaas had zijn gemijterde hoofd
naar den kant van den wand gekeerd. Hij
vocht met zijn tranen, zoo'n kleine Fred.
Zooi'n lieve kleine jongen.
„Doet U het?" zei Fred en zijn handje
greep de gehandsch eend© hand. Hij was
niets bang meer, heelemaal niet.
„Ja, hoor Freddie, zeg maar tegen moe
der, dat ik Vanavond even kom. Is dat
goed
„En krijgt Moekie het dan?"
En dan kom ik met Moeide afspreken,
zie je Fred, ik weet nog niet hoeveel".
„Nee, ik eigenlijk ook niet", zed Fred,
maar het was veel".
„Is moeder al lang ziek, Freddie?"
Dien avond dankte oen overgelukkig,
ziek moedertje voor dit heele groote en
onverwachte Sint Nicolaasgeschenk en nog
meer, o nog veel meer, Voor zoo'n lieven
kleinen Freddie.
En in een heel groot warenhuis stond
een jonge bankier en kocht het mooiste
„spoor", dat hij maar krijgen kon. Hij
nam hem zelf wel even mee in zijn auto,
want er moest denzelfden nacht nog „ge
reden" worden, ©en locomotief en een
kolenwagen en oen heel eb oei rads en goe
derenwagens en „gewone" wagens.
RECHTSZAKEN.
Vaischheid iu geschrifte.
Voor de vijfde kamer der rechtbank te
Amsterdam stond terecht do procuratiehou
der II., verdacht van valsdibeid in ge
schrifte, meerdere malen geploegd.
De verdediger van verdachte, mr. F.
Pauwels, verzocht bij het hoeren van de
eerste getuige, mevr. De BruinePloos van
Amstel, de zaak met gesloten deuren te
behandelen, waartegen de officier valn justi
tie, mr. Van Arkel, zich verzette. Na in
raadkamer te zijn geweest, stond de recht
bank liet verzoek van den verdediger toe.
Na een uitvoerig getuigenverhoor eisebte
de officier van justitie een gevangenis
straf van anderhalf jaar, met bevel tot on
middellijke inhechtenisneming.
Mr. Pauwels zeide, dat hier van valsch-
heid in geschrifte geen sprake kon zijn,
omdat ae mogelijkheid van nadeel ont
brak. PI. vroeg ontslag van rechtsvervol
ging-
De rechtbank achtte geen termen aan
wezig om aan het verzoek van den offi-
kon gevangen genomen zijn.
Met weinig eetlust dwong Darcy, zich,
om te gebruiken van hetgeen homi voor
gezet werd: het kon verscheidene uenr du
ren eer hij weer eeai maaltijd had en hij
was te zeer ervaren in het gaan op expe
ditie, om niet te weten, run hoe groo-t
belang het kon wezen om met odnige re-
servekracht, vooral zulk een nachtelijken
tocht te ondernemen.
Lucille en haar vader begrepen, hoe
zeer hij van ambtsbezigheden vervuld was
en die eerbiedigden zij. Ze zorgden voor
zijn stoffelijk welzijn doelmatig en gezwind,
maar buiten de noodzakelijko vragen van
wat hij gebruiken zou en oen kort aan
dringen van zijn gastheer, werd er liaast
geen woord gewisseld tot het maal bijna
afgeloopen was. Toen zei sir Evelyn
Mocht generaal Lambert je in ban
den vallen, bedenk dan wol, dat wij oen
kluis hebben waar liij een nadut in ver
zekerde bewaring kon blijven oer je je op
marsch begeeft naar Londen. In mijn boe-
danigbeid van vrederechter heb ik meer
dan eens tijdelijk oen gevangene op de
Abbey gehad, eer die kon overgeleverd
worden aan de districts-autoriteiten.
Dank u, sir Evelyn. Ik zal het in
gedachten houden. Ik hoop maar, dat uw
kluis nog gebruikt mag worden op dc
door u voorgestelde wijze.
Darcy's toon van spreken ld ank wel wat
moedeloos. Nauwelijks had hij do woor
den yan de lippen, of hij sprong op en
riep:
Eindelijk... Üaar is iemand.
Zooals hij de eerste was geweest om
de manschappen op zoo verren afskmil
aan den anderen oevor van de rivier te
ontdekken, zoo had hij nu ook weer bet
cier van justitie, II. in hechtenis te nomen,
te voldoen.
Uitspraak over veertien dagen.
Ontrouw postbeambte.
Vcor do Haagsche rechtbank hoeft terecht
gestaan de 37-jarige besteller dor poste
rijen A. L. A. S., vroeger werkzaam to
Delft f-n te Haarlem, sedert enkele jaren
werkzaam aan hot postkantoor le Den Haag,
verdacht van overtreding van art. 373
W'. v. S.
Verdachte zou a's besteller zich geduren
de ecnigen tijd een aantal aan hem ter
bezorging toevertrouwde brieven hebben
toegeëigend.
Toen er bij het hoofdpostkantoor her
haaldelijk klachten kwamen en do verden
king op S. viel, werden er proevc-n ge
nomen met gefingeerde brieven, die in
een perceel aim den Wagönaarweg moes
ten worden bezorgd.
"Een hoofdbesteller begaf zich naar het
adres op het uur dat de brief bezorgd
zou moeten worden, doch S. liep voorbij.
Hij werd daarop aangehouden, waarbij bleek
dat hij in het bezit van den bewuslen
brief was. Bij huiszoeking werd eon 9-tal
brieven in een pantalon, toebekoorond aan
verdachte, aangetroffen.
S. legde een volledige bekentenis af. Hij
zeide zich de brieven to hebben toegeëigend
in do hoop er geld of geldswaarden in
te zullen vinden. Slechts enkele brieven
naar hij opgaf drie bevatten zilver
bons.
Het O. M., waargenomen door mr. Blok,
achtte het gepleegde feit hoogst ernstig.
Dat verdachte zich nog op vrije voelen
bevindt, vindt zijn oorzaak in den ziekte
toestand van zijn vrouw. Spr. eischt twee
jaar gc.r; ïgenisstraf, met gevangenneming
bij de uitspraak.
Mr. Loresco pleitte clementie.
Vonnis 15 Dec. a.s.
Vrijdag, 4 Decern bAi-,
Hilversum,' 298 RL
6.4512 uur. Vara.
12—4 uur. Avro.
48 uur. Vara.
511 uur. VPRO.
1112 uur. Vara.
6.457 en 7.307.45 uur. Gym nas iek-
1-est 8 uur. Gramofoonplaten. 10 uur Mor
gen wijding. VPRO. 10.15 uur. Voordracht
door Minny Erfmann. 10.30 uur. Concert
Vnxa-septel. 11.15 uur. Voordracht daar
Minny Erfmann. 11.3012 uur. Slot van
hot concert. 12 uur. Omroeporkest onder
lediing van Nico Troop. 2 uur. Lezing over
SL Nicolaas en Kerstgebruiken. 2.30—3
uur. Gramofoonplaten. 34 uur. Concert.
Bet Comer-oifest van het Carlton hated,
ander leiding van Baranyai. 4 uur. Gramo-
ibonpiaten. 4.30 uur. Voor de kinderen. 5
uur. Concert. Vara-orkest onder leiding van
II. do Groot. 6'.45 uur. Causerie over Itot
kapitalisme. 7.158 uur. Vervolg en slot
concert. 8 uur. Causerie door mcj. Dr.
N. A. Bniining. 8.30 uur. Concert. Amsierd
Kamermuziek ensemble, 2 violen, alt, cel
lo, piano. KJavierkwintet op 44, R. Schu
mann. 9 uur. Causerie door dr. G. II. v.
Senden, 9.S0 uur. Klavi-erkwintot f-mol, C.
Franck. 10 uur. Vi'ijfz). Godsid. Persbureau.
10.05 uur. Vaz' Dl as. 10.15 urur. Rimsbrooc-
herdenking. 10.45 uur. Gramofoonplaten. 11
12 uur, Gramofoonplalenconcer, van da
Vara
Huizen', 1875 M,
Algemeen programma,' verzorgd depr do
K. R. O.
89.15 uur, Gramofoonplaten. 1011.30
uur. Concert. KRO. KimStensomble ondofl
leiding van P. Lusterihiouwer, 11.30 uur.
Halfuurtjo voor zieken en ouden van da
gen. 12.151.45 uur. Concert KRO. kwin
tet 1,45—3 uur. Gramofaonplaten, 3.15
4 uur. Solistenconcort, 45 uur. Gramo
foonplaten. 5—7 uur. Concert. Vrijw. Mu-
zS-dkcorpjS 1ste Reg. Huzaren te Amersfoort.
7 uur. Landbouwlialfuuxlje. 7.45 uur. In
leiding avondprogramma. 8 uur. Syrnp'uoj-
nieconcert. Versterkt KRO-orkost onder lei
ding van J. Gerretsen, F. Hehnann, viool.
Ore. 4de syinp'hionio Mesndedsaofin-Barthiol-
dy. Ca. 9.15 uur. Vad Ba ah. 1112 uur.
Gramofoonplaten.
hoefgetrappel vernomen op het grint van
de oprijlaan. Met een haastig geprevelde
verontschuldiging spoedde hij zich! naar
den hall.
Hot was zeer donker, toon hij de groote
halldeur open deed. Juist toon hij do
treden van het bordes af was, kwam er
een verkenner aangereden met een zeifdo
uniform aan als de bode, dio vroeger op
den middag van kolonel IngoJdsby geko
men was. 'llun beider gelaat word be
straald door de groote lamp boven den
ingang.
Sir Evelyn en Luciilo waren in span
ning hun gast gevolgd en keken nu op
bet tooneel neer. De gedaan ton. van do
beide militairen, waarvan de een maast
zijn paard, kwamen duidelijk uit tegen don
donkeren nevel, die in liet park hing. Het
was een oorlogsschim. Lucille in ieder ge
val voelde, dat het een herhaling was
van iets, dat zij nooit gezien, nooit be
paald bijgewoond had, maar dat toch van.
zeer nabij bad gedreigd in de dagen valn
haar kindsheid; die strenge, harde trek
ken van dén veteraam, die daar zoooven
was komen aanrijden, geheel vervuld vain
zijn diensttaak, en het beschaafdere, maai'
toch ook krachtige en vastbesloten uiterlijk
van kapitein Darcy, die nu niet langer
keek, zooals toen zo samen in het park
wandelden, of zooals zij aan tafel zatdn,
maar met de hem geheel nieuwe uitdruk
king op het gelaat, als dio van oen liond
aan een koppel, één dn al verlangen naar
het oogenblik, dat hij vrij gelaten wordt
om dan op de van verre gespeurde prooi
af to springen.
(Wordt vervolgd).
„O, al zoo lang!"
1