DE BREILES.
Moeder, 'kwjl gratig loeren b.elen,
En u Tcimt ihet toch zoo good.
Zou u mij het willen, loeren
Wilt u wijzfen, hoe o£ 't mooi?
i
Zeter, kindje, kom maar kijken,
Zie je wed, boe of ik doe?
Moeder zul 'teen eindje voordoen,
Kijk jij dan ma air eerst eens toe.
Eerst de pen er in gestoken,
'I Draad]o omslaan, haal dan door,
Vallen laten nu het lusje
En het Sleetje is er, hoor.
Kijk, nu heb je mot die slteetjes
d'Eene breipen vol gedaan,
Omgedraaid, weer ingestoken
Enbegin van voren aan.
RQ FR.
'kWed, dat je na twee, drie lessen;
Zelf iets moois hebt opgezet.
Weet je wat, brei maar een jurkje
Voor je kleine babypojpl
Ifiat is echt een prettig weitje,
Ik zet wel de steken op.
En de pennen klikken, klokken,
Toov'ren steeds een stukje meer
Van de jurk voor 't babyptfpje
Pennen vliegen Jieen en weer.
't Meisje kijkt met open -oogjes,
'Want z'oo'n breiles vindt zo fijln.
Zooals moedertje to breien,
lie, wiat moet dat heerlijk zlijh.
KO FRANKFORT
Heustob het is toeft niet zioo moeilijk.
Enkel maar' wat opgelot.
(Nadruk verboden).
i