DE BREILES. Moeder, 'kwjl gratig loeren b.elen, En u Tcimt ihet toch zoo good. Zou u mij het willen, loeren Wilt u wijzfen, hoe o£ 't mooi? i Zeter, kindje, kom maar kijken, Zie je wed, boe of ik doe? Moeder zul 'teen eindje voordoen, Kijk jij dan ma air eerst eens toe. Eerst de pen er in gestoken, 'I Draad]o omslaan, haal dan door, Vallen laten nu het lusje En het Sleetje is er, hoor. Kijk, nu heb je mot die slteetjes d'Eene breipen vol gedaan, Omgedraaid, weer ingestoken Enbegin van voren aan. RQ FR. 'kWed, dat je na twee, drie lessen; Zelf iets moois hebt opgezet. Weet je wat, brei maar een jurkje Voor je kleine babypojpl Ifiat is echt een prettig weitje, Ik zet wel de steken op. En de pennen klikken, klokken, Toov'ren steeds een stukje meer Van de jurk voor 't babyptfpje Pennen vliegen Jieen en weer. 't Meisje kijkt met open -oogjes, 'Want z'oo'n breiles vindt zo fijln. Zooals moedertje to breien, lie, wiat moet dat heerlijk zlijh. KO FRANKFORT Heustob het is toeft niet zioo moeilijk. Enkel maar' wat opgelot. (Nadruk verboden). i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10