Uit den kindermond.
Raadselhoekje,
op ecus op fluisterenden toon Logon zlijta vriendje
zej i
,',0, Job, laten wo den foal eeilS eon duwtje
geven". i
,\l;t, ju, dal 'sleuf', juichle Jobj terwijl Ans
en Nora, die liet verslaan hadden, ondeugend
keken. Mol hun vieren duwden aa daarop den
sneeuwbal langzaam voort.
Met een gil maakte Tom een buiteling en
kwam hóf tusschen Hugo, Karei en Lucia terecht,
die aan den anderen kant speelden. Het viertal
tuimelde in de sneeuw en rolde over ct km cl er
«een. Teen ze eindelijk opstonden, miste Tom
ziijn muts.
,(,Wnar js mijn muts?" riep hij uit. „Toe, geef
'm nou. Wie beeft 'm?"
Niemand had bet hoofddeksel eoh'er en het
was ,ook nergens te vinden, al ziedden allei iqofe
nog zoo ijverig.
Ldotseling riep Hugo uit:
eens".
Alle® keken nu in de richting, waar'n hij wees
en zagen Tip het jonge hondje, dat zfjf in Iget
vuur van bun spel vergeten hadden f jat vermiste
voerworp in den bek houden en heftig l'ileen en
weer schudden.
,(,110 deugniet", 'riep Tom boos' uit. „Dat ?a,l ik
hem betaald zetten".
,jNce, Tom, dat is niet eerlijk", zei Hugo. t.Duj
is Tips manier van plezier maken, Wlij hebben
toch ook pret gehad. Ik zal je muls wel even
voor je halen".
,,.IIier Tip Tip T.p'pio", riep hfj1, terwijl
hij naar het 'hondje ging. Toen de kleine bengel
opkeek, gooide Hugo een sneeuwbal naar hem
toe. Tip liet nu onmiddellijk zijn stpeelg- ed les
en rende achter den ba! aan, terwijl Hugq de
muts opraapte.
„Er ziij'n maar twee kleine gaa'jeS in", zei hfj,
terwijl blij hel hoofddeksel aan Tom «verban ligde.
ft la lang zoo erg niet als de scheur /lie jij gis
teren mei het baantje glijden in mijn jas maakte;
tk ben toch ook niet bqos geworden, omdat het
door ons spel kwam. Jij mag er Tip dus niet hard
om vallen".
."Nee, je h'ebt gelijk", zei Tom. „Eerlijk is
eerlijk".
Gelukkig dacht aijn moeder er net 200 over,
toen Tom haar de toedracht der zaak ver.eld (hjid.
(Nadruk verboden).
Elly woont op een dorpje en mag met moeder
en haar ouder zusje Annie mee naar de nabur go
stad om boelschappen te d.cen. Moeder liedi. el
lange lijst gemaakt, want Zij heeft heel wat noolig.
Prettig v'ndt Elly het, in al die mcoic, groioto
winkels een kijkje te nemen. Moeder heeft haar
verteld, dat zié ook naar oen lunch oom zullen
gaan. Elly begrijpt dat vreemde waad niet goed,
maar ziet wel aan Anne's gezicht, dal het iels
prettigs is.
Na" heel wat boodschappen gedaan te hebben,
stappen zie een lunchroom bin ten.
;,Nu komt liet", denkt het kleine d'ng en als ze
aan een tafeltje z'itlen en moeder baar vraagt.*
„Eti waar heeft Elly nu eens heel voel trok in?"
antwoordt zo zonder zich' pak maar één «ogen
blik te bedenken:
,,In een portie lunchroom, Mam"
Vader en moeder van Keesje zijn op donzelfdoi,
dag jarig en pree es even oud. Is dat niet toevallig?
Maar Keesje vindt het heel gewoon. Hij' weet di
immers al zloo lang, -als bij ach ihjarinnoren kan
Op een boer is hij echte, op v silo tU-zfin
vriendje Bcb .en daar hoort Mj; dat Bobs moede»
in don zomer en zijp vader midden in den winter
jarig :s.
Zoodra hij tluiis komt, gaat Ihjij naar moedor
toe en zegt:
„Nu weet ik, lice 'I komt, dat paps en jij altijd
gelijk jarig zijn".
,200", zegt moeder, /n waarom dan??
„Omdat jullie hvcel ngen z'ijm",
Jaaipje is bij oma gelogeerd. Ilijl is pas met vader
en moeder uit Ind gekomen en liad aijn groot
moeder neg nooit gezen.
Als vader en moeder eenige brolscbippm m
de stad I10 idcen hebben, blijft Jaapje thuis bi
«ma, die hom u t een greto', dik boek met platen
prachtige verhalen vco.loest onder Ibpt IcP.it der
schemerlamp.
Jaapje luistert aandaeht'g, tct oma het boek
dicht dcet en zegt:
„Een volgend hoer lezen we verder, Jahpije".
De kleine man kijkt oma plotselng boel ernstig
aan en vraagt dan
„Hoe komt liet toch, dat uw gezicht ma ge
kreukeld is, oma?"
Ja, diit kon «ma maar niet met een enkel woord
uitleggen.
(Nadruk verboden). CARLA HOOG*.
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR 6R00ÏEDEN.
1. ik tOIj IEderen dag na schooltijd. («'ie).
Met Louise en AnnA ZIJN we gum wan
delen. (aajn),
Wat een romME I Karei, .ruim eerst eans
cp. (melk).
Ik lieT IIEEle weken nets. van mij hcorcn,
toen mcedor zie'k was. (thee).
Waai' is de bus gebleven? Jan zal u zog
gen, WAT ER mee gebeurd is', (water)
2. Zwart, sluisZwarislu s.
3.
4. Wemeldjnge. fiool, wild meel, geld, wieg.
VOOR "KLEINEREN.
1. Blauw, klauw, flauw.
2. Mast, (opgepast, vast, last.
3. Vel uwe, Limburg, Dien te, Zeeland.
4. Klok, huis; kloldiu's.
Oryi op te lossen
VOOR GROOTEREN.
1. Kruisraadsel.
M
A
S
T
A
N
N
A
S
N
I
It
T
A
K
S