C~] SCHIEDAMSCHE COURANT
Indiaantje spelen
- VAN DE
•ar
No. 49
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAfi 10 DEC. 1932
- dieter
C. F. DE L-ILLE 11,06 ERAV AARD.
1) i
Evenals elk jaar logeerden wliji mei .alle neefjes
en nichtjes op 'ifeictehouvcJ, ©an praidhitig buLjem in
Gelderland, bij icom Fii s em Uuue Elly. ME had
den zl'jl geen kinderen, mapr in de za.uervacam.Li©
n,eodigden kipm en tamle .ailSjld alio neefjes ten
nichtjes uit. Biait waren hoarltijke weken.
Niet alleen was er het gi-oiolo ciudenvotsch©
huis, da.t beven op een heuvel standi, maar en
dpi was nog veel leuker, er bohooude een heil
greo'to tuin Mj, een park was Jiet eigenlijk, met
allerlei leuke slingerpaadjes ons „geheime" pttefc-
jes, waan- we naar harjelust 'konden spélen. Eu
dan was er de boerdeiïj. Die had. vcoir ions s'.atls-
k'inderen eigenlijk d):t gnooste ajamtneikkingj u
kracht. Alles wat tot liet boerenleven beHiteiorg 'fcom-
- den wc hier vinden; een gro»'© melk'kaimor, een
kaasJsekler, een deel, welk© in uien ztcimor tot
woonvertrek diende eai waar de tinnen 'kannen eo
scholels ,ons tegenblomhen, ©n een „mocte" kat-
mor, waar al ijd zsoo'n ejgenaairdige lucht hing, n.'s
je nergens anders rook.
Maar het 4iefst waren wüj! bi| <1© dfccen. Daar
waren wij ncail uitgekeken. Er was dan oak heel
wat te zien als: kippon en ganzen mot huin kui
kentjes, schapen en laiumioljcs, koeien en kalfjes,
paarden en oen veulen, varkens ©n bigg© j>ss, eun
dikke poes en ©en waakhond'. Met don Jaa'son wa-
ron wij echter niet tevijend, daar liijl s oeds a'.s
één onzer in z'ijn nalhljheid kwanv, d'e tanden licit
zien en vervaarlijk kromde. En na uurlyllc waren
wo op ©en nadans kennismalk'ing injol gestekt.
BSj do 'boerderij' behoorden «oik verschillend©
schuren, die oris dikwijls goed ie pas k'wamietn, a'.s
wij raovorlje en amdgenei spalletjies deden.
Mol de knechts bondon Wijt atonaal best .op
schieten en met Jan, die do icippian vorziorgd© en
daar (Am deer ions „Kippon-Jan" word genoemd,
waren wiji zelfs beste maatjes. Ik golaaf eigmhjlk,
dat hij! wat graag mot ons moegespeeld' zioiu hebben.
Zijn cicgen zJeiden hot <nu cin dam al hooi dui lelijk,
maar-lfij was nu eenmaal in dienst" ©pi 'Hloidioi
heuvel en ais jo in dienst bon is d© tijd van sjpeikin.
yoiorbg en kun j© jo natuurlijk niet meier als een
kwajongen gedragen.
Die arm© Jan moot icos maar al to dikwijls bei-
mijd hebben, als hiji .ons z|qot zag ravotten, maar...
niomaml, die Irotsclicr zijn waetklriom onstrecifc
dan diozielfite Jan. Dian voold© hij zich ver onz©
meerdere en was hot onats beurt hom to bouijdun
want zou or we! iets zoet groeit cm gewichtig zlijn a's
geld, dat je echt eerlijk zelf vordinnd Qn ibt, in
ontvangst 1© nemen? Neon, dat geloof Jon wijl niio'.
Tol rru toe heb i!c nog altijd van „Wij!" gespro
ken, maar natuurlijk weten jullie hoelemalail niet,
wric dio „wijt" zl;U >en uil hoeveel „wij"' hes'aian.
Ik aal jullie nieuwsgierigheid dus ntol langer pp
de proe Esie'len on ons heicl 'estelletj© oippopmen.
Jaap en Bep lloi'sting.
Dam on Dick van der Flier.
Tom en Annie de ïlocig (do laalsto bcm ik).
Onze achternamen zijin dus verschillend', mav
loeli zlijn wc .allemaal neefjes cm nidiltjes vam
clkflfU'.
Oip zokenon da'g hadden wij, van ajllcrla ge
speeld ©n waren juist Do/Jig io.'s nieuws te ver
zinnen, Icisin Jaaip plodseting uitliep:
„baten ave „Indiaantje" speten mat cchlo alan-
vallen en scalpeeren' en wat er verder Ijlij! hoort".
„Maar we hebben nioin uid «in te s'ealppe-
ren", riep ïlian uil.
'Hiiui is nol als ik: alles moet altijd zloioi cclit nip-
gei'ijfe zfijn.
„O, maar we vinden gauw genoeg iemand",
kei Bep en haar stem klank z.oo. pivoiiuigand, als-
af ze .al iemand op l\et .ciog 'had Ernstig ging zij
dam O'Ole voort
„We hebben toah allo k'nadhlem en Kipipem-Jan".
„Ja, ja", riepen w'ij! allen ©oor elkaar,
IVat een prachtig plan.
Een gorle.el.io van don tuin noemden wijl „d© wil
dernis". Hot gra.s groeide ©r heel Hoog en or
stroomde oen kabbolend beiékjo, waarachter een
zandpaadje naia.r oen mooie villa,, de Bcmkepil.
liep. 1
Op do Beukepit woonden nrenoer cai niiovrciuw
Reeling, dio vroeger heel bevriend' waren mot
com ea tante, maar in den lam sten tijd spraken
zlijf niet moer met ©Haar .Da reden hiervan lag
voor ons in hel duister,
Mina, de keukenprinses van tante Elly, zei, dat
het vrcesclijk jammer was, als een kleinigheid d>ei
menschen zoo van elkander vervreemd'! ©n wij
koesterden al lang den wensch liet weer ia cru©
le maikon, iviuit liot moest natuurlijk erg vervelend
z'ijn, in twee graoto huizen to women, wanrvain de
terreinen slechte door oen zandpad geseihmideia wer
den, en in onmin te lovan.
Ilct was in dez© wildernis, dat wij ons cers'e
Indianenkamp hadden. Van ons zakgeld ka ILeo
wij in hel nahUrige dorp allerlei moicii-gakleurd©
veeren, die o.ns hoofd versierden ©n waarini:© wij
or zoor sh'jjdlusüg nitzagcai, teirwïjll wij oms in
eeniga oud© Means en kloedon liuldcn, welka (ante
EJly ons vaar dit doel aifgostaam had.
Alleen één ding 'kwam niot mot de wurkeil'Ikh.cid
overeen: we konden niemaind scalpeorcin. ICippcai-
Jan liep Imasug *vog, zoo,lm li'ij één onzer op
zich af mg komen ,on do groene 'kerels stelden
,ons al evenmin in de geloigenheid'.
h
KINDER-BLAD
„W'lij" z'ijn;