Critie.
gaan. Do SVVverdeeliging geeft V.D.L. geen kans
om te doelpunten.
Do Schiedammers doen liet beter. C. v. Dig
gelen loopt op een goed aangegeven bal van
Bron'nemna door en het is 02. Even later geeft
v. d. Gang, Voorwald voor de 3e maal het na
kijken.
V.D.L. set er thans alles op on de aal i ter
stand in te halen, maar de S.V.V.-ers houden
het vlugge spel good vol. Steeds worden de
vleugels in den aanval betrokken, zoodat A. v.
Diggelen dn van der Gaag, voortdurend goede
voorzeilen kannen geven. De S.V.V.-linksbinnen
Bokhovc, werkt zich telkens keurig vrij, en
diverse schoten moet de V.D.L.-doolman van deze
speler stoppen. De Y.D.L.-ers geven de moed
toch niet op en de snelle rechtsbuiten wordt nu
meer in bet spol betrokken, maar zijn voorzetten
worden door Maltha schitterend onderbroken, ter
wijl ook de S.V.V.-backs op hun plaats zijn. Toch
maakt V.D.L. een tegenpunt- B een - V.D.L.-
aanval kunnen de Schiedamsche backs niet vol
doende wegwerken, zoodat de linksbinnen met
een schuin schot het eerste V.D.L. doelpunt kan
maken (13). Even daarna is het rusten.
Als de tweede helft begint, komai de V.D.L.
voorwaarts goed op zetten. Ze hebben succes.
Hoek weet te doelpunten. De zon staat hinderlijk
voor de Schiedammers, en iedere hooge hal
levert gevaar op. V.DL.. wordt sterker en Hoek
is de maker van het 3de doelpunt.
Een hoog schot belandt in de linkerbovenhoek!
(3-3).
Do S-.V.V.-ers zeiten de tantien op elkaar, en
gaan tot den aanval over. Spil i?oort zet de vleu
gels weer good aan het werk, en goed eombi-
neerend trekken zij ten aanval. Het duurt niet
lang of Brom'neman geeft met een goed geplaatst
schot uit een voorzet vain v. d. Gaag VoonvaJd
geen schijn van kans (34.
V.D.L, gaat ruwer spelen, wat haar enkele vrije
trappen ^ost. Bij een daarvan plaatst Molendijk
keurig naar Brormeman en deze kopt naar C.
v. Diggelen, v. Diggelen spoelt weer terug naar
Bronncman, die ineens doelpunt, 35. V.D.L. is
thans een geslagen elftal, wel trachtte zij het
spel nog te verplaatsen, maar Maltha hoeft nu
de zon weg is, er goed het oog in. Weer is
het S.V.V. die doelpunt. C. v. Diggelen gaat er
snol tusschen uit, en het is 3—6. Een later snort
een hard schot van Bokhove langs den paal.
A. v. Diggelen en v. d. Gaag zoeken het doel
te hoog.
ïhans gaat het publiek zich roeren, niet om
hun favorieten aan te moedigen, maar om de
Schiedarnsohe spelers en scheidsrechter uit te
jouwen. De S.V.V.-ers spelen rustig verder en
er worden nog tal van aanvallen ondernomen. Bij
eon daarvan gaat Beukers op zijn «entje er van
door. Hij komt alleen voor Voorwald te staan,
een schot volgt, maar de keeper stopt het leder
al vallende uit zijn doel. De toesnellende van
der Gaag maakt er kalm 3—7 van. V.D.L. pro
beert (ut nog eens, maar na een paar vorgeef-
sche aanvallen blaast scheidsrechter Caro in
rukken.
Rij de beschouwing van dit plaatje trekken on.
willekeurig verscheidene beelden voorbij mijn geest
en bomen er gedachten in mijn. brein pp, welke
zich sdmren om dit centrale puntWat is het voet
hallen toch een ondankbaar karwei. Ik bedoel
natuurlijk: voetballen voor zijn aanhaligere, am
de supporters oflandgenaofen. tevreden te
stelten.
iH'et was bij een oefenwedstrijd van het Neder-
landsoh elfial in het Sporta-stadion. V. d. Meuk®,
was verhinderd1 en er stond oen invaller in het
Nederlandsche doel. Iemand, die uitstekend werk
verrichtte. Maar och arme. Daar liet hij een bal
door zijn v ingers glippen, die volgons Jan Publiek,
iederen „boer", ioderon „kaffer"' of wat daarmee
te vergelijken was kon houden. 'sMans prestaties
in het eerste half uur waren glad vergeten en er
werd frisch op gehoond en verguisd.
Ongelukkigerwijze werd do betrokkene, die de
veranderde stemming aanvoelde, eonigszins ner
veus en kort daarna liet hij weer een schot
glippen, dat „nou letterlijk, een kind had kunnen
houden", aldus de oriiiek.
Benamingen als „zalf", „grasneger"' en derge.
lijike liefelijkheden waren niet van de lucht
en dat was nog maar een oefenwedstrijd. Laat dus
staan een echte „interland wedstrijd" of zelfs maar
een competitiewedstrijd', waarin de supporters war
den teleurgesteld. Het sportieve dement moot toch
onderzuibo omstandigheden lijden.
Het is niet alleen de doefvordediger, die aan
critiek bloot gesteld is, neen, alle spelers worden
er in betrokken, maar de doelman, do man, dpi
wien in laatste instantie gerekend wordi, krijgi
het toch wal het zwaarst te verantwoorden.
En dan krijgt men weer die roerende veAako
van vroeger:
Ja, zie je, als Jantje zus of Pietje zoot maaf
in het doel gestaan bad', dan zou je wel wat ad
ders gezien hebben.
Maar die