I 0 ZECLexar- en IKnippla_at. Sint Sylvester. Raadselhoekje. ic^wfl Werkzaamheden in den volkstuin. Oud en Nieuw Oplossingen der Raadsels uit het vorige nummer Om op te lossen. w tl u f *\W u»ll' 1 Pïccard.slaag te Zurich op. Mij daalde bij hat Garda-moer. Sep tembar: De stakingsbeweging in de koopvaardij breidt zich uit. Dij een vliegongeval te Soesterberg komt eon off icier om het loven. Het Bossche Gerechtshof veroordeelt va der en zoon, betrokken bij het Putbroek- sche stroopersdrama tot re p. 15 en 6 jaar gevangenisstraf. De zeeliedenslaking wordt opgeheven. Te Laren komt een autobus in botsing met de Gooisclie tram, een do ode, 16 gewonden Ambojna wordt door aardschokken ge teisterd. Een aardbeving in Griekenland eischt 150 doocten. De edeotrisc.be oc-ntralo ie Brussel wordt door een ontploffing ver nield. In een pand aan den Sollied. Dijc te Rot terdam. wordt een vrouw vermoord. Bij rel letjes in Den Haag wordt een agent ver moord. October: In de bouwbedrijven komt een nieuwe loonsovereenkomst tot stand. De rnijnen- 1eggar krakatau slaat bij Soerabaja om; vijf personen worden gewond De poli.ie te Rotterdam legt beslag op revolvers en patronen, bestemd voor olan- iestienou uitvoer naar Dui.schland. Ons land werd op verscheidene plaatsen door hoog water geteisterd. Cen waterhoos in Calitonné eischt (alrijke metischen- 1 evens. Bij een mijnramp in Znid-.Vfrika werden 57 peisonen gedood. Bij een roofoverval te Zenderen wordt jen vrouw vermoord. Odj een brand te AJpken aan den Bijn, komen 2 kinderen, om 't leven. November: S. D. A. P. en N. V. V. houden te Den Haag cen massa-botooging. De P. C- Hooft van Ae Mg. Nederland, wordt te Amsterdam door brand ver woest Bij een ontploffing te Rotterdam wordt één persoon gedood, terwijl 7 anderen ver- wondngen oploopen. In het Zuiden van ons land worden aard schokken waargenomen. Te Ashton in Makerfield komen 25 per sonen bij een mijnramp om 't leven. Chdi wordt door een aardbeving geteisterd, ter wijl op Cuba door een orkaan veel schade wordt aangericht. Dec ember: De gekapseisde mijmlegger Krakatau wordt gelicht en te Soerabaja binnenga- bracht. De Hooge Raad verwerpt de cassatie beroepen van do verdachten in le Put- broeksche moordzaak Bij een treinbotsing te Vucht werd een remmer gedood en groote schade aangericht Nabij Muiden slaat een autobus uk-I mili tairen over den kop, tengevolge waarvan twee personen gedood worden. Te Amsterdam komen een moeder en twee kinderen tengevolge van gas verstik king om het leven Do brand aan boord van de P. C. Hooft laait opnieuw op. Op Huize Doom wordt een Duitschei" ge- arresleeid, dia, gewapend met oen revol ver en een dolk, de vertrekken van den ex-keizer was binnengedrongen. To Rotterdam beginnen le winkeliers cen actie tegen de winkelsluitingswet. In een perceel te 's-Gravenhage wordt een vrouw vermoord Bij De Hulst word een auto door een sneltrein gegrepen, waardoor twee mem- schen om 't loven kwamen Nabij Fouuosa verging do Japansche tor pedojager Sawarabi. Een groot deel der opvarenden kwam om 't leven ln het procos, inzak© de valsche van Goghs wordt Wacker tot oen jaar en 7 maanden gevangenisstraf veroordeelt. Op de Engolsch© kust komen bij ©en scheepsramp 9 peisonen om 't leven. Door ftc-ii feilen brand te Iteigawa (Japan) werden honderden huizen verwoest. Bij een brand te Tokio kwamen 14 per sonen om 't loven. Te 's-Gravenzande wer den two© giook- graanpakhuizen door brand verwoest. 't Krankzinnigengesticht te Heiloo wordt gedeeltelijk door brand vernHd. Ten nadeel© van het Ned. Israëlitisch Weeshuis te Leiden, werd door den pen ningmeester mini f 100.000 verduisterd. Te Dinxperlo werd een overval gepleegd op het filiaal van d© Rotterdamsclie Bank- vereoniging. De aanslag mislukte. Er werd zacht gesproken in de ziekenkamer. Het Oude Jaar zat in een hoogen armstoel, door kussens gestut, en zijn bewegingen wer den hoe langer hoe zwakker. Het was duide lijk, dat de oude heer het niet lang meer maken zou De kleine wijzer der pendule stond bijna op twaalf en de groote op negen. De oogopslag echter was ongedwongen en de blik helder ais van iemand, die een goed geweten heeft en met vertrouwen het onbe kende tegemoet gaat. Een tijdlang hadden die oogen, om zoo te zegen, naar binnen gekeken. Nu zagen ze zacht en vreedzaam de aanwe zigen. aan. De hand maakte een wenkend ge baar en een zwakke stem, waarin toch het krachtigtimbre van weleer nog to herken nen viel zeide: Komt nog eens om me heen. Het zat wel de laatste maal zijn en ik heb u iets te zeg gen 1 Toen verdrongen zich de personen, die m het vertrek waren, om den armstoel. Vriende lijk, met teeren blik zag hij allen aan Daarop vouwde hij de witte, rimpelige handen en zei: Het gaat hard achteruit met mij. Ieder oogenblik voel ik mijn krachten .verminderen. Het is haast onbegrijpelijk, zoo hard als het in de laatste week gegaan is. Wat was ik nog krachtig, acht dagen geleden, toen ik Jiet Kerstfeest aankondigde en in de vroolijke klokketonen de beloften van vrede en ver jongd leven over de aarde zond. Het was alsof ik zelf ook verjongd werd, toon opnieuw hot licht der lichten flonkerde in den donkeren nacht. Maar dat mocht niet zoo zijn. Mijn dagen waren geteld. Do Decembermaand is de maand van de klokken. Zij luiden voor een geboorte en voor een sterven. Een kind is geboren en ik, oude man, ga heen. Mijn taak is geëindigd en zoo is het goed." „Van avond vieren de menschen hetfeest der herinnering. Ze zien achteruit ze, denken terug aan mijn driehonderd vijf en zestig dagen. Wat zulten ze van het Oude Jaar zeggen? „Ik wilde we), dat ze allen overtuigd waren, dat ik het goed met hen gemeend heb. Het is waar, ik bracht niet altijd geschenken. Ik legde dikwijls straffen op. Maar wanneer ieder goed narekent, zal hij zien, dat ik eerlijk was en onpartijdig en nergens alleen strafte, even min als ik ergens alleen weldaden uitstortte. „Voor veien is de rekening nu nog niet op te maken. Zij moeten eerst later ontdekken, ■wat ik hun reeds geschonken heb. Dat moet zich pas openbaren, wanneer ik er sedert lang niet meer zijn zal. Daarom is het goed, als de menschen vanavond niet alleen terugzien op hetgeen voorbij is, maar ook vooruitzien op wat komen kan. Het gaat met het menschen- leven als met een groote handelszaak. De balans van 81 Dec. kan wel worden opge maakt ,maar wie zal zeggen, of de „aanwe zige goederen" niet nog iets meer of mis schien wel iets minder zullen opbrengen dan het bedrag, dat er voor is uitgetrokken." „Zich herinneren en zich aangorden voor de toekomst", dat doen vanavond de menschen, als zij den klokslag der herinne ring hooren. Ze doen er goed aan. Hun leven hebben ze verdeeld in tijdvakken, der tig, zestig, tachtig tijdvakkentot honderd brengt het bijna geen. Geen wonder, dat, als er weer een voorbij is, ze eens even naden ken, tellen en vragen: „hoevee) nog?" en „wat brengt het nieuwe?" „Het oude, het verleden ligt open. Ze zien erin: het heeft geen geheimen meer. Maar het nieuwe het ontdekte, het geheimzinnig-ver- borgene, hoe zal het wezen?" Het Oude Jaar zweeg. Weer hadden de oogen den binnen waartschen blik. Het was, alsof het nadacht over de verborgenheden van het lot, dat zich door niets iaat dwingen om te verraden, wat het in zijn vergrendelde voor raadkamers verbergt. En toen zei het zacht, ais voor zich zelf. de woorden van een oud lied: 't Kan zielevreugd of lichaamspijn, Geen sterv'ling is er, die het weet 't Kan regenvlaag of zonneschijn, 't Kan feestgewaad of doodenkleed, 't Kan leven of 't kan sterven zijn. „Ja, zoo is het; wie zal het zeggenl ver volgde hot Oude Jaar. Onzeker is de toe komst. Hoe verstandig, dat de mensehen dit althans éénmaal in het jaar ernstig gevoelen. Iloe goed daarom, dat zo bijéén komen, den huiselijken kring enger aanéénsluiten. Er is tegenover het onbekende zooveel kracht in die onderlinge liefde 1" „O, ik zie ze vanavond in verbeelding, al die kleine en groote gezinnen, ngeko- men van alle kanten met geen ander üJB dan om b ij elkaar te z ij n. De avond was vol licht en vol gesprek. Maar nu, nu het naar den klokslag der herinnering loopt, wor den ze stiller. Ze tellen de minuten. Ze willen de klokketonen niet missen, die aankondigen, dat het oude is voorbijgegaan en het nieuwe gekomen. Eindelijk zullen do stemmen zwij gen. Dan is liet stil, een oogenblik van af wachten, als een korte rust in den stroom des tijds, een halte tusschen hetgeen voorbij is en hetgeen komt. Eén oogenblik slechts daar klinkt ernstig, vredig de metalen stem van den toren. De armen openen zich, de handen worden toegestoken en in blijde ont roering worden de heilwenschen gefluisterd met de stille verzekering van wederzijdscho steun, in omhelzing of handdruk. De afwe zigen zijn niet meer in de verte, want er is een samenzijn van den geest, dat door geen afstand wordt belet. Allen zijn bijéén; niet één ontbreekt en allop vernieuwen den band van lieMo voor het onbekende morgen. Ge lukkige menschen, die zóó hun Silvestoravond eindigen." Zóó sprak het Oude Jaar. Hoe meer de groote-wijzer op de pendule den kleinen na derde, lioe zwakker zijn stem werd. Langza merhand was het een fluisteren geworden. Nog eenmaal opende het zijn lippen: „Kinderen, zoo klonk het; veel heb ik u gebracht. Vraag u zelf af: „Wat hebben Wij ervan gemaakt?" Hoe het antwoord ook moge zijn, sluit u nauw aanéén, want niemand is zeker van één zonnestraal op zijn pad. Her innert u en gordt u aan. Maakt het verleden ten nutte voor de toekomst en hebt elkander lief. Want er is maar ééne kracht, dio heerscht over tijd en lot...,, en dat isde liefde." De wijzers op de kleine pendule hadden elkaar bereikt. Zacht klonken de twaalf sla gen door het vertrek. Het Oude Jaar sloot de oogen. Het was heengegaan, opgenomen in den schoot der eeuwen. En buiten stegen vreugdeklanken op, de ge boorte uitjubelend van een nieuwen tijd kring: Gezegend Nieuwjaar! Gezegend Nieuwjaarl Winterwerk in onzen tuin. Bij niet vriezend weer is er in ooaoa tuin ook in den winter weak te verrichten. We zorgen, dat onze greppels vooral nu goed kunnen functioumceren, opdat over tollig water steeds direct kan afvloeien. Zware, stijve gronden spitten, we liefst vóór den winter, of anders inu nog flink diep om, waarbij we de bovensteek ruw laten liggen. Besten van eenjarige plan ten, ook koolstronken, ruimen w© op, zoodat de tuin ook in den winter eau netten indruk maakt. Met is echter ver keerd, wanneer we in de heestervafckan de afgevallen bladeren gaan wegruimen. La?; deze rustig liggen en vertoeren; z< vormen dan ein humuslaagje, dat de plan ten weer tem goede komt. Het verdorde loof van vast© planten snij den we gewoonlijk ook af. Toch moeten we hiermede voorzichtig zijn. Zoo is het verkeerd om Nepeta of katteakruid hij den grond af te snijden. In ©an ongunstigen winter gaan daardoor vaak tal van planteen erloaen. Ook snijdm we vooral geen groene deelem af, zooals b.v. d© bladeren van Irissoorten. Ten eerste doen we dit niet, omdat we in den winter zuinig zijn op alles wat groen is, maar bovendien is lxet nadoel ig voor de planten. Het is nu ook den tijü vooa- het aan wenden van een kalbbemesti'ng. Immcsrs mag kaUc niet gelijktijdig worden uitge strooid met meststoffen welke stikstof in ammoniakvonn bevatten, als: sla'mest., zwavelzure ammoniak en d© mengsei.s van kunstmestsocrien. Vooar een kalkbemiosUig gebruiken w© veelal kalkmergci waarvan we 30 tot 40 kilo per Are gebruiken. In- plaats hiervan kunnen we ook schelpkalk nemen. Alleen op zure grcnlen gebruiken we soms vcrsch gebluschte kruitkalk of landbouwknlk. liet veel kalk bevattend© ïhomasslak- kenmeel, dat we meetr als ©en lOsi-Givc- mestïng gebruiken, strooien we om liet kalkgehalte nu ook uit. Soms gebruikt men voor kalibemesting de ruwe kalizou'cm welke veel chloor bevatten en daar chloor in groote hoeveelheden zeer schadelijk is voor de planten, strooien we deze aouLm nu reeds uit, opdat het de rcbadeUjke wer king door verbinding met andere besta nd- deelcn van den bodem verliest voordat we weer gaan zaaien en planten. Beter is het om voor een kalibemesting hel we'nijg chloor bevattende patentkali 'te gebruik-m, dat in het voorjaar knn worden uitga- strooid'. Bij deze gedachte sloeg Suusje de slaperige oogen op en keek om zich heen. Noen, de oud© Sylvester met zijn zilver',vilten baard zag ze nlel. Maar toch zag ze naist tiaar bedje iels heel vreemds. 't\Vas een klein blond gelokt wezentje met twee witte vleugc-lljes. 'tStond daar op bloote voetjes en had niets dan een fijn wit hemdje aan. Nog niet hegrijpend©, dat dit teere, blank© schep sel (je een engeltje was ,©en der boden van St. Sylvester, vroeg Suusje heel verbaasd: „Wie bent u, kindje? Hoe komt u hier zoo heel alleen en nog wel op uw' bloote voetjes? En wat zult u het koud hebben in uw dan hemdje". Toen Suusje zoo tot hem sprak, lachte de kleine engel haai vriendelijk toe en begon: „Wij, engelen, die in dezen Oudejaarsnacht, als bo den van St. Sylvester, op de aarde komen, voelen geen koude. En ik ben gekomen om je mee te nemenKom, sta vlug op en kleed je aan. Wij gaan het Oudejaar vaarwel zeggen. Jij hebt het Oudejaar toch ook wat mee te geven?" „SEjn getreuzel", fluisterde Suusje heel zacht „Beneden wachten nog meer kinderen", ging de kleine engel voort. „Ook deze willen het Oude jaar ets meegeven Doch de engel scheen haast be hebben, want Mj liet haar g,eea tijd Iets te zeggen. „Maak nu wat vlug voort, Suusje", drong hij aan. „Lk zal beneden op je wachten". „Ja, dat zal ik", beloofde het meisje en ze begon niet haar kousen aan te trekken. Brrrwat was het koud. En wat lag er veel sneeuw buiten. En wat lachte het maantje toch vriendelijk. En hoe guitig twinkelden de sterren. ,,'tls alsof al die sterren tegen me knipoogen'", dacht Sausje, die met één kous aan één voet, en één kous Ln de hand, naar buiten keek. Daar hoor de rij op eens weer de stem van het engeltje haar toeroepen: „Ben je gereed Suusje? We wach ten op je". „Ja, ja. ik kom al", riep Suusjo terug, terwijl rij zich zoo haastig aankleedde, dat zij niets be hoorlijk: aantrok Alles zat schots en scheef. Onge kamd, op één kous en één schoen en baar jurk half open, kwam ze beneden. Daar zag ze toen al dadelijk, dat de huiskamer was, veranderd in een groote zaal met een lange tafel in het midden. Aan die tafel zaten wel twintig kinderen, die Susje iioelemaal niet kende, en de kinderen sche nen ook haar niet to kennen. Toch begreep ;e, dat al die kindeien ook het Oudejaar is.s wilden meegeven. Ze bemerkte dit ook reeds, zoodra rij den engel tot een klein meisje, dat aan tafel een boterham zat t© eter, hoorde zeggen: „Niet zoo gulzig eten, Elly". „'k Hoop, dat hot Oudejaar mijt gulzigheid toch maar wil meenemen", zuchtte het meisje>, dat Elly werd genoemd. De engel zei hierop niets. Hij keek juist naar Suusje, schudde zijn blond hoofdje en sprak: „Maar Suusie, wat zie je er uit Je hebt i.ocb tijd genoeg gehaci om je behoorlijk aan t© kleeden. Wat heb je uit gevoed? De ander© kinderen hebben hun ontbijt al bijna op en jij „lk... ik... keek naar de stenen", bekend© Suus je verlegen. „Dus weer ©en „Teutkousje" geweest"', zei de engel. „Denk je dan niet aan j© belofte, kind?" (Nadruk 'verboden). Wordt vervolgd). door C. E. DE LtLLE H0GEl!WAARD. Het Oudejaar gaat henen 't Heeft ons veel goeds gebracht, Zijn lijd is nu gekomen. Want 't Nieuwejaar, dat wacht. Wij kenden 't Oudejaar goed, Hij was een üouwe vriend, Maar hij is oud en moe nu, Hij heeft zijn rust verdiend. Nog vóór hij strakjes afreist, Bedanken wij hem vlug, Want is lirj eens vertrokken, Nooit komt hij weer terug. 'lis of hij ons wat vraagt nog. Luister dus even goed, Wat hij ons heeft te zeggen, Voor hij vertrokken moet? Zijn stem klinkt niet meer helder, Zijn rug is wel heel krom. En bevend zegt hij: kintfers, Denk er nu aïlea om. Da- je mijn kLojne jongen, Hij he.et bet Nieuwejaar, Heel viiend'lijtk zult belandden, Zijn (aak, geloof m', is zwaar. Je doedt m'een eaikel keertje (Niet dikwijls was 't) verdriet, Toe, doe je dat mijn jongen, Het Nieuwejaar, nu niet? Je maakt mij 'tafscheid lichter, Als je mij dat belooft II"' Oudejaar wordt zwakker <"t stem is nu gedoofd s'. wensehen dan elkaar toe: GELUK IN 'T NIEUWE JAAR! Dal het veel Heil mag brengen Aan u, mijn lezerschaar. (Nadruk verboden). VOOR GROOTEREN. 1. 2. Woudenberg. Deur, Wouw, goud, boer, ne gen, goad, OLIFANT 3. P L b O a L r I I F a A e N T t e m A N T r s 4. Ik krijg een nieuw© jas. Moeder zAL VAn- daag er met mlij op uitgaan. (Alva). Foei, JaN, ER Ontbraken weer dri© sommen aan je werk. (Nero). Vindt je haar nog ta klein? Laat DAN T0 Naar dea apotheker gaan. (Danton). VOOR KLEINEREN. 1. knie Rie. toe moe. beurt (ge)kl©urd. fij'u zijn. vlug (te) rug. tijd meid. 2. Roet, zoet, voet, snoot. 3. Klok ,huis; klokhuis. '4. Het haantje van den toren, Een stomme knecht (dientafeltje), Ezelsooron (vouwen in een boek). Eks lei oogen en negenoog en (gezwellen). VOOR GROOTEREN. 1. Verborgen lichaamsdeelen. 3. Mag ik strakjes een ons koekjes voor u gaan halen (2) Ik koop in kleine winkel» dikwijls prettiger dan in warenhuizen. Annie, schenk elk glas goed vol. Jaap je keek niet uit. Hè, wat sneu, Straks wachtte ik tevergeefs op u en nu moet ik noodzakelijk uit (2) 2. Mijn eerste is timmermansgereedschap, mijn tweede leeft n het waiter en mtijn geilueJ eveneens. Mijn geheel wordt met 12 letters gescln-evcn en noemt een plaats in Geldeiland 2, 4, 8, 7, is een plaats in Noord-Hollandl 3, 5, 11, 6, wordt door den schoenmaker gebruikt. 1, 2, 11, 9, is een kleur. Een 7, 5, 10, is ©en scherp voorwerp. Een 11, 1, 2, 9, is ©en stekelig dier. Een 6, 2, 5, is ©en mooi, viervoe.ig dier. Een 4, 8, 3, ligt tusschen bergen. Een 12, 8, 8, 9, 4, wordt bij"1 verschillend1© handwerken gebruikt. VOOR KLEINEREN. Vul deze 9 vakjes in met 2 A 21 1U ID 2 L 1M maar doe het zoo, dat je van links pair rechts en van boven naar beneden, leest: O D E K D 0 G E E G G E lt E E 1 j .Oud en nieuw. Het .Oude Jaar gaat honen En 't Nieuw© komt ©r aan, Dat zie je op dit plaatje, i Zorg, dat het goed1 kan staan, Je weet nu immers zelf wel, Hoe je te "werk! gaan moet, Welnu, toon dan jet kunsten En doe het ©ems ibeel goedt (Nadruk verbaden). r? v V0f L 1 J J« y V»S!S5;|Cm f lil' Ci W

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 14