Indiaantje spelen
jam", antwoordde Sausje v-cdegen, „Allen, dia
hier slaan, gaven ,u reeds zooveel' moo, da,L ik u
niol -neer durf vragen ook nog inüjn goUi-auz-öi'
op uw reis naar de eeuwigheid mee to willen
neme-n. Want u beul al zoo heel oud, on oudo
meus-chen mag men nooit last bezorgenEn
ik hoorde toch, wat u zeid-o tot Wi-npjo
,,,lo hebt oen goed, lief hartje, Sausje", ze-i
vriend,olijk liet Oudejaar. „Daarom zal ik jouw
getreuzel er nog maar Wijl nemen, vooral- .oundxl. hot
niet zoo zwaar w-cogt als AVimpjc-'s, wreedheid.
Maar denk ter nu wel aan, dat je nooit meer to
laat moogt komen, hoor. Want wip aikijll suft en
lreuz,eltj brengt liet in deze wereld mol ver. De
tijd vliegt zoo snel voorbij, kindliol. En n| is ook
in'iju fijd voorbij, kindei.en", - ging bel Oudejaar
tot allen voort. „Ik moot heengaan en noem al je
fouleu .en 'kleine gebreken, nies op mijn rei» naar
do Eeuwigheid. O, daar nadert reeds iflu opvol
ger. Daar komt bet Niouwejaar", riep Jilijl lliaastig.
„Nu moet ik vlug gaan. Vaarwel".
Op ditzelfde oogenblik deed hot Niciume-jaar,
stralende van jengel', van vreugde en van lioop,
zijn intrede. Vlug drukte- Injt bbt vertrekkende Oude
jaar de mol rimpels doorploegde handen, en daarin
spiak ziij'n vroofijke s',om tot Suusjo cn de andetre
kinderen: „Het Oudejaar nam al jullie fouten eia
'kleine gebreken moo? Daarom hoop ik, dal geen
van jullie alien mijl, als het .uur van ui'iju beengaan
is aangebroken, 'een enkel gebrek, zelfs oen kleino
Jout in jc karakter, hebt -nco to geven. Eu jijl, Suzu
Uork.enhof, (houd jo belofte ,dau zal niemand ja
meer „Teutkousje" noemen"'.
„IKoe zal men mij dau noeincm, SiSwejaaii»?"
vroeg Suusj.e. f
„Ik denk haast, dat m,en jo dan den naam
„vlugge Suze" zal govern"', was hot antwoord.
„Dien naam vind ik veel' aardiger, dan d,ai ver
velende Teutkousje-"riep hut meisje. Lr haai'
groote vreugde wilde zij1 toen hot Niouwejaar om-
heizen, maar dat was al woer verder gegaan. 1M
vas al voortgesneld naar het palcis der Maanden
waar het bleef vertoeven in afwachting van zijn
tijd. Daar moest bet ook de dagen 1 aften voort-
huppdeu, 3G5 dagen, en dat was oen vctrkje.
Maar wat keek Su/e vreemd op, toen zlijl gocm
der andere kinderen mioor zag. Ja, zelfs da kleine
eng.el, Sylvesters bode, was verdwenen. Alleen,
geheel alleen was zo, cn as lagin haar eigen
bedje. Wanteen droom, niets dan een vreem
de droom was hol geweest, dien Suusjo in dien
Oudejaarsnacht bal bekom.
Maar ook drocmen h.-bhon vaak hum nut, cn men
kan er som.-, v.eol uil leoren. En zoo was hot ook
met Suz.e Berkenhof. Want de droom in dien Oudet-
jaai-snacld, maakte, dat zij do belofte, am vader
en moeder gedaan, werkelijk kon homlun. E.n toen
duurde hot ook niet lang meer, of do naam „Tout-
kousje" bad p'.aa'.s gemaakt voor „Vlugge Suze"',
zooals liet Kieuwejaar dit ook roods had gedadht.
Neen, niemand dacht er voortaan meer aan ba-ir
„Teulkoubje" te noemen.
i 1 TANTE, JOItf.
(Nadruk verboden). f
do-or
C. 1'. DE LllLE IIOGELiWAAHI).
3. (Slot).
Achteraf .gezien geloof ik stellig, dat maneer
Reeling .onmiddellijk begreep, met wie bij te do-on
had, maar .opi dal oogenblik wapen Wijl geen da-p-
per.e, gevaren zoekende Indianen, maar -oen jiall
dozijn verschrikte jongens en meisje-s', die daar
met angslig.e gezichten in do gang stojid'em
(boe zal dit all.es nog aftappen?" fliLsto het
door mijn brein, voor het eerst er nan de-nk'ond,
dat lielg.een wij in onzen ovoimpeé opi touw had
den g.ezol, niet alleen heel onvoio-rziohlig, maar
zelfs schandelijk brutaal w,a,=.
-boe zou li.el toch 'ko-n-en, dat jo zjqqiets altijd -
voel te laat bedenkt?
No-g sle.eds stond meneer Reeling hij' mpeislt
liet natuurlijk zijn met opgeheven pistool "boven
aan de iruip -en nog o,H3jd durfden Wij' ons nfot ver
roeren. Alleen voelde ik, dal mijn oogharen. ver
vaarlijk knipperden. Maag d'at zo-u „de vijand" wol
niet zi,cn.
Roe lang wij daar zoo stonden, zou ik onm®-
g el ijle kunnen zoggen: 'tleok mij c-ouwigheid.
Cn hoew-el ik eerst doodsbenauwd gaw-oeist was
voor dien meneer daar bo-ven aan de trap, viedaing-
rle ik ter toch naar, dal bij wat zeggen of vragen
zou, o-oik al bulderde hij nog z-qo bard. Alles was
bel,er dan deze onhoudbare toestand, 'hij! schoen
bet echter njet van 'plan to z'ijn -en bleef hardnekkig
zwijgen.
Eindelijk, -eindelijk', kon Jaap, die- or wanrsohijn-
Jijk net zoo ov,er Jacht als ik, liet niet langer uit
houden. Hij kuchte ©cn paar keer cn bagon -net
haperende slem
„N neemt u ons nief kwalijk
meneer, maar
Meneer Reeling, die blijkbaar modelijden mot
ons kroeg en begreep-, dal hol den iadianefl-aajj-
voerder in dit hachelijke oogenblik niet aan moed
ontbrak, zei -en zijn stem klonk minder barsch:
„M5j zullen beginnen mot wapenstilstand (o slui
ten. Eerst wil ik -eens vral van jullie bG lording on
(plannen welen. Ik zie natuurlijk onmiddellijk", uat
ik met een Indianenstam, oen zeer talrijken Imlia-
nen-slain l-o do-en bob Zelf heb ik als jongen
meermalen indiaantje gespoeld, jal was liet uaji niot
bij nacht
Met groote ocgen keken wij eerst mc-noor Rooling
en daarna elkaar aan. Was bijl dan niet-boos, niet
vrceselij-k bo-os, dat wij zijn huis midden in den
nacht hadden overrompeld?
Ik geloof, dal het brutale van c.nze d'aad opi dit
o-a-genMilc veel duidelijker (of ooi doardrng, dan
wanneer hij ons kwaad naar hlnis ilia.tl gejaagd.
Stellig las meneer dtae-ling hiervan iets iop| ouzo
gezichten, want b'ij' ging voort:
„Ik geloof wel, dat ik dezen Indianen. stam ken
cn ik hiéji in b'et oerwoud van ll'oid-elheuvel zella
hesp'i-ed heb. Vanmiddag liep- ik over liet zandpad
langs de boek en wout mijn aandacht getrokken
door. een geheimzinnig gefluister en oen troop)
Indianen, die daar blijkbaar kampeerde,
„In dc wildernis'", dacht ik op icons hardop: i