Schiedamsche Courant
$0$ SiiS
0
X
sti
z
r
TWEEDE BLAD
Een Napelsche Paasch-legende.
"v
h-
LU
h~
O
Als 't aschen wordt
SCHIEDAMSCPE COURANT
Guusje s Paaschei
ZATERDAG 15 April 1933. No. 20313.
Hot was ia de week vóór Paschoa, dat.
er voor do eerste maal iets ah hint, als
vijandschap uitbrak tusschen Antonio en
Giovanna Deze twee smoe/e'ige kinderen
uit Napels vermoedden heel weinig op hoe
belangrijke wijze het cindo van den vrede,
die tot dusver tnsschon hen had hos'aan,
op heel hun verder leven invlool zou heb-
bon De aanleiding, die deze beide men-
schenkindercin tot tegenstanders maakte,
kwam door Asinino den ezel Deze was
oen bizonder mooi exemplaar van 'zi|n ras,
bezat een ïossig grijs, flnweeien huid on
een bruin kruis op èm rug en met zijn
ooren kon lij de moest onverwachte, gees
tigste bewegingen maken
Antonio, die veerjien jaar oul was, was
mot eclu Zuidehik temperament smoorlijk
verliefd op de als ko'cn gloeien le zwarte
oogeri van de twaalfj irige Giova'nnazij,
daarentegen, was weer verrokt vn zijn
wilden haarlos Jeileron dag gingen zo
langs de hellingen van den Vesuvius fla-
neeren en het gebeurde hoogst zrl ten, dat
ze Van meening verschilden over de vreem
delingen, die bij de haven kade munten
in hel water wierpen, waarnaar zij dan
doken Onheteekenendo verschillen beëin
digde ,Antonio meestal met eön krachtigen
vloek en Giovanna met tranen. Waarop
dain lirect weer de zon uit den blauwen
hemel in hunne jonge harten schoen, har-
Ion, met da were'd on beken 1 Totdat, op
zekeren dag, juist in de week vóór Pa-
sehen, .ttlonio den ezel leidde naar den
oever van den stroom, juist daar, waar
geen water is, doch in de plants daarvan,
hoo» gras en ruimte voor alle drie om
zich uit te strekken. Giovanna was niets
te spreken over dit eigenmachtig kante-
Ion van An'onio en ze maakte hem er
een venviyt van Hij echter zei met oom
bij hem ongewoon egoïsme:
„Ik wil, dat Asinino da Ar graast, waar
ik wig want Asinino is van mij Dat weet
jo<"
Onzin1' liep Giovanna uit, „sehut wan
neer is liij van jon alléén? Hij hoort ami
ons beiden
„Dit klopt nief" antwoordde Antonio
wijsneu—i", hij hoort aan nrj Wee-t je dan
niet dat alle ezels aan St Antonio toe-
behooren? Ik heb zelf gezien, hoe do
r v
DB PRU1MENBOOMEN te Heinhenszand op Zuid-Beveland staan in vollen bloei. Hier
boven een detail van de fraaie bloesempracht.
priester op St Anion!us dag do ezels ze
gent! En met gewijd water nog wel En
ik heet toch ook Antonio!"
Hij dacht niet an Iers dan d it zij hierop
geen antwoord terug zou heblr'n Hij was
er trotsch op, ei idolijk eens iets voor zich
zelf alleen te bezitten Maar reeds parelde
het van Giovanna's roodo lipjes:
„Dan kon jij La beati Giovanna in Signa
zeker niet?! Zogl"
„Neen Wie is dat?"
„Wacht maar lot Paasch Maandag Het
duurt met lang meer Dan is het feest van
de heilige Giovanna en mijn grootvader heeft
mij beloofd', dat ik er dit jaar hij mag zijn.
En ik zog je nu: ik heet Giovanna En
ik zal daarom in de piooessie mar de
Giovanna kerk in Signa op eon ezel rijden'
Met vleugels aan mijn rug als oen engel en
de sieraden van giootmoeter zal ik om
den hals dragen En mjn ezel zal Asinino
■zijn Weet jij eigenlijk wol wat het mooiste
aan hem is? Het bruine ktuis op zijn rug!
Dat had ook de ezol, waarop „Onze Heer"
reed
13ij deze ivoor Ion kuste zij Asinino's
lange ooren en fluisterde hem toe- „Tij
bont toch mijn eigen, mijn heilig c/.eltjo!"
Toon barstte Antonio woolenI uit „Als
Asirnno een heilige e/cl is, moet hij zelf
/.eggen, wi-en hij toebehoort!"
„Heel goed", zei Giovanna, „maar hij
kan toch met spreken"
Toen dacht Antonio oen h-eol tijdje na
Eindelijk meende lnj de oplossing gevon
den te hebben on stelde voor:
„Wij zullen zien, wie hij volgt Jij neemt
hem bij de manen dn geleidt hem tot aan
dien boom daarginds....,....; als ik tot vijf
geteld bob, moet jc aan hot eindpunt z,ijnt"
lloelemaal zeker zich voelend van haar
zaak, groep Giovanna Overmoedig Asinino
in de manen on trok hem in de richting-
van den boom Antonio echter ranselde met
de z.woep don ezol, zoo lat deze, wild ge
worden, Giovanna in het gras wierp
„Nu probeer ik hot!" riep Anloaio ver
heugd Ilij greep toe en voordat het meisje
nog lot vijf had kunnen tellen, was hij
reeds bij den boom „Wat zeg je nu?" riep
Antonio triomfantelijk uit
„Wij zullen zien, wie van ons hij liever
draagt! Dauop komt het ton slotte a.m'
Üf hij jou of mij ah ongel op zijn rug
hebben wit
„Als ongeil" lachte Antomo boosaardig,
„de straatjongens zouden lekker lachen,
als ik als engel zou komen aiurijdeii1"
„Jij wilt je v.rai d*>n wedstrijd afmaken
Jij bent lull"
Dat liet Anloiio niet óp /ich zitten en
lnj probeerde toch den ezel te bestijgen.
Maar Asinino spartelde legen cn wierp An
tonio te'.kons van zich af Toen werd An
tonio wrcvolig -en mompelde onverstaan
bare woorden, terwijl hij in liet gras lag
Giovanna echter streelde Asinino en zivaii
do zich behendig op zijn rug Als een ko
■ningin reed zij op Asinino weg
„De profeet hoeft gcspiokenl" riep zij
dartel en juichte het uit
Voor de wijsheid van den jirofeot moest
Antomo zwichten Ilij wilde weggaan De
breuk tusschen de heide mensclienkin le
ren schoon volkomen Doch Giovanna sprak
mot de genade, den overwinnaars eigon:
„Luister naar mij, Antonio Jij begeerde
Asinino voor jou allóón Ik wil hem nog
altijd voor ons tweeën hebben! Wanneer
ik Paasch Mamdag naar do kerk rijd, op
Asinino naluuilijk, dan moet jij naist mij
moe loopen en ons viicndje bij den teugel
houden Wil je dat?"
Toen streek liij met zijn vuile vingers
heftig door zijn wilden haartooi en zei:
De geschiedenis van de heilige Gio
vanna, welke je mij verteld hebt, ken ik.
Misschien nog wel beter dan jij Ik deed
maar, alsof ik haar niet kende Nu echter
dwing je mij lol een bekentenis, omdat
jo wenscht, dat ik den ezol zal ldi len
Weet je wel, wal dal betoekcnl?"
„Dat is niet aaidig van je, Antomo!"
lachte Giovanna „Jij weet zooveel en ver
zwijgt het voor mij!"
Zij klom va-n den ezel en ging dicht bij
licm slaan.
„Welnu? Wat be[eekent bot dan?"
Na oen pauze zei de jongen:
„Dat je d.\[ nu niet weet! Hot wil zeg
gen, dat ik jou mijn heele leven lang moet
geleiden, als echtgenoot, wanneer ik jou
op Paasch Maandag naar do kerk van Sig
na vergezel
„Zóó en dat wil je nietE'n zij
speelde met haar oojen als oen monlaine
dame, bewust van haar schoonheid, haar
corjuelterie
„Of ik het niet wil? Zeker wil ik het,
zeker wél!" riep Antonio on kuste haar
mot jeugdige onstuimigheid. Asinino, dio
in tusschen had sjaatn grizen, hief hij dc/.e
juichkreet den kop op en kook do hoi Jen
aan als begreep hij hunne vreugde en
hun smart, als was hij zich zijner roe
ping aJs huwelijks stichter bewust
GEMENGD NIEUWS,
Weer iu de vaart.
De M.iatschajipij floutvaart te Uolfjor-
dam deelt mole, dat tegen liet openan vani
het houjseizoen enkele in de Oostzee op
gelegde schepen in de vaart war Ion go-
bracht j
Overreden cn gedood.
Te Apeldoorn is het 7 jarig dochtertje
van D J II. door een auto gegrepen onj
gedood
To Maassluis is liet 5 jarig dochtertje van
den heer G van B. onder oen auto ge
raaid en gedool j
Heidebrand.
Door onbekende oorzaak is onder Leende
oen felle heidebrand ontslaan, waart oor
ongeveer -100 a GOO II A zijn afgebrand.
Vele prachtige bosschen zijn een prooi
der vlammen geworden
De moord le Echt.
Er is sectie verricht op het lijk van den
arbeider Fdio te Echt met oen zware
hoofdwonde dood werd gevonden F lieolfc
met eon klein voorwerp oen dool el ijken
steek bokomon. Op den 23 jarigen Kdie
was aangehouden; is eau klein zakmes
gevonden
Vliegongelukken.
Op het vliegveld1 Villacouhlay zijn coal
vcikeersiliegtuig en oen gevechtsvliegtuig
neergestort, in looide gcvalleu wegens eon
breuk in de vleugels 1
Een der bestuurders kwam om liet leven.
UJ
2!
LU
LU
LU
sa
door
C. E. DE L1LLE IIOGERWaaRD.
Pa Piotcr Langoor is aan 't woikl
Il'ij schildert menig ei,
Da -moe maakt hij als 'tPsiscili^n wordt,
Do menschemkiiuTrein bij
Da: schild'ren doet l'jj o, zoo graag,
ll'ij1 is een kunstenaar.
En mooiste, grootste ei is heuce!h
In 'n ommezientje" klaar.
VAN DE
door
C. E. DE LILLE IIOGERWAAUD.
'tWas Paasch-Zondag en nog hooi vroeg in
den morgen, liet zonnetje scheen ihoerhj'k, maar
daar ietto Guusje nu niet op Zijl was slechts van
één duig vervuld on dal was liet verstoppen der
Paaschei enen.
Elk jaar legde vader op allerlei verborgen plokjes
in den tuin, onder struiken en achter lage plantjes
eieren neer. En hei waren geen gewone eior.m,
maar echte Paas-cLpie-reii, die pnniilig lose, geel,
rood, blauw, groen en bruin wanen geklemd
Kleine llans, Guusjo's bioerlje, dacht met an
ders, of de Paasclihaasjös hadden die or voor hen
neergelegd, maar Zij, Guusje wisl wel beter. Vader
deed dit immers.
En nu bad Guusje gisteravond in scl'yjin-ordon
kel vader on moeder over de Paasch ei e-ron ihporon
spreken .Haar oudors haddon niet geweten, dat zij
li de kamer was on een groot kartonnon oi open
gemaakt, 't Was hoele-maal gevuld mot kleine diio-
colade-eiljos.
Dijn a had Guusje van plezier iets uitgeroe
pen, maar ze had zitl'i nog juist Mj'ijlds op do
lippen gehelen om zich niet to verraden. Zachtjes
was r,ij do kamei ui'geslojiexi on moeder en va-
dor hadden iioelemaal niet gemerkt, dat Zij or ge
weest was.
Maar Guusje had liet prachtige Pan>ehoi
gcz.ien onaj rekende er vasl op het moigon m
Zij'n beide zoontjes: Grijs en Grauw,
Zien toe ou 'ttweetal denkt:
Gelukkig is het mensclheinhind,
Dat vader 'n Paaschei scjijeinkt.
k^wou, dat k zoo'n kleuter was.
Zoo'n kind wordt braaf verwend,
Maar jammer is 't, dat 't vader P-e
i Dien bes-ten haas niet kent.
Een memschenkind was 'k todll niet .«iraaa.
Ik uildre vader Piot
Nog voor geen honderd kinderpa'a.
Had het gehjk of niet?
(Nadruk verboden).
-■?/
DEB
iBMBWWill—BW—PW—IIW 11
k a V <i
te»* Y" Vt L
v "t
vv «"V s V 'S
f y 3> "s
No. 15
RUVn-n -.rrt VAM nc c-
•/iqcmc COURANT VAN 15 April 1933