IN HET PARK
door
C. E. DE LILCE HOGERWAARD
jMoeder Gans loopt met haar jongen:
Kwakkel, Donsl en Snaterding,
In het park'. Het weer is Ihoarlifk;
Juist goed vqor een wandeling
iii ii r i
Daar komt Bpb, die loopt met Moeder.
In zijh hand. faioudt l&j een zak
Om de gansjes bropd te vooien.
0, die diertjesl zijn zooi mak
Zegt hij! tegen Moeder, s'aiooit dan
Grocte Stukken cy>' don grond,
Kom maar, gansjes, eet maar lekker, -r-
'tVentje kijkt daarbij in 'trond....
Waar de eenden zou dien wezen
1 Rn de grootte mooie zwaan?
Merkt niet, dat de ganzen micadcr
Heel behoedzaam kpmt .or aan.
Hap' de ganzenmoedcr neemt plots
Bob den zak af met een ruk
En 't papier niet al te stevig
Is dan in een wipje stuk.
't Brood rolt nu naar alle kanten
Bob kijkt eerslt verschrikt, dan kwaad
Maar het is geheurd. Droef zuel'it hij1:
Dat ik m' optie zoo foppen laak
Stoute Ganzemnjoeder, foei toch.
Gulzig heest. ...Stil houdt plots Bob,
Want de jonge gansjes pikken
'tLekk're fcrcpcL wat gretig öp.
'n Goeie Moedor bon je zokar,
Zegt nu Bob 'kBeu niet mieter 'kwaad,
Omdat jij' je lieve kindorsl
Ook van 'tbrciod zoo smullen laat.
I
Morgen breng ik weer nieuw brood mee,
Kwakkel, Donsl en Snaterding.
Maar de zelf wd' 'tjullio geven
-- Morgen mfrjln wandeling.
1 1 1 I 1
d'And'ren dag, met broofcl gewapend.
Komt onS ventje er weer aan.
Stevig houdt ShSj nju den zak vast
En zegt lachend: 'tZal niet gaan
Ganzenmoeder in haar taaltje'
Kakelt eerst: Dat 'sgoen manier.
Maar nu Bobby zóóveel brcpl strooit,
Heeft z'ij rnet haar kroqs't plezier.
f -
InLuid gesnater wil hemi zegden:
Wij bedanken je, hoor Bob.
En u'jl eten de traotatie
Heusch op jcjuw gezondl'ieid op.
(Nadruk verboden).
1 i
t
j
i
i