M Radioprogramma's. m m Wielewaal. Raadselhoekje. Het eigenwijze Muisje. v „Nu vreet ik! welke vogel mSjn lieve- ngsvogel heeten mag", zegt Fredenik va.a Eeden m een gedicht aan. den l^dlecuwerik gewijd. En welsprekend getuigt, hij van zijn liefde vpor dezen onaanziendnken, qan- youdigen v,oge3 met zdjn opgetogen iied, 'dat klinkt op den winterdag en in do zo meruren en dan, wanneer da Aprdmaan schijnt m den lentenadat en do dichter mot zijn liefste gaat langs weiden, stil en nevel- Wit, wandelend hand aan 'lyxnd De morgenzon, do zomer nacht, de Wind, do vrijheid zonder maai, de lust, die niuunerineer vergaat die heeft Ihjij in zijn lied gebracht Het kl,n.kt van uit de vage verte alsof hjiji midden in 't gesternte zyh zilv'ren klokje luidt Zoo heeft elk Zijn hevelingsvogels min of meer. Ik heb er dne>, nioeir nog wel misschien, maar drie to<Jh wel, die ik om geluid of verschijning prefereer. II: bxlcel de fuut, de wulp en de bonte, kleurige vogel met zij'n pradhtigen, melodieusen roép Wiens karakteristieke naam hierboven staal •Waarschijnlijk zijn veel van onze voioi- keuren ons gebleven, mt onze vroege jeugd. AVat op het kmd, den opgroeiendeii jongen fit het meisje ui thet land en de omgeving van hun jeugdjaren indruk maakt, dat blijli hen bij ook m later dagen en wordt met gemakkelijk uitgewiöcht. Zoo Zijn ook alle drie, de fuut, de wulp en de wielewaal gestallen uit mhjn jongens jaren in het Overijsselse!!,e waterland. Do fuut, de interessante, ietwat vreemde breed'- gekmfde bewoner der voemplassen, do wulp, die ontroerend mooie flinter, van ranke, Moege gestalte m de Wijde moerasge bieden., in lentedagen als do gagel geurt en onder de najaarsluchten op de trek en tenslotte de wielewaal, de „gele gouwe", zooalst we hem noemden, die weliswaar een bewoner van bcsehjes en Ihooger ge boomte is, maar die daarbij toch oo liefst ia de nabijheid van Ihet water zijn woon gebied zoekt. De wielewaal dus. De meestem zullen Zijn geluid beter kennen dan zijn gestalte. Bj is een nogal schuwe vogel, die zich graag in 't groene loof verschuilt klaar Zijn malsehe, wonder bekorende roepwilo, Wilo, telkens henliaald, is veel te noorem, overal waar behoorlijk wat geboomte is, hojcg af laag en dan liefst zooals ik al zei, niet al te ver van water, m de boschjes langs de rivieren, in buitenplaatsen en parken, m boomgaarden, in duinboschjes pok wel. De vogel zelf, die dit opvallende en bizonder aantrekkelijke geluid maakt, is flink groot, als een merel wel, goed van kleur met zwarte vleugels en rpoda snavel, terwijl het wijfje die sdhitterend gele kleur mist, maar groenachtig met bruine lengte strepen is, een mooie schutkleur tussclhcm 't zondcorspeeldo gebladerte Hy ziet eruit, zegt nermann Lötis, do groeie Duits'cke naluurscl'irijVer, die in 1914 by Reims sneuvelde en wiens boeken vol fijnzinnige natuurschetsen zqowele lezers vonden en vmden, hij! ziet eruit „de wiele waal", alsof een stuk zonlicht do gestalte van een vogel had aangenomen, zoo diep- geel, met donkere zwarte schaduwen af gezet, is hij geteekend. Zijn saortgemoo'ien wonen alle m do bosseheai van Midden- Azië aan den voet van de Himalaya, in kleurig, tropisch land. Hij die in het La tijn drie keer do klanknabootsende naam Oriolus draagt, is in onze gebieden, de eemge van Zijn familie, de Oriol dae. Gol den Onole noemen de Engels'clicin ShjCm, Pirol de Duüscheis, Loriot de Fransclhen, alle namen die evenals onze Hoillandsehe eiep Wijzen, hoe 'het vooral dei welluidende klank vau zijn gefluit is geweest, die aller meest de aandacht heeft getrokken. Van Mei tot den vroegen herfst kunnen wij aan dezen mpoicn vogel, wiens kunstig nest sierlijk en slevig in een takvork hangt, onze vreugde beleven. In September zijn deze zomervogels weer wcig naar het land, waar wrmaer zonnegloed heil beschijnt, Ons heifsüaudscóap met al Zijn hccilyke schoonheid, mist aan zomersohallen ook de felle kleur en het weldadig lied van den onvolprezen gele gouwe. A. L. B. GEMENGD NIEUWS, Wie heeft de brillen uitgevonden? bi de stad Treviso vei heft zich de kerk van Saln Nicdo, die Paus Benedictus XI in de 13e eeuw liet bouwen. In de ka pittelzaal van het aangrenzende Bomini- canerklooster bevinden zich wanJbesehil- deringen, Idie Tomaso da Modena in 1352 vervaardigde, waaronder er zijn, die dien eersten kardinaal der Orde Ugono e Pro- venza, Voorstellen. Deze geestelijke hoogwaardigheiJsbekle© der, die juist op het punt staat te gaan schrijven draagt eeu mooien grooton bril op den neus. Het fresco in Treviso is de eerste afbeelding van een optisch instru ment waarmede een goed. deel der tegen woordige menschheid zich vroeger of la ter „wapent". Zooals rer Is vermeld1, is een oopie van dit schilderwerk door den Italiaanschen nati analen raad voor on derzoekingen met andere wetenschappelijke en technische gedenkwaardigheden naard© wereldtentoonstelling in Qücago gestuurd' om te bewijzen, dat de bril in Italië uit gevonden is. De „Gorriere della Sera" bbvat ©en artikel over den onbekenden uitvinder der brillen. De schrijver is van mecning, dat liet bedoeld fresco de verbreiding der bril len itt de eerste-Welft dier 14de eeuw bta- wly'st terwijl het nog intet beteekeint,; dat Ugone da Provclnza, die 100 jaar vroe ger geleefd heeft den eersten, bril dgöeg], Er zijn immers voorstellingen waarin Vir- gilius en Pythagoras met eeu bril gjejwa- pend zijn! iWanneer do philisoof Seneca beweert, dat een miniatuurschil!! idoor een met water gevulden glazen bol beter to lezen was, schrijft hij dit toch aan do uitwer king va!n het water toe. De lonsjvormjga stukken glas en kwarts die men bij do opgravingen van voorwerpen uit de oud heid gevonden heeft zyn piet voor ver- grootmge'n ,maar als eenvoudige Versier selen gebruikt wat bewezen is door gaat jes die ei' in het midden door hoen go- boord waren. 'Abusievelijk is even coins de vei onder stelling dat de brillen door kloosleilingem uit China weggevoerd werden in do 14e eeuw; ©venmiu zijn zij ©on uitvinding dter Arabieren. Toch was de Arabische mathe maticus Alhazan, die omstreeks het jaar 1000 leefde, zeer dicht bij de uitvinding, toon hij in het 3e deel van zijn beroemd' tractaat over de optiek zei1 Je dat men door middel van eeln splierisch segment van glas vergroote afbeeldingen van voor werpen kon. krijgen. liet schynt echter, dat deze kennis noch door Alhazan noch door Roger Bacon, die dielns werk kond©, practiseh gebruikt is, ofschoon deze ge leerde Engelsch© Franciscaner monnik in zijn Opgts majlujs, dat luj in 120? op bevel Van Paus Clemens vervaardigd©, er over spreekt ,dat zoo'n splierisch segment een voortreffelijk middel was om het ver zwakt gezichtsvermogen van oude men sdien te hulp te kamen. Want van het vergrootglas dat in de nabijheid van het te beschouwen voorwerp gebracht vorul tot het paar lenzen, dat voor de oogen gehouden woïJt, is nog een lange weg. Een brillenmaker uit Gent, F. de Ca.es© niacher, publiceeide in 1845 een werkje mot de beschrijving der Romereis van. den theoloog EDetnri do Gand, G oelhals genaamd, die deze in 1285 gemaakt heeft. Deze had door zijn vriend Bacon de bril len leeren kennen en in Pisa dein moia- mk 'All ess and ro Üella Spina daarvan ver teld en op deze lezing raakt© do biil in Italië bekend. Deze lezing is echter on geveer veertig jaar geleden door eein, Ita- liaanêclio geleerde professor Alberotti, als valsch bewezen. De mdnnik 'Alessandro della Spina beeft echter werkelijk geleefd en brillen vervaardigd, naar een kroniek van het jaar 1313 uit Pisa meldt. De uit vinding moot echte® redds vjoor hem ge daan, zijlm, want ini een preek van, liet jaar 1305 heet het, dat het nog geen 20 jaali geleden is sinds do kunst va'u bïriÊMi maken uitgevonden was. Eindelijk bfezit- ten wij een geschrift van dein1 Floaientiijin!- schen geleerde Domjeinnioo Maitni uit het jaar 1378 onder den1 titel „Historisch! trac taat over neusbrilksn". j Hiciin werd ©dn grafsfcdem Ider kerk Saln Maria Maggioze vermeld, die jammer ge noeg iniet moer bestaat, met ©en inscriptie, dat daar in 1317 de Fioreintijner Salvias! degli A'rmaii de uitvinder van d'en bril, begraven was. Maar helaas ook dit bericht heeft late re and c-rz oeking en piet meer kunnen door- Staan. Zeker is, dat reeds vcior het jaar fLGÖfO de vervalschors van kristalbriïleln; bestraft werden, zotoals piofessor 'Alberot ti van het rijksarchief in Vienetié an,am- stootchjk kon aantoonöni. Een kunst waar bij verval setringen en misbruiken voor kwamen, moest hoogst ontwikkeld zijn; men kaïn dus aanlnemen, dat de bril reteds lang voor 1300 in Venolie bekend was. Al is er nu ook niets definitiefs omtrdut den uitvinder vast te stellen, toch troost do sclirijver van het artikel zich hfermfe©, dat het toch in ieder geval stellig ©eto Italiaansche uitvinding is. Zondag, 6 Augustus 1933. Hilversum, 1875 M. 9 u. VARA. 10 u. VPRO. 12 u. AVRO. 5 n. VARA. 8 u. AVRO. 9 u. Tuinbouwpraatje S. S. Lantingai 9.30 u, Gramofoonplaten. 10 n. Kerkdienst uit den N.PB te Utrecht- Spieker: ds. H. W. Bloiemhoff. 12 u. Gramofoonplaten. 12.30 u. Orgelconcert R. Balla mmv. H. Viskil (tenor) en Boris Lensky (viool). 2 u. Bo'eh'enhaifuur. 2 30 u. Uit ltet Kurhaus te SdieveningenResidentie orkest o.l y. I, Neumaxk, mm) Martha Stam (zang). In de pauze ©n na afloop: gramofooninu- zi[akj. 5 u. Concert door het StrijkemsemMe „Tivoh" o.l.v, H. O. v. Helden en. gra mofoonplaten. 6 u. Kamerorkest „Amici- tia ©t musica" o.lv. Drukker. 6 50 u „Wak ker en Tropondnit". 7.10 u Vervolg orkest- conoert. 8 u. Vaz Dias. 815 u. Concert door het Wiener Bohème orkest. 9 u. Gra- mofoonphiteix. 9 20 u. Bohème orkest. 10 n, Gramofoonplaten!. 10.30 ui. Kovacs 2a) jos kan zijln, orkest. Huizen, ,296 Ml '8.30 ju!. NCRV, 9.30 ,u'. KRO. 5 u. NCRV. 7.45-11' u. KRO. 8.30 ,n'. Morgenwijding ol V. J. N. VPowl hoeve mi.m.v. voöaal kwartet en orgel. 9'Sfl! u. Volkszangmis. 10.30 u. GramofoönplajJ ton. 12 u.' Causerie. 12 15 u,'. Orkc-stdorri dert. Gramofoonplaten. 2,10 ui. Voordracht. '2,30 n. Orktestootnoert ©n Mannenkoor1. u'. Zieldenlof. 5 ui. Kerkdienst uit de Gelet.' Klerk to Leiden o.l.v. ds. W. Bouwman. HiernaGewijd© muziek!. 7.45 u'. Lez' 8.15 u. Orkiestooncert ©n voordra'chfen i 9—9.15 u. Vaz Dias. 10.40—11 u Ei i- loog. Maandag, 7 Augustus 1933. Hilversum, 1875 M. 'Algemeen programma, verzorgd' dool' de VAiRlA'. 8 n'. Gramofoonplaten. 10 u. Morgenwij- ling VPRO. 10.15 u. Declamatie F. Neln- liuys, 10.30 u1. Amsterdamsah Trid o 1 va Bleekrode. 11' u. Vervolg declamatie. 11.15' u. Vervolg Trioconoert. 12 u. Th© Ram blers ori.v. Theo Uden Masman en gra mofoonplaten. 2 u. Declamatie F. Nien- Spys. 230 u. Gramofoonplaten. 415 nj. Voor de kinderen). 5 u. Ensemble „Pro Ar te" o.l.v. J. Helden. 5 40 u. Voordracht Jaany v. Oogen. 6 u. Vervolg orktestcon- c'ert. 7.30 u. Gramofoonplaten. 8 ui. S0S- bëricihten. 8.02 u. Vaz Dias 815 u. De H0V o.l.v. F, Schuurman. 9 u. „De me neer van zoo'even", spel van Lichtenborg, VARA-tooneel o.lv. W. v. Cappellen. 9.20 u. Vervolg HOV-Concert. 10 05 u Gramo- foonplalen. 10 20 n. Vervolg IlOV-con- ctert. 11.'12 u. Gramofoonplaten. Huizen, 296 M. 8 it. Schriftlezing en declamatie 8.15I 9.300 u. Gramofoonplaten. 10 30 xt Morgen dienst o 1 v. dr. F W. 0. I Schulte. LU li. Cbr Lectuur. 1130 n Gramofoonpla ten. 12 30 n. Orgelconcert J. Zwart. ii, Gramofoonplaten. 2 35 xt. Causerie Ai J. Hervvig 3153 45 u. GramofoOnpla- ilenl. 4 u. Bijbellezing door ds. Prins m m W baritdn ©n orgel. 5 u. Concert. Al Her mes (alt), G. Betlis (viool) en P. Halslei. ma' (piano). 6 u. De „Noriand-Castld-1 Band" (uit Londen). 7.15 n'. Ned. Clir^ Persbureau1. 7.30 n. Vragenuurtje 8 30 m Mannenkwartet „ICixUstganofc O.l.v. W. B09- rendenk. 9.15 u. Causerie door J W-x-ir 9 45 u. Orgelspel L. Laxienroth'. Ca. ÏO.1,0 u. Vaz Dias. Hierna vervolg orgelspel, 100.45—11.30 u. Gramofoonplaten. 1 fleed toen de braadvork moeite, zich uit het rek los te wnagen. Hij stootte daarbij tegen zyn twee buurJepels, die, daardoor verschrikt, weer tegen senige andere lepels stootten, welk© iot elkander ïjnkelden: „Mat'gebeurt er toch allemaal?" Niemand antwoordde op deze vraag Doch ©en vloerbezem, die met zijn langen steel vlak. tegen het lepelrek leunde, begon nu ook op c-iens te Slagen, dat hy, meelemaal niet werd geleid. „,Ifc snoet mij maar dag m dag uit, dqar stof en vuil wentelen", klaagde hijl „Altxjl meet ik allerlei rommel bijeenvegen m deze keuken, "s Morgens niets dan stof en asch, daarna zand en melder floor schoenen hier binnengedragen. En kijk daar nu toch weer eens op den vloer. Al dat wortel loof. Ja, en dan nog zooveel schraapsel, dat daar bij telkens weer vali En straks zal ik dat alles weer moeten opvegen, en daarna zetten zie mij, als een stoute jongen, in ©en of anderen hoek neer, totdat ze mij weer noodig hebben, om ander vuil bijeen, te vegen, waarvoor natuurlijk de stofzuiger 'die zóó deftig is, fij'n bedankt Ach, acfA hoe hard iS toch (bet lot van mijj, arme vloerbezem. Neen, jk bijt hier niet langer......" De bezem scheen waarlijk van plan, weg te lom pen, Hij probeerde het tenminste Maar hij had helaas geen voeten en zoo viel hij dan ook roeds dadelijk oin. Hè, wat was dat. Margreetje, di© den vlwxrbezeim- steel op den steenen vloer hoorde neerkomen, schroK er zoo van dat ze 'het worteltje half g© schraapt, in 't water xvierp en vlug van den steil Sprong Daar zag ze toen den bezem liggen. Maar juist toen ze hem weer tegen dein. muur xvilde zet ten, hoorde zfij een melkkookpan mopperen over het stof, dat m de melk was gevallen. „Ze zijn te lui om het deksel Mboorlijk te sluiten", morde de pan tot een kleinen water ketel, die ^roolijk op het gas stond 'o zingen. Neen, daar begreep Margreetja nu torh heelc- maal mets van. „Waarom mopperen toch al die lepels, vorken, en al het andere keukengerei?" vroeg zij ziclh af. „Waarom x\as dat mooie theepotje zoo onte vreden? En waarom wilde zelfs da vloerbezem weglcopen? En die kleine waterketel staat daar toch zoo vroolyk te zingen, aisof 'Ijij het liier heel genoeglijk en erg naar zyn zin heeftHoe is dat nu toch mogelijk?" (Nadruk verboden). (Slot volgt). Moeder Muis heeft aan haar kinders Telkens weer opnieuw verteld, Hoe het in. de wereld buiten 't Muizenholle# is gesteld. ■J Kindertjes zei moeder Muis dan, Ga alleen niet uit het nesl Maar klein, eigenzinnig Vaal.je Dacht: Ik kan tocin eig'lijk best Van de wereld eens wat zien, hoor, 'k Ben voorzichtig, pas goed op. En ja, als de vijand nadert, Reken maar. dat 'kme verstop Dom en eigenzinnig Vaaltje Gmg alleen er dus op uit 't Scheelde maar een. 'haar, of Vaaltje Werd van meester Uil do buit. Meester Uil kwam aangevlogen, Vaaltje wipte 'tnesl weer in. Hè, kraste de slimme vogel', In zoo'n muisje heb 'kjujst zin .Want het arme, domme Vaaltje Dacht er heek-maal niet aan, Dat zfijn staartje gluuxd' mt 't nestje. Maar gelukkig zag 'tde Maan. Niet zijn stralen kriebelt Maantje Nu'den Uil. Die niest: Apsjee. ïn toen Vaaltje 'tsidd'rend' hooide, Kwam liij op een goed idea 1 Plots'Jmg haalde hij zfnn staart in En bjy fluisterde !beel zacht: Moes, 'k zal voortaan naar je luist'ren 'tMaantje hoort !het en... het lacht. CARLA HOOG. (Nadruk verboden). Dat de vijanden daar loeren. Nergens, nergens is Let plujSj iWant de Ic^en en de uilen. 1 Vangen g aag zop'n arme muist Opiossingen der Raadsels uit het vorige nummer VOOR GROOTEREN. 1. Oor, sprong; oorsprong. 2. MUURBLOEM! AI d U n H r U i n S h R' a a g M U TJ R! B L Q E Mj z e e L a n d t r ,0 m p p B a M 3. Zjij zal tante CO MOrgenmiddagj een' bezoek brengen. (Coma). Jan kan maar niet bedenken, waaHO Eicnb ge vrienden niets moer van zich laten! 1 hoeren. (Rome), Laat BoB ER Nietó van merken alsjeblieft, 1 i (Bern); Ik dacht niet, dat ©|0tai JaaPl ER] Pleegf 1 'dronken had. f (Peröb-j. 4 Sprce, sprei. VOOR KLEINEREN. 1. Kalk, zalk, valk, balk. 2 HANDSCHOEN. Hark. m A a s. m o N d. 1 0 o D 1 i S 1 a C h a. f H i"o n d. b O o t. g i E r m a a N. 3. Hei blij. (bou)quet zei '4. Het haantje op den tore®. Een peer van een lamp. Een elleboog. Om op te lossen, VOOR GROOTEREN 1 1 1. Afijn geheel wordt met 9 letters geecteeve®, en noemt een groente. 5, 7, 8, 0. iS een plaats jjn Limburg 6, 3, 4, 2, jS niet warm. 1 Een 1, 8, 4, 6, kan ons niet alleen Veel genot verschaffen, maar oiok 'bjeel üïuttigj ziyn, 1 De 9, 4, 6, strpoont door ons Land. 5, '4, 2, 6. iS een. voedzame drank. 2. Vul deze iö Vakjes in met: ^(vw«r iM GJ

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6