SCHIEDAMSCHE COURANT
Hoe Papje zijn meester hielp.
Elfjes en (Vlenschenl nderen
VAN DE
-sa.
No. 35
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 2 SEPT. 1933
(Vervolg en slot).
Bevende, en bovendien. verschrikt door papje's
laatsle woorden, dio hij "Rel dier nimmer nad
voorgezegd, stond d'e man weldra voo-r dan joingen
vorst, die began met hom.' La vragen: „llclbl gij
zeil den vogel dit alles! dp zulk eoa natuurlijken
tocm leeven zeggen?"
„Neen... o... nneon. Sire", samoldq do man
verlegen.
D lie... laatóte woorden heb ik b,em niet ges
leert!Doch wel Eeoft blij ze iriijl vaak hoeren zeg
gen, wanneer ik wanhopend was, omdat hij niet
wilde roepon: „Lang Jovlo koating bodewijk da
Dertiende".
„Maar waarom leerde jij dit jes vogel roepan?"
vroeg tic vorst. „Kon je hem niols anders loeren?
Ie begrijpt toch wel, dat al'lhat gerotep on gewensth,
dat ik lang moet leven, lach op den duur wat ©rg
vervelend wordtK
,,'tfs zo«als uwe maieslei zegt", sprak de man.
„Maar ik ben zopi heel arm, weet u? En' in don
oiodog verloor ik één m'rjlner beenen En man ver
telde, dat u allo papegaaien, dio „Lang fetvö do
koning" konden roepan, voor zakken vod geld van
uw onderdanen Koekt, En 't sdifoonclnlappcn gaat
niet meer
Daar riep op oensi weer do papegaai: „U'ng
leve k-oning bodewijk! de Dertiende. Ach. wal ihob
ik toch weer eau tijd verspild riiel jou, domoor, dio
weinige woorden in to pompon".'
„,'t Dier is werkelijk vermakelijk", sprak de ko
ning. „.Dit koop ik graag- van je. Zeg maar, hoeveel
je er voor Verlangt......"
„Niets wil ik er voor hebben. Uwe majesteit'*,
„Ik ben al verheugd, dak u de bqaza woorden,
die ik hem tocil waarlijk! niet heb1 geleerd, niet
kwalijk neemt. Neon, jgcon stuiver wil ik. voor
het dier 'hebben
tls best sprak de koning. Maar zeg ine
nu even, waar je wopmt, "dan laat ik morgen den
vogel halen".
Hoewel de s'choienmaker het wat vreemd vond,
dat hij 'den vogel weer motodt meenemen, gaf 'li®
toch zijn adres) dat een dor ibjovolingen spotlacibcfii-
<le opteekende.
„Zo houden mij voor den mal", dacfilL toen de
man, en hij Kop bedroefd naar ziijm buisje lerug.
)och hoe groot was zijn vreugde,'toen den vol
genden dag een van 'sikonings) lakeien firn vogel
kwam, haleu en 'li'ein een brjef overhandigde, wanr-
tn zijn benoeming las lot oppasser en verzorger
der vogels van dea vorst, doch alleen op voor
waarde, dat bij aden, die l'.iet waagden, wear een
of anneren vogel den koning te komen aanbijedm,
moest wegzenden. Dit deed [o in ook do man op
zulk een flinke manier, dat sinds dien t'ijll de vorst
niet meer met spreikendei vogels werd laslig, ge
vallen.
TANTE. JOU.
(Nadruk verboden).
door
C. E. DE LILLE HOGERWAAHD.
Als do menschenkind'reu slapen,
Zweven Elfjes heen en w pr
Er liun Koningin, Elvira,
Geeft een bal zelfs menig kMr.
bi huu allennoioistc Idooren
Dans'en Elfjes in den nacht --
't Maantje meel eens' oven k'ykkn
Om een hoekje enRet licht
Overdag is 't to rumoerig;
Elfjes houden daarvan niet.
Er liet Maantje vindt de kind'rcn
't Liefst als hetz in bedje ziet!
In bun droiomen zlj,u zo immors
Op lwt Elvenfeest in 't bostfi
En gaan, al? ze moo zijn, mot hen
'Zjtlen op liet koele mos'
Om te uisl'ren naar de Sprookjes,
Die Elvira lnm vertelt.
Niet van Elfjes, maar van kind'ron;
Daarop zijn ze zoo gesteld.
ElfenVo 1 fcje, niens'chenk i nd'rei?
Spraken no,oit nog met elkaar,
Maar 'k weet zeker, dat de Elfjes
En de heele ki'nclcrs'c|h'aar
Todi elkander ü(eel goicd kotmeiu,
D'een Van d'andcr dolgraag hoort
En niet één kind 't EJfènvoikje
Op hol feest nog 'heeft gestoord.
't Maantje gluur! eens in hun bedje,
Fluisterend: Ik houd de wacfd1
En begrijp Deel goed, waarom je,
Kleuter, in je drooimen lacht'
(Nadruk verboden).
i
KI NDER-B AD
I