Het Honingfeest I Bij en Vlinder. Ons Zusje door C. E. DEi LILLE IIOGEllWAARD. In llereland, hier ver vandaan, M as 'top een avond feest. It mag vel spreke van geluk, i\\ a 'khen er bij geveest. liet was het groove ilonijigfccsf. Dat éénmaal in liet jaar Dom- koning 1'luis gegeven wordt Aan heel e berensd ',aar. De koning zelf zat op een (roon Naasl hem tie koningin, Zij zagen er SB deftig uit, Die vorst en die vorstin. De heren uit heel Bereland, In fccstkleecTij gehuld, üi hadden tot den verslen 'lijoek Da feestzaal ras gevuld. Er >rd gedanst muziek- gemaakt, Ook menig slpel gespeeld, 'k )t Vast ,dat op liet Jjoningfeest Zicli niemand 'heeft Verveold. Het was er net luilekkerland. Want waarheen men ook zag, W 't honing, zoete honin: die Op groiote stohalen lag. Dc g.'..ten verden getrakteerd,, 0, Beer, vat vas dat fijn, En dolgraag had ik voor cén dag ,Een heertje villen ziijln. Ju t dacht ik, dat ik ook vat kreeg. 'Ik nam het dankbaar aan M ir eensklaps met een zilv'ren straal Daar kriebelde de maan II wakker tVas 'tniet jammer, zeg? ,Uit vas het herenfeest T h jok ik niet, als ik vertel, Dat ik er ben geveest, ''k Ilaop, dat ik nog eens word gevraagd En dal tie Maan mij dan Niet kriebelt, zocda'. ik lot 'leind Op 'L feest heiiso 1 blijven kan. 'k Doe daarom vlug mijn oogen dichl, ZoiCidra ik Jig in bed. Wie weel, boe ganv 'fcnaar Bereland iWeer reist en tiaar heli1 pïet. 'kVertel er jullie itellier van, i K'ijk dus maar in de krant Bij de rubriek: 'tGemengde Nieuws, ivom j'qok in Bereland? (Nadruk verboden). Een bijtje vliegt van bloem tot bloem Er honing uit tel puren: Een vlinder, die liet bijtje ziet, Denkt: vat zijn dat voor kuren. Ik boud ook wel van honing-zoot, .Maar 'kdonk niet aan vergaren: Ik leef maar vrolijk bij' den dag, Zorg niet voor later jaren. loo lang leeft ook' geen en'fc'le bij, Waartoe das al dat sjouwen? Heb wel gehaard, dat 't bijenvolk Zichzelf een buis kan b'ouwen. Daar vindt je raten honing in; leel kunstig. 'kW,il 'tgelooven, Maar waarom ze dit alles doen, Gaat ïriijn verstand te boven. Do vlinder, die zoo lucldig spreekt, Is 's winters lang vergeten. Maar aan het bijtje denken wij, Zoo vaak wijl honing eten. i IIERMANNA. (Nadruk verboden). door C. E. DE. LILLE 1I0GERWAARD Zeg, kom j'eens bij'.ons kijken i We kregenraad eens wat, 't Heeft lieve, blauwe oogjes En o, bet is aoo'u schat. 't bigt meeslal zoet te slapen. Aleer zeg i k jullie niet. liet isbet iseen zusje Van Karei, mij en Piel. 't l.igl in bet rose wiegje 1 Soms kijkt 't ons oven aan, Als 'wij juist met ons drietjes 1 Om zusje's wiegje staan. ■Wat denkt je, zou z' ons kennen, Of is ze nog te klein'? Zou ze dan lieel niet veten, Dat wij haar broei tjes ztijn? Haar vingers z'ijn garnaaltjes Een perzik elke wang En als z'eens halt, dan uur!; het ileuscb werk'lij'tó no,oit 'Keel lang. Ze kan toch n,og niet zeggen: 'klleb honger, dorst of pijn. Wij moeten dus maar raden, i Yaarom dié traantjes ziju. Araar één ding weet ik ick'er Is zusje ooit in nood, Dan zullen wij haar Keipen, Want wi), we zijn feci groot. (Nadruk vei'boden).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 2