Toen Hennie en Bennie een nieuw klein broertje hadden gekregen. SCHIEOAMSCHE COURANT 132. VAN DE -sar No. 42 AN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 21 OCT. 1933 Op zekeren dag, toen, Ilcnnie en Bonnie al ecnigo maanden ,ap do groote schojol waren, kre gen. zo eon nieuw, betel lef iel om broertje. „'Wel, jongens, 4» 1111 Ilco!i b"JJ1?" vrocS vdear, toen zij hel broertje mochten zie». „Is 'Igcen Jeuk, klein baasje?" üenMe noch Bennie gaven antwoord iap vaders vraag, Herinie vroeg allee»; „Hoe herat hij', vader?" ;,'t Broertje lieet iWillem", zei vader. „Maar rve zuilen hem „Wim" noemen. Vindt jullie het geen mooiou 'naam. da» kunnen we hem ook „Karei" noemen. WanL hij heeft de namen Willam |en lvarel gekregen „Wilhelmina is een veel mAmcre» naam", be gon nu Bennie. „,Maar Ben, dat is een meisjes na ami", lachte vader. ,.,Dat weet ik wel, vader", was 't antwoord, „klaar 'tis, omdat we liever een zusjes hebben, is 'Lniet Zoo. Hen?" Hennie knikte heel gewiclhb'g. „Ja vader, we hebben véél liever een zusjer. Maaro misschien kont u het broertje nog wel omruilen,meen de liij „Ja, vader, u weet wel, zjoioal's toon met diq kanarie die niet zang", begon weer Bejamo. „Die kon niet zingen, onrdat het con' vrouwtje was, zei u toen. En u het den vogelkoiopman roepcin en die ruilde toen het Icanariovrouvvtjei voor een 'kanaiiemamielje. Ein dat zingt nu wel vader had eerst rustig Bemiie's vediaal aange hoord. Maar daarna begoin hip hartelijk te laoh'en on -'.ei hy proestende: ,.Maar Ben* eten. Mem. kindje is toch geen kanarie Neen, vader dat is 't mok niet", stomdci 'Bennie toe „Maar toch Bennie, die blijkbaar nolg meer over het ruilen wilde verleden, hield pito',selling op, omdat oma binnenkwam en ook dadelijk: begon met d'e vraag „Wel, jongens, hoe vinden jullie hol nieuwe broer tje? Is 'Igcen echt sdhatjo?'" „Ja, 't isis ooi lief", zei faen Ileania „Maar tocli ïadden Ben en ik liever oen klein zusje geluid". „Maar ventjelief, weet je wteft dat zusjjes ved moer kosten dan broertjes", vertcilde oma. „Die kleine meisjes hebben ailijll mooie jurkjjes en hoedjes noodig. En in dezen (5jd 'nemen wel na tuurlijk wat bet minste 'Iqost', begrijp je? Dit hoeft de ooievaar natuurlijk oiok wel begrepen, deuk' ik „Ja mma ,dal denk $k ook', riep Iïennie. „Want de' vader van Jaapjo iWiond'enberg is zoo hoal erg rijk. Die wqont in ziojoy'n. prachtig hu's, en li'ij hccfl twee a,mo*SNou. en bij Jaapjo hqeft do {ooievaar gisteren een zusjci gebracht „Zie je n|u wel", zei tolma. „En wat treft het, dat het vandaag 'Woensdag js, jongens. Nu mogen jullie straks mot me mee. Eerst mal de tram naar Utrcehl en daar gavin wij winkelen'en daar nadaarna ,.0 'kweet hel al, drna", jubelde Bennie. „Wra gaan ergens theedrinken, hè?" „En gaan we met de tram, oma?" vroeg Iïennie. „Ik zeg niets", zei ,oma. blaar aan oma's lachen de' oogen bemerkten de (tweelingen wd. dat het zjflat gebeuren zooals' op andere vrijra middagen, als oma hen meennlm naair do stad. 1 De pret begon al', toen zo een uurtje later naast oma. in d'e tram, langs den prachtigen straatweg naar Ulrccht reden en danx in do ver- s'cbillonde winkels weldra heel voel mooi speel goed zagen. Daar ontmoetten zij toien, in ocin der winkels hun tante Bita, die ju'st kleine Mies, tante's wat erg verwend Vijfjarig dochtertje. dat tcjmi een nieuwe pop dwong, vortalda, d'at liet niet ging1, 'dm (maar Steeds nieuw speelgoed voor haar te knopen. „O, kijk eens, Miesjo", riep tante Rila, zoradra z'ijl icima met de tweelingen zag aankomen, „daar komt cma met Iïennie en Bennie". „Tante Rila, we hebben een k'lc|in broertje go- kregen". juichten toran dadelijk dei tweelingen te gelijk. 1 „En 'tis a zoo heel klein', tante"', vertelde Hennie. §g 1 Ja, zoo icis als die pop daar, tante", legde Iïennie haar uit. Nauwelijks hoorde verwende Micsjei het woord •„pop", of ze begon weer te zeuren: „T|ote mammie koopt u nn die mooie pop voor mo". „Miesjo, hou nu toch eens op mot' vragen, om alles wat je ziel", zei toon tantq R,ita op stren gen toon. „Je hebt thuis nog drie poppen, die heel mooi z'ijn. Er ontbreekt zelfe nog goan arm lof been aan. Je kiijigt dus nog geen nieuwe pop. („Ili, hi, dli, liuild.e 1pan Ihot kleine verwonde Miesjo. en zo wees ojp Benmio en Hennie, „hi, hi, hi, z'iji hebben toci'a' óók nog hun armen en boe nen. cn...ne ze kr...kregen t...fioch mi n...nieuw br.. broertje er bij, hi, hi, hi. Eu ik... ik' Miesjo staakte eip 'eens haar gedrens. Haar gr.oiotc nog betraande nogen staarden verbaasd' naar i!o tweelingen, die onbedaarlijk lachten. Doch dat KI N DER-B AD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 1