ZKLleiar- en KInippla.a.t_
UF
-3
VOOR Kl JjlNKREN-.
L
i r|j.Aincn en tolboomen.
AfsluitlJoomcn, hellAomiu
2.
B. Wesp, gesp.
4.
e
c
a
•u
1
e
P
1
a
r
v
PERZIK.
P c 1'.
E. u
e.
c
R
Z
J
IC
Om op te lossen.
VOOR GROOTlülRN.
1. 5lijn geheel wordt niet 9 Idlers geschreven
cn noemt een vogel.
5, S. 21, 7, is een zeeplant
Ren 5, 3, 2j 9, is een tijdsverloop.
I Ren t, 6, 2J, 4, 5, is 'een roofdier.
Ren 5, S,, G, 9, is een deel van een molen.
Ren varken heeft een 9, 7j 4, 1, in zijn
staart.
2. Krui&raadsel.
Op de heide kruisjeslijnen komt de naam
van oen bloem.
Eerst de plaatjes en de driehoekjes overtrek
ken. (Aan het voorbeeld 'hoef je niets, te doen).
Daarna alles op dun karton plakken.
.Vervolgens de plaatjes kleuion.
Nu do plaatjes en de driehoekjes uitknip'pen.
Den jongen en den hond tegen het hek plaksicu,
Ziooals het voorbeeld aangeeft.
Dan de driehoekjes op de stippellijnen om
vouwen.
De reepjes der driehoekjes met lijm of glulon
bestrijken en ze tegen de plaatjes plakken.
(Nadruk verboden).
p
1.
n>