Dat moet je eens zien. Ha, Wal schittert 'l in je oogon. Hagelwit is 'L waar je ziet. ,E,n ons tuintje, neen, 'kweel 'tzok(ar .Mooier is 't zelfs 's zomers niet. Kom Zus, gauw met mij naar buiten; iSleden, ballen, wat coin joolj, 116, ik wou. dat moes vanmorgen Ons maar thuishield van de school. ■Want mijn Lol staat niets naar leeren 'k .Donk aan sneeuwpret, rd-maar-door. Zus, als 'k strakjes soms blijf steken. Zeg m ijdan een beetje voor. 'k Sleed je daarvoor boel den middag Door liet bosdidat zal j'eens zien En ik maak voor jon een sneeuwpop1, Een héél gjroote, bovendien. t IlEiRMANNA. (Nadr,uk verboden). door II. A. II. MARCUS. llansi woonde in. een dorpje ia dq Zwitseraeihö borgen. Ilij was veertien jaar en xytgaleerdi ('op do dorpsschool. Wat hij zou moeten worden, wist hij nog niet recht. Moeder dreef een boter- en kaaswinkel en Deter, de oudste, hielp eriu mee. Dio moest o.a. naar boven naar do SennhiUten, op do hoog .op de alpen gelogen weiden, inet de molkblikken op den rug, jam de melk naar liet d,orp te halen. i Toen Hatisi half Mei van school kwam, wa,s hij een paar maal met Peter inca geweest, qok met een melkblik met een riem over de schouders Met mot weer was het ecu heerlijke tocht, steeds hoager, dooi' do bloeiende weiden, z'oio nu en dan moest je blijven stilstaan om op adem to ko men. Dan keek je terug, den weg af, dien jo geko men was; dan zag je jo dorp bote langer hoo kleiner worden. Van het blauwe moor, dat nog veel lager dan het dorp lag, kwam steeds meer ie zien, do kleine witte stippen eropl. dat wist je, dat naren zeilen. En "boa liaoger jo k'wam!. hoe meer bergtoppen je zag; do hoogere, waar van de sneeuw nog niet gesmolten was zoo vroog in het jaar, en de allerhoogste met hun eeuwige sneeuw, die nooit, ook niet in liet hartje van den zomer, zonder hun bedekking van sneeuw ca ijs waren. Maai zóó ver ging de tocht niet, noen). hoiOr, als je dien rolshoiek omging en jo hoorde do 'bellen van de kudde al klingoten, dan was je er haast, 't Laatste eindje ging door d'e barr.o zon, want er groeiden geen hoornen meer. alleen hij de Sennhütte van Sepp stonden nog drie spar ren, die in wedijver ruisohtein met hot beekjef. dat zich over stoenen en klippen een weg ziodit naar beneden in het dal. Als je bij de hut aan gekomen was, kwarn Trudï. Sepps doldhtertjel, da delijk net eqn nap met versdhe schuimende melk aan, dapr kon je lekker je dorst mee lessdhetn. 't Was wel heel prettig om die todhten mee te maken en verder voor moedor boodschapa.» i doen, maar iel bracht geen geld in hot 1 en llansi wilde zoo graag verdienen, wist, dat moeder eens naar het sanatoria: i wiii'1 waar vader sedert een paar jaar ziek „,i\ls do zomer' goed is", zei nooder altijd kan ik van de winter misschien de dmi. J naar vader maken". i, 'sZomers kwamen er voel vreemdelingen hun •vaeanlie in Uausi's dorp doorbrenger en zello moeder huiten den winkel d rékken n ansichten on bergstokken neer. Jn hot eone wiukel raam kwamen dan het iioutsnijwerk, de 'aasi do ,;kukgloohcu"t, de brodbes in den vorm van m odelweisz en nog veel meer, wat die roomdMiS gen gaarne als aandenken meenamen naar Jum eigen land. Maar waarmee kon llansi nu verdienen? vak geleerd had hij nie: Tot op zekere i d-té Frau llespi, die met den Mijnheer Van col Meerzicht getrouwd was, bij moeder kwam en lyH 'volgcnclo voorstelde. llansi zou overdag in het hotel 'komen werken, daarvoor in den vollen kos zijn en aan het eind van het seizooi oen aardig zakgeld mee thuis brengen.. Frau llespi 'verwachtte begin Juli al gaston in liet holel en voor later haddoa al zoowelen kamers besproken, dat liet druk zou worden <sn ze dus con liuisknechtja noodig had. Nu, llansi wilde wol. (Wordt vervolgd). Ik woon in Huis ter Heide, buiten, Ein o, het is er todi zoo, fijn. Fin weet je, wat ik qok zoio leuk vind? i Voorbij ons huis kpmt daags, de hein. Die trein kan dan zop lekker paffen Ik groet altijd den machinist. Ik wuif altijd 2o'o mot mijd zakdoek, Dan weet ik, dal hij me nooit mist We wachten altijd eiken, morgen En staan dan babb'lond op oen ïij! En lump, daar lvoior je 'tin. de verte En rrrtdaar snelt bij weer vjoorbij. Je hoort precies, hoe het wel dendert. ,S,oms 'ben ik echt eon beetje hang, Als bij zo>o stoom uitlaat zoo dicht bij ,0f laat piepen elke stang. 1 1 Die trein is voor ons huis een feestje, iMaar"t allerprettigst is v.oor rnijf, Als ze mijn moeder naar ons buis rijdt. ,0, kind'ren, dan hen ik toch zoo blij'. ■TRUUS VERDONER-S AROMONS. (Historisch). (Nadruk verbóden). 1 t i t t

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 2