I m
ifü m
Mk
JÉ
M
iffi
VOOR KLEINEREN.
J. Welk grappig dier verandert in een vistah',
als men hem een anderen staart geeft?
2. Verborgen dieren.
Ik Avist niet dat To regelrecht naar .huis
moest komen. (2)
W'oont Mieke ver van school?
Vader had Hans lang genoeg gewaarschuwd.
Er lag een tasch onder de tafel.
3. Ik speelde met mijn zusje
En keerde haar plots om.
Ik deed 'tmet een bedoeling.
Want heusdh. ik ben niet dom,
'k reeg speelgoed en ik speelde
(Met d' omgekeerde zus.
En. toon ze Aveer mijn zus Avord.
Toen gaf ik haar een kus.
1. Welke drank is goed voor elk?
'küenk je houdt er van. 'tls
(Nadruk verboden).
door
0. E. DE KILLE HOGE,IWAARD.
i
L
Voor de klas staai nmester Krulstaart
En geeft met een bril op les
Aan de biggen uit den omtrek.
'I Zijn er maar een stuk o'" zes
- aar jdjn eikeltjes te vinden?
Vraagt hij. Knor is bijdehand
En de rakker antwoordt: Meester
Stellig in Luilekkerland jggiP
Mie vraagt Meester, kun jij zeggen.
Wie den varkenstrog uitvond?
Kleine Mietje, Avat verlog.enjgjl
Kijkt eerst hulp'loos in het rond.
Antwoordt eind'lijk: Zoker. Meester,
'f Was het Reuzen varken dat
- Heel alleen wel zóóveel op kon.
Dal hij meer dan allen at.
- Eu welk varken wordt het dikste?
Spekkie, ja, vertel het maar.
Die het meeste lui is. Meester
Fn het minst fan zessen klaar.
Fmd'lijk - 't loOpt al tegen twaalven, -
Luidt op eens heel hard de bel.
W'at in biggen taal bc toekent:
Nu is het Aveer tijd voor spel.
Vroolijk nemen dan die biggen
Roeken, schriften en hun tasoh^.
En zij stoeien samen vroolijk
In de Avei, in 't malsche gras.
(Nadruk verboden).
V
II
f 'iU1
1 til (1
fl
,1V V
