V IEO.e-u.r- en ZEOaippla.a.t_ Raadselhoekje. Mijmeringen. Drie werklieden in brand. HET UILTJE. ELZENKATJES. T WORDT LENTE. lijk: lok»': \ii.i ..a, ,to ».o._urm.»m luw laten maken. Allo pogingen der wegreloo- pener om do dub te gronde te richten of in miserediet te brengen stuitten echter af op de vastberadenheid van het nieuwe ■bestuur, dat geschraagd wérd' door do eensgezinde houding der overgroot© meer derheid der leden. De crisis werd glans rijk doorstaan". Hiet geschiedkundig overzicht eindigt: „Want sterk) is ttlermeS-D. V. S." I„ja door en d,oor sterk, omdat voortdurend 'het ver- sche bloed toestroomt. Nog noait in de historie van de club beschikte deze over zooveel juniores en adspiranten als thans. voor degenen, die ©enige jaren geilden, toen het werk: van 17 jaar verloren dreig de te gaan, zich ondanks laster en smaad' aan hun vereen iging hebben gegeven, is het een heerlijke belooning, dat, zij thans dH- clu!b gaal en aan liet begin van een nieuwe b'ioei periode kunnen gaan toevertrouwen aan een jongere gewratio". Dood en Leven. IV ij vieren weer Panellen. liet feest van het onoverwinlijke leven. Wij sproken van een vroeg of van een Laat Pasdien. Meer dan het vroege beantwoordt liet late Pa- solien aan de gedachte, welke dit feest in ons wekte. Immei», wie Paschen zegt, die zegt: leven. Leven, dat sterker is dan, de dood. Uit den nacht rijst het morgen rood; zoo rijst het leren uit den dood. Daarom vieren we dit feest gaarne als do vernieuwde, de herrezen natuur ham' lentókleed heeft aangedaan. Dan zien onze oogen als in een symbolisch, kleurrijk, beeld' de heerlijke kracht van het leren dat uit verstorvenheid verrees. Paschen; het woord beteekent eigenlijk uittocht, 't SLaa.t op den uittocht van de Joden uit Egypte om te gaan naar Kan aan. Uit het land der gebondenheid naar het land va!n vrijheid. De dood is gebondenheid. We spreken van de banden des doods, die iemand om vangen. Daar is geen vrijheid overgelaten door die omvangende banden. En het graf wordt gedicht. Daar is geen vrijheid meer. Wie kan die twee samen rijmen: dood en vrijheid! Hoe anders het leven! Daarin schuilt de vrijheid volop. We leven vrij. En uit die vrijheid rijst voor ons de vreugde op. Vreugde, omdat we niet gebonden zijn. Zoo was in den ganschen winter de na tuur omvangen door banden dos doods. En de natuur had' haar blijheid verloren. Nu komt de uittocht. Aan alten kant breekt het leven los. En als in de siralc-nde vreugde van de jonge overwinnares staat de natuur daar voor ons. De dood werd door haar verslonden in het leven. Wij kernen het Paaschverhaal, zooals de Evarn- 1.11,111 urn g,H|J| Het w.iiaal van den op- gv station gekuiLigdo; van den afgewen- teldcn steen; van liet ledige graf, met die echte Paasoh vraagWat zoekt ge den te- ronde bij de dooden? Hij i3 hier niet; hij is opgestaan. Paschen is zóó do dag van een ledig graf! Men versta dit in alle diepte en breedte, In alle consequentie ook. Een open graf. Hoe vaak staan wo niet bij1 een open graf, dat weldra. dicht zal gaan. En hoe ook: do ernst grijpt ons aan, houdt ons even vast. Maar liet leien gaat weer be»lag op ons leggen. We \ergeton liet open graf, dat dicht gemaakt werd. Dit is do ontzettend© ernst van liet graf: het gaat dicht; voor goed. En nu komt het Christelijk Paschen juist met een boodschap van een graf, dat dicht was en dat weer geopend werd. Ginds d© overwinning van den dooc. Hier de overwinning van liet loven. De overwinning van Paschen: Wat zoekt ge den levende l>ij de dooden? En aan die Pansehboodschap in allerlei vorm herhaald hebben meuscheuharten, die uitgingen tot het leven, zich ten alle tijde opgebeurd. Die lijding was het. waarna ze verlang den. Naar do boodschap van leven. Dat was het lied waarnaar ze luisterden, dut sprak van bloemen, die bloeiden op de graven. Gelijk we de graven sieren met bloemen. Zoo symbolisoeren we onze hoop. dat tenslotte de dood het laatste woord niet heeft, omdat het dit niet hebben kan, wiil het leven onoverwinlijk en dus ster ker is. Men zegt, dat we leven in een stervende wereld. Dat wat tot dusverre was, voorbij gaat maar zoo voegen we aanstonds daaraan toe: er komt een nieuwe wereld. Wie zal zeggen of dit juist is? Maar ge tuigt ook deze gedachte niet, dat we ach ter den dood aanstonds hel leven willen zien? Want 'nooit zal een mensch zich kunnen verzoenen met de doodsgedachte. Waarom niet? O-mdat, wat het hoogste is iu hem, stamt niet uit een wereld, waar de dood het einde maakt, handen verbreekt en oogen sluit, maar o irlat dit is uit de we reld Gods, die het Leven in hoogste in stantie is en wat van hem geboren is, kan wed door den dood heengaan, maar het kan nooit dooi' den dood gehouden wor den. En dat is het, waaraan wo op Paschen ons hart opbeuren. Dat is hel wat op Paschen vreugde geeft. Het volume eeuw c> leien is er. En in dit loven is de levensblijdschao verborgen. J. Nagel. Werkzaamheden in den Volkstui Langzaam maar zeker nadert het voor jaar. \Vö merken liet aan vogelgozun en uitbottóndo knoppen en aan hot ontluiken der vioege voorjaarsblouueti in onzo sior- tuinen. Het wordt dus tijd, dat we klaar moeten zijn mol snoeien, mesten en spit ten on zeer zorgvuldig wordt de tuin nu rem gehouden van alles, wat er niet in hoort. Do bemeste gazons worden afge harkt en vervolgens gerold, opdat steen tje-s on oneffenheden vain den grond ver dwijnen. Niet alleen krijgt het gazon daar door ©cm beter aanzien, mair ook kuntnen wp dan beter maaien. Open plekken im het gazon zaaien wo straks, omstreeks half April in. Met ©an harte worden do duntne plekken ruw gemaakt, waarna we het zaad uitstrooien, inharkem ©n inslrooiein met fijne tuinaarde. Nieuw aau te loggen gazons kunnen we ook hot best vanaf half April af zaaien. Itet zaad o-nlkiemt dan spoedig en daardooT hebben de vogels weinig kans om bet ge heel weg te pikken. Voor nieuw aan te lctggen gazons hebben we 1 K.G. zaad per 100 vierk. M. noodig. We gebruiken een mengsel van meest geschikte grassoorten voor gazons. Voor beschaduwde plaatsen gebruiken we liefst boschbeemdgras of Poa nemoralis. Iu boord bedden, rotspartijen en stapal- niu'iifjes snijden wo het d'oode loof van vaste planten af. Gedurende den winter was liet een mooie beschutting, maar nu is het niet meer noodig. Den grond tusschen do vaste planten mar ken wo met een schrepel of wiedklauwtjo los. Waar plantjes gesneuveld zijn korten we deze in. De meeste vroegblocdend© vaste planten kunnen zelfs Ln don bloei met kluit heel goed worden verplant. Laatbloeiers onder do vaste planten worden nu gescheurd. Met het planton van houtgewassen moe- ton we nu voortgang maken. Wel kunnen we in de volgende maand allo groenblij- vemle planten on ook andere houtgewassen, welke met kluit worden verzet, verplanten, maar voor vele bladverliezende houtgewas- sen wordt het dan al wat laai. Laat geplante houtgewassen bobben soms spoedig vau droogte to lijden. Daarom rnoat men ze goed in hot oog houden on bij droogte een paar maal daags besproeien. Ook w het wel goed1 den grond tusschen do pas geplante heesters te bedekken met ruigte, lange most, turfmolm of iets an- uers. A. G. CtEMENGB NIEUWS. Een zwaar gewonde Iu den laten middag van Donderdag zijti drie weiklicden, die bezig waren een rul>- bervloer te leggen in do m aanbouw zijin de school van de Cbri-dtis Koning Kerk to Nijmegen in brand' getaakt, doordat ben zine, nette zij gebruikten, via.n v Hto. Een van hen, zekere A. L,, kreng ernstige brand wonden en is in levensgevaarlijken toe stand naar het Canisinszickenbuis ver voerd'. Do beide anderen werden slechts licht gewond. Do brandweer wist het brandje, dat ont staan was, spoedig meester te worden. Do matenecle schade is niet groot. Brand ia de Watergraafsmeer. Do Ainsterdamsche brandweer werd in den naelit van Donderdag op Vrijdag om 1 uur gealarmeerd voor een brand op do Nieuwe weg 10. Het huis wordt bewoond door mr, dr. M Visser, die met zijn echt genoot© uit de stad is. Dos avonds waren thuisgebleven d© drie volwassen zooris die tot 12 uur in do huis kamer hadden ge/.olan. Zij waren op dat uur maar hun sla pkamers op de eerst© verdieping gegaan. Omstreeks 1 uur is ©en dezer zoons wakker geworden, hij' rook een brandlucht. 'J'ocu bij ging onderzoeken wat er aan do hand was vond hij d© huis kamer in lichterlaai©. Hij wekte onmid dellijk zijn beide broers. In nachtgewaad hebben zij de woning verlaten. Zij heb ben nog een poging gewaagd in do huis kamer de hond te bereiken, maar dit werd hun door den dichten rook belet. Vervol gens hebben zij de brandweer gealarmeerd. Deze is met rookmaskers do woning bin nengedrongen en heeft den brand tot de huiskamer die aan de achterzijde van het huis ligt weten te beperken. Ook de hond heeft cie brandweer nog weten te redden. Vermoedelijk is het achteloos wegwerpen van een brandende cigaret in een papier mand de oorzaak van den brand. Caeaopakhuis uitgebrand. Donderdagmiddag is te Zaandam door onopgehelderde oorzaak brand uitgebroken in het caeaopakhuis Aurora van de firma J. Stuurman te Koog aan de Zaan. De brandweer was spoedig met veel materiaal aanwezig, doch kon niet verhinderen, dat het pakhuis, dat geheel van hout was oo getrokken, wcr 1 i er woest. Een partij cacao loppen werd me te en prooi der vlammen. Do firma was \er- zekerd. liet liefdesdrama te Biosuni. Naar wij vernemen is V., die op 11 Maart to Bussuin n do Jan Steonlaan zijn meisje door ©en revolverschot van liet leven be roofde en hierop poogde zelfmoord te plo- gem, tba'ns in zooverre hersteld', dat h^ per ziekenauto 'naar het Huis van Bewaring to Amsterdam is vervoerd'. Een oudjo 105 jaar. Opoe Tj ad en s-Pos tema is niet alleen de 'oudste inwoonster van Groningen maar bovendien van geheel ons laindl Zij heeft, zooals zij zelf gaarne verklaart, nog al tijd een uitstekende gezondheid. Dat be wijst trouwens ook wel haar belangstel!- ling voor de dingen om haar lieten Zij werkt nog geregeld' me© iin het huishou den van d'e menschen bij wiet zij inwoont en wandelt veel. Elkon d'ag, zoo kan nidri' deze bijna 103-jarige met haar kinderwa gentje, waar zij steun aan lioeft, door de stad zien trekken en zjj vermijdt daarbij h'el drukke verkeer niet. Integendeel, zij bezoekt des Dinsdags geregeld de bloe menmarkt en uit respect voor haar wordt het Verkeer soms enkele ©ogenblikken op gehouden. Zij bezoekt de markt om daar mot ©en dankbaar gemoed' een bloemen tuil to aanvaarden, die haai' uit respect voor haar hcogori leeftijd nu eens dom." dozen, dan door genen bloemist wordt aangeboden. Het heeft haar Donderdag op haar 21'e lustrum niet aan belangstelling ontbroken. Het is niet de eerste keer, dat Gro ningen den oudsten inwoner van Neder land heeft. Op 3 Februari 1899 is daar overleden Geert Adriaan Boomgaard, om oud-zeekapitein, die op 21 September 1788 was geboren en dus bjjna 111 jaar was geworden. Paard iu eeu uitstalkast. in de Damstraat to Amsterdam maakte Donderdagavond', ©en paart), gespannen voor een vagen van Van Goud en Loos een zijsprong en kwam teiecht in oen der uitstalkasten van de firma Vroom en Dreesman, onder groo-ten toeloop van liet publiek werd het paard met behulp van de brandweer oip den beganen gremd ge bracht. Het dier is er betrekkelijk goed afgekomen. Het rechteri-oorboen had door glasscherven diepe snijwonden bekomen, naar het kon loopond naar den stal wor den gebracht. Heftige aardschokken te Boekarest. Donderdagavond' te 19 uur 35 Amstcrd. lijd zijn te Boekarest twee zeer hei ige aardschokken waargenomen. Onder de bé- olking brak een paniek uit. Zij vluchtte uit de huizen. Het schijnt editor, dat in de stad zelf geen schade is aangericht. De aardschokken waren de sterkste, die tot dusverre te Boekarest zijn waargenomen. „O pap-s uw baard en uw snor zitten vo' ijs- kegeltjes", riep Sis, toen ze vader binnea liet, 'tis gemeen koud", gaf vader toe, ,tzoo'n scherpe wind.". „Kom gauw binnen,, doe hier je jas maar uit", raadde moedor, die de huiskamerdeur open hield. Binnen gekomen ontdeed de heer des huizes zidh van jas en hoed- De ijspegeltjes werden in de warmte van kamer druppeltejs en vader moest gauw met z'n zakdoek zijn gezicht afdrogen. Met veel lawaai kwam Bert thuis. „Vrij, vrij om te rijden" juicht hij. „Hemel, wat flauw en wij niet", riep Sis ver ontwaardigd. Bert wreef vergenoegd in zijn handen. Hij ver hoogde zich zqo op zo n heelen middag sclhaatsen rijden. Het kanaal lag dicht; dat was een mooie baan geworden. Hij had een hekel aan dat heen en. weer rijden van brug tot brug. „De wind is eigenlijk veel te scherp om te rijden", vond vader, ,,'t is noord-oostenwind". „Ik ben geen juffershondje"!, ladhte Bert. Zooclra de koffietafel aigeloopcn was, vertrok de jongen. Hij reed heerlijk, maar ja, vader had gelijk; er woei een akelig koude wind en. stil staan kon je niet. Hij trotf ©en paar vrinden, één ervan had de ijsstok en lustig zwierden ze achter elkaar. Toch ging Bert vroteger naar huis dan anders. Hij was moe van liet werken1 tegen den wind in. Het begon t© schemeren, terwijl hij op weg naar huis was. En toentoen viel er op eens iets vlak v<xor zijn voeten op het trottoir neer. Bert hield zijn pas in en bukte zich't was een vogel. Zou die dood wezen of alleen maar door de' kou bevangen? Bert raapte het dier op, het bewoog niet. Het leek hem töch Siet beste den vogel mee naar huis te nemen. Op een draf liep hij verder, de schaatsen over zijn schouders, het verongelukte beest m zijn handen. „Wat heb je flair'wo g Sisi, die hem Open deed. Bert veitelde het en wou, bet dier direct bij de kachel leggen. Moeder raadde dat af, ze vond 't beter hem eerst in de keuken te huisvesten. Ze legde een doek op het aanrecht en. daar plaatste Bert den vogel op. 't Was eon uiltje, dat zag je dadelijk aan den eigenaardigen vorm van -Jen kop, Ze waren heel niet verwonderd, dat het ©cn uil was, want met de strenge kou waren heel wat ongewone vogels naar do huizon verdwaald'. Eerst teek liet dier dood, maar na verloop van tijd bewoog de uil toch. Wat waren zo allen blij. Juist toen vader thuis kwam, was de vogel overeind gaan zitten en waren moeder en Bert bezig hun beschermeling geweekt brool te voren. Bert vertelde dadelijk wat er gebeurd wn«. Ook dat ze zoo teleurgesteld waren, dat liet beslist niet eten wou. Vader keek ©ens rond in de keuken, zag in de keukenkast den biefstuk, die nog gebakken merest warden. „Geef 'm daar maar eens wat vant raadde hij aan. En zie, het «hikje rauw vleesch versmaadde het uitgehongerde dier niet. Geen wonder: een uil voedt zich to i met muizen. De uil biet Bert maakte een ruit u- kist ooi- hem in orde met een hor van kippengaas afgedekt. Iliij noemde hem Ulo. En do vogel was een dure kostganger, zooals licht te begrijpen is. Toch kon Bert het niet over zijn hart 'verkrijgen, het dier do felle kou weer in te sturen. Alleen had Bert een reuzewerk om de verblijfplaats van het beest schoon te houden. Deed ïuj dat niel, dan ver spreidde dit een ontzettend onaangenumen reuk. Het weer sloeg om, de dooi viel in eu Ubo kreeg de vrijheid. Een poosje daasde h'ij rond. in den tuin, vloog toen over de afscheiding naar de buren. Met opzet hadden ze den vogel pas in den schemer vrijgelaten, omdat uilen bij dag lichtschuw zijn. 't Speet Bert, dat hij Ubo kwijt was. Maar... na eeu week viel de vorst opnieuw in even fel als in de'eerste perioie. Met hartzeer dachten allen aan hun beschermeling. Toen Bert 's avonds de gordijnen voor de tuin deuren moest dichtschuiven, riep hij op eens verrast: 3JT „Daar zit Ubol hij is teruggekomen", Allen kwamen kijken. Bert"bad gelijk. De vogel zat op het draad \an de afscheiding. t Is misschien een andere uil"!, dacht het zusje. „Vast niet"!, hernam Bert beslist, haalde Ubq's kist uit de schuur en ,'ette die op het pad'. In minder dan geen tijd kroop de vogel er in. Bert legde liet gaas er op en nam z'n logé weer mee naar binnen, Ubo is gebleven lot de vorst over was. Toen is hij vertrokken en niet meer teruggekomen. Eert is nu erg benieuwd, of zijn vriendje zich weer zat aanmelden, als 'thard gaat vriezen. II. BRINKGREYEENTR0P. Elzenkatjes, Zilvenvatjes, Doti/en eerstelingen!, Altijd zijt gij nieuw voor mij, 't Maakt mij wonder licht en blij, Als 'kuit schijnbaar doodo boomen Weer dien zilversdbat zie komen, Als g' uw kleine, grijze kopjes La- wringt uit utw bruine knopjes, Die, als schuilend weggedoken, Aan de takken zijn gesloten M. HOEKENDIJK. 0p onzen wandkalmder Staat dat de lente komt, Of winters too ze stem dan Ook werk'lijk plots verstomt? Het lijkt er heusch niet veel op. Boos blaast de winter nog, Maar lang ?.al 'tniet meer duren, Dap komt het voorjaar tódh. Het lacht en lajkt eens vriend'lijk, De winterkoning vlucht, Zijn hart zou anders smelten: Zoo warm wordt nu de lucht. Dag winter, 'tis je tijd hoor, Nu is het lento's hetut. De zon wil helpen, heeft al Het wolkenkleed gescheurd. Wat heeft de lieve lento Al lang daarop gewacht. Zij strooit nu kwistig bloemen En heel de aarde lacht. CARLA' HOOG. (Nadruk verholen). Oplossingen der Raadsels uit het vorige nummer VOOR GROOTEREN. 1. Walrussen. 2. Lugano. Gul, Anna, galonj, lang. 3 JUTFAAS. J p II t o t T e r J U T F A A S s t A a '4. Ja. pan; Japan, VOOR KLEINEREN. 1. Barend, Arend. 2. Schaaf, scheef, schoof. 3. HOUTEN. 4. Een winterkoninkje (vogeltje). Om op te lossen. VOOR GROOTEREN. 1. Begraven plaatoen in het buitenland. Ik hoor eiken dag ,hoe 'tmot tante gaah Gaat Leo niet naar school vandaag? Heeft Jolke u lengte en breedte van het kleed opgegeven? Heeft Piel ïisch u rechtstreeks naar mij gevraagd.? J 2. Dp le zigzag-kruisjeslijn. kamt, Van boven naar beneden gelezen, de naam visn eeu, deei van ons landv le rij een gedeelte vun Azië. Deze plaatjes zullen wij eens netjes opzetten. We trekken eerst de plaatjes en 4a drirehoek- jes op dun, doorzichtig papier over. Ddama plakken we zo op dun karton. Vervolgens gaan we do plaatjes kleuren. Je mag daarv.ooi zelf do kleuren kiezen, die jei hel mooist vindt Als dit klaar is, worden plaatjes en driehoekjes uitgeknipt. Voorzichtig, dat. 'f haasje geen oor en de tulpen geen blad verliezen. 1 Nu vlouwen we do driehoekjes op dei stipp lijnen iom. De smalle reepjes, worden met lijmt m bestreken en tón slotte tegen de plaat geplakt (hot langste togen de bloemen, jen kortste tegen Thaasjo). 1 1 i vV'e woiis'chien ieder, die <ra leest 1 Vrooljjk Paasoh'ïöosi (Nadruk Verboden), J A 3 S' S c II i e c 1 own snuit b o ter k i o uw k o n ij n

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 6