Vers-lag van den Gemeenteraad 1 Ju PRll H LIPJE. TWmm BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT Mijmeringen. SERHUEZEN. SCHIEDAMSCHE COURANT [3. Behandeling gemeentebegroting 1934. Vergadering van Dinsdag 12 Deo. 1933, 'D'" 's avonds 8 uur. ILL. Voorzitter: do Burgemeester, do hoor H. Stulemoijer. Algemeene Beschouwingen. (Vervolg). Do hoor F ren a y vervolgt: De hoer Collé hooft gezegd, dat spr. ïn ieon paar dagen is veranderd. Dat is niet •boo! Maanden, on maanden lalng hooft spr. treeds do zaak binnenskamers besproken, jeerst op Amstel 272 on later, na de ver guizing, op Amstel 268. Bovendien is de treis van hot commuinismo naar hot fas cisme niet zoo lang1! Do hoor Van Duinhoven: Dat heb ik ooik gezegd! De hoer F re nay: Zij aanvaarden beide do dictatuur. De communisten in alle ves te rscho landen hebben gelaaid in liun po gingen om de btoedo massa achter zich >10 krijgen, ondanks hun leuzen on werk methodes. Maar het a ank weeken van do .solidariteit en do kameraadschap zal Wet 'fascisme op liet hoogste plan brengen 1 Spr. heeft nooit aan de pers mededoe- lingcn verstrekt. liet geld en. de C.P.H. Toen spr. poogde zich economisch ook maar «enigszins veilig to stellen on als 'propagandist een salaris vroeg van f 10 per /weck, kroeg hij van het Politiek Bureau 'van do Communistische Partij de bood schap: Je krijgt geen f 10verdwijn maar jXiaar Rusland. De heer Collé zal misschien beweren: Kr was geen geld. Aan do hand van de verslagen van hot Z..g. Elldo Plenum van 1931, dat o. a. bijgewoond werd door vertegenwoordigers Van Noderland, België en Frankrijk, zou spr.. kunnen aantoonen, dat er wel eens met do vuist op tafel is geslagen, omdat !er niet genoeg geld' uit Rusland kwam voor do communistische propaganda. En Lou do Visser koek heel leoiijk, toen hij met slechts enkele honderden dollars van do bijoen- komst terugkeerde die beslomd waren voor het "yoeion van den verkiezingsstrijd en voor do Tribune. Als er geld te doelen valt, dan valt Jan Grabbel daar buiten; dat wordt wel in orde gemaakt in Amstel 268 te Amsterdam! De bekeerling. Dat beeft gemaald, dat spr. de vorige week voor den politierechter uit den grond van zijn hart ais zijn overtuiging knn ver klaren, dat do Tribune en andere commu nistische pamfletten dcmoraliseerentl wer ken. Spr. is mede schuldig aan ophitsing; spr. is arbeider en hij dacht, dat zijn po sitie als arbeider daardoor verbeterd zou kunnen worden. Maar spr. lieeft niet verder gekeken dan zijn neus lang is. Wat spr. heeft meegemaakt bij de werldoozcn in liet Noorden; het werken met geheime cir culaires; do vervolgingen van Jan Grabbel cn het opknappen van 4 maanden en 7 dagen hebben spr. tot nadenken gebracht en er is spr. een licht opgegaan; hij was aan het knokken voor personen. Maar men- sehon als Sclialker en De Groot, van hot Politiek Bureau, verwaardigen zich nog niet een briefkaartje te schrijven aan hun slacht offer, toen dit in de gevangenis zat. Spreker zal in hel heelo land de arbeiders inlichten; mot dat doel heeft spr. zich roods een paard en wagen aangeschaft! Het was alles „rolmok" 1 Do anderhalve man, d'ien men hier in Schiedam nog heeft, moest achter de Communistische Partij, tegen Fronay optreden. Sprekc-r heeft aan Lr. Struyk aangeboden de hcole kwestie- Fronay in do Tribune aan de orde te stel len, maar dat mocht niet; dat was on- disciplinair. Do hoer Sclialker lieeft hier in die bewuste vergadering de menschen niet juist ingelicht en evenmin zijn dal de andere cominunitsen in den lande. De heer Collé lieeft gesproken over het bezet houden door spr. van zijn ziel. Maar Koos do Dood te Amsterdam blijft, gekozen als soc.-democraat, nu hij communist is geworden, rustig op zijn raadszolel zitten, alsof liij dood is. Mevr, B o n li o mD e Wilde: Pre- ZATERDAG, 14 APRIL 1934. No. 20610. De Indonesiërs cn de C.P.H. De lieer F r en a y wil nog een tipje op lichten over do Kamerverkiezingen cn de Indonesiërs. Tusschen bet communistisch manifest en do leuze: Indië los van Holland, nu! is evenveel samenhang als tusschen het com munistisch manifest en de encyclieken 1 Met de inlanders wordt op demagogische wijze omgesprongen door de communisten en als de inlanders maatregelen nemen om zich vrij te vechten, worden zij naar Boven- Digoel gestuurd of erger. De cand'idalcnlijst voor do Tweede Kamer wordt samengesteld, zonder dat ook maar één lid' van de Communistsche Paritij daar op eenigen invloed heeft. Van centralis tische democralie gesproken! In het Politiek Bureau wordt do can- didatenlijst vastgesteld. Onomwonden heeft men daar verklaard: Wij stellen een paar kerels van Boven-Digoel candidaat; die kunnen toch geen benoeming aanvaarden, dan heef! een opschuiving plaats cn ko men. Sclialker, de parlij-secrelaris en Paul de Groot, die de R.V.O. moet organiseeren en leiden, in de lyamer,, en die partij functionarissen worden dan betaald uit de schatkist, zoodat we den buit dan binnen hebben. Dat er toch nogtoevallig een inlander liet van de Tweodd Kamer is geworden, hangt samen met het feit, dat Roestan Eilcndi nog een kop had! Een garnaal heeft trouwens ootoeen kop! Roestan Ef- fendi, dio gekozen Werd, liet zich niet op zij schuiver en er is geen partijbestuurder, die den inlander daar vandaan kan krijgen I Do lieer Collé: Kletspraat 1 De heer Fronay zal, om de Gominmu- nislische Partij een pleizier te doen, zijn zetel blijven bezetten. Zij neemt het zelf ook niet zgio nau'vv »not gestolen zetela Zoodra do Communistische Partij kan zeg gen.- Wij houden geen zetel moer onioehi- malig bezet, zal spr. er eens over donken, wat hom to doen staat. Maat* al zou spr. zijn mandaat ter beschikking stellen, er zou loch geen communist deze plaats innemen. In Rotterdam is liet nog erger. Als Rcudc- rink een ongeluk mocht overkomen wat spr. vlooi* den knul niet hoopt is daar heelomaal geen plaatsvervanger meer, want allo candidaten zijn reeds lang weggetoo- pon. Als spr. zijn zetel ter beschikking stelt, wordt hij opgevolgd door iomaml, die thans lid is van een andere partij, dan de Communistische Partij. Geen der woordvoerders heeft spr.'s be toog ontzenuwd. Do vrees, die hier en daar sprak is hot güvlolg van do weten schap, dat, als do bezem ter hand ge nomen wordt, cn heel wat kopstukken van thans zullen moeten duikelen. Daarom heb ben zij vrees om aan de arbeiders do waar heid te zeggen. Spr. is niet van plan zijr. «ogen te sluiten voor de werkelijkheid. Hot fascisme zegt: Er is plaats voor ieder en daarom zal spr. dia arbeiders inlichten Over de verkeerdheden in de politieke partijen. Het fascisme is een gevaar voor het parlementaire stelsel, maar het zal Hol land verlossen van zijn onderlinge ver deeldheid. De Voorzitter sluit de vergadering. De zin des levens. Tusschen geboorte en dood ligt liet aard- schc leven: veertig, vijftig, zestig jaren soms langer, maar zelden hrncii de honderd. Aanvang en einde bepalen liet leven on geven 'het begrip dus zin. Dc vraag is maar: wat is do zin des levens zelf? Mijdunkt: dit is wel de zvnaiste vraag die de rncnsch zichzelven stellen kan. En toch ook: de eerste, allernoodzakelijkste vraag. Want niensch-zijn bcteekcuit: bewusl-zijn. Niet oorüovcn als liet redeloozo dier, maar bewust leven, weten wat men doel cn laai, als 'tkatt: waarom men cloct en Iaat. De rncnsch, die er in dezen zin naar streelt, zijn soortimam waard te zijn moe' zich to ccniger tijd wel de vraag stollen, wat lo-li is zin mijns levens? En van het leven in 'l algemeen? Do diejtste en zwaarste vraag lioift tod) één gemakkelijk*» zijde. Luidde zij: hoe moot ik leven, dan z,ou het zooken nam antwoord zonder twijfel bij ons allen stuk voor stuk beïnvloed worden door het be wustzijn ouz.er nienschelijkc omolmuakt- lieid. Niemand is diep ia z'n hart van eigen voortreffelijkheid zeker. Maar do vraag naar den zin des le vens is gelukkig nog zuiver bespiegelend z'jj gaal vooraf aan die andore omtrent liet hoe. Wij mogen eigen zedelijke zwak heid, eigen fouten en gebreken biedt nog buiten beschouwing laten. Die komen later en veroorzaken dan al last genoeg. Ligt de zin des 'evens onkel in liet leven zelf, of eigenlijk daar builen? Hier zijn drie mogelijkheden: enkel in de pe riode tusschen geboorte en sterven is de zin des levens gelegen, of in den lijd daai- na, of in den tijd ervoor én erna. De laalslgenoerndon zijn do aanhangers ■van d„*> ic-er der reïncarnatie; zó) zien hel aardscho leven als een school voor de beslaande ziel, die telkenmale weder geboren wordt otn door ervaring reiner en beier te worden. Do tweede mogelijkheid is zekerheid voor allen, die in een hiernamaals geloei o-n; zij weten, of geloovcn met de zekorlmid van liet weten, dat ma den tlood des lichaams de ziel voortleeft. IIcL blijft nu echter, voor dezulken en voor de roïncarnisten, loc-li nog do vraag of zij den eigenlijken zin des aardschen levens zoeken in of buiten dat leven. Kan het leven zelf ons geen antwoord geven op de vraag naar zijn zin? Ligt pl antwoord niet in hot wezen dos levens z.elf bestolen? liet leven is groeien, bloeien, vruchten dragen, verwelken en sterven. Het leven is beweging, voortschrijden ofp den weg naar liet vioor allen -onvermijdelijke einde; soms in tuchtigen pas, soms worstelend tegen storm en regen; soms in het milde zonnetje der ontluikende lente, soms in duisteren herfstnacht; soms in snikliect- zwoelcn zomer, soms in de ijzige koude van don winter. Maar altijd schrijden wij Voorwaarts, naar het einde: den dood. Waarom? Is niet in de volle ontplooiing van 'smenschen wezen on aanleg; in de vod- ten tot verwezenlijking al zijner inner lijke) mogelijkheden, den zin des levens te zoeken? Want dit antwoord, zoto men 'llaat gel den, geldt voor allen, wal ziij ook weten en geloovcn. Tusschen geboorte en doexl ligt ons le ven op aarde. Oiiz'c taak oj> aarde is, dat leven te leven naar zijn innerlijke nool/.akelijUveii, te verwezenlijken de mogelijkheden die er in liggen. U 11 lev en V Neen Be leven. De mogelijkheden zijn tvveedcriei: schoon en leelijk, goed en kwaad. Elk niensch draagt het vermogen tol onderken ning dezer zaken in zich. En elke mcnscli woct, zonder zichzelven eerst die vraag te moeten stellen, dal liet goede boven het kwade, het rechte boven heL kromme, hel s:ihoono boven het teo- lijkc gaal. Zoodal de zin der atrdschen levens dan mag boeten: ontplooiing onzer gegeven le vensmogelijkheden in don positieven zin van het scboone, goede cn rechtvaardige Is u dat niet genoeg? Mijn antwoord is slechts voor ons aard scho loven gegeven bet staat een iegelijk vrij, een dicpcrcn zin van verdere strek king buiten deze grenzen te zoeken. Seneca Jr. Werkzaamheden in den Volkstui i. Wat cr nu bloeit ia «lcn rotstuin. Het ontluikende groen aan hoornen en heesters maakt den tuin tot een plekje, waarin we gaarne vertoeven. We zien nu eiken dag iels nieuws, d'at onze aandacht vraagt. In hol middelpunt van ouzo be langstelling slaat nu wel do ïotstuiil, Im mers onder do rots en alpeinplanten zijn er zoo veten, die vroeg in liet voorjaar bloeien. Gaan we ee.ns na wat daar op het ooge.nb.lik bloeit en wat dra zal vol- Igen. Wat go zelf niet hebt kunt go nu misschien bij anderen in bloei zien en na kennismaking besluit ge misschien om uw sortiment uit to breiden. Vooral de laagbiijvondo Primulasoarlcn trekken nu do aandacht. Meest voorkomen de zijn: P. acaulis in kleuren wit, zacht geel en lila, P. Wanda, P. Juliae en. P. Reten© Purpurkisson; alle drie met purpcr- roso bloempjes, P. cashincriana, met lila- kleurige, kogelvormige bloempjes. De va riëteit alba heeft witte bloemen. P. rosea) met lieldciiTose bloempjes en P. Auricula met bloempjes in kleuren van wit, goeï tot donkerbruin. Zeer mooi en wat foil ledige beleving van den mcnschclijben I schor van groei is Ancliusa myosolidi-ftorai, geest, in dio aanwending van al zijn kiac-lv waarvan do thans bloeiende planten doen Is er in Wteesp een kruidenier, die kamers verhuurt? Vader hoeft een kult plan; wat zal Hans er ingenomen mee zijn. 2. Laddarraadsel. lo (bovenste) sport een dik scheepstouw. 2e sport een groot lichaamsdeel van een groot dier. 3ö speurt een boom. 4o sport liet tegcnoverges tobte van begin. 5o sport ©en voorwerpje, dat zoo wel door den schoenmaker als b'ij borduren gebruikt wordt. 6e sport een zoute vloeistof Dö woorden bestaan allo uit vijf letters en de middtelste letters viormen, van bovein naar beneden gelezen, den naam van een dorp in de provincie Utrecht. 3. WW re klinker en welk werkwoord vormen I samen een zure vloeistof? '4. Welke vrucht wordt omgekeerd een smalte strook? (Nadruk verbaden). Itoera I We gaan verhuizen 1 Wie gaat er met ons mee? We pakken vlug ons speelgoed In Jantje's grooto slee. We rijden onze ,,auto" Tot vlak voor 't nieuwe lnils En zijn met 't lioelo vraelitjo Dan in een wipje „thuis". Moes zegt: Het is een druktet Maar wij verhuizen graag, Daarom zijn wij zoo vTOolij'k, Zoo vrees'lijk blij vandaag. Zeg kaïn j'oens bij ons spelen in 'trnaoie, nieuwe buis? Maar loop dan niet naar 't oude, Want daar vind j' ons niet lliuïsl C. E. DE LILLg, HOGERWAARDi (Nadruk verboten). door C. DE LILLE. HOGERWAARD, Kleine Jantje plast en schatert, Kleine Jantje is kletsnat, uichend roept het oolijke baasje: Mammie, lekker is 'tin bad! Moeder zegt Mijn vrooiijfc Jantje Is -toch housch zoo'n kleine sefhat. if1 een hick van 'tventje, Ais spartelt ïn liet had. Broertje Tom een jaartje ouder Huilt en roept: - llu, 'tis zoo natf Eiken keer vindt Tom 'teen slraf weer, Als hij Vrijdags moet in bad. Tom komt lach niet ook op 't plaatje, Iedereen vraagt: Wie is dat? Welkte jongen gaat nu huilen? Hij maakt 't water dubbel nat! (Nadruk verboden), VAN DE „Rudi is een lief kind" zeiden de menschen die liaar of> straat zagen, als ze op do morgen wandeling naast moedor liep te huppelen en to babbelen. Ja, heL dat was zo ook wel, maar een tikje verwond. Out komt, omdat zo eenig kind is", had' tante Co ge/egd, die er zelf drie had oen zoontje Nico en Lwee dochtertjes Ida en Frida. „Zo had al hing op een klasje moeten gaan". Maar lludi's vader had, met Rudi'S smalte snoetje voor oogenj, gezegd: „vooreerst blijft zo nog thuis; in Sep tember gaat ze in eens naar de grooto school". 11 lidi zelf vtond bel licelemaal niet erg, dat ze niet op een klasje was. Ze had zooveel speel goed, dat ze zich niet hoefde te verveten en bo vendien had moeder haar loeren rekenen op 't telraara van hot poppenschoollje, d,at zc van opa gekregen had en <yp do klok kon ze zien, hoe laat liet was, ten minste als die op 'theci of halve iuui stond. De letter's begon zo ook al aardig te kennen. En als moeder zat te naaien, teerde ze Rudi liedjes zingen. In den afgeloopeu winter bad moeder poppenkleertjes voor haar geknipt cn liaar voorgedaan, hoe zo die met kleine netto steekjes moest naaien. Dat was nog eens prettig werk vond Rudi on ze deed zoo haar best, dat moeder en later Jansjo in de keuken haar met een „knap kind" prezen. Zoo langzame)hand was Rudi zich toch wel erg knap gaan vinden en vond zo liet noodig, als iets haar niet amslondl. ccn lip te trekken. Als haar iets verboden werd, tol wanneer ze niet de jurk aan mocht, die ze wilde, of wanneer ze 'telen niet lustig, dan krulde dadelijk liaar onderlipje naar buiten en dikwijls kwamen or dan ook nog waterlanders Eens toen zo mot do nichtjes spoelde en zich stootte, had zo ook oen lip getrokken; van traantjes vergezeld. ,(,Kirul, wat ben jij kleinzeerig", bad Frida (geroepen en Ida liad gezegd: „wat trek je toch telkens een lip, zoo straks toon je het spelletje verloor, ook al. Pruilüpje zullen we jo noemen". Dit was niet zioo org lief van Ida geweest, want ze vergat, dat Rudi zooveel kleiner was dan zij. klaar het was waar, liet werd heel erg met dio lip. Rudi v'oud' liet wel naar, dat ze dien bijnaam gekregen had, maar ze deed geen Mo'ito dio leeli,o gewoonte af te keren. Op een zomiigcn dag in liet voorjaar zei moe dor: „vanmorgen gaan we niet wandelen, Iludi; ga er 'swat met jo poppenwagen in den tuin rijden". „Hé neo, moedor", „Ilé ja. Rudi\ „Mag Jansje dan mot me uit?" „Neon, die lieeft vandaag to veel to werken, jo moet je zelf nu 's bezig houden". Schoorvoetend ging Rudi met d'en poppenwa gen den tuin in. Ze was kwaad en ze slofte zóó ■over liet grind, dat de kiezels hoog opsprongen tegen het mooi gelalde wagentje. Maar het voorjaarszon.ictje scheen zóó lokker, de vogels tjilpten zóó druk,, en toen ze het bed mot cro- ciisjcs omgereden was en het oersto madeliefje in liet gras ontdekt had, was Ruui's boosheid al weer wat gezakt. Zo kón zich ook best zelf bezighouden, want toen ze langs don schommel kwam, zei zo legen baar ppppokind: „nu varen we een eindje dc rivier af", cn ze ging er ccn poosje moe op den schommel zitten deinen. „Nu zijn we bij den speeltuin en gaan we van de boot", zei ze weer. tv en later sprong ze van don schommel. Ze liep naar het oude deurtje in den tuinmuur, waardoor je op straat kon komen. Vóór dat deurtje waren twee uitgesleten treden; als je op 't bovenste zat, liad je aan bot onderste meteen ©etn bankje voor jc voeten. Hot was Rudi's lievelingsplekje. Do 1-cliniop hing daar in dichte takken over den mmsr Iteen, en toen Rudi er zat, vlogen de vogels met strootjes in hun snavel rakelings over haat heen. Zo liad zooveel te kijken, dat ze eigenlijk een beetje sclirolk, toen ze „Rudi" hoorde roe pen. Meteen versoheen tante Co in de keukendeur. Ik kom jo haten eten bij me te logeeron. Ida en Frida zijn op een partijtje en nu kom ik jou voor de gezelligheid Iconen". „Ik ga niet mee", zei Rudi en stapte langs tante hoen (liet huis in cum 'hulp bij moeder. Die vond ze boven op liaar kamertje, bezig met haar pyarnaafje en haai* borstel in te pakken. „Jc pop mag ook mee", zei moeder. „Maar ik wil niet'", zei Rudi nog oens. Toon ging moeder o den raad van het ledi kant zitten en trok Rudi maar zich toe: „Jo moet moeders groole meid zijn en doen, wat moeder jc vraagt Ik heb hot druk met een ver rassing, aoodra die er is, laat moeder jo weer thuis halen, 't Zal o zoo'n 'heerlijke verrassing zijn!" Moeder lachte over haar heelo gezicht en gaf Rudi een stevigen kus. Even late: liep het meisje al met tante Co, die het koffertje droog, ojp straat Daar was nu Pruilüpje uit logocren gezonden, wat liaai* lang niet naar den zin was. Zo kook DER cies 1 X KINDER-BLAD -ggg* No. 15 BIJVOEGSEL VAN DE SCHiEDAMSCHE COURANT VAN 14 April 1934

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 5