Humor uit hat I u lei and 1 m i tfSïUJfD ?aadselhoekje. ZECLe-ujr- en IECZnippla.a.t- Werkzaamheden in den volkstuin. Bloemenweelde iu Augustus. Jn de/o maand krijgt onze bloementuin een ander aanzien, dam dat bepaalde bloem soorten anderen in bloei opv olgen. Zou is het ooral do dahlia, die nu pits rijk en ■VjOilblp gaal bloeien. Natuurlijk hebben we geregeld ue stengels aangebonden ou wan neer we nu bepaalde .oorieu groote, kuig- slelige bloemen willen snijden, breken we de Lozende zijknoppen tijdig weg. Alles komt ilaii do hoofd kuop ton goede, die dan ook oen wei grijkere bloem zal vormen. De zoo hindetlijke oorwoimen, welke vaak aan tie bkwafea on bladoto-i vreten, kunnen we in po.jes, gevuld met een wei nig houtwol, vangen. Deze hauge.n we dan op de stokken en can trol eert m deze elfctin echtend 0111 de boondoeners te dooien. ion belangrijke bloemsoort welke nu bloeit hebben we in Phlox pameuluta, ook wel vlambloem of herfstsenng genoemd. Do groote variatie in levendige kleurun, wolko we hierin aantrcfien, is overweldi gend. Indien we hiervan eenigo go.de va riëteiten groepsgewijze hebben aang plant, beeft onze bloementuin daardoor alleen reeds een goed aanzien. Deze planten heb ben het voordeel, dat men er weinig of mets aan behoeft te binden. Van de knolgewassen is hot vo val Gla diolus, welke nu onzen bloementuin gaat sieren. In veel gevallen zuilen de e van steimsel moeten worden voorzien, waartoe we de .-tengels aan korte, stevige stokjes hinden "au de nu volop bloeiende Lathy rus snijden we gerust veel bloemen af, en verwijderen we vooral alle uitgebloeide bioe men voordat er zaad wordt gevormd. Ze zullen dan langer door bloeien. Enkele Herfstasters, Solidago's, Heleni- i in:Rudbeekia's, Helianthns en aii'lere 1 atbloeiers, beginnen reeds te bloeien. Vooral de hooge soorten hiervan moeten Biet zorg worden aangebonden, waarbij de plant haar ongedwongen en natuurlijken vorm moot behouden en de stokken en het bandmateriaal zoo min mogelijk mogen warden gezien. Voor aanvulling van open plekken in den bloementuin kunnen we nu nog vol'egronds Chrysanthemums gebruiken, die met kluit worden overgeplant. Indien we zorgen, dat zo vooral do eerste dagen volop water krij gen zullen m van dat overp'anten weinig hebben te lijden. Van alle planten worden de uitgebloeide bloemen regelmalig ver wijderd, opdat de tuin een frbch aanzien behoudt. Uitgebloeide Delphiniums snijden we tot aan den gro.nl af, in de mee-to gevallen zullen ze dan in September noicons bloeien. A. G. De tandarts, met vacantie tn een woonwagen „Nu nog een beetje wijder open alstublieft." .(London Opinion), „Ik geloot, dat er Iemand voor u aan de telefoon Is, meneer." „Gelooven? O hoort zeker te weten." „Nou, Iemand riep: ben jij daar ouwe idioot?" CVart Hem), «Hendrik, lk ga ctaaeiijk naar den timmerman on: een nieuwen ladder. Maar lk wil niet. dat Je je Intusschen agiteert. Pieker der nu maar niet over; steek een clgaret op 1" (Humorist). Meisje, tot nieuweling: „ik zou wei eens willen weten, wat je eigenlijk met je racket uitvoert Nieuweling „O.ehnou, ik heb er in leder geval al een paar muggen mee doodgeslagen." (Happy Mag.) Kunst en Wetenschap Verdrinken. Eea nieuwe iheorie. liet woord verdrinken teekent het proces juister dan meinge wetenschappelijke theo rie, want secties lobben bewezen, dat de drenkeling zich maag en darm vo'drinkt en dat deze maapn ervuliing een groote rol bij het verdrinken speelt. Brj hot ver drinken vullen do langen zioh niet met water. Het verdrinken begint steeds inet een get oei van zwakte, dat uit do Verschillen - ste oorzaken kan voortkomen (overspan ning, honger, enz.). Op liet oogonblik van den angst [Ontstaat hel" streven, zich in veiligheid te brengen. Hij ademt nu diep en houdt do lucht va-t. De longen komen tot berstens toe vol lucht cn deze wordt iu de bloeda leren geper t. SLels iiiot verdwijnt de zuurstof uit doze lucht, die daardoor steeds rijker wordt aan koolzuur, do koolzuurvergiftiging treedt in, welke d'o bewusteloosheid veroorzaakt. Ifet wordt nu begrijpelijk, waarom de longen Van den ver dronkene 3 of 4 liter meer lucht bevatten dan <1 ie van andere lijken. Do drenkeling haalt dus de langen vol lucht en drinkt niaeg- en darmkanaal vol water. De nieuwe inzichten bij het verdrinking?- proce-, dat neerkomt op bloedvergiftiging en inwendige verbloeding wegens do ge weldige stuwing van vergiftigd bloed,, sdirij ven, do volgende behandeling van don dron keilng 'vloor 'Allereerst is noodig, aldus schrijft tie N. R. O. ovei uit een artikel van dr. Ej. Sehr in de „Uinsciiau", dorechter h,arts helft dqor oen aderlating van do darm-ade ren le ,on 11 as ten. Daardoor komt niet alleen dadelijk de linker- maar qafc do rechter- hartshelft op voihaal. In de twToodo plaals is noiotlig het aderenstelsel en de linker- lmrtskainor met goed bloed te vullen. Dat w.ordl bereikt door do kunstmatige adem haling, maar vooral door iufusio mot eon physialogischo keulcenzoutoplassing en in spuiting van prikkelende middelen in do armader of direct in liet hart. Het is Ilen- sdlien gelukt, het door aderlating verkregen blood van oen gestikt dier met zuurstof te verzadigen en daarna dadelijk in de hals slagader weer in te spuiten, waardoor het reeds opgegeven dier weer bliksemsnel in het leven terugkeerde. Onder de prikkel- middelen neemt Coram ine. dat in o:n hoe veelheid van 5 lot 10 c.M. in de armader oOk zonder aderlating ingespoten wordt, de eerste plaats in als typisch opwekkings middel. Drenkelingen, die practlsch dood waren en bij wie do kunstmatige adem- lialingsmiddolen zonder werking bleven, konden op deze manier gered worden. €o- ramine schijnt bizo.'irler op den binnen wand van aderen en liart te werken en lot functioneeren aan to sporen. Do erva ngen bij 1575 reddingen hebben geleerd', dat de bewusteloos gezonkene tot 15 minuten hel gemis van zuurstof kan uithouden en lus in hot loven teruggeroepen kan warden. Men mag dus do hoop niet to gauw op geven. liet nieuwe inzicht maakt ook den raad- solacihtigen daou na een overvloediger! maaltijd vork laar ba ar. Bij do spijsvertering vullen de buikvaten zich sterk met bl.o h1 do aanraking riet kond water begunstigt de inwendige verbloeding. Belangrijk isi dat inwendige verbloeding zeer snel bij wa- Iernetelioo-aanleg intreedt. Er zijn mm- schen, die bij aanraking met koud water een nctelroosaclnigcn uitslag op de huid krijgen. Z5j moeten nooit zwemmen. Ook vrouwen moetc-n kort voor do periode niet Zwommen en hetzelfde geldt voor men- s'dlien imet een gat in het {rammelvlies. Zin kenden maden steeds om hulp roepen en niet met de armen wenken. Zij wenken den dood, want de opgestoken arm drukt het lichaam dieper in het water. De schrijver eindigt met den wensch, dal op allo reddingsstations öorammo in 10 c.M. ampullen aanwezig moet zijn, daar het ontmiddellijk liuip kan brengen, waar allo andere middelen tekort schieten. Kerk en Schoei eil, Herv. Kerk Bedankt voor Oud-Al bias, dg._Y£K Vroagin- dewey te Zegveld. wandborden in de vestibule hangen, maar wie stelt nu zijn familie ten loon achter de voordeur. En 't waren bijna allemaal boertjes en boerinne tjes ,één zelfs levensgroot - als schilderij. „Nu laten we een portretje van je maken. Jan", zei grootmoeder; ,„geen gewoon portret, maar we zuilen vader op zijn verjaardag v olgende week eens verrassen". Grootmoeder wist dat do fotograaf een kast vol kleeren had, allemaal boeren- en boerinnenpakjes; in zoo'n pakje wilde ze hem nu gekiekt hebben. En 't gelukte prachtig. Toer het portret kwam, hadden ze er allen schik in. H was een alieraar- aardigst boerenjongetje: hij keek zoo glunder, dal men dadelijk zou zeggen: „Dat ventje is zeker echt prettig eens met zijn valer uit naar de stad, je kunt zien, dat hij plezier m zijn loven heeft en het buiten op het land nog zoo kwaad' niet vindt" Vader was juist jarig op den dag, dat Jan terug zou 'komen. Den volgenden dag begon de school weer. Ai was de koek heel lekker, een maal raakte die tccli op. Drie weken was Jan uit iogeeren geweest, toen hij d® terugreis aan- vlaardde op dezelfde manier als de heenreis; de kennis van zijn vader nam hem weer ander zijn hoede. „Ik moet ook weer naar school", zei hij gekscheerend, maardatwas toch ook in werkelijk heid zoo, want hij was lecraax aan do H. B., S. Jan had een groet valies bij zich, waarin nu niet alleen zijn kleeren zaten, maar er kou nog heel wat meer m geborgen worden en dat was maar goed ook, want Jan had zijn spaarpot onderst boven gekeerd, en nam voor ieder eetn cadeautje mee; grootmoeder had er ook een kleinigheid aan toegevoegd, zoodoende konden de cadeautjes wat aardiger en royaler zijn. Om te begirmean was er voor Giel een zakmes, want Jan wist, dat Giel het zijne verloren had. Letty kreeg een hand werkdoosje, waarin een schaartje zat en een vin gerhoed en naaldenkokertje, c-n dan nog kleurige strengetjes wol. Liesje een dooe met groole krab in, niet om aan een snoer te rijgen, maar om allerlei figuren van te leggen. Liedje ging nor niet naar school, dus die had mooi den tijd om er zich mee te vermaken. En zelfs hot kleintje m de wieg was niet vergeten; voor Anneke had hij een wit beencn rammelaar aan een koorl; daarmee zon ze vast plezier hebben, als die in do wieg hing te bengelen. Voor moeder was er een wit kleedje mei een kantje er langs-, samen met grootmoeder had Jan alles zelf uitgezocht. Toen Jan thuis was en vader zijn cadeautje kroeg, keek hij eerst verhaard aar het portiot n c-en mooi lijstje en vroeg: „Wie is dat iongetjje, Jan? Een vriendje van je uit Go?,Maar wat moot ik daar mee?" Doch toen zag hij op eens, dat hij dat kleine boutje hoe; goed kende en Jan klapte in zijn handen van plezier, terwijl de anderen schaterden. Vader en moeder waren er heel blij mee, 't kreeg een gord p'-atsjo aan dVm wand, en (oen smulden ze allen bovendien ring van de Zeeuwse!ie bolussen, die oom en tante in een trammel lm Idem meegegeven. Jans terug komst went dus vrooüjk gevierd, en inoleen va ders verjaardag. TINE. BR INK GR EVE— WICIIERINK. (Nadruk verboden). Een kind van zijn tijd. Broertje kreeg een hobbelpaard je; Een rond stooltje mot een kop, Om zich stevig vast te houden, Zitten er twee kloijes op. Brcartjo kijkt met ernstig snuitje. Broertje lijkt niet erg tevxee. Moeder zegt: Wel, kleine baasje, Ben je in je schik er mee? Broertje schudt van neen en Moes vraagt, Wat of hem dan niet beviel, - Ikke fil geen hopla-paadje, Ikke fit een o rno biel. R. ASSCflER VAN DER MOLEN. 't li zomeravond. Buiten is 't Zoo vredig en zoo «rrtig, Daar kwaken langs den rand' der sloot De kikkertjes heel lustig. Zij zingen blij hun avondlied En maken do'lo sprengen. Wat zou het grappig zijn, als wij Zoo dansten en zoo zongen. Maarwij zijn ook geen kikkertjes' En kunnen dus niet kwaken, Al zegt ons Moesje, dat wij heusch Genoeg lawaai al maken. C. E. DE LILLE HOCERWAARD. Oplossingen der Raadsels uit het vorige nummer VOOR GROOTEREN. BUS SUM. B U S s u M 1 o e rn. i 1 e n. tor m. tul d d e aar P- 1. t. 2. Belgrado. Dora, beer, geld, dreg, BoJg. 3. Oldenzaal. '4. VLAANDEREN. V a 1 k. s L a k. t r 'A m. 4. 1 a m 'A'. g a N s. e D e 1. E r t s. i R i s. b E n. 1. w a a N. VOOR KLEINEREN. 1. Jan i ,t hem maar thuis blijven, (ud; Weet je, dut Vader EEN D.olk op zijn kamer nier heeft? (eend). Moeder kWaM U SCIIertsend tegemoet. (tnusch). Wij gaan dezen z,oiMER ELkcm dag naar Schevemingen .als het goed weer is. (merel) 2. De zon. D A K A D A K A R Om op te lossen. VOOR GROOTEREN. Verborgen rivieren in liet buitenland. Als u baast heeft met do boeken zullen Dit vToolijko toonecltje zeoals men in do stra ten van Diercnstad dikwijls ziet, willen wij eens opzei ten. Maai- voor é6n ding moet ik je waarschu wen: zorg, Jkat Bruin, het beertje, zijn snui trien» niet kwijt raakt, want haulerskon hij wel eens bijlen. We begiunen met de plaatjes en de driehoekjes op| Hun, doorschijnend papier over te trokken. Daarna plakken wij zo op dun karton, Oin ver- Volgens do plaatjes eon kleurtje lo geven. Zijn we daarmee klaar, dan knippen we alles uit. Do driehoekjes worden op do Stippellijnen amh gevouwen, de cepjes met lijm of gluten Weströ* en en ten motto tegen de plaatjes geplakt. Staan Jumbo en Bruin goeJ stevig? (Nadruk verlolen). wuvmaotst, J.W'iN s 6 f/ffW'" 0

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 6