GENEESKUNDIGE BRIEVEN. Verslag van den Gemeenteraad 1 erendering van Dinsdag 3 Dcc. 1933, 's namiddags 2 uux. VI. Voorzitter: de burgemeester, mr. dr F, L, J. van Haaren. Begroeiing 1936. Algemecne bcschftuwLngcn. I erv-olg Rcgmren geen sinecure. Be heer Slavenburg (c.h.) -vervolgt Be lieer Kodde zegt: .Men moet een regoeiing niet be oord ooien naar haar be doeling, maar naar de resultaten. .Uur dat is moeilijk. Wie zegt, da. eon ander het heter zou kunnen doen en geeft daar voor ook eenïge waarborgen? Zou liet Plan \an den Arbeid het Nederlandscho volk o\er eenige jaren gelukkiger ma ken? Welke garantie bestaat daarvoor? Als met door onze regeerhig was in gegrepen, zouden tal van groepen der bevolking wegzakken. Dat moet voorko men worden. Als de soc.-democraten zeer ta'rijk wa ren in een regeering, zou deze toch weer nil heterogene bestanddeelcn bes am, evenals nu, want onder de soc.-democraten bestaat ook met over alles eenstemmigheid. In dit verband wil spr. slechts verwijzen naar do opvattingen in soc» democratische kringen over den godsdienst en de spellin gen van Duys! Mevr. Benthemde Wilde (s.d.): Kom daar nu niet mee aan! De heer P1 a n q u e (s.d.)Die was toen nog soc.-democraat! De heer Slavenburg (c.h.). Er zijn nog groepen in het kamp der S.DA.P., dïo ten aanzien van het Koningshuis en de weermacht een geheel ander stand punt innemen dan de rest Do heer Duys heeft gezegd: Ik ga uit de S.DA.P.I De heer Van lersel (r.k.)Dat heeft Intvs niet gezegd! Hij is nog lid van do S.D.A.P.1 De heer Slaven burg (c.h.)Goed Maar er zouden toch tal van moeilijkhe den rijzen onder de soc.-democraten zelf, als zij am de regeering kwamen, met name inzake de weermacht De heer KI aas sen (s.d.): Die zouden we wel overwinnen 1 De heer Slavenburg (cJh.)Regee- ren is thans geen sinecure! Het is veel gemakkelijker anderen te verwijten, dal zij den wagen in het moeras hebben ge reden, dan zelf den wagen te rijdenl Het Plan van den Arbeid. Mevr. Benthem zegt: Wij hebben ook wel een oplossing, n.l. het Plan van don Ar beid, dat is ontworpen door bekwame mannen. Spr. gelooft niet, dat smalend over dat Plan v. d. Arbeid gesproken moet worden. Spr. sluit zich in dit "opzicht bij den heer Eoogendam aan. Met waardoering moet men kennis nemen van de poging, die van soc. democratische zijde wordt gedaan en onderzocht dient te worden, of er in het plan iets goeds schuilt. Het speculatief element Een groot speculatief element is gelegen in het drie jaar achtereen leenen van 200 millioen, aangenomen, dat die bodragen bij elkaar te brengen zijn. In het Plan van den Arbeid is ook aandacht gewijd aan de vraag, hoe het met de rente en aflossing van die enorme bedragen moet gaan. Het is nuttig, dat men daaraan gedacht heeft; dat is bij de soc. democraten wel eens an ders geweest! Men meent, dat de toevloed van belastingen en rijksmiddelen tengevolge van de uitvoering van het Plan van den Arbeid wel zoo groot zal zijn, dat de kosten voor rente en aflossing daardoor kunnen worden gedelgd. Dat is echter ©en specula tief element. Stel, dat de moeilijkheden nog zouden toenemen en over drie jaar de economi sche omstandigheden niet beter zouden zijn dan thans, hoe moet het dan gaan? De looptijd der leeningen zou 40 'jaar zijn en gedurende dat tijdvak zou men dan toch voor rente en aflossing moeten zorgen. Deze tijd- leent zich allerminst voor ex perimenten. Er is een drang om experimenten en er is een drang naar het extremisme. Het gaat slecht in de wereld en velen zijn bereid elk middel te probeeren, om ver betering te verkrijgen. Maar dat brengt groote bezwaren moe en ons volk mag men niet aan dergelijke financieel© expe rimenten opofferen. Deze regeering is overigens reeds in de richting van het Pla.i van den Arbeid gegaan, door de instelling van het Werk fonds. Er is hoogstens een. gradueel ver schil. Wanneer bevindt men zich op den bodem der werkelijkheid en wanneer ver liest men zich in speculatie? Dat kunnen wij hier niet uitmaken. Spr. is verheugd, dat de gemeente daar ook niet toe ge roepen is, want we hebben toch al zor gen genoeg! D c-'ncgrooting 1936 vertoont e.n on gunstig beeld. Ilicr en daar is een eco nomisch lichtpunt te zien, b.v. Amerika, Engeland... De heer Van Lith (s.d.): Zweden. De heer Slavenburg (c.h.): Eair zal ik straks nog iets over zeggen. Spr. denkt ook aan Ned. Indie 1 Het is van groot be'oog, dat de prijzen voor de Indische producten iets zijn aangetrokken. Maar do verbetering geldt nog niet voor ons land en zeker niet voor Schiedam. De werkloosheid. Iloe staat het met de werkloosheid in ouzo gemeente? Spr. heeft een overzicht, waarin de eerste 11 maanden van 1931 zijn verge leken met de eersto 11 maanden van 1935. In 1934 naren"in genoemd tijdvak werk loos G0.5SS personen of gemiddeld 550S per maand; in 1933 63.321 of gemiddeld 5S11 per maand, wat 303 meer is. Hel aantal ondersteunden in do eerste 11 maanden van 1984 was 81,133 o" 31.32 per maand en in 193,3 37.462 of 3436 per maand; dus een stijging dit jaar van ge middeld 274 per maand. Vier ongunstige fatteren. De werkloosheid hoeft zich dus in 1933 scherper doen gevoelen. Dit beeft op de financiën dor gemeente een otigunstigen in vloed gehad in den vorm van: een volkomen uitputting van de reser ves en batige saldi; meer uitgaven voor Maatschappelijk Hulpbetoon; minder inkomsten voor do gemeente fondsen; vermindering van de ontvangsten der Technische Bedrijven. liet vong jaar kon nog fSOOOO als ba tig saldo op de begrooting worden ge bracht. Dat is voor het laatst geweest! Nu zijn er geen batige saldi meer over! De reserves zijn aanzienlijk geslonken. Nu kon nog een schamele f23030 op do begroeting worden gebracht, maar de reserves zuilen binnen luttele jaren ook verdwenen zijn. Aan werkloosheidslasten heeft Schie dam opgebracht: in 1933, toen S9 pCL van de toiale kosten door het rijk wctIcu gedragen: f237.000; in 1934, het jaar van het uitgestooten. bedrag, toen liet rijk 84.7 pCt. voor zijn rekening nam, £357.000; in 1935, met een rijksbijdrage volgens de nieuwe regeling van 89.2 pCt., f 280.503 en voor 1936 drukt, met een bijdrage van het rijk van 871/» pCL, op do -gemeonte- hegrooting een bedrag van f306.503. De fisaariecle verhouding tussehen rijk en gemeenten. Toen in 1929 de wet op de financieel*-» verhouding tussehen rijk en gemeenten kwam, was de uitkeering uit het Gemeen tefonds voor Schiedam zeer gunstig, om dat zekere garantie's werden gesteld en ook rekening werd gehouden met de werk loosheid, die in de voorafgaande periode ook zeer grost was geweest. In de nieuwe wet zijn de garantie's weg gevallen waardoor Schiedam zeer gedu peerd is. Op den duur zal de uitkeering uit het Gemeentefonds terugloopen van f 800.000 op slechts f 400 OOO op voor waarde nog, dat de inkomsten van hot Ge meentefonds gelijk blijven. Verlies van 50 o'0 Wj ontvangen dit jaar f40.030 minder uit liet Gemeentefonds, maar op den duur verliezen we 50 pCt. van de oorspronke lijke uitkeering! Dit is een zeer ingrijpende maatregel, waardoor Schiedam uitermate wordt ge troffen. De heer Kavelaars heeft gevraagd: Is daar niets aan te doen? Kan niet door een wetswijziging de toestand voor Schie dam verbeterd worden? Dat Schiedam zoo belangrijk minder ont vangt uit het Gemeentefonds, dan aanvan kelijk het geval was, vindt zijn oorzaak in de vervallen garantiebepalingea. B. en W. zijn diligent geweest, ook wat deze aangelegenheid' betreft. Het gemeente bestuur heeft zich niet met oen adres tot de Tweede Kamer gewend, maar heeft do belangen van Schiedam bij den minister van binnenlandsche zaken bepleit. E»ï bur gemeester, do gemeente-sec reinris en spr. hebben een onderhoud gehad met minister De Wilde en met klem betoogd, dat con hoogere uitkeering uit het Gemeentefonds noodzakelijk en billijk is. Hoe ver het bedrag, dat Schiedam ont vangt, zal terugloopen, hangt af van de vraag, of het Gemeentefonds gelijk zal blij ven of grooter wordt. Als de ecomisch-e om standigheden verbeteren, znlien we wel niet to-t de helft van het oorspronkelijk uitgekeerde bedrag terugvallen. Het Ge meentefonds moet echter, naar de opvat ting van de regeering „self-supporting" zijn. Intusschen hebben we er rekening mee te houden, dat we elk jaar f40.003 min der uit het Gemeentefonds ontvangen. Nu is dat bedrag nog niet fnuikend, maar het blijft toch een somber perspecliefl Do winsten der Technische Bedrijven. Nu iets over de winsten van de Tech nische Bedrijven. De winst, door het Electriciteitsbcdrijf gemaakt, bedroog in 1930 f 210.003; in 1931 f194.000; in 1932 f177.503; in 1933 f183.000; in 1934 f172.503; in 1935 (ge raamd) f162.000 en in 1936 (geraamd) f175000. In de winslsaldi is dus niet zooveel veranderd, dank zij de vermeerdering der bevolking. Maar in 1936 zal toch nog naar raming f35.000 minder winst ge maakt worden dan in 1930. Het vraagstuk van de tuberculose. Licht, lucht en levensmiddelen brengen vaak genezing tot stand. De behandeling voor den oorlog. Zij, die zoo tussehen 1903 en 1915 do geneeskundige studio beëindigden, zullen in het algemeen wel het gevoel hebben geruid, dat het vraagstuk van de tuber culose een van de weinige vraagstukken vormde, dat mm of meer als een afgesto ten hoofdstuk uit de algemoene en spe- ciaJo ziekteleer kon worden beschouwd. Het had er allen schijn van, dat geen in grijpende wijzigingen van inzidit in ont staan, verloop en behandeling moer wanen te verwachten. Maar ziet, ook dit gebied' is a!s zoovele hoofdstukken van de ziekte leer, grondig omgewerkt en er zijn reek sen van wijzigingen in onze inziditen go komen, die welhaast vertwijfeld' doen uit roepen: „IIoo zal ons begrip er op dit punt in b.v. I960 nu wel uitzien?" Er is misschien in de afgeloopon twintig jaren meer eramlerd dan in de hieraan voor afgaande twintig eeuwen. Het zal altijd weer merkwaardig blijven den slakken gang van vroeger eeuwen te vergelijken met do recoixL-uielheden van bot helen. Uit verschillende geschriften uit den tijd, die voorafging aan onze Christelijke jaartelling, blijkt, dal ook toen reeds het begrip tuberculose bekend was en dat daaronder een etterend Iongprooes werd verstaan. Reeds in dien Irji werd er een erfelijkheidsfactor bij aangenomen. Natuurlijk vinden wij hierover oen in teressante beschrijving bij Hipposratos (460 377 \oor Christus). Ook de andere g ooto voorgangers uit het verleden zooals Cel sius (30—50 n. Chr.) en Galenus (131 200) geven hunne beschouwingen ten beste zonder tot afwijkende inzichten to komen. fn het begin van de 17e eeuw vangt het lijkenonderzoek voor het eerst meer systematisch en doelbewust aan. In de longen van aan longtuberculose lijdenden worden knobbels gevonden, soms ook eigenaardige holten. In de tweed© helft van de 18e eeuw werd' door Bayie aan getoond, dat deze verkazende knobbels ontstonden uit zeer kleine plekjes, de gerslekorrelgroote mitïairo tuberkel. Alge meen sprak men toen nog van phlisis; pas in de le helft van de 19o eeuw werd dit woord vervangen door het woord tubercu lose. Hiermede bedoelde men dus aan te geven, dat deze ziekte tot knobbolvorming aanleiding gaf. Tuberkelbacillen. Een nieuw begrip werd ingevoerd' door Villemin, die in 1865 aantoonde, dat tu berculose van «fier tot dier kon warden overgebracht. Het was in dien tijd, dat do eerste levende ziektekiemen met behulp \an mscictecoop en andere hulpmiddelen weiden ontdekt en het is dus te begrijpen, dat uien ook voor deze overentbare tuber culose naar een levende smetstof jging zoeken. Dit is, zooals welhaast oen ieder tegenwoordig woc't, in 1SS2 onomatoolelijk bewezen door den Duitscher Robert Koch. Met taaie volharding hoeft hij eerst ge zocht, gevonden, controleproeven gedaan en daarna zelfcritiek opgeworpen en wear ontzenuwd voordat hij zijn ontdekking aan het wereld oordeel prijs gaf. Bizondere be wondering moet men niet alleen hebben voor de ontdekking, maar tevens voor zijn stilzwijgende houding zoolang nog niet alle onderdooien volledig waren bewerkt. Hij wist, dat ook anderen zochten en hij kon dus begrijpen, dat de kans bostond, dat wellicht een ander hem vóór zou kunnen zijn. Dan was heel zijn werk slechts van bepcrkto waarde. Hij liet zicii echter niet verleiden to vroeg met zijn publicatie te k0Inen en hoeft hel genoegen mogen smaken, dat hij toch de eerste was, die het beslaan van do tuberkelbacillen bui ten twijfei stelde, door zo aan ieder, die zien wilde in groote aantallen piaoparaten te demonstrecren. Daarvoor heeft hij ze in s.g. reinculturen toeren kweehen en spe ciale kleurmethodon moeten bedenken. Zoo werd dus in 1882 bewezen, dat tuberculose oen besmettelijke ziekte was en dat tuberculose bij oen of ander pa tient in het spel was, wanneer de tuber kelbacil in het ziekteproces kon worden aangetoond. Zoo bleken ook verschil tonde ziekteprocessen in iongen of in andere organen van tuherculeuzen oorsprong to zijn, waar men vroeger geen etiket van tuberculose op dorst te plakken. Maar ock vielen sommige ziekteprocessen van do lijst van tuberculeuze aandoeningon af, om dat de tuberkelbacil hierbij aanwezig bleek. In allo richtingen heeft dus de ontdekking van Kocli venl iepend en verhelderend ge werkt. Vernietiging der ziektekiemen. - Velen droomden zich nu wonderen van nieuwe mogelijkheden van bohandeling. Do therapie het practisch doel van do geneeskunde zou nu nieuwe wegen kunnen inslaan. Men bad' nu immers do ziekteoorzaak en men moest dus genezing krijgen door vernietiging dor ziektekiemen. Helaas; dit probleem bleek toch wel heel wat ingewikkelder dan bovenstaandeschijn- naar logische en simpele stelling deed' ver moeden. Deze stelling is natuurlijk vol komen juist. Maar bet uitwerken er van gaf 3 groote moeilijkheden: le. het verdelgi ngs middel t.oz. van de tuberkelbacillen mag de lovende weefsels niet schaden; 2e. wanneer het proces roods oen ziekere uitbreiding heeft ondergaan is men met het docden der bacillen alleen nog niet klaar; 3e. schijnbaar genezen processen kunnen onverwacht weer tot nieuwe ziekteproces sen opvlammen. De (torste moeilijkheid staat nog steeds een afdoende vernietiging van de tuber culose door het dooden van do tuberkel bacillen in de zieke haarden van ons or ganisme in den weg. Gelukkig behoeft dit niet te ontmoedi gen. Want ondanks de vele misère, die menigeen onmiddellijk aan het begrip tu berculose vastknoopt, kan met voldoening worden opgemerkt, dat er welhaast geen andere ernstige ziekte is op te noemen met even groote genezingstendens. Hot tuberculose sterftecijfer moge betrekkelijk hoog zijn en naar verlaging van dit sterf tecijfer behoort dus nog steeds met kracht te worden gestreefd'; daarnaast behoeft men slechts even te bod enken, dat liet ovor- grootsto dool der menseden door tuberkel bacillen besmet is geworden om te besef fen en dankbaar te erkennen, dat do tuber kelbacillen, ondanks hun aanval, meer menschen sparen dan schaden. De gon-ozon- dc factoren in hun weerstand!)icdend ver mogen de helpende hand' to reiken word dan ook de leuze. Bcliamlclingsmcl huilen. Licht, lucht en levommidddon bleken, voorlrelfclijko behandelingsmethoden, dia samen met g «stelijko en lichamelijk» rust hooi wat genezingen tol stand koudon brem- gen. Men temde alt ijl' nog voor 191Ö dal do longtuberculose, ondanks ved grilligheden in het beloop, toch volgens een min of meer vast v-ordoelingsschemq placht te vcrloopen. Do meestal jeugdige persoon begon to hoesten ca bij het ge wone onderzoek der longen werd eon, meestal geringe afwijking in oen dor long toppen gevonden, Er bleek dan meestal wat koorts to bestaan; soms word' wat sputum opgehoest, ma.tr w.uinoer hot gelukte om den eetlust op peil te houden dan zag] men meestal het proces tot rust komen. Do gonezing kon van blijvemton aandJ zijn maar in andere gevallen zag rncn na ver loop van zekeren lijd oen nieuwe ziekte periode aanbreken. IXan ontwikkeld» zich een uitgebreider longafwijking, die van de longtop uitgaande zich naar onder too; verspreidde. Do oorspronkelijke tapcalarrh werd dan oen iongfiltraat. Ook in dit sLai- dium zag men, ai was de duur dan wel veel langer en het tempo langzamer, nog vaak weer gonezing optreden. In andere 1 gevallen schreed do uitbreiding steeds' neer voort of kwam er eon proces in dq andere long bij. Dan kon men met bo- hulp van de ter beschikking staand» on? derzoekmgsm thod'en hot bas aan van. hol-* ton in de zieke long aanloonoa. Men wast dan aangeland' in het stadium van do vor ming van verwoekingshaard'en af cavemen. Zelfs in dit stadium was stilstand of ook teruggang nog meer dan eens mogelijk. Kuren, Het kuren van den longpatienl steli hoogo cisehen van zelfbehoersching ca geduld aan den patient en kan slechts dooi dien arts worden geleid', die in volte op- gewcktlieid de gave bezit deze patiënten steeds op de juiste wijze moed in te spie ken. Soms lukt dit thuis, in andere ge vallen is een sanatoriumkuur noodzake lijk. Zoo ontstonden in die jaren d» sana toria. De opvatting, dat hierm slechts suo ces te halen zou zijn in het Zwitsorsdiq' hooggebergte bleek gelukkig onjuist Ook in eigen land is genezing to verkrijgen. Zon, rust en goed» voeding waren de aangewezen geneesmiddelen, al moest mörï daarnaast wel eens bepaald» verschijnse len zelfstandig behandelen. Zoo geleek het in den vooroorlogschca tijd een afgerond' ge hooi, waarop men zich geheel had ingesteld'. Wel raakte men es langzamerhand meor van doordrongen, dal de beginnend» topcatarrh op b.v. 16-jari? gen leeftijd toch niet hot eerste begin «ka? ziekte was. Men raakte er mede vertrouwd), dat dit schijnbaar eerste optreden varmoo- delijk oen opflikkering was van oen pro* ces, dat rood» in de kinderjaren begonnen; was en toen meer of minder onopgemerkt tot rust was gekomen! Maar dat deed' ver der niets veranderen aan het algemeen! Iiehandelingssehema. Do longpalient kuuiv de; men trachtte hem, vooral door melk en papvoeding een sterk toegenomen' lichaamsgewicht te bezorgen en van noes® het doel bereikt was, ging d» patiënt lang zamerhand weer opstaan en wandelen, Daarna kwam hij terug in de maatschap;; pij; men wenschto hem goed succes, hioldl licm misschien af en too nog eens ondeü - controle maar beschouwde hem niet moe$] als patiënt. i We zullen in oen volgenden brief vdr? j nemqn, hoe heel deze naar het schdqqy onloochenbare beschcwwingswijizo in dijt i laatste twintig jaren geheel onderstboven! i is gekeerd, nieuw» begrippen oud» waaijd, heden hebben weggevaagd! en tot valeric® nieuwe mogelijkheden aanleiding gogemh, j P. N. N. De winst, op de levering van water ge maakt bedroeg in 1932 f72.000; in 1933 £98 500; in 1934 f 90.500; iu 1935 (ge raamd) f82.000 en in 1936 (geraamd) f 88.000 of f13.000 minder dan in 1930. Maar nu het gas! In 1930 was de winst f196000; in 1931 £178.000; in 1932 f201.000; in 1933 f 230.0C0; in 1934 f184 000; in 1935 (ge raamd) f119 000 en in 1936 (geraamd)... f 57.800, derhalve f140.000 minder dan in 1930 en zelfs f2<00.000 minder dan in 1933! Door de vier oorzaken, zooaren ge noemd en thans nader toegelicht, ziet de begroeting 1936 er niet zoo gunstig uit en is spr. ook voor de komende jaren, wat de financien dm gemeente betreft, somber gestemd, ten/ij do omstandighe ten moeiden verbeteren. De belaslingbijdrage. Omdat wij de begrooting niet sluitend konden krijgen, moest daarop oen belas lingbijdrage wonden gebradit. Bij Kon. be sluit werd in Maart j.l. mogelijk gemaakt, dat do gemeenten, die sterk door werk loosheid geteisterd worden cn wier be lastinggebied is ingeperkt, op de begroo ting een bijdrage van het rijk konden ramen, die hoogstens gelijk mag zijn aan betgecn door inperking van liet belasting gebied voor dc gemeente aan inkomsten verloren is gegaan. Dat bedrag ligt tussehen de f2SO.OOO en f290.000, zoodat de berekening van den heer Kavelaars juist was. Tot dat bedrag mag dus maximaal een post op de - begrooting worden gebracht als belastingbijdrage van hot rijk. Zou het verleenen van eeu dergelijke bijdrage van invloed zijn op de houding van de regeering tegenover de gemeente of bij de beoordeeling van de financieel» gestes van de gem-cento? Mevr, Benthem heeft eenige aandacht willen besteden aan -oen betoog, dat spr. kort geleden buiten dezen raad beeft ge houden; voor die belangstelling brengt j spr. mevr. Benthem dank! J Maar spr. heeft niet, zooals mevrouw; Benthem meent, gezegd, dat het aanvaar- den van een betastingbijdrago ook een nauwlettender toezicht op de handelingen van de gemeente meebrengt. Wie voor de werkloozenzorg meer dan 90 pCt. der uitgaven ontvangt, moet voor wat de be grooting betreft, aan zekere ciscben vol doen. Voor het ontvangen van die 9 pCt. extra, zijn am Schiedam wel degelijk cischcn van versobering enz. gestold. Als echter aan die eischen is voldaan, wor den voor het ontvangen van een belasting bijdrage echter geen nieuwe eischen ge steld cn wordt dus ook geen nauwletten der loe/.icht ingevoerd. Er zijn opmerkingen gemaakt over het uitgeoefend toezicht. Mevr. Bentbom cn do lieer Kedde heb ben zich bepaald tot de kwestie van de 5 pCt. loonsverlaging voor het gemeente- personeel. D» lieer Hoogendam heeft ge vraagd: Waarom spreken B. en W. zich niet uit over de kwestie van de herziening der loonschalen of krijgen we die her ziening tegelijk met de mededecli'ng, dat allo salarissen en loonen verminderd moeten worden? Die twee kwestie's houden mot elkaar verband. D» zaak is lor hand' genomen. De C.A P.A. is gereed met de behandeling. B. en W. bestudeeren de kwestie en- bin nenkort komt zij ia het Georganiseerd Overleg, een instelling, die veel te zeg-4 gen "heeft in deze aangelegenheid! Mevr. Benthemde Wilde (s.d.).f' Wat gelukkig isl p De heer Slavenburg (c.h.)i Bd kwestie van de herziening der schalen! houdt ten nauwste verband met do vraag of het voorstel zoo uit de bus komi,*alsf' het in eersten opzet luidt. Als reels sterk gekort wordt, zal dan nog een verlaging, van 5 pCt. verlangd worden.? Spr. wil niet ontkennen, dat het rijk in deze zaak een woordje mee zal spran ken. Er is immers zelfs een bureau inj? gesteld, dat studie maakt van de loonen,' en salarissen. Men ziet het aan Rotter dam I Maai' hier zijn we nog zoo auto nome, dat we, na overleg met dc rogeering^ een voorstel in den raad kunnen brengen) en men de meening van B. en W. on! van den raad kan leeroa kennen- Spr. verzoekt hier zijn rede te mogetat afbreken. jj De Voorzitter schorst de vergade ring, die zal worden voortgezet Maandag./ 9 December, 's middags 2 uur. ICiarast en WetessscSaap Mieu FaassenBraakensick gehuldigd. Een volle en enthousiaste Schouwburg-,, zaal te Amsterdam toi de aanwezigen! behoorde onze grijze tragédienne wovrC Theo .MannBouwmeester heeft gister avond een warme hu'de gebracht aan me- vratuv AHen Faassen Braakensick, die nu veertig jaar op de planken* staat. Althans volgens de -offioeele inededoe» ling, want in werkelijkheid tomen er nog wel een paar jaartjes bij, een feit, dat ib'ij deze huldiging niet verzwegen is. In wer kelijkheid gaat zij al 53 jaar mee

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 6