UIT DE TWEEDE KAMER. DE VAL DER VASTE LASTEN OVERSTE SAXON. If-' Radioprogramma's h - ww^ Ife. I'rv Beide ontwerpen betreffende verlaging dr vaste lasten zijn gevallen. Ilcf a,.r,-kamp verdeeld. Vooruitloopend op onze wckeiijksche be schouwing willen wij al ast. wi enkel •woord wijdon ;un do beslissing, die gis teren over beide ontwerpen, vaste lasten en huulbouw-hypotheek, is gevallen. Gelijk te verwachten was, zijn ze beide ver worpen en wel met 55 tegen 37 stommen. De katholieken, de ciiristelijk-historisehe en de liberale fracties stemden unaniem tegen, de socialistische, communistische en vrijzinnig-democratische vóór;* de anti-re volutionairen waren verdeeld; acht van hen waren tegen en gaven dus den doorslag. Behalve de hoeren Yan Houten en Arts. waren de eenlingen tegen. Vechten voor een verloren zaak. De regeering zal wel niet anders ver wacht liebben, vooral nadat zij duidelijk lad laten uitkomen, dal zij door zooda nige beslissing niet op de vlucht zou slaan. Zij heeft na het votum over art 1 der heide ontwerpen schorsing van beraadsla ging verzocht en spoedig zullen wij dus wel vernemen, dat zij beide worden in getrokken. Heftig is de strijd feitelijk niet geweest; minister Oud vocht voor een verloren zaak, maar hij heeft zich zoo krachtig mogelijk geweerd en in ieder ge val duidelijk aangegeven, dat de regeering op haar weg voort gaat, n.L door naar na tuurlijke aanpassing te streven naar her stel van het evenwicht. Hij liet ook dui delijk uitkomen, dat deze ontwerpen fei telijk door de Kamer zijn afgedwongen, omdat de regeenng meermalen op de groote moeilijkheden daarvan had gewe zen en de ernstige gevolgen er van had aangegeven. Geen dei al natie; zooveel mo. gelijk vrijwillige aanpassing. Geen devaluatie wil de regeering, geen geforceerde deflatie, maar zooveel moge lijk een vrijwillige aanpassing, die inder daad mogelijk is. „Do regeering is er niet afkeerig van krachtig in te grijpen en zij wijst het principieele standpunt van mr. De Geer, dat 't „loopende contract heilig" is, af. Het is alleen de vraag, hoe diep er wordt ingegrepen. Het verzet achtte de minister overdrevenalles past zich gelei delijk aan, hetgeen bij allerlei gelegen heden is gebleken. Het is vóór alles de vraag, of het redelijk is wat de regeering doet. Doel der ontwerpen was alleen span ningen in het aanpassingsproces weg te nemen en daardoor de algemeen© aanpas sing te vergemakkelijken. De bezwaren niet overdrijven Reeds heeft men zich hier en daar al vrijwillig aan de renteverlaging in de huur- verlaging aangepast. Natuurlijk zijn aan alle ïegeemigsinuatregelcn bezwaren ver bonden, maar men moet zo niet overdrij ven. Andere middelen brengen ook geen oplossing; er over te spreken brengt al beweging en onrust. Wat deflatie bereikt, weet men ook niet. De katholieken spreken over een complex van ineonshtitendo maat regelen, maar zij gaven dat stelsel nooit in concreten vorm. Er wordt overdreven, zeer overdreven in al deze voorstellen, en men ziet de gevolgen daarvan ook weer niet. De gevolgen van do regoeringspolitiek zijn te overzien; er zit regelmaat in en perspectief en in al die fantasieën zint men daarvan niets. Het vonnis geveld. De regcering zot haar politiek voort, langs den weg van natuurlijke aan passing; of wij er op dien weg zullen komen, moet de toekomstloeren. Daarmedo was feitelijk het vonnis ge veld. De Kamer kon do ontworpen rustig verwerpen. En zij deed liet. Geen betere methode. Veel tranen zullen er niet over gestort worden; misschien is men aan heide kan ten in stilte er tevreden meo. Het blijkt nu wel, dat er in de Kamer wel veel oppo sitie beslaat, maar geen eenheid omtrent een betere methode. De Kamer weet hot niet; iedere fractie wil iets anders, al weet zij niet precies wat. Het ecnigo is das: voort-sukkelen op den ingeslagen weg. Voor geen enkel plan beslaat in do Kamer een meerderheid en het is ook onmogelijk een compromis te sluiten waarin ieder der gegadigden een deel van zijn winsten bevredigd kan zieu. Do regecring gaat haar gang. v Zoolang het denkbeeld van devaluatie blijft rondwaren en naar men zegt misschien een meerderheid in de Kamer zou kunnen krijgen zoolang do regeering echter daarvan niet wil weten, is er geen andere uitweg mogelijk dan de ministers hun gang te laten gaan om datgene te doen wat naar hun mooning op een bepaald oozen- hl ik liet beste is. En daarbij moeten wij ons dan maar gelaten neerleggen Ongetwij feld is een sterk uitvoerend bewind in deze tijden het eerste wat wij noodig heb ben; theoretische bespiegelingen hebben heel wat minder waarde. Het kabinet ziet zijn weg afgebakend en gaat haar gang, vertrouwend op succes. Het zij zóó! *- Het pleidooi van minister Oud kon niets meer redden. Na afwijzing der eerste artikelen werden beide wetsontwerpen teruggezonden. j (Vervolg vergadering van gisteren.) Minister Oud zet zijn rede voort: Verschillende beangstigende voorspellin gen te dezer zake zijn echter nooit be waarheid'. Ook bij de Crisis-Pachtwet zoo tnerkt spr., naar aanleiding van een uitlating van den heer De Geer op is ingegrepen in loopende contracten, en toch is er de rechtszekerheid niet aange tast. Voor de rechtszekerheid geldt meer, of wat voorgesteidi wordt, redelijk is of onredelijk. Dat hypotheekrente nog kan worden be taald, is dikwijls het gevolg van den land bouwsteun. Zon de overheid' dan niet een billijke verdoeling van dien steun moeten bevorderen? Het doel van de Crisis-Land- Historische Avonturenroman, dooi G. P. BAKKER. k 29) I#! Hoofdstak XVIII. T Toen Verona zag, dat het hoofd' van den schipper achterover zonk, blies zij de kaarsen uit en ging zitten nadenken bij het licht van de kleine lantaarn. Zij was er zich van bewust dat zij hem slecht had behandeld en nu hij in het halfdonker daar roerloos in zijn leunstoel lag, bleek als een doode, begon ze zich haar daad te verwijten. Toch kon ik niet anders, trachtte zij zich zelf gerust te stellen. Hij gaf niets om mrj; toen hij zijn hoofa afwend de, voelde ik dat hij met hart en ziel aan een andere vrouw verknocht was, on danks zijn bewondering en de blikken, die bij mij als zanger toewierp. Hij speelde met mij. Het is mij nog een raadsel, dat ik mij zoo goed heb gehouden, zoo ellen dig en vol schaamte voelde ik mij. Ik heb me aangeboden en ben afgewezen. Toen bestond er maar één weg meer. Ik had te veel gezegd', kon niet afwach ten wat hij zou gaan doen. Ik was zoo verliefd op hem. Do eerste rnaal van mijn leven heeft een man zoo'n indruk op mij gemaakt. Anderen hebben mij altijd' on verschillig gelaten,- maar de trouwe, blau we. oogen, die forsohe, groote gestalte... Zè ging naar hem toe, drukte een zoen bouwhypertheekwet 1936 is dan ook, on billijkheden weg te nemen. De hypotheek rente moet ten slotte komen uit d© grond- opbrengst, en die houdt weer verhand met den landbouwsteun. Spr. bestrijdt het aangevoerde bezwaar, dat het wetsontwerp teveel rekening houdt met individuede omstandigheden, het is er op gericht, spanningen in het aanpas singsproces weg te nemen of zooveel mo gelijk te verminderen. Spreker verwijst naar de reeds oude art. 1106 en volgende van het Burgerlijk Wet boek, waarbij gelet wordt op hoedanigheids- stand en fortuin der wederzijdsche par tijen. Hij verwijt den heer De Geer, dat •deze den borg buiten schot wil stellen op het oouonhltk, dat de borgtocht effec tief /ou watden. IX' borg moet uanspnike- lijk li lijven oor de hoofdsom. Een rege ling der uitbetaling van do cxecutunvaardio aan den crediteur is spreker niot mogelijk gebleken. Is er reden om hot crisisland'bouwhyjioi- theek-ontwerp af to v ijzen, omdat het niet bereikt voor do hypotheekbocren, wat men wel wensclit? Het brengt toch ont lasting voor oen broede groep menscben. Wat betreft het wetsontwerp tot verlaging van vaste lasten on huren, or is gewoon lijk oen dispariteit ontstaan tusschen waar de en opbrengst van het onderpand ou do daarop rustende schuld. Do regeoring acht gerechtvaardigd oen pandbriefrerito van 4 pCt. en een daarmede correspondeerondo hypotheekrente van 4-y'i pCt. Spreker er kent, dat de publiekrechtelijke lasten daar bij oen moeilijken factor vormen. Daar om moet in bepaalde gemeenten, waar zekere verordeningen komen te vervallen, de budgetaire positie nader onder oogen worden gezien. Het is niet de bedoeling centraal aan de gemeenten zekere rege lingen op te dringen; het zwaartepunt moet blijven bij de gemeenten zelve. Spreker staat niet afwijzend' tegenover hot denk beeld! van den heer Kooiman lot instel ling van een adviseerenden raad1 uit de- moonten. Ter wille van do kosten van levensonderhoud is het noodig do liuur- daling te bevorderen. Er is geen streven van dé regeeving om de arbeiders naar slechtere woningen to drijven. Alken gaat bij de regeering de huur verlaging niet door, als er goedkoopero woningen beschikbaar zijn; dit in tegenstelling met hetgeen de heer Droes wil. Daarbij is een huur van 80 pCt won 1931 d'c norm om thans een loomuido exploitatie te behouden. Men moet zoover mogelijk trachten te komen met natuurlijke aanpassing. Deze moet dan verder gestimuleerd worden. De regeering is niet van oordeel, dat inunt- correctie baat kan brengen. Het vraagstuk deT devaluatie is van alle kanten bekeken. Men wordt het toch niet eens. Zoolang dit kabinet aan liet be wind is, zal het niot bezwijken voor den aandrang om over to gam tot vrijwillige devaluatie. Do veroorzaakte onrust leidt tot vlucht uit den gulden, verzwaring van den rente last Dit is do ervaring van nu en vroe ger. Met debatten bereikt men niets; men prate er niet over. Het dilemma devaluatie of consequente deflatie noemt spreker voorts onjuist.. En zouden tegen wetsontwerpen in den geest van den heer Goseling ook niet duizenden lei bezwaren rijzen? Zou oen algemeeno Machtigingswet die op gespannen voet zou staan met de Grondwet aan de regeering veileend' v orden Zijn er al niet .allerlei bedenkingen liegen do bestaande be perkte machtigingswetten Tegen de consequente deflatie van den heer Goseling bestaan onoverkomelijke be zwaren. De gevolgen van eon politiek, die gevoerd! wordt, ziet men; niet echter dio van een politiek, die aanbevolen wordt. Dit vraagstuk is een staalkaart van de meest verschillende meeningen. Men stel le zich op den bodem der werkelijkheid van een zeer moeizaam aanpassings-pro- oes. Laten we samen zoeken naar «co weg om dit proces gemakkelijker te laten verloopen, en daartoe dienen deze wets ontwerpen. Worden deze verworpen, dan zal het Wijven gaan langs den weg der natuurlijke aanpassing. Spreker zon dit betreuren. De regeering wenscht voort te gaan op den weg, waarlangs zij zich be weegt. Of die weg naar het doel leidt, ligt in den schoot der toekomst verborgen. Het oordeel, dat de politiek der regeoring is mislukt, is thans voorbarig. Er wordt gerepliceerd De heer Drees (s.d.) constateert ©en tegemoetkomende houding van de regce ring in zake de huurverlaging Spr. bctwij- op zijn voorhoofd en zei: „Liefste, vergeef mij, rk moest het doen. Ik kon met anders. Ik had mijn lot heele- maal in je handen willen leggen, mij aan je overgeven op leven en dood; ik wist dat ik nooit een ander zoo zou kunnen liefhebben, ïk houd zooveel van je. Het was me onverschillig wie je eigenlijk waart. Ik heb je niet eens gevraagd. Geen oude speelman, geen schipper, maar wat dan wel? Een avonturier, die kwam om de kostbaarheden te zoeken, maar wie? Hoe goed je ook voor schipper speelde, je kon mij niet bedriegen. Je bent iemand' die een betere opvoeding genoten heeft. Slaap zacht. Ik heb je niet te veel van liet heulsap gegeven. Je zult slapen, tot liet dag is, dan word' je wakker. Je zult een vreemden droom hebben en gelukkig zijn. Je zult droomen van mij. Ik zal steeds bij je wezen. Als je ontwaakt, zal je be merken dat je vrij bent en dat ik je niet heb verraden. Je weet, dat or iets in de kast is en je zult er alles vinden wat je noodig hebt." Ze kuste hem, nog een maal. „Misschien zien we elkander rooit weer. Dat zou het beste voor mij zijn. Vergeten zal ik je nooit. Ik zal bij je waken, tot liet licht begint te worden." Een man en een vrouw sokten langs den landweg. Het waren haveloozo schooiers. Tijd, ïegen en wind! haddon hun. kleeren verfomfaaid! en in flarden gescheurd, de kleuren besmeurd1 en vergrauwd. De man, een flinke blonde kerel, droeg een mars op den rug en steunde op een langen eiken knuppel. „Jan zei hij tegen de donkere, vrij feit, of de politiek dor regeoring nog zou! kunnen slagen na verwerping dezer wets ontwerpen. Spr. constateert oon afwijzing van do katholieko fnictio oin deze ontwer pen to verbetoren. Doch hot inluiden van een nieuwo politiek laat zo achterwege. Dat kan juist leiden tot het meest onge wenschto, waarover do heer Goseling heeft gesproken, een cnsispolitiek, stuurloos, en' zonder uitzicht. De heer Sc h a lieer (comm.) consta teert naar aanleiding van wat de minister zeidö over Leerdam, dat do regeenng machteloos staat, als hot kapitaal niot wil medewerken. Do hoer Goseling (rk.) zegt, dat vvo dezo wetsontwerpen bobben to beoordeo- len en dat het verstandig is, verantwoor delijkheid te aanvaarden in do étappe, waarin men leeft. Spr. kan niet het ver wijt aanvaarden, door de muntcorreciio ter spiake te brongen, de onrust te hebben be vorderd. Spr. herhaalt, dat snel handelen een consequente deflatie een eerlijke kans zou hebben gegeven. En dat we langs den natuurlijken weg van aanpassing er niet komen. Het object der staatkunde is in de eer ste plaats gericht op hot stoflehjk welzijn van den mensch, zonder daarbij Gods lei ding uit to schakelen. De staatkunde moet, met erkenning van Gods leiding, ziojo zijn, dat de menschen niet doof on stom worden voor hoogero dingon. .Men bedenke dit, al is spr. het overigens met den heer Schouten eens. De heer Sneevliet (rev. soo.) zegt, dat er slechts proefnemingen zijn gedaan op do groote massa. Hoe het verder ver loop nu ?al zijn na do opmerkingen der ïegeering in de richting van veidere buur* verlaging enz., is uit do woorden van den beer Goseling niet op to maken. Minister Oud constateert, de volle aan dacht te hebben gegeven aan do opmeikin- gen van den heer Goseling. Spr. blijtt van oordeel, dat men eikaar niet zal overtuigen. De lieer Goseling heeft gezegd, dat er een tijd is geweest om te kiezen tusschen consequente deflatie en devaluatie. Spr. moet de desbetreffende criliek afwijzen. Ware het juist, en kwamo er devaluatie, dan rustte ©r op do regccrmg groote verantwoordelijkheid. Spr, heeft ge tracht, duidelijk te maken dat dit, noch een ander kabinet de bedoelde devaluatie- politiek had kunnen voeren. Spr. acht vast beraden volhouden noodzakelijk De algemeene beraadslagingen worden gesloten Art. 1 van het crisislandbouw- hypotheok ontwerp wordt verworpen met 55 tegen 37 stemmen. Tegen stemdendo r. kath., chr. hist., lib., siaatk. geref., Lingbeek (herv. ger.), Vervoom (plattel.) en de anti-rev. Schwarz', Terpsla, van Dijken, Duymaer van Twist, van Baren, Schouten, van der Zaal en van Dobben de Brurjn, van de anti-rev. stemden voor: Zijlstra, van Dijk, Wielinga, van den Heuvel en Smeonk. Voor stemden voorts de soo.-dem., vrijs, dem,, communis ten, van Houten (chr. dem.), Arts (k.v.p.) en Sneevliet (rev. soa). Minister Oud vraagt aanhouding van dit wetsontwerp. Z.h.sl. wordt hiertoe besloten. B*ij het vaste' lasten ontwerp verklaart do lieer Dree s (s.d.) z!ijn amendement op art. 1 in te trekken. Art. 1 van dit wetsontwerp wordt verworpen met 55 tegen 37 stemmen (de?elfde stemmenverhouding). Minister Oud vraagt schorsing der be raadslagingen. Z.li.st. wordt hiertoe besloten. De vergadering behandelde voorts nog een interpellatie-Vervaam betreffende hooi hand el en hooiperserijen waarna een aantal contingenteeringee en andere j wetsontwerpen onder den hamer door gingen. Te kwart over zes verdaagde de voor zitter de vergadering tot Dinsdag 30 Juni a.s. Spcsrt Voetbal. ITcrmcs.D.Y.S.-siiiiportersvi'rei'iiigiiig. Vrijdagavond om lmlf ncgon zal in Ge bouw Eendracht een vergadering worden gehouden, waarin getracht zal worden te koinen tot oprichting van een llomies- D.V.S.-stipportersveroeniging. Do vergadering, waarbij eenigo ITurmcs- D.V.S.-bestunrslcden vertegenwoordigd zul len zijn, staat onder leiding van don lieer M. V, Markx Athietiek. Onderlinge tienkamp. Maandagavond verwerkte do athletiokaf- deciing van S.V.V.. haar eerste deol van een onderlinge tienkamp. Aan ieder num mer is tevens het clubkampioonscbap 1936 verbonden. Hot aantal deelnemers bestaat uil 16 athleten. De beste prestaties luiden: 100 yards: 1. D. Scheepmaker, 10,5 sec.; 2. W. van Noortwijk; 3. A. Wessel. Kogelstoolen, 7,25 kg.: 1. L, Pronk, 11,42 meter; 2. A. Wessel, 10,73 meter; 3. P. Driel, 9,32 meter. A.s. Maandag wordt liet tweede deel ver werkt on wel 800 meter hardloopon en vèrspringen met aanloop. lange vrouw. „Het ongeluk schijnt ons te vervolgen. Met moeite zijn we uit Hessen gevlucht, waar Tilly's ruiters alles neer slaan, en bij Miihlhausen zijn we nauwe lijks de galg ontkomen. „En in Thüringen speelden die lui van Pappeahcim hetzelfde deuntje, rooven en moorden, zoodat er voor niemand1 anders iets meer overblijft." „Hier m het Erfsticht is het ook al ge speeld en nog dioeviger. Niets, maar ook letterlijk niets te halen voor ons. Aan de groote wegen staat geen boerderij meer en hier aan de landwegen is niets te krijgen. Al smeek ik met mijn armzalig ste vrouwenstem, niemendal. De stakkers lij den zelf honger." .„Spreek dat woord niet uit, Jan." „Goed, maar het is toch waar. Vroeger had ik geluk met mijn vrouwenrol. Ze gaven iets en soms in d© herbergen wat een pret. Als zoo'n halfgare verliefd' werd en achter jou rug mij knipoogjes zat te geven. Bah, wat kerels, geen lef om zelf" een jonge meid' te veroveren. Aan pappen met vrouwen vnn anderen. Dan kwam de wijn op tafel." „Ja en wat dat vrouwtje dan zuipen kon De verliefde gek lag altijd' het eerst on der tafel. En somtijds ruzie" „Weet je nog. die eene vent, die steeds maar doorsabbelde, ofschoon jij zei: „Ik hou niet van je. En hij weer: „Kan je niet van mo \eeren houden. Zullen we nader kennis maken. Ik zal lief voor je zijn, Ik heb geld." „Maar waarom sloeg je hem eensklaps op ziju gezicht? Jij stondt er toch bui ten DONDERDAG, 11 Juni 1930. Hilversum I, 1875 31. 8-9.15 KRO, 10 NCRV, 11 KRO, 2 NCRV, 8 KRO, 9.30—11.30 NCRV. S Plechtige hoogmis. 9—9.15 en 10 Grui* motoon; 10.15 Morgendienst 10.45 Gra- motaarr. 11.3012 Godsd. halfuur. 12.15 Orkest "en gramofaon. 2 Orgel. 3345 Gramof-pon. 4 Bijbellezing. 5 Handenar beid voor de jeugd, 5.30 De Gooilantiers 6,45 GNV-kwartiertje. 7 Politieberichten. Ned. Chr. Persbureau. 7.45 Cursus Psy chologie. 7,45 Reportage. 8 Kamerorkest en solist 8.45 Gramofoon. 9 Koor en gr;-, motoon. 9,30 Salon-orkest. (Om 10 Be richten A.N.P.). 1111.30 Gramofoon. Hilversum II, 301 31. AVRO uitzonding 8 Gramofoon. 10 Jlorgenwijding. Gra- mofoan. 10 30 Ensemble. 11 Knipcursus. 11.30 Ensemble. 12.15 Gramoloon. 12.30 Orgel en zang. 1.15 Gantabilé-orkest en voordracht, 3 Declamatie. 3.20 Gramo foon 4 Voor de zieken. 4.45 Voor de kinderen. 5.30 Kovacs Lajos. 6.30 Sport- praatje. 7 Piano. 7.30 Gramofoon. 7.40 Ee geestelijke verzorging der mditaireu. 8 A R.P.-borichten. 8.10 Orkest en so liste. 9.25 Hoorspel. 10 Orkest. 10.35 Gramofoon. 11 Berichten ANP. 11.10 12 Dansmuziek Broitwieh, 1300 3L 11.25—11.50 Orgel. 12,10 Urkest. 1 10 Gracnotoon. 1,352.20 Kwintet. 4.30 Gr, raofoon. 5.05 Harp. 5.35 Dansmuzte 6.50 Liedoren van Royal, 8.20 Ork"c solisten. 9.50 Piano. 11 Orkest Radio-Baris, 1648 31. 7.20 en 8.40 Gramoioion. 9 50 utgd. 11.20 Orkest. 2.50 GramoLoon. 4.20 Con- cerL 7.20 Gramofoon. 9.05 Orkest. 1105 12,35 Dansmuziek. Keulen, 456 M. 6.20 Orkest. 10.50 Kwartet en solisten. 12.20 Populair concert. 1.35 Kleinorkest. 2.35 Gevar. concert 4.20 Kleinorkest. 6.20 Zang. S.30 Orkost. 11.05—12.20 Dansmuziek. Brussel, 322 en 484 M. 322 31.: 12.20 Gramotoon. 12.50 Orkest. 1,50—2.20 Gramofoon. 5.20 Kléin-orkest. 6.50 en 7.20 Gramofoion. 8.20 Salon-or kest 9.20 Gramiofojcm. 10.3011.20 dito. 484 31.: 12.20 GramoEoan. 12.50 Klein orkest en zong. 1.502.20 Grarpofoori. 5.20 Orkest. 6.35 en 7.35 Graniofpon 8.20 B ee th oren concert10.3011.20 Gra- motaon. Deulschlandscnder, 1571 M. 8.830 Operette. 10 Gramotjojon. 11.20 12.20 Populair doneert. „Ik zag rood'. Door zoo'n vent heb ik mijn meisje verloren. Ik hield1 van haar. Zij hield van mij. Wc waren eigenlijk reeds man en vrouw. Toon kwamen de slechte tijden en de vent, die met het spel gold had verdiend1, versoheen op het toonod." „Nu begin ik liet te begrijpen. Ze krij gen hun trekken wel thuis. De vloek van een sleohto daad' is, dat ze altijd door andere gevolgd! wordt en er niets goeds uit kan geboren worden," zei mijn pro fessor in de wijsbegeerte." „Misschien bad ik ook schuld." „Wie onzer zonder zonde is, werpo den eersten steen." „En wat gebeurde er verder?" „Ik gaf den. strijd' op. Per slotte was zij het niet waard' en ik werd' een zwer ver." ,>En ii>?" „Ik was student. Lied, liefde en wijn en toch een dwaas. Weggejaagd, maar ik ■had talent voor srihilder en werd' huis schilder. Toen er niets meer te Uuissohild'e- ren viel door de slechte tijden, begon de wandeling langs 's hecren wegen." „Evenals ik," meende Joop. „Weet je nog die deode marskramer aan den weg, die jou de kiep gaf. Veel waarde was er niet in, maar er viel soms een handeltje ie doen en als we geeu centen hadden, boodi jij den waard' met mooie woorden ecu kunstvoorwerp aan, dat we hier of daar hadden opgepikt." „En nu," zei Joop. „Niets. Zelfs de magere kraaien zijn zoo sluw geworden, dat ze zich niet meer laten verschalken." „Weet jc," riep .Tan. „Ik heb 'zin die - n:-r "if t" trekken en op den weg te smijten." „En ik om de loep in de sloot te slingeren." „Ik hen bang, dat we Holland' nooit zullen bereiken. Holland', waar werk moet zijn in overvloed. Waar duizenden naar zee gaan, op zoek naar verre landen ea avonturen." „Daar zonden we een nieuw leven, kun nen beginnen en verstandiger zijn. Zeker. We hebben beiden scurnld ge had. Maar waarom zijn we heden zoo vertrouwelijk? We hebben nooit over net verloden gesproken.'" „Kom," zei Jan. „Misschien komen we er toch nog. Kijk de zon tucht ons toe. Zie den hoogen, Mauwen hemel. Het is een prachtige "morgen. Een gelukkig teeken en het kost niemendal." „Tegen het einde wil ieder graag zijn ziel verlichten." „Kan me niets schelen. Wat bekommert oen mensch zich om de nutuur, als hei lijf steekt van den honger. Als je in geen. etmaal iets in de maag hebt gekregen, die toch al bedorven was door korsten brood1, niets dan korsten verschimmeld brood'. Ik heb er genoeg van. Ik ga daar ^n de schaduw onder dien boom liggen. „Neen," zei Jan. Kom mee" en luj pakte zim grooten vriend' bij den arm. „Laat mij. Wat geeft het? Morgen of overmorgen crepeeren we toch aan den kant van den weg. Geen dag te vroeg.'" „Kijk," riep Jan eensklaps. „Zie je die donkere omtrekken van een ruin© en dat kleine figuurtje tegen den ochtendhemel?" (Wordt vervolgd). 7H?-. f Ws> 'D f tï

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 6