DE OORZAAK. Koninklijke deelneming en belangstelling. Op de werf. De meening van den commandant der Amster- damsche brandweer, den heer C. Gordijn. Krois-soltlalen. zafen vol bruino olie- spellers. Gem hulp kon meer worden veil eon J, Do gewonden waxen van boordwie zich nog op het schip bevond, nio,vst verloren geacht worden. En dat waren ei ver scheidene. Zeer spoedig was men er zeker van, dat de kringcominl. J. Nieuwoahuijsc, door vallend hout gedood, op hot dek moest liggen. Voorls was agent J. J. Hoek voor dood achter-gelaten. In do machinekamer nroest e-u zwaargewonde man, dien men bezig was te redden, bij de tweede ont ploffing, losgelaten worden. Tonsloito liepen er nog allerlei geruch ten omtrent een Griekschcn donkeyman en den arbeider Wo iters. Moedige m.un Te ongeveer half elf dook eon zonder ling en gevaarlijk gerucht op. Enkelen be weerden, viat zij een man op het dek had den hooron fluiten. Anderen zeidon weer, da.t zij oen man aan dto railing hadden zien staan. Het was streng verboden zich aan boord jo begeven, omdat er kans bestond op oen ierde ontploffing. Toch boden zich direct talrijke vrijwilligers aan om een onderzoek aan boord in te stellen. Drie wachtsman- nen van Wilton vioeg-cn toeslemming om te gaan. Vier anderen en een RooGe Kruis man volgden niet oen vrachtauto, waarop zij een brancard meevoerden. Vlug 1st pen de drie mannen het zwaar rookende schip tegemoet. Via het midden schip bleek het onmogelijk naar acnteren door te dringen. Even later zag men langs een kabel, aan hot achterschip een man omhoog klimmen. Op liet achterdek liep hij zoekend heen en weer, maar «ia een poosje keerde hrj onvcrrichterzake terug. Toen de vrachtauto met de vrijwilligers terugkeerde, wist men, dat het gerucht ongegrond was geweest. De wachtsman Van Rijsvijk, die aan boord was geweest, vertelde, dat iiij op het dek twee lichamen had zien liggen en een in een ruim. Van leven had hij niets meer kunnen bespeuren Weer wachtenlloe spannend moe ten deze oogenblikken geweest zijn voor de brandweer en de politie, omdat nog geen volledige zekerheid bestond, dat hun kameraden om het leven gekomen waren, Zij dachten aan de vrouwen, die thuis zouden, zitten en die wellicht, omdat de angst te groot was geworden, naar de poort van de werf waren gekomen, zooals zoovele vrouwen, om ook daar niet=> wij/er te woidca. Tegen twaalf uur wilde men toch ze kerheid hebbeu. Niet toestemming van den burgemeester en van den commandant, be gaven zich twee band weer] iei Ion naar het schip. Het waren Van der Eijk en Frede- rilcs. Do koppels werden afgelegd en daar stapten de mannen in hun zware loeren jassen weg. Zij wandelden voorbij den slangenwa gon en de motorspuit, die men op eanigen afstand van het schip had achtergelaten; zij zagsïi de slangen liggen, die zij mede aan boord hadden helpen brengen toen de tweede ramp hen verjoeg en de slangen door stukken ijzer werden opengereten, zoo- dat het water aan allo kanten wegspoot; zij kwamen weer nader hij de plek, waar zij door doodsgevaar vandaan gejaagd ■waren. Zij begaven zich aan boord. Daar lag hun kameraad en dief. Aan eau handschrift op een papier, dat zij meebrachten, herkende ir. Aikema den kringcommamdant Nieuweniiuijse. Een kijkje op het schip. [Wij hebben de gelegenheid waargenomen oru van boven-af een kijkje te nemen op de ruïne. Boven de groote seh-eopbouwloods, waar van het Zuidelijk gedeelte zidi dicht bij het schip bevindt, ligt de uitgestrekte mo- dellenzolder. Van het laatste raam op dien zolder, op ongeveer honderd meter schuim boven het schip, hebban wij een blik ge worpen op het schip. De rookwolken ont trekken het achterschip geheel aan het ge zicht. Van de zwaar gehavende schoorsteen was alleen het bovenste deel zichlbaar. Plet middenschip was aan do voorzijde geheel leeg, maar aan de achterzijde, tegen het achterschip aan, lag een opeenstape ling van ijzer en hout, oen warreling "van staven, buizen, platen en blokken, die daar was neergekomen na de tweede ontplof fing. De uren verstreken zonder dat er iets kon worden verricht. Do caritino van .Wil ton werd opengesteld, zoodat er iots ge nuttigd kon worden, hetgeen voor velen waarlijk niet overbodig was, die sinds zes uur 's morgens geen eten moer gehad hadden. Te ongeveer half drie stond het go- geheeie achterschip van do Botrakis No mikos in brand. Een zware rookkolom, waarin af en too do gloed' der vlammen zichlbaar was, steeg er uit omhoog. Nog steeds moest men werkloos toezien, zan der te kunnen ingrijpen, aangezien hel ex plosiegevaar nog aldoor aanwezig was Tegen 4 uur laaiden de vlammen hoog op. Gelukkig kwamen déze vlammen niet van binnen uit, doch werdon zij veroor zaakt doordat het houtwerk van de ver blijven van machinisten en bemanning op het achterschip, dat als een ouderwotscbe campagne omhoog is gebouwd', in lichte laaie stond. 1 Nog steeds was de omgeving van het schip afgezet en do verzamelde leden van do Schiediimsche brandwver en do weinige andere peisonei., die op do v erf aanwe zig waren, bleven zooveel mogelijk achter de dekking, dio d'o grooto loodsen boden, aangezien men nog steeds ontploffingsge vaar vreesde, liet was een griezelig denk beeld, dit bramlende schip aan do kade, dat aanstonds .ds een bom kon werken en dat op sluipende wijzo zijn onheil kon verrichten op eon oogenhlik, dat niemand er op verdacht zou zijn. Het hlus&chcn hen al. Toen tegen vier uur de wind steeds meer uit 'tNoouten k,vamen entte vlammen joeg uit de richting van dto gevreesd'.; tanks, besloot na oveileg met inmiddels gearri veeuto desk,'me igen de commandant der Schiedams-clie brandweer, ir. Aikema, een onderzoek aan boord te doen instellen. Gearriveerd waren do hoofdinspecteur voor do scheepvaart, ir. Van Driel, uit Den Haag, en d-e commandant der Am- sterdanische brandweer, de heer G. Gor dijn, resp. voorz Rer on tic! van de in 1927 door het rijk ingestelde benzine-connnis-ac, die speciaal behst is mot het ontwerpen van maatregelen voor do veiligheid van het vervoer van brandbare vloeistoffen te water en te land. Het resultaat van het onderzoek was. dat men besloot het vuur to lijf te gaan Met twee stralen naar het achterschip werd het vuur aangetast, en tegen het vallen van de duisternis werden de noodigo schijnwerpers op bet schip gerid'it, om het blusschingsverk te kunnen doen voort gaan. Do eei-sto dioeve taak, die men had toen men het schip sedert 's morgens lxalf elf voor het eerst weer betrad, was het bergen van de drie deerlijk verminkte 1 ij ken, die de vrijwilligers, die om lialf twaalf even aan boord waren geweest, op het dek hadden zien liggen. Het was het stof felijk overschot \an den arbeider van Wil- lon-Fijeuooul, dat aanvankelijk niet geïden tificeerd kon worden, van don omgekomen hoofdbrandmeester Nieuwenhuijse en van den politio-ugent Hoek. in jassen gewikkeld werden ito tijken naar een der loo isen overgebracht en te gen den avond vervoerd naar het 11. K. ziekenhuis. In een der ruimen werd nog een vierde iijk waargenomen, vrijwel zeker van een der leden der Grieksche bemanning, doch aan berging daarvan viel voorloopig ten gevolge van den vuurgloed niet te denken. De reeds genoemde autoriteiten, alsmede do burgemeester en de leden der directie van Wilton-Fijenoord hebben in den na middag den ka pi te .li en den eersten stuur man van het Grieksche tankschip een uit voerig verhoor afgenomen, wat trouwens tevoren reeds met de overige leden der bemanning was geschied. Duidelijke ge gevens heeft dit verhoor niet opgeleverd. Volgens een ons door den commissaris van politie gistermorgen verstrekte ver klaring is de kapitein van meenïng, dat oen ketelontploffing Lad plaats gehad. Olficiecle verklaring van de directie. De directie van de werf Wilton-Fijenoord hoeft t<> half twee de volgende otffirieele verklaring gegeven: Do directie van Wilton-Fijenoord heeft op het oogenblik nog steeds geen volledig overzicht van de situatie, aangezien het nog niet mogelijk is, aan boord te komen. Vast staat, dat brand is uitgebroken in het keteJniïm, waardoor een explosie in dit keteiruim ontstond. Bij do ramp aan boord van do Pe Irakis No mikos, zijn om het leven gekomen: J. NIEUWENHUYSE, 48 jaar, Vecnlunt- sfraat 11), hoofdopzichter bij Gemeente werken en Kriiigconuuainlaiit ran de brandweer; J.YAN I>Elt PLAS, 55 jaar, Stadhouders- laan 31, hoofdopzichter bij Gemeente werken en le Brandmeester ran do Brandw eer; J. J. IIOEK, 35 Jaar, Lange Singel- straat S(ic. agent san politie; Van het personeel van Wilton-Fijenoord: Ai. NIUUWSTRATEN, 45 jaar, Bcyer- landsehesfraat 3(5 (e Schiedam, brander; K. L. SCHELLENBERG, 36 jaar, chauf feur, Willem Beukeiszoonsfraftt ll)b, te Rotterdam; \Y. B. DE JONG, 24 jaar, 2e Van Leyden Gnelstrant, Vlaardingen G. J. II. T. SCHULTZ, 69 jaar, walka pitein, Bingleystraat 26, Rotterdam; P. MAHN, 22 jaar, Ruilstraat 64, Rotterdam; J. A. WOLTERS, 39 jaar, Havenstraat, Rotterdam; J. VAN GALEN, 56 jaar, Oudcanstrnat, Rotterdam; C. VERWIJS, 57 jaar, Van Spejkstraat 56, Rotterdam. Van de bemanning van do Petrakïs Nomikos: CONSTAS EVANGELOS, 26 jaar, 4e machinist, Voorts is het lijk gevondon van den brander WESSEL of van den Griekschen donkeyman ANTONIO ALAFOUZOS. Tijdens de reddingspoging die door per soneel van Wdlon-Eijvinooid, gezamenlijk mot brandweer en politie werd onderno men, ontstond een tweede explosie, waar door het grootste aantal slachtoffers is go- rallen. Eecaele cijfers kunncui nog niet op gegeven worden. Doch liet aantal dooden schijnt ongeveer 17 te bedragen, terwijl waarschijnlijk ruim 15 personen gewond zijn, hoewel het aantal «aar de ziekenhui zen vervoerde personen aanzienlijk groo- ter was. 1 Voor zoover te overzien valt, kan de oorzaak van den brand niet gelegen zijn in het feu, dat door Wilton-Fijenoord perso neel gewerkt is op plaalsen of met mate riaal, waardoor de explosio verklaarbaar wordt. De lauingstanks waren niet gevuld, het schip had dan ook het certificaat, dat het gas vrij was. All a do brandstoftanks waren niet leeg. Volgens oen verklaring van den eersten machinist van het Griek sche schip zou daar ongeveer acht ton brandstof hebben ingezeten. Na do tweotlo explosie heeft de directie van Wilton-Fijenoord getracht, met toe stemming van den rijkshavenmeester, het schip to doen versieepen naar aan minder gevaarlijke plaats. Aangezien do rijkshavenmeestor ambts halve uitstedig was, en 'geen toestemming daarvoor kon worden verkregen, besloot dio directie van Wilton-Fijenoord alle be lendende werkplaatsen ft) doen ontruimen. I?a de ramp. Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur, laaiden de vlammen op het achterdek hoog op. Nagenoeg alles wat brandbaar was werd vernield1. De brandweer hield van d'on wal af do trossen, waaraan het schip gemeerd lag, nal, om do verbinding in 3tand to hou den en te voorkomen, dat het schip zou omzwaaien. Gok do vuurzee aan boord werd aan getast eri daarmee had men succes. Toon het donker werd, waren nauwelijks nog vlammen zichtbaar en om half 10 kon do brandweer inrukken. Er werd materiaal achtergelaten om zoo noodig hot vuur als dit weer mocht oplaaien, te kunnen, bestrijden. Men moest echter tot den Zondagmor gen wachten om aan boord' een eerstei onderzoek te kunnen instellen, Omdat er 's avonds nog drie personen vermist werden, n 1. C. Verwijs en Wessel,. die bij WiltonFijonoord in dienst waren en een lid' der bemanning van de Petrakis Nomikus, hoeft de Rottere! a rnsche rivier politie 's avonds in de nabijheid van liet schip gedregd, waarbij gebruik gemaakt werd van schijnwerpers De mogelijkheid moest niet uitgesloten worden geacht, dat bij de tweede ontploffing eni of meer der vermisten over boord geslingerd of ge sprongen waren. Het dreggen beeft echter geen resultaat opgeleverd'. liet eerste onderzoek. In den loop van don Zondagmorgen heb ben loden van het personeel van Wilton Eijcnoorel', do politie en do Rood'o Kruis- transportcoloTmo, gestoken in overalls, aan boord het eerste onderzoek ingesteld. Do heer Kalkman, secretaris van de directie van Wilton—Fijenoord, had de leiding. Daarbij heeft men do lijken van tvveo der vermisten gevondon; dat van d'on lieer Verwijs, uit Rotterdam, lag ongoveor mid scheeps onder het tweodo dok; het andere lijk lag in do gang tussclien het ketelhuis en de machinekamer. Het stoffelijk overschot van den lieer Verwijs werd' gemdenlificeerfl met behulp van oenigo onbrandbare voo-werpeneon tabaksdoos, oen metalen nummer v.m de rijwielbewaarplaats en een bos sleutels Wie de andere man was, is niet vast gesteld' kunnen worden, zoodat hedenmor gen nog vermist werd' de heer Wessel of do Griek. Bij het schip. Rij wijze van uitzondering verkregen we gistermiddag toestemming do Potralus Nomikos, die rampspoedige lank!mot, te bezichtigen. Toen we bij het schip aankwamen bet was omstreeks één uur was bet er ijzig stil. Bij bet schip liepen slechts twee politic-agenten; iets vorder op ston den ccnige menschen van WiltonFijen oord' te praten, zonder gerucht te maken; een enkel lid van de bemanning van het: Russisclio s s. Minsk, dat vlak voor de Peirakis Nomikos ligt, zwierf rond. Het gehoelo voorschip is intact geble ven; ongeveer 2/3 gedeelte van de Pe- trakis Nomikos ziet er uit, als toen het in de Wiltonhaven arriveerde. Maar op het achterdek was het een enorme verwoesting. Zooals op nagenoeg alle tankers bevin den zich ook bij do Petrakis Nomikos de machines in het achterschip met daar boven do verblijven van de machinisten Van liet verhoogde achterdek loopt een smalle loopbrug naar de eigenlijke brug ongeveer midscheeps. Rij slecht weer zou het gevaar kunnen opleveren zich over het laaggelegen d'ck van do brug mot stuur hut en verblijven van de stuurlieden, naar het achterdek te begeven. Do smalle loop brug rust op zware pijpleidingen. Vermoedelijk is in de machineruimte de z.g. donkey-ketel ontploft. Daardoor is brand' ontstaan in het keteiruim, die zich De Burgemeester van Schiedam deelt ons mede, dat 1I.M. de Koningin zijn tusschcnkomst heeft ingeroepen om Ilare deelneming lo botuigon aan de nagelaten betrokkingen van hen, dio aan do ramp van Zaterdag j 1. op de Werf „Wilton" ten slachtoffer zijn ge vallen. Voorts hoeft Hare Majesteit als Haar wensch to kennen gegeven op do hoogte te worden gehouden van den toestand' der gewonden, Ook van andere rijde, met name van don Commissaris de Koningin in de piuvincie Zuid-Ilolland, zijn bbjken van deelneming en belangstelling ont vangen. Het Algemeen Ned. Persbureau schrijft ons: Do aanwezigheid van don commandant dei Amslerdamsehe brandweer, den haar C. Gordijn, dio tevens lid van do rijks- benzino-commissio 1927 is, noopte ons dezen autoriteit ziju meaning to vragen. Waar do Amsterdamscho haven tot zijn ressort behoort, heeft do hoor Gordijn op het gebied' van scheepsbranden ean er varing als sleehls weinige andere brand weercommandanten in ons land. Ook met tankschepen heeft de haar Gor dijn te doon gehad, en voorts herinneren wij slechts aan den hardnekkigou brand in de „INC. Hooft", die tengevolge had, dat do Amstordamschö brandweer gerui- rnen tijd do beschikking kreeg over do oude „Prins der Nederlanden" van de stoomvaart-maatschappij „Nederland", en daardoor in staat was speciale studio van scheepsbranden en hun blussching to ma- kon. De heer Gordijn verklaarde eveneens, dat het uiterst moeilijk zou zijn, do oor zaak van de eerste ontploffing in het ketel- ruim op te sporen. Zoo vele factoren kunnen daartoe hebban bijgedragen. Aan boord van een tankschip kan allicht er gens oon lok ontstaan, waardoor olie weg vloeit, die ia geval van reperalies aan boord door eeu of andere ootrzaak ver warmd' wordt en als zij do goedto ver- brandings warmte heeft gekregen, vlam vat. Hoewel men niet met volkomen zoker- het toch wel zeer waarschijnlijk, dat do tweodo ontploffing als indirect gevolg van de eerste moet worden beschouwd. Dit is temeer mogelijk, doordat een nood zakelijk geachte constructie voor tank schepen in de „Petxarkis Nomikos" niet geheel aan d'o voorschriften voldeed. De heer Gordijn doelde op d'o z.g, „coffer dam", bestaande uit twee zware ijzeren schotten, welker tusschonruimlo mot watar is gevuld', zoodat er een waterschot ont staat, dat van do kiel tot hot dek loopt. Aaa weerskanten van de groote tankruim- to, dio het gcheele middenschip van oen tnnkboot vult, bevindt zich oon derge lijke „cofferdam", waardoor dus zoowel vóór- als achterschip van d'o tankruimto werden gescheiden. Welnu, do coEferdani van het achterschip der „Petrakis Nomi kos" liep niet geheel tot het (lek dooi en op d'o hoogte waar zich de ontplofte kleine stuurboordstank bevond, niet zoover onder het dek, werd deze slechts door een enkele ijzeren wand van hot achterschip gescheiden. Het ligt der halve voor de hand, dat de warinto-ont- wikkcling tengevolge van den aanvanke- lijken brand' en do eerste ontploffing tot explosie van de kleine tank hoeft geleid. Wij wezen den heer Gordijn er op, dat hot schip, alvorens in reparatie to zijn ge nomen, het certificaat had verkregen, gas- vrij to zijn, terwijl de heer Gordijn zelf aanwezig was geweest bij de -'cridaring van den kapitein, dat de beide kleine tanks in weken niet meer gebruikt waren. Do heer Gordijn sprak als zij'n over tui na een zorgvuldig onderzoek, dat inder daad op volkomen afwezigheid van gas had' gewezen. Dikwijls blijven er echter aan de vanden der tanks met bun véle oneffen heden, klinkbouten, enz., dikke korsten op gedroogde olie kleven. Bij warmte-ontwik- keüng knnnen dto meest vluchtige doelen van- deze olieën gassen vormen, die m verbinding met lucht explosief kunnen zijn en als er ook wel eens benzine in deze tanks heeft gezeten, wat aan boord' van het Grieksche schip wel eens het geval schijnt te zijn geweest, zelfs hoogst ge vaarlijk kunnen zijn. Of dit alles ook hier zoo is gegaan, valt niet met zekerheid' te zoggen, doch mogelijk is hot in elk geval. Daarbij komt, dat de cofferdam van het achterschip ook nagenoeg geen water bevatte, loan de Sebiedamsehe brandweer Zaterdagmorgen na de eerste ontploffing aan boord kwam. Men was o.a. bezig met 't pompen van water in de cofferdams, toon de noodlottige we- der-ontploffing volgde. Toen men bet tegen vier uur waagde aan boord to gaan, kon men duidelijk waarnomen, boe de bedoelde kleine tank aan stuurboordzijde uiteen was gereten. Do ovcreenkomsiige tank aan bakboord zijde, waarvan men den geheëten dag ont ploffing bad gevreesd, sfond rood-gloeiond'. Had er ontploffingsgevaar bestaan, Wan bad dit natuurlijk reeds ingetreden lang voor dat de tank oen zoo iiooge tempe ratuur had' bereikt. Zooa's reeds hier boven werd' verklaard, tastte mon -hot vuur dan ook met twoo stralen aan en richtte men een dezer stralen op de gevreesde tank. Hoewel natuurlijk in d'o overige tanks soortgelijke reacties als in de kleine stuur boord tank zouden kunnen optreden, achtte do heer Gordijn dat niet waarschijnlijk meer, omdat, na men eenmaal met blus- schon is begonnen, het vuur eerder zal af- dan toenemen en de temperatuur aan boord! van het tankschip zal dalen, waar door het ontploffingsgevaar geringer veelt voortplantte naar do m.«chmeka nor, Vóór d'o machinekamer en bef ketel- ruim onder liet ingezonken dek lig gen olietanks, die volgens verklaringen van den kapitein en don le stuurman' geen olie meer bevatten. Bij do tweede ontploffing. Terwijl het reddingswerk in xoücn gang was: do brandweer bozig W<s rnot blus- sciien, waarvoor, slangen van den wal aan dek van hot schip waren gebracht en leden van hot personeel van Wilton Fijcnooid naar benoden waren gegaan om zoo mogelijk door do eerste ontploffing gewonden te redden, volgde, ruim een half uur na d'e eerste explosie, do tweede, dit maal in oen tank aan stuurboordzijde. Het dek daar te-r plaatse werd opengereten en voor oen groot gedeelte naar hot midden an hot schip too, omgekruld'. Pat was zoon groot stuk van hot dek, dat dit ge deeltelijk op de loopbrug tneseiion achter dek cu brug terecht kwam. Daar tor plaatee sto«a' do agent van politie J. J, Hoek, die onmiddellijk gedood' werd tus- schen het winvar van ijzeren platen en buizen. Meerdere loden van het personeel van WiltonFijenoord werden op de zelf de plaats getroffen. Ter zelfder hoogte van het schip, maar iets meer naar de lengte-as, werd do bóer J. v. d'. Plas gevonden. De heer Nieuwenhuyso stond' geheel! aan bakboordzijde, toon do twecd'e ont ploffing plaats bad'. Hij wilde juist van een van de werklieden van WiltonFijen oord', die aan den wal stond', eon straal- pijp aannemen. Naast dezen man, eveneens op den wal, vlak naast hot schip, stond de chauffeur van WiltonFijenoord, K. L. Schellenberg, die twee gasmaskers aan den heer Nieuwcn.h11.yso wilde aanreiken. Do hoer Nieuwenhuyso werd getroffen door een neerstortend stuk rondhout, dat deel uitmaakte van een soort giek; da chauffeur Schellenberg werd' waarschijn lijk door een weggeslingerd stuk ijzer aan liet hoofd' gewond en overleed kort daar na; d-e dorde man, die zij aan zij met hem gestaan had' en do standpijp aan wilde reiken, bleef ongedeerd...! De ravage. Nu het rustig was op d'o werf en heff ramp-schip daar stil lag en zonder gevaar betreden kon worden, hadden we gele genheid' ons te realiseeren, welke gewei- digo krachten Zlat-erdagmorgen in het in gewand' van de Petrakis Nomikos tot een uitbarsting zij'n gokomon Op het achterdek zijn alle verblijven totaal uitgebrand. Ook het grootste deel van het houten d'ek, boven het achtereb ik, is door het vuur verteerd. De beide red dingssloepen, die daar stonden, zijn echier gespaard gebleven. van het a la sardine opengescheurde dek aan stuurboordzijde, waaronder zich een olietank bevond, spraken we reeds. De bolders, die eens aan den buiten kant van hot schip zaten, liggen nu met de koppen naar beneden en nog bevestigd aan een plaat, ongeveer op de lengte-as van het schip. Do loopbrug is ter'plaatse weggeslagen; d'e leidingpijpen, waarop deze loopbrug rustte, zijn afgeknapt., Vóór het achterdek is het aan stuurboordzijde een warwinkel van platen ijzer, buizen en sfan- Overal op den wal, tientallen metera van het schip, vindt men meid kan spreken, achtto do hoor Gordijn ging uit, dat hot certificaat was uitgereikt Minimagels en'scherven dik glas, blijkbaar van patrijspoorten afkomstig. Vlak naast het achterschip kwatn coi deel van het opperdek en oen wand van één der dekhutten terecht; 20 a oO Al. verder, achter de kantoortjes van den wal kapitein, en dto controleurs, ligt een groot gebogen ijzer van zeker oeji paar ton; neg iets verder, midden' op den weg, heeft zich een zwaar gietijzeren deksel met daarin een mangat, in den grond «eboo-rd. Groote moppen van oen resorveschroef, cue aan dek lag, vlogen door het luchtruim en kwamen op den wal terecht. Zelfs over de WUtouhavon, aan don -ter reboschkant, werdeu stukken >jzer den, die rondgc-ri ingerd waren J 'min oen wonder heeten, dat van de 12 brandweermannen, die tijdens e tweede ontploffing aan boord waren, niet meer getroffen werden. De commandant, le bef ir. H. B. E, Aikema, had 10 seconden voor de ontploffing hel schip verlaten. Hij had juist een kort gesprek met d'en heer v. d. Plas gehad. We wareu gistermiddag omstreeks half 2 getuige van oen treffende plechtigheid'. De overval-auto van de po'ilie kwam aanrijden en bleek mee te voeren een lijk kist.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 2