Spelletjes piri mitéii
- te spelen
Een geduldige speelkameraad
VOORWERELDLIJKE DIEREN
HRrtV.
toftef tfRH
was, alsof de apan begrepen, wat hij zei!
Eindelijk was hij liet bos uit en' vertelde
thuis, walhein ótzerkómen/vyas. Een .ne
gérknecht die het/verhaal 'gehoord had, zei
togen dé: Vader van: Rudy: „De apen. heb
ben b egrepen,rda t fhij ook nog e en kindis,'
aïs hij; een vóhvastene was geweest,'zou hij
er niet zo goed afgekomen zijn, dan waren
de apen hem met hun allen aangevallen.
Zo eindigde het avontuur nog goed,maar
Rudy heeft na die tijd nooit meer een dier
kwaad gedaan.
spel. Een jongen met een pneyérv getal;
zwaait de hal en tracht/deze aan'een jon-/
gen van zij n eigen ploeg te zwaaien, terwijl
de Jongens'van de andere ploeg dit tradi-'
ten tè voorkomen. Lukt het echter, dat de
bal bij een jongen van zijn eigen ploeg'
komt en dat;deze de bal even kan vast
houden, dan is dat voor de andere goal. 1
Blindemannetje.
Er wordt een vierkant getrokken, waar
langs de jongens, die mee'doen moeten
staan, zij mogen wel heen en weer lopen,
maar steeds vlak langs de kant De blin-
De gemzensprong. j
Dit spelletje heet zo, omdat de spelende
als een gems rond moet springen. Een jon-'
gen staat in tiet midden en heeft een stok
in de hand. De andere jongens staan in een
kring om hem heen, waarvan men de af-
i Mijnheer Jansenwas in zijn tuin. aan 't
Spitten. De ene schop aarde na de; andere
keerde hij om; tot opeens zijn ogen groot
werdeniitWant "daar vond hij, vlak voor
zich/leenrechte, blinkende gulden. Hij be-'
greep er? niéts van, stak het, geldstuk in
zijn' zak en groef verder. En jawel, niet
lang daarna vond hij weer een gulden. Ver-
deman wordt in het midden van het veldje
gezet en nu moet hij een van de jongens
zien te pakken.; Dat gaat niet gemakkelijk,
zoals jullie zult bemerken. Wie gevangen
wordt, moet natuurlijk blindeman zijn!
stand zelf- kan bepalen. De bedoeling is
nu, dat een van de jongens probeert de bal
tegen de benen van den jongen in'het mid-
dén aan te gooien, die natuurlijk de bal
tracht te ontspringen en deze met 'zijn stok
naar de omstanders toe slaat, liefst een!
beetje ver, zodat zij hard/moeten lopen, j
om hem weer te pakken. De bedoeling is j
natuurlijk, dat de jongen in het midden
niet tot rust komt. Zijn z'n benen geraakt,
dan.mag hij uit het midden en wordt een
ander de gems.
ifaasje-over.
Haasje-'over of bokkie-springen doenalle
jongens graag en als je bijv. een grote af
stand af moet leggen, dan schiet de weg
EEN GRAPPIG SPELLETJE.
Wij vragen aan moeder een gewoon kop
je met meel. Dit meel drukken wij vast
aan en steken er dan een ring in, zo, dat
deze nog maar voor een heel klein gedeel
te boven het meel uitsteekt Nu vraagt
men aan een van de aanwezigen de ring
met de tanden uit tiet. meel te halen. On
middellijk zullen er verschillende kennisjes
zijn, die denken, dat het kunststukje heel
gemakkelijk is en' die het. wel willen prol;
beren. In werkelijkheid is dé zaak ook heel
gemakkelijk, maar er is een kleine truc
aan verbonden. De aanwezigen begrijpen*
natuurlijk onmiddellijk,waarom het kopje
juist met meel gevuld is en zullen binnen
énkele tellen beginnen te lachen, zodra:
degene, die de ring uit het meel zal halen,
zijn mond er dicht bij gebracht heeft. Van
zelf sprekend wordt nu ook hij, of zij door
de algemene lachlust aangestoken en eer.
hij of zij nog met de tanden de ring te
pakken hebben, krijgt hij, de door het
lachen omhoog geblazen meel in het ge
zicht. Het doel van het vrolijke spelletje is
bereikt en er zal waarschijnlijk geen twee
de aanwezige zijn, die het nu nog eens wil
proberen, want ook diens gezicht komt na
tuurlijk vol meel le zitten.
woriderd vroeg hij zich'af, wie er in zijn
tuin: guldens gezaaid kon hebben, mis
schien had een vliegmachine geld naar be
neden gegooid, enfin, hij, wist liet niet en
stak de gulden weer'in zijn zak. In de loop
van die morgen vond hij nog een keer of
vijf een gulden; die hij/steeds; in zijn zak
stopte. Eindelijk, toen het tijd werd om
naar binnen te gaan, wilde mijnheer Jan
sen even tellen, hoeveelgeld hij nu wel
bij elkaar had.'Hij stak: dus zijn hand in
zijn broekzak, en hoeveel /geld denken jul
lie, dat hij vond?Helemaal niets, want
hij had een gat- in zijn zak en had dus
steeds zijn - eigen gulden gevoriden en weg
gestopt.
op die manier heel hard top. De jongen,
die gesprongen/heeft over devoorste jon
gen,- gaat dan weer als een bok gebogen
slaan, daarna degene, die Jiet -laatste oyer
hem heen springt en zo verder. c
Rietje en ■/Mïemje vinden het heerlijk, tiertje over, waarin zij dan fijn met vader
als' vader 's avonds thuis komt van zijn kunnen ravotten. En, zoals jullie zien, dat
werk, want als hij zich' dan fris gewassen vindt vader ook wel prettig!
heeft, blijft er voor het eten nog een kwar-
Zwaai bal.5
Hiervoor neem je het best een-voetbal,
die met een sterk touw aan een, tak van
èen dikke boom wordt gehangen, zodat hij
in het rond kan zwaaien. De bal moet on
geveer een armhoogte boven de hoofden
van de jongens zwaaien, die zich in een
beneden viel, vluchtte het nog hoger de
bomen in, terwijl het zijn ene beentje vast
hield én vréselijk begon te huilen. Het, hart
van Rudy stond bijna stil, Daar had hij
per ongeluk het kleine diertje geraakt en
dat was tóch allerminst zijn bedoeling ge
weest. Maar,opeens hóórde hij overal/van
daan verschrikte kreten, en 1 even later
kwamen er grotere apen naar het kleintje
toe, waarvan er een, de moeder, haar kind
je 'iri de arm nam. en hét; probeerde te. sus
sen.- Steeds harder huilde de' kleine en
steeds'meer apen kwamen er naar de plek
tót zij- Rudy zagen. Zij kwamen /nu h"óe
langer hoé dichter naar hem tóe en':schol
den hem uit op 'n vreselijke;manier. Rudy,
die'bang werd voor al die apen, liet zijn
paard omkeren en reed zo snei hij kon-het
boó uit/maar de apen kwamen steeds dich
ter bij. .Eindelijk', in zijn angst, begon hij
tegen het kleine; aapje,1 dat' door'de*, moeder
werd meegedragen; tépratenen zei: „Ach,
klein aapje/ik had je immers geen kwaad
willen doen, alleen maar góede* vriendjes
niet "je willen worden". En eigenaardig,' het
■Rudy was met zijn ouders in Afrika
gaan wonen, waar zijn vader, dicht bij het
oerwoud,., een goede betrekking had ge
kregen. Rudy vond het heerlijk, om'óp zijn'
twaalfde jaar al zo'h. grote reis te maken,
en' ook hét leven" in Afrika was een. ge
not voor' hem.' Hij kreeg' zijn' eigen' rij
paard en het duurde niet lang, of hij /ver
slond. dé rij kunst' uitstekend; Op/n middag,
'dat:hij alleen liep'rond' te- dwalen,' haalde
hij zijn paard uit dè'weide en ging eens
op onderzoek "üit in het oerwoud. 'Het oer
woud/dat woord alleen, riep fantastische
voorstellingen op. - '-
Hij* kon er niet anders dan stapvoets rij
den, want er. liepen geen paden door het
oerwoud, hij: moest echt de Weg zoeken.,
Op:eens zag hij boven in een grote boom
een klein aapje zitten; Dat was voor het
eerst, dat hi| een aapje in de natuur zag,
vroeger had hij ze alleen in de dierentuin
kunnen bewonderen. - -
Een eigenaardig plaatsvervangend
voertuig.
Bij. de laatste oefeningen voor het kro
ningsfeest van den Koning van Engeland,
gebruikte men in plaats van de koninklijke
galakoets een grote, Engelse militaire wa
gen, .die, met paarden bespannen; 'door de
straten van Londen werd getrokken, ter
wijl de troepen aan deze wagen.de gebrui
kelijke eerbewijzen toonden.
kring, erom heen hebben geschaard. De
jongens moeten op hun plaats blijven staan
en mogen dus slechts met uitgestrekte arm
bij de bal kunnen komen. De jongens krij
gen nu een nummer, de even .nummers is
een ploeg, de oneven nummers een andere
ploeg, zodat zij, als er bv. 12 jongens zijn,-
aóor elkaar staan, 1, 2, 3 enz. Nu begint het
Dame: /Lieye//help,. /man; wat /voer jij
niet mijn hondje uit?
-
He, wat" zou hij dat diertje graag willen
vangen en tam maken. Maar hoe zou hij
er bij kunnen komen? Hij riep en lokte,
het aapje keek wel naar. hem maar kwam
m$i, met dichter naar hem toe. „Weet je wat,"
dacht Rudy, die zijn geweer bij zich had,
„ik zal mijn buks in de lucht afschieten