D E KI NA
Het grote geheim
HRfrt.
ter. /„Nu was hetïvolïcömen onschuldig wat
hij'deëdj" maar Wie zal zeggen, waartoe hij
dé volgende keer in staat is?"
\V - 1 - v'
De'commissaris dacht even na. ,-,Goed",
zei hy, „ik zal den man in het oog houden,
ofschoon ik -Uw mèftTïig niet deel en hem
voor onschadelijk houd. Maar het zal ge
beuren, zoals hetr'wenst."
terwijl de koopman .vérb'aa'sd naar de lege"
kooien staarde: - T
Dé man keek de kleine zangers ha, tot hij
ze riiet-meer kon zien. Daarna lachte hij
tevreden en vervolgde zijn weg. Hij vér
liét de stad en wandelde in gedachten ver
zonken over de straatweg. Opeens werd hij
aangesproken.' Hij keerde zich om en zag
een tamelijk grote man, die hem vriénde
lijk aankeek.
Neemt U my niet kwalijk", zei de man,'
„mijn naam is Galovicz. Ik ben de commis
saris van politie van deze stad."
„Mag ik'vragen, waarom U mij gevolgd
hebt?"
„Ik zou U graag iets' willen vragen."
„Goed, houdt U mij dan niet langer op."
Galovicz knikte. „Ik weet, dat U op de
markt tweemaal alle vogels gekocht en
vrijgelaten hebt", begon hij. Waarom deed
U dat?"
„Dat is mijn zaak", antwoordde de man
onwillig.
„Natuurlijk!" bevestigde de commissaris,
„niemand kan U dit verbieden." Maar Uw
handelwijze is eigenaardig en ér zijn men
sen in de stad, die aan Uw verstand twij
felen. Ik van mijn kant, weet, dat U net
zo normaal bent als ik, maar U zult'moe
ten toegeven, dat Uw manier van doen
een beetje vreemd is. Wilt U mij hiervoor
geen verklaring geven?"
De onbekende keek den commissaris lan
ge tijd aan. Toen lachte hij treurig. „U hebt
gelijk", zei hij, „wat ik deed, zal op vele
mensen een eigenaardige indruk hebben
gemaakt. Maar ik ben niet krankzinnig.
Wat ik deed,'was mijn plicht en dankbaar
heid."
.„Dankbaarheid?" herhaalde de, commis
saris,
„Dat zult ,U niet kunnen begrijpen, doch
ik zal het U duidelijk maken."
Een uur later stond Galovicz ademloos
in de kamer van den burgemeester. „De
man is werkelijk niet krankzinnig!" zei hij.
„Weet U, wie hij is? Neen? Nu, hij is den
man, waarover alle couranten kort geleden
hebben geschreven, den man, die bij de
mijninstorting meer dan.twee weken in een
schacht gevangen heeft gezeten en die ten
slotte toch nog levend gered is. En toen
hij nu op de markt te-
genover de kooien met
vogels stond, overviel
'V//y hem weer de angst van
het opgesloten zijn en
Iggh jijf uit dankbaarheid, dat
JfouJÊSI Ujfjf hij gered was, kocht hij
I[1/ v0SeIs en 2e hun
'lil/ vryheid terug."
Getroffen" keek de
IJl burgemeester den spre-
I her aan. „Ja," zei de
burgemeester, „als de
zaak zo zit dan kunnen
wij niet anders doen
dan hen man bescher-
men teSen he nieuws-
ïUtmx gierigheid van de men-
sen." Na die tijd heeft
M®f Ifl de man van niemand
meer last gehad.
295 650, 174 jaar mogelijk zijn deze pyra
mide .yój^^^poraiiÉï^ti.'op'.'te bouten.
Is dé;p"yramidè-eenmaal klaarj-;clan-zal,
volgens de gelovige Brahmanen de'we
reld .vérgaan.: Bralima was dus wél .zeer
wijs.. G'-
In een zo moerassig land als het onze en
in een zo vochtig klimaat als het onze is
er geen onmisbaarder geneesmiddel dan
de kina of de bekende uit de kina verkre
gen stof, die men de naam van chinine ge
geven heeft. Hierby 'een korte beschrijving
welke jullie zeker wel interessant zult vin
den, want de kina is werkelijk een goed
geneesmiddel.
Twee dagen later ging de onbekende
weer naar de markt, waar kooplieden aan
het onderhandelen waren met de huisvrou
wen over groenten, vruchten, bloemen en
andere eetwaar. Weer liep de man naar den
koopman in zangvogels. Thans stonden er
minder kooien/ alles bij 'elkaar hoogstens
honderd vogels.''Zij zaten treurig ineenge
doken en zongen niet, zij keken alleen
maar naar de hemel en de bomen rond dé
markt.
De man zuchtte eens, kocht weer alle
vogels. Galovicz, die zelf den man op de
markt gevolgd was, zag dit alles gebeuren.
De man verlangde van den koopman, dat
deze, nadat hijhet geld had opgestreken,
de kooien open >zou zetten, om de vogels
hun vrijheid terug te geven.
Met .jubelzangen vlogen de dieren weg,
Poes, die boven op de Klok is gaan liggen slapen, trekt zich van 't geblaf van de
beide honden in het geheel niets aan, want zy weet veel te goed, dat deze toch'niet bij
haar kunnen komen.
De burgemeester van i
©en kleine Servisestad y j f*'
sloeg zich zo hard óp "j
zijn knie, dat het luid am\
kletste. „Eeii idioot"!
lachte hij. „Boris, heb j'JjMi'S
je ooit van je leven zo ('liwfi
iets gehoord, de man r** m jm
moet pepaald niet goed V1* f" Ml
in zijn bovenkamer v 5//|
zijn! Weet jij eigenlijk, j/lf.
wié hij is?" - J U
De gendarme wist het - j J§
niet. „Ik weet alleen, lal
dat-hij in het hotel aan 'JM
de rivier logeert." sPvv-v-
Daarna gaf hij een
beschrijving van de on
bekende: groot, goed gekleed met een lij
dend gezicht; én 'eè'n-brU, jaf.' hij draagt
ook een brii."
„Ziét ér'iydend uit!" herhaalde de bur
gemeester.' jjDaar heb je het al. De man
is ziek. Krankzinnig! Ik geloof", vervolg
de hij, „dat wij op hem moeten letten. Wat
denk jij er van,' Boris?"
De gendarme haalde zyn schouders eens
op. „Hij schynt ongevaarlijk te zijn en ik
geloof niet, dat hij-iemand leedzal doen."
'„Maar wat-hij opjde markt gedaan heeft,
laat: toch slechts éénverklaring toe: dat
hij krankzinnig isJf.Óf heb jij,wel eens ge
hoord, dat iemand,' die ze. alle -vijf bij el
kaar heeft, zo iets doet?" -
„Neen, dat niet!" fj y
„Welnu dan. Neen, wijmoeten opden
man letten, Boris. Gajy even naar het po
litiebureauén zeg- tegen Galovicz, - dathij
•ven by me moet komen."
De gendarme.bromde wat.in.zyn.baard,
'draaide zich om en ging naar het politie
bureau, waar hij de boodschap, van den
burgemeester overbracht. Een kwartier,la-
Er zijn ongeveer dertig soorten van bo
men en heesters bekend, die men tot liet
geslacht der kinaboom rekent. Het spreekt
vanzelf, dat wij al die soorten niet kunnen
beschrijven; wij bepalen ons dus hier
slechts tot enige algeméne opmerkingen
omtrent de kinaboom.
De kinaboom groeit op verschillende
hoogten van het Andesgebergte aan 'de
Westkust van Zuid-Amerik'a (kijk het
maar op je atlas na, als je het niet weet.j.
De bladeren van deze boom zyn kort ge
steelt, eivormig, met gladde randen. De
bloemen zijn wit of purperachtig roos
kleurig en zitten in tuiltjes, zoals'de af
beelding hierbij aantoont. De bast is bit
ter specerijachtig, samentrekkend van
smaak. Het is de bast van deze boom, die
oen zo grote rol speelt in', de geneeskunde.
In,het Spaans noemt men de lieden, dié
kinabast verzamelen „cascarillero's. Deze'
„verzamelaars" ontdekken de groepen van
kinabomen in de bossen aan.de rooskleu
rige tint der bladeren van de toppen, die
boven dejandere bomen uitsteken en zich
op een afstand voordoen als;bossen bloe
men in! het midden van het donkergroene
loof der, andere bomen. Zij gaan nü naar
de plaats en hebben zij de bomen .gevon
den, dan hakken zij de bómen om en
nemen de bast der takken weg, dié .zij tot
bundels yerpakt, het bos uitdragen om zé
te drogen. .Dé zo verzamelde kinabast
wordt nu in kisten verpakt, die somtijds in
een huid worden gehaaid of wel in-seroe-
nen,- dat zijn pakken bestaande uit-een -os
senhuid, die niét; zeldenmet grof doek is
bekleed.' Zo ingepakt worden ze verzon
den -uit verschillende-havensvan •Züid-
Amerika.
ter bevond Galovicz zich tegenover den
burgemeester.
„Dus, Galovicz, "wat denk je er van. Zul
len wy.
Maar de commissaris scheen een andere
mening te zijn toegedaan. „Ik denk", be
gon hij, „dat wij den man met rust moe
ten laten. Wat hij gedaan heeft, is niet in
strijd met de wet. Hij is dadelijk na zyn
aankomst in onze stad naar de markt ge
gaan,'heeft daar rondgekeken'«h is toen
bij-.den'handelaar in zangvogels stil-blyven
staan. Na.eénheele tijd-is hij doorgelopen,
doch even later kwam hij terug, heeft weer
lange tijd bij de kooien gestaan,waar de
vogels in zaten. Hij vróeg den verkoper
de prijsder vogels, hy heeft afgedongen,
'tenslotte zy nzij het eens geworden, hij
heeft de gevraagde pry's betaald en.
„..en de vogels allemaal vrijgelaten!"
„Ja, hy heeft ze laten vliègen!"
„Daar volgt dan toch uit, dat wij met
een krankzinnige te doen hebben,zoiets
zal een verstandig mens toch niet in zyn
hoofd krijgen", antwoordde de burgemees-
doel ook maar in de verste verte te berei
ken, want Brahma heeft geze.rd, dat de
gouden plaatjes van de naald, waarop zij
zich in van boven naar beneden toenemen
de grootte bevinden, op twee andere tot
de pyramide behorende naalden zo moe
ten worden opgestapeld, dat slechts één
schijfje er afgenomen mag worden en op
een geheel vrije naald of op een der gro
tere schijven gebracht mag worden. Men
heeft uitgerekend, dat op deze wijze 20
293 775 907 454 375 omzettingen nodig zijn
om de pyramide van Brahma achtereen
volgens op te bouwen.
Neemt men nu aan, dat de priesters zo'n
grote bouwvlugheid bezitten, dat zy voor
iedere verplaatsing slechts 5 seconden no
dig hebben, dan kunnen zij per dag 17 280
Ien jaarlijks 6 307 200 verplaatsingen doen,
zo zal het dus pas na een tyd van 3 217
Tot een van de grootste mathematische
v/onderen der wërelcï behoort ongetwijfeld
een kleine pyramide, die zich in het hei
lige der heilige yan \de Brahmaanse' gods
dienst, in ^eén tempel te: Banares bevindt.
Zij voért de merkwaardige haam van
„snavel der wereld".'Zij is niet groter dan
een vingèrhóed 'én bestaat üit .64 kleine,
ronde, en dunne gouden sch.' ven, waarvan
de ene iets kléiner is dan degène, die on
der hem ligt.'
De Brahmaanse priesters houden zich nu
reeds gedurende meerdere duizenden jaren
bezig de kleine pyramide op te bouwen,
volgens dé voorschriften van Brahma,
maar het is hun nog steeds niet gelukt,:hun
King Kong in natura.
De grootste opgezette gorilla, die.tot nu
toe in - een museum /tentoongesteld werd,
bevindt zich in de Academie; voor Natuur-
v/ëtehschappen te Philadelphia.'"Het beestje,
hééft eén hoogte van 1.90'-M.' én /moet
als men hem in het oerwoud zpu tegenko
men een werkelijk angstwëkkènde- in.-
druk gemaakt hebben.
Ik ga zwemmen in de. zee,
Zegt ons Hansje, „Ga je'iheé?
Hy springt en plast in 't water rond,
Dat spelletje is zo gezond
Maar. o, waf is er aan de hand?
Ons Hansje is helemaal verbrand,
Eindelek móé| van het geplas,
Gaat hy liggen, in zyn sas. -