Flippie H BHNi SP^* I IwgH IÈéÉsIé aBsÉ^-ii1 WÈÊImÊÊ^ 41 Vrienden met één schot EEN AAKDIG KNUTSELWERKJE ZEILEN OP DE PLASSEN 1 x&'A^jh f V- - >&F -^*? '-.. j- EEN TOVERKUNSTJE MET KLEUR- POTLODEN. k. -i Nh v 4 v v: s J "V "V .1r?i> WO. .of&r ^£ïV -.v; r; V i -. - J.Wf y>ë. ;;fc:y,'l5.ï:'>;::^ Twee boekensteunen. Een paar boekensteunen is altijd een welkom geschenk, aan wie jo die ook geeft en daarbij nog een aardig werk je om zelf te maken. De te kening geeft heel duidelijk te zien, hoe dezo steunen ge-, maakt Worden. Eerst ver groot je do tekening van de boerenzoon tot een- hoogte van 13 c.M., waarna deze fi guur twee maal wordt uit gezaagd. Verder heb je vier plankjes nodig, twee om te gen de boeken aan te zetten en twee .waai de boerenzoon opstaat. Deze wordt een voudig met een paar kleine spijkertjes op het liggende plankje vastgezet door do voeten en, tegen liet staande plankje door de handen. Dat moet echter heel netjes ge beuren, en misschien zijn daarom kleine schroefjes nog wel zo goed. Is alles klaar, dan kun je de boeken steunen in iedere -. gewenste kleur netjes verven en liet cadeau is klaar. Want zelfs als je do steunen voor jé zelf maakt is hot oen.cadeau niet waar, alleen-geef ja het dan jezelf ten geschenke. - door Violet Carr. NuVlSSlMA „Verleden jaar maakte ik eens een reis door Java", zo vertelde een kapitein van een der grote passagiersschepen toen ik in Batavia een oud schoolvriend; uit Holland ontmoette. Natuurlijk werd ons weerzien feestelijk' gevierd en die avond zaten' wij gezellig op dé waranda. Wij, dat wil zeg; gen, mijn vriend en zijn vrouw, dié ik zo juist had leren kennen, de baby, mijn per soon en natuurlijk Flippie. Dat was de hond. Overal waar de baby was, daar kon .men ook Flippie vinden, het-dier was'on afscheidelijk van het kind. Wat voor een soort hond het was, daar ben ik niet ach ter gekomen, het meest leek :hij op een Schotse, terrier, maar ..hij was het helemaal niet. Toen de baby naar bed was gebracht, Flippie mij met zijn' lieve bruine ogen even had aangekeken en ik hem had aangehaald, liep hij naar de slaapkamer van het kindje 'en ging voor het bedje liggen slapen. Het gesprek kwam nu op de hond en mijn vriend vertelde, dat hij met de koop was beetgenomen, want flat het een dier zonder karakter was, die niet bedelde, niet blafte, nooit eens mooi zat of iets van die aard. Mevrouw nam de partij voor de hond op, wantshaar! moederhart vond het prettig te weten, dat haar kind zo'n goede be schermer had. Mijn vriend vertelde, dat hij het dier van een ouden fakir, dat is een Indische tovenaar, had gekocht en dat deze hem had gezegd, dat de hond een geheim bezat". Dat wilde hij rne niet vertéllen, maar eens zou ik het wél ondervinden", zei mijn vriend. Daarna zwegen wij over Flippie en haalden allerlei jeugdherinneringen op. Eindelijk werd het tijd om te gaan slapen en mijn vriend wees mij mijn kamer. Voor zichtig keek ik de kamer rond, of er geen gevaarlijke beesten, waren, slangen of iéts dergelijks, maar mijn vriend, die dit be greep, lachte mij uit en zei, dat de slangen niet in de woonhuizen komen. Gerustge steld ging ik dus slapen en werd 's mor géns heerlijk uitgerust wakker. Na hét ontbijt moest mijn vriend, haar zijn werk, terwijl ik nog éven met zijn vrouw bleef praten. De baby lag op een kleedje in de schaduw van een paar bo men in'de tuin en de kleine, trouwe Flippie lag er bij op wacht. Juist wilde ik mijn kopje koffie, uit drinken, toen er iets gebeurde, dat zó blik semsnel verliep, dat alles zich binnen een enkele minuut afspealde. De hond bemerkte opeens een slang van ong. een meter lengte, die naar de baby toekroop. De hond stond op, sprong niet over het kind heen, om de aandacht van het reptiel op zichzelf te vestigen, doch sloop om hem heen, nam een sprong en beet de slang met één beet de kop af. Voordat wij bij de baby konden zijn.-lag de slang al dood naast het kindje, dat zon der de hond reddeloos verloren zou zijn geweest, want het was een Oelar-Donda, de gevaarlijkste slangensoort van heel Indië. - Op de kreet, die de., moeder in haar schrik geuit had, kwamen de baboe en de bedienden toesnellen, doch hun hulp was niet meer nodig. Flippie ging weer rustig op zijn oude plaatsje liggen en.deed, alsof de zaak hem verder niet aanging. Wat voor lieve woordjes de moeder alle maal tegen de hond zei, kan ik niét naver tellen, maar haar dankbaarheid kende geen grenzen. 's Avonds, toen haar man thuiskwam, vertelde-zij hémin' kleuren 'én geuren, .wat er gebeurd Nwas.Mijn;,vriend ging naar de hond, tilde héö^,pg.zijn'schodt eh. zei: .Flip pie, jongen, ik heb'.me im-je vergist., je bent dé beste hond, die er bestaat. Je hebt dus toch een geheim/;;je bent een uitstekend slangenvanger. Twee 'grote bruine ogen' keken liem na deze woorden! dahkbaar aan en het dier kwispelde van.blijdschap, dat;de baas ein delijk ook een vriend van hem' was; ge wórden"." Vraag aan je vriendjes om kleurpotlo den mee te brengén als ze eens bij je ko men, spelen, Vertél' hun dan, 'dat je Tedere kleur kunt opnoemen van de potloden, die zij je in handen geven, zonder dat je deze eerst hebt gezien. Je doet je handen op je rug en laat je een potlood geven. Blijf met je gezicht naar je vrienden staan. Nu maak je met het pot lood een tekentje óp een van je vingertop pen en terwijl je_ nu vertelt, dat je weet wat het potlood .voor een kleur heeft' en nog wat andere zinnetjes er bij, breng je je hand met het tekentje naar voren én daarmede praat je als het ware. Je kijkt vlug wat voor kleur het tekentje heeft en zegt dan: het potlood is. rood, of. Bij het-te voorschijn halen van het pof- lood zal je zien, dat je vrienden je ver baasd aankijken. Zorg er voor, dat zij niet merken, dat je je vingers gemerkt hebt, want dan is de aardigheid ineens van het kunstje af. 'EEN DRAAIBARE TROON. De troon van de' Perzische koning'Chos- roes II, die in de zevend^ éëirw leefde, was geheel met. juweleri bezet en zo groot, dat tegelijkertijd met de koning nog 30 edel lieden. hierop plaats konden nemen. Boven dien liep de troon op rollen, zodat hij steeds naar de zon'toe gedraaid kon wor den.' Piet; was met zijn ouders uit een dorp in Friesland naar A. ge komen,; een, grote stad, waar de jongens op school hem uitlachten, omdat hij met een ac cent sprak. Piet, die van nature een beetje verlegen was,trok zich al, spoedig geheel van de jongens terug en, het is te begrijpen, dat hij in zijn nieuwe woon- plaats niet gemakkelijk kon wennen.. In het dorp, waar hij gewoond had, was hij lid geweest van. de .jeugdafdelingder sc'nuttersb'onden bleekal "dadelijk"" een zuiver, oog te hebben voor "het. roosschie- ien. Piet woonde op een plein en na enkele maanden kwamen er op zekere morgen allerlei wagens aanrijden, die daar.tenten begonnen op te zetten. Bij informatie bleek dat er een week lang kermis zou zijn. NU, dat was een kolfje naar zijn hand. Er was op de kermis ook een schiettent, die. na tuurlijk de grootste attractie, voor "Piet was. Ieder dubbeltje, dat hij dan ook maar kon .vragen of krijgen, bracht hij naar de eigenaar van de schiettent, waar hij voor een dubbeltje vijf schoten mocht lossen en waar hij dan ook aardige prijzen, won. Maar het was hem niet zozeer om de prijzen dan cm het schieten te doen en hij vroeg aan de baas van de tent, of hij inplaats hiervan nog een paar maal mocht schieten. Deze vond Piet een aardige jongen;en al spoedig trok zijn goed gericht schot de aandacht van de omstanders, dië nu hun krachten ook eens wildbn beproeven. Zo kwam het, dat Piet een massa klanten aanbracht en dus al spoedig bevriend werd met de eigenaar van de tent. OVtSSlMA Piet vertelde niet, da*, ay lid van een schietvereniging was geweest,doch oefen de zo veel hij kon. Het was op een Woens- dagmiddag,'dat V er iemandverkleed 'al3 Mexicaan naar de tent- ekwam,' zijn'ge weer 'achter zijnrug: om 'vasth'ièld én na even gekeken te hebben, ohmidd'ellijk roos schoot. Hij keek 'om zich heen envroeg aan de omstanders, wie liem dit wilde na doen. Niemand bóod zich aan. Dat was te' veel voor Piet. Hij drong naar voren, zei niéts, greep het. geweer, dat hij door het vele oefenen goed kende, en dat steeds., voor,; hem klaar lag, beet, precies zoals de Mexi caan dit gedaan had, richtte ovenen pang!" precies in de roos. Een luid hoera steeg er op. De Mexicaan keek lelijk op zijn neus en maakte, dat hij wegkwam, doch nu kwam er een jongen naar Piet toe, die zei: „Geweldig, zeg Piet, wat een schot!" Piet keek de jongen aan en zag, dat het een klasgenoot van hem was. Dé volgende morgen kwamen alle jon gens naar hem toe en feliciteerden hém en toen hij in de klas kwam, stond er op liet bord met gróte letters: „Hoera voor de kunstschutter Piet!" Zo had Piet met één schot een en veertig vrienden gekregen. WAAR BLIJFT HET KWARTJE. Wim, de kleine goochelaar vanonze familie, vroeg aan een van ónze ooms een kwartje. Hij vertelde, dat hij het kwartje zou laten verdwijnen,voor de ogen van alle aanwezigen. Hij nam het kwartje aan, tus sen duim en wijsvinger van zijn linker hand en legde er met zijn rechter een zak doek overheen. Dat hadden wij allemaal gezien. Nu vroeg hij aan een van de an dere ooms om het kwartje, dat door de zakdoek heen voelbaar was, vast te houden Wim haalde een glas water en vroeg oom, de zakdoek boven het glas te houden en dan het kwartje.er in te laten valient Dat geschiedde. Wij hoorden het kwartje alle maal in het glas vallen. Oom mocht nu de zakdoek wegtrekken en in het glas kijken. Tot zijn grote ver wondering was er van het kwartje geen spoor te bekennen, daarentegen liep Wim naar Oom Jan,van wie hij het kwartje gekregen had en haalde het muntstuk uit diens oor, terwijl hij in het geheel niet in de nabijheid van oóm Jan geweest was. Je begrijpt, dat. wij allemaal heel erg ver baasd warén en wilden weten, hoe. hij dat kwartje. zo netjes weggetoverd had. Maar Wim'-.vertelde het aan niemand, hij lachte alleen maar. Ik wilde er echter meer van weten én toen de visite .weg..was, vroeg ik hem, mij liet geheim te willen vertellen. Welnu, luisteren jullie maar goed. Hij kreeg een kwartje, dat hij met een stukje kauwgom aan de binnenkant van zijn hand plakte, terwijl een glasschijf je in de grootte van het kwartje daarVan werd los gemaakt. Dit het hij nu, bedekt door de zakdoek, door iemand in het glas met' water gooien. Het stukje glas kwam óp' da- bodem van het glas terecht en was dus. onzichtbaar. Nu liep hij naar oom Jan toe, had intussen het kwartje weer losgemaakt en deed nu, alsof hij het uit oom's oor haalde. Vinden jullie dit geen alleraardigst kunstje? Denk er echter om, als je wilt toveren, dat de trucs eerst 'vele malen moeten worden geoefend, want er mag niets aan haperen, want 'dan weet men dadelijk hoe de grap in elkaar zit. DE ONBRANDBARE ZAKDOEK. Tot grote verwondering van de toeschou wers is-de volgende truc uit te voeren: Je houdt een zakdoek, die je aan de vleesvork prikt, boven een kaarsvlam. In tijd van een ogenblik staat de zakdoek in brand. Na enkele tellen dooft het vuur,, echter uit en zo onwaarschijnlijk als het ook moge klinken, de zakdoek'is nog volkomen gaaf. Natuurlij k moet men de zakdoek, waarmede dit kunstje wordt getoverd, van te voren worden geprepareerd. 'Dat ge beurt als volgt: Je légt de zakdoek iri eën teiltje met water, tot deze goed door en door natis. Dan wring jé de doek weer stevig uit en legt hem hierna in de spiritus. Nu kan je gerust op de bovenomschreven wijze de zakdoek aansteken, want hij zal niet verbranden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 8