0
DE ZONNEBLOEM
apis
Se sterke
m
Triiuk en Kuuk
3
-Jm»
iSSIIfc;
Ptfï^pï
tmmm
mmm
«ml
■agg
7<'J;
'N i"
Wat gij niet wilt, dat li geschiedt
saSss»?-
Ifi
tësgfcws
miwrn
«tuf/**'
Sx %- fij
A s#v&
%£>5 -.%f .•':-.
I toe gehaald en zat ze lekker op te eten,
jdie kon altijd wel een dubbele portie op
Zou ICuuk misschien dorst hebben? zat
I Tineke te bedenken. Dat zou toch best kun
nen. Het was een echt warme dag en in
I de trein was hgt-bepaald heet. Maar ze Icon
wel een glas melk nemen en Kuuk laten
I drinken. Er lieden immers jongens genoeg
op de stations,.met die karretjes en bakjes.
I Als ze nu ook maar een schoteltje kon
I krijgen!
I Bij het volgende slation stapte Tineke uit
I en .even later kwam ze werkelijk terug,
I beladen met een beker melk, een schbtel-
I tje van een koffiekop en een rietje. Want
ze kon er zelf ook wel wat van drinken,
I zo'n heel glas was toch te veel voor zulke
kleine diertjes. Gelukkig wist ze dat de
trein hier wel een kwartier moest blijven
staan, ze had dus allé tijd om voor haar
lievelingen te zorgen. Als de trein reed zou
J ze zo' makkelijk morsen met de melk.
Voorzichtig opende Tineke het mandje
en schoof het schoteltje met melk er in.
Dadelijk begonnen Truuk en Kuuk te lik
ken, gulzig,met hun snoetje helemaal in
de melk. Kuuk leefde-werkelijk op, je kon
het zien! Het schoteltje was zo maar leeg
j en Tineke wilde het gauw nog een keer
vullen toen ineens de trein een schok
kreeg. Pats, daar lag het schoteltje en de
I melk spatte in liet rond. Beteuterd zat het
kleine meisje ernaar te kijken, en er be
gonnen dikke tranen over haar ronde
wangetjes te lopen, terwijl een meneer aan
de overkant zich bukte en de scherven op
raapte.
De zomer is al weer haast voorbij en in
veel grote en kleine tuinen zie. je weer de
zonnebloem, die een echte najaarsbloem is.
Prachtig grote zijn er bij en hun zwarte
harten steken zo mooi af bij de heldergele
blaadjes. Als ze verwelkt zijn, kun je zien,
dat in dat hart de zaadjes zitten. Sommige
kinderen eten wel het witte pitje, dat bin
nen in die zaadjes zit, anderen geven ze
aan de kippen of aan de kanarie of parkie
ten, die ze thuis in een kooitje hebben. Alle
vogels zijn dol op de zonnebloemzaadjes.
Je kunt er ook wat van bewaren en ze in
het voorjaar zaaien, dan heb je het volgend
jaar weer nieuwe zonnebloemen.
door Maja van Heymen.
Ze heetten Kuuk en Truuk en ze waren
twee alleraardigste kleine konijntjes. Truuk
was wit en had alleen een klein zwart
vlekje op haar neusje. Kuuk was zwart en
met een wit neusje.
Ze maakten vandaag voor het eerst een
grote reis, zo groot als de meeste konijntjes
nooit van hun leven maken. Hun nieuwe
meesteresje, Tineke, had ze gekregen van
haar oom en tante, die op een boerderij
woonden en waar ze gelogeerd had in de
vacantie. Wat was Tineke blij geweest
met de diertjes! Nu zou ze altijd iels
levends hebben om mee te spelen, in plaats
van die saaie, altijd gelijke poppen. Hier
moest ze echt goed voor zorgen, oom had
het nog eens gezegd, toen ze al bij de trein
stonden. Terwijl ze in de trein zat, dacht
Tineke nog eens over alle raadgevingen, die
ze had mee gekregen voor de verzorging
van haar lievelingen. Ze zouden het goed
bij haar hebben, ze wist nu best hoe ze er
mee doen moest!
Het kleine mandje, waar gaas overheen
gespannen was, zou wel erg nauw wezen
voor die kleine diertjes, vooral voor Truuk,
die nogal een brutaaltje was en altijd de
bewegelijkste van de twee. Daarom had ze
ook een extra groot.hok gehad. De vreem
de omgeving, het geratel vain de wielen en
zelfs het gefluit van de locomotief scheen
niet de minste indruk op Truuk te maken.
Met opgerichte oren en mét haar bewe
gelijke neusje door het gaas heen gestoken,
at ze van de koolblaadjes, die Tineke haar
toestak. Maar Kuuk was niet zo rustig. Die
zat helemaal tegen haar zusje aan gedrukt
en draaide voortdurend met het kopje en
de oortjes lagen plat in de nek. Dat doen
konijntjes altijd als ze verdrietig of bang
zijn.
Maar opeens sprong ze yerscnriKt over
eind, bukte zich naar het mandje en staarde
met grote ogen er in. Wat was dat? Daar
zat/Kuuk rustig te, knagen aan het -rietje,
maar van Truuk was geen spoor te beken
nen. „Truuk," Truuk!" gilde Tineke angstig.
Truuk is weg!" Ze keek de hele coupé
rond, onder de banken, in het bagagenet
zelfs, alsof een konijn daar zo gauw in kan
klimmen, en toen stormde ze de gang
langs de coupe's door. „Mijn konijntje!"
riep ze maar. „Waar is mijn konijntje!"
Daar wat ging daar? Iets wits flitste
langs haar voet door het openstaande
deurtje.
Tineke er achter aan gevolgd door en
Laatst op een Zondagavond hadden we
een paar vriendjes en vriendinnetjes bij
ons en we deden allerlei spelletjes on
kunstjes. „Nu zal ik je eens laten zien, wat
voor wonderlijk haar ik heb" zei opeens
Fx'its. Hij- ging in de voorkamer, voor de
schuifdeuren staan en wij zetten onze
stcelen op een rij in de achterkamer. Het
werd een ware toneelvoorstelling. Of Frits
nu werkelijk een haar uit z'n hoofd trok of
dat hij maar deed alsof, konden wij niet
goed zien, maar we zagen wel, dat zjn
handen, waarin hij de haar had, steeds ver
der uit elkaar gingen en dat 2ijn ootren on
derzoekend. langs de uitgerekte haar gin
gen. We zagen ook, dat hij met uitgestrek
te armen stond, zo lang was de haar al ge
worden en dat hij hem liet vallen, maar
nog net kon opvangen. Hij had dus een uit
gestrekte haar.
Wij geloofden ook nog, dat de haar
plotseling stijf werd en dat Frits er mee
kon balanceren op de top van zijn vinger,
want wij zagen hem voor- en ahteruit lo
pen en met zijn ogen gespannen de bewe
gingen van de haar volgen, om hem toch
vooral niet te laten omkantelen. De haar
was zeker erg dun geworden door dat uit
trekken, want die konden we niet onder
scheiden. Maar toen werd het wel een
beetje ongelooflijk. Frits maakte een knoe
deltje van de haar, hij liet het ons zien
tussen duim en vinger, maar ik geloof dat
we het eigenlijk geen van allen zagen. Dat
propje liet hij in zijn rechteroor vallen,
hij hield zijn hool'd scheef en stak zijn
vinger in zijn linker oor. Ineens scheen hij
het eind van de haar te pakken te hebben,
Nu was het ongelooflijke ervan, dat hij'da
haar aan twee kanten vasthield en dwars
door zijn hoofd heen en weer trok. Maar
toen moest hij twee helpers -hebben. Die
moesten, elk een eind van dei-haar vast
houden, het strak houden en Frits zou er
op. balanceren. Maar dat lukte'riiet hele
maal geloof ik, want een been bleef voort
durend op de grond. Een uit het publiek
riep „Er is helemaal geen haar!" Dadelijk
riep Frits: „Touw trekken!" En de beide
jongens trokken wat ze konden. Maar Frits
kwam er stilletjes aan met' een- mes en
sneed onverwachts de haar door midden.
Daar had je het bewijs: de beide helpers
rolden achterover op den grond! j
Nu moesten ze het wel geloven. Maar,
Frits gaf nog een bewijs. Hij liet nog eens
touw trekken en nu hing hij midden op
het touw een dubbel gevouwen krant. Wer
kelijk, de krant bleef hangen, het was of
hij in de lucht zweefde. Dat maakte grote
indruk en we keken allemaal naar de ha
ren van Frits, die zo'n bijzondere kracht'
hadden.
Later legde hij het ons uit, Het enige
echte was een zwarte draad, die hu' van te
voren op de grond had gelegd. Maar die
had hij alleen bij het „touwtrekken" ge-j
bruikt. De eerste kunstjes had hij alleen:
gedaan met bewegingen van ogen en'
lichaam en ledematen en met het trekken
van gezichten. Het was eenvoudig een
soort suggestie. i
eens weer aan denken, dat zij als ze wan
delde/met juf of móeder, .ook wel eens
wegliep en dat was toch ook niet prettig
voor de grote mensen, dat begreep ze nu
best. Dat zou ze nu in het vervolg vast
niet weer doen.
Toen vader en moeder thuis al de avon
turen van haar reis hoorden, zei vader:
„Nou, drmoeten we maar een flink groot
hok maken voor die pleegkinderen van je"
De volgende dag was het nieuwe huis
al klaar en konden Truuk en Kuuk hun
woning betrekken. Nu daarmee konden ze
Waarom zat Kuuk toch zoo zielig té kij
ken, dacht Tineke. Zou ze zo. bang wszen?
Ze hield misschien niet van reizen in de
trein! Tineke zag dat Kuuk nog geen kool
blaadje had aangeraakt. Truuk, die zo'n
bijdehandje was ,had ze allemaal naar zich
y V/ÖU UUOi \.ll- I O n MUUAUICC IVUUUtlU At:
kele medereizigers, die moesten lachen om j tevreden zijn. Het was blauw geverfd en
de buitengewone passagier, die er van -'
door ging. Maar Tineke lachte helemaal
niet, die huilde maar en riep:
,Houd het tegen, houd het vast! Mijn
konijntje is weggelopen, vang het toch op!
Maar Truuk, blij dat ze eindelijk uit dat
nauwe mandje was ontsnapt; dacht er geen
ogenblik aan om zich te laten vangen. Ze
rende over het perron met de roepende en
schreiende Tineke achter zich aan. De rei
zigers bleven staan, sommigen namen deel
aan.de jacht, maar door alle lawaai werd i
Truuk nog veel meer opgejaagd. j
Opeens zag ze een grote mand met!
van i erzaten twee echte ramen in. Tineke be
dacht er ook een naam voor: „Villa Flap
oor" kwam in grote letters op de gevel te
staan. Truuk en Kuuk bleken zeer ingeno
men met het huis, ze leefden zo vrolijk en
gezellig. Als er iemand bij het hok kwam,
dan namen ze hem nieuwsgierig op, snuf
felden door de tralies met hun zwarte en
witte neusjes en draaiden zich dan min
achtend om; alleen als Tineke door de tuin
kwam aanlopen, dan werd het levendig in
„Villa Flapoor", dan wipten ze tegen de
tralies op met de voorpootjes in de hoogte.
Op een morgen, toen Tineke haar beide
angstig.. „Erg? Wel nee, kindje, Truuk
heeft kindertjes gekregen,, kleine konijntjes
Laat ze eens zien, moeder?" vroeg het
meisje dadelijk, maar moeder-zei-dat het
niet goed was om ernaar te. kijken. Eerst
moesten de diertjes wat groter worden.
Toen voerde Tineke in de tuin een soort
Indianendans uit en Kuuk keek er naar
met een ernstig gezicht, maar Truuk had
vanwege de „kinderen" helemaal geen tijd,
Een paar dagen later telde moeder de
jonge konijntjes, zeven waren het, vier
zwarte en drie witte, die op een hoopje
lagen in hel nestje, dat hun moeder voo?
hen had gemaakt. I
,We moeten uitbreiden!" zei vader 's -
avonds lachend. „Kuuk moet maar verhui-.'
zen, daar zal ik een nieuw hok voor tim-
meren." j
Maar Tineke zat stil op een hoekje van
de divan. J
„Waar denk je zo over?" vroeg moeder.'
„Al zo'n tijd achter elkaar. Is het iets be-'
langrijks?"
„Ja", knikte Tineke zeer nadrukkelijk.
„Ja, ik verzin namen voor die, zeven konij
nenkinderen. Dat valt zo ineens niet mee!"
O - .AlAtltAV* 411VV E J. I I 1VH T X1UÜ1 UC1UC
groenten, die een boerenvrouw naar de pleegkinderen voer kwam brengen, zag een
markt ging brengen. En met een grote! hoekje van het hok er zoo raar uit. Het
sprong zat Truuk midden tussen de sla
en worteltjes en daar bleef ze rustig zitten.
Een paar 'tellen later had Tineke het stoute
konijntje weer in haar armen en drukte
hooi lag helemaal hoog opgewoeld, en er
lagen allemaal witte haartjes tussen. En
's middags toen ze een stoof meegenomen
had om beter te kunnen zien, zag ze 'at er
41 HUUi. UtlUCll LU Ut UlVlL *l«V4 UUI UCCCI IC XVUliliClJ. ^ILUj Adg /iC 11 CL
het. lachend door haar tranen heen, aan j iets bewoog, daar in dat hoekje. Wat zou
haar hart. Truuk werd weer opgesloten en j dat nou wezen?
voor straf kreeg ze geen melk meer.
De trein ging verder en het meisje leunde
in haar hoekje, nog trillend van de schrik
.Moeder, kom eens kijken!" Ja, moeder
kwam al en toen ze ook in het hok had
gekeken, begon ze te lachen. „Is dat niet
w 1HLUUU, itXO UÜt IliCt
en het harde lopen. Toen moest ze er in 1 erg, moeder?" vroeg Tineke een beetje
f&tf 41,(ft.
(/I
Dat heeft
Heeft hu
toet je nooit gaan plagen!
Koos al vaak gehoord,
al'die wijze woorden
zich nog nooit gestoord.
EEN PROEF OM DE WARMTEBE WEGING
DER LUCHT WAAR TE NEMEN.
Wil je de warmtebeweging of trilling
van de lucht waarnemen, neem dan een
stuk dun car.on en teken hierop een"steeds
verder lopende cirkel, zoals je dit op het
plaatje kunt zien. Kijk de figuur nu eens
goed aan, dan zul je' bemerken, dat de te-
Kijk, daar staat de geit van buurman,
Graast heel rustig in de wei.
Koos blijft staan, hij kan natuurlijk
Zonder plagen niet .voorbij.
Met een stok hét béést pui 't duwen,
Onophoudelijk, telkensweer,
't Geitje graast eerstrustig verder,
Denkt: „Ik krijg je wel éen keer."
In 't vervolg zal Koos het laten, V;':
Want de geit gaf' hém zijn straf.
'k Hoop dat hij het weet voor altijd:
Dieren plagen, dat is laf.
kening is geknipt tot een soort van slinger,
die in het rond draaiend steeds groter
wordt. -Dus jé knipt "dan precies op het in
het rond lopende lijntje. Nu neem je een
plankje, waarop je een ijzeren pin zet,
natuurlijk precies in het midden. Plaats nu
liet A-eipde aan de bovenkant van de pin
en zet het hele gevalletje op een warme
kachel. Al spoedig zul je bemerken,dat
het spiraalvormige cartonnetje door de
warmteÈewegingen, welke uit .'de kachel
stralen, als het ware gaat wandelen. Een:
interessante proef, die iedereen kan probe
ren.: