StNicolaas-overpeinzingen SINTERKLAAS. ^aaï&ekd in - de opvoedini 30 N o v e m b c r. Juist in cloze dagen tusschcn do mislukking van do Brussel- scho Conferentie cn "Sinterklaas is er reden tot troostrijke gedachten, ontleend aan do gewone, alledaagsche, Schiedamsche werkelijkheid. Want hoeveel geslachten van Schiedam mers hebben dóór het bloed en de tranen van vele eeuwen heen hun gewone wande lingetjes door de gezellige Sinterlclazige stad gemaakt? Zeker, de Groote Markt was toen anders en een beetje mooier óók go- loof ik,en er stonden overal poorten, waar nu do Vlaardingerstraat cn Koemarkt toe gang geven tot allemaal knusse moderne nuizenwijken .met parketvloeren en stroo- mend water en clectrisch licht en allerlei dingen, waarvan.die brave bet-overgroot ouders van u on van mij zelfs niet droomen konden. - En zeker ~;de winkels waren nog niet zoó mooi breed en ze'betaalden nog. niet zooveel voorset licht en je kon er nog niet zoo van alles krijgen, van doosjes lucifers af tot vleugelpiano's toe al waren de goeio, oude Tcoekwinkels er toen óók al. Maar aü fond, in wezen, is er niets ver anderd en de oude St. Jan, die zijn plaats in het hart van de stad zoo beminnelijk in neemt, verwondert cr zich heclemaal niet over, wanneer hij ons nu de kleine, belang- I ander komen strooien. De meid is te on- J handig. Zoudt u het misschien willen doen? „O, graag, graag 1" zei Pieter zoo enthou- j si ast, dat-ie zelfs 'n oogenblik vergat aan wekkende genoegens van het kleine, be-;z'n haardje te plukken, langwekkendo leven ziet smaken: Sinter- Mooi, dat was dus afgesproken. Ma en klaascadeautjes koppen, langs de mooiedochter knikten elkaar m 't geheim toe, uitstallingen der winkels loopen en een pint dat, pa toch 'n slimmerd was! Nu kwam drinken ter verfrissching. pieter morgen immers wéér! U moet maar eens goed overdenken,;, 't Laatste partijtje schaak was be- hoevcle generaties van Schiedammers m':t J oindigd. Pa had voor de zooveclste maal als wij en met een even kinderlijk gemoed d'r klompjes met hooi en een wortel hebben neergezet onder den schoorsteen. Hoeveel honderden 5-Decembcrs de menscbcn rond de huiskamertafel geschaard zaten. Hoeveel pinten er gedronken en hoeveel koeken cr gebakken en opgesnoept zijn. En dat tucschen de éérste en de honderd duizendste koeken en tusschen den écnen en den daarop volgenden5en December allerlei- stormen, over de-daken van- ons Schiedam, langs den ouden St.. Janstoren en dver de daken, en de torens; dér wereld gegaan zijn. 1 Hoeveel er'geboren en gestorven is. .-;J Opgericht en vernietigd. Gebouwd en ingestort. gewonnen. Die Pieter had tact. Nu moest hij opstappen, 't Was ruim over elf. „Hertha laat u wel uit," zei mama zoetjes. 'Maar pa zei: „Welnee, dat is niet noodig. Dat doe ik wel," en hij ging 'm voor. Even keek Hertha sip. De gang was zoo heerlijk lang 1 Maar dan begreep ze: te veel aanmoediging was óók-niet goed. Pieter moest- 't maar met zichzelf uitvechten Papa was héél- verstandigl 'c.. jt-Aiï - De Sinterklaas-avond was aangebroken. Do Hasseïmans,'groot'en klein, zaten om den tafel. Er werd gebeld. Half acht! Om te beseffen dat die kleine huiselijke DMi moest Pieter zijn. Ze hadden afge- dingen véél grooter zijn dan de grootesproken, dat-ie op dat uur- zou komen, menschen en u mij wel eens willen doen! Dienstmeisje, dat geïnstrueerd was, - liet m binnen, m de zijkamer, waarvan de gelooven. En om daaruit onze troost en ons geluk i,de"r op 'n kier stond.- Pieter moest wel te patten. Juist in deze donkere en lichte dagen. door JOH. w: BKOEDElET. op z'n teenen hebben gelóopen, dat niemand jiets van 'm boorde. En zie, plotseling daalde 'er 'n regen van pepernpien- de huiskamer 'binnen! Verrast sprong Lexje,; op, schreeuwde, grabbelde, z'n oogen straalden. Daarop werden er chocolade-letter,s en andere lek kernijen gestrooid. Lexje ging nu wat benauwd terzijde, wantheel duidelijk, De laatste wéken'l^fd^^ iHas'selmah's in -'n bijna'voortdurende spanning. Er King 'ft :afëec.;yan verwachting in hun huis, welke:; de:gezichtentelkens1" geheimzinnig ,dec.d' .'glimlachen... Bij oogenbfikkensloop er editor ook 'n groote'twijfel" in hun horten én dan koek iedereen erg lelëurge- .steld. Dat was langzamerhand niet meer uit te hou.dcn. Mama werd er humeurig yan en; dribbelde eindeloos 'r suite op en neer. Papa kori ongelooflijk somber voor zich hoen kijken, terwijl Hertha, de 21-jarige blonde dochter, om wie de geheele geschie denis feitelijk ging, bourtelings dol uitge laten en hoogst sikkeneurig deed. Daar had ze dan ook wel reden voor. Reeds tweemaal was er zoo iets met T' aan de hand geweest. Den eenten keer betrof 't 'n allorcharmantst jongmensch, op wie ze doodelijk verliefd- was geraakt, doch die van zoo'n onsolide levenswandel 'bleek te zijn, dat papa 'm onvoorwaardelijk de deur had gewezen. Hertha was 'n. maand totaal .overstuur geweest, doch -'hadér zich tenslotte overheen gezet. Daarop was cr 'n solide jonkman aan de beurt gekomen, dien Hertha na verloop van' eenigen tijd echter zóó hopeloos ver velend had gc-v'ondén, dat ze 'm vierkant had bedankt. En hu (daar had 't tenminste allen schijn van) dong Pieter Plukjes naar 'r gunsten, do degelijke, maar toch ook wel echt opgewekte Pieter met z'n vriendelijke oogen en innemend blond baardje. In die veronderstelling leefden althans de drie Hasseïmans,' 'vader, moeder en dochter. Waarvóór anders bracht- Pieter Plukjes hun"-'telkens; zelfs 'óp! dé óngélógéii- ste Tijden,! 'n 'bezoek'?: A!is hijVdo'a'r''géén •bedoeling fnee had,'zou hij toób iiiét lior'j haaldelijk bloemen -: voor. Hcrlhii ihceA bréngen, lieyë attenties vóór* mania >bc-! denken en e.indelooze partijtjes schaak met papa spelen?, En had nij Hertha niet twee maal meegenomen naar' do bioscoop? Dit laatste vooral had toch zeker bclce- kenis! Als je met 'n meisje naar liefdes histories staarde,- moest je zelf Loeh ook cenigszins door Amor geïnfecteerd zijn! En toch, er kwam geen schot in. Pieter Plukjes verklaarde zicli maar niet. Wat zat er achter? Was hij 't mel zichzelf nog niet eens? Of bedoelde hij 't niet ernstig, of- was hij. te timide van-aard? Die vrmm legden- de Hasseïmans zicli telkeris, vóoi" -zonder er eéliter -'n bevredigend "antwoord' op te vinden. „Mag jé'm. graag?" polste mania,' - of schoon ze daar niet eens meer aan twij felde, 'r dochter? Die keek 'r.lang en, diep, 'n beetje treu rig en ook wel glimlachend aan en mama behoefde verder eigenlijk niets meer to vragen. -. „Moedig jo 'm wel genoeg aan?" had mama daarop al eens voorzichtig geïnfor meerd. ij |M aar- ..m am aik-;kan 'm-toch* niet-om 2» hok vliegen,''.riep-Hertha'-vërontwaaiv - digd uitv - „Nee, natuurlijk niet!" sprak Tmama bestraffend. „Maar er zijn toch wel andero en gepaste middelen om 'n man van z'n Wvcefens .te. doon blijkèn. j Je zöu bijvoor beeld r eens belangstellend- kuniièn vragen Voeljó -jeeenzaam.Pieter?, -Zoöiets móet, dunkt mé, 'n man iets zéggen I"'-*'-''-- :i.;;,Dat bèb Tk - op.,-!h. avond -gedaan!;" be-, kende.* Hertha. - - - - „Enne?'-'vroeg mama nieuwsgierig, tér- wij j papa geïnteresseerd van z'n krant opkeek. „Hij zei," deelde Hertha aarzelend mee, „in jouw bijzijn niet, Hertha.'-' - Het ouderpaar keek elkaar glanzend aan. „En wat heb jij tóen weer gezegd?" drong mama nu hoopvol aan. r- „Datte.-kwam er langzaam bij Hertha.uit, „dat-ie maar net zoo dikwijls moest komen -nls-ie wou. Maar.toen is-ie 'n heele. sveek niet geweest. Ziet u nu wel, hoe moeilijk 't voor mij is?" De.drie Hasseïmans zwegen 'n oogenblik,' nadenkend, - •„Misschien," opperde papa dan, „is lii.j-'nóg niet-geheel- besloten en-'wil hij- jé géph hoop geven vóór 't zoo ver is." „Dat zóu; heel verstandig en edel- vaji 'm zijp,"- verdedigde mama .Pieter. „Zoo beeft. je. „vader.'.óok.géda^fiiAVT^a^i;-:-^ „En ik ben er tóch ingeloopen, he?" scbértstó papa. En. hij 'dook weer onder in z'n krant. Zondagavond voor Sinterklaas bracht Pieter weer 'n bezoek. Hertha kwam 'm in den g;uig tegemoet, doch dat hielp niets, want hij bleef maar aarzelend aan z'n baardje plukken. Hij had échter choco laatjes" voor 'r meegebracht cn 'n boek voor mama, waarnaar ze gevraagd had en bleek tot 'n record aantal spelletjes schaak mot papa bereid,; Dat alles;stemde ,wcer zeer hoopvol!-* 4 't;Góspïe)G.k>yamv.ook op,'t-.S.inteyklaas: feest eiï dus van 'zelf op .LekieHfassblman; Er was jiamélijk nog 'n vierde-Hassélman, liet zéven jarige nakomertje,', de lieveling van 't-gézmé „Of Loxjc nog \an Sinterklaas geloofde," vroeg Pieter. Mama knikto zeer stellig van ja.'Doch papa wist iiel.zoo niet. Maar'in elk geval deed men toch, of 't wél'zoo'Avals. „Laat u Sinterklaas verschijnen?" infor- rncerdpd'ieter.. Papa deelde mede, dat dit in zijn huis nooit gebeurde. Loxje was daar te zenuw achtig voor. Hij mocht eens schrikken cn dan was.de jongen zeker dagen van streek. „Jammer;"- vond Pieter Plukjes, „anders lind' ik wel vóór dén Heilige willen spelen." „Hé.; ja, dat zou leuk zijn geweest," jubeldé.Uertjia;.; terwijl ze. weer eens van .zijn choK.ólaadjes snoepte. -Mama -was "-'t volkomen irièt liaar.eens. En beide vrouweii namén Pieter weer eens nauwkeurig op. Wat -maakte hij toch 'n trouwhartigen, pToltigénéincl^ukri-En hij was eigenlijk ook wel knap. Dat blonde baardje- gaf 'm bepaald ièfsv.bizónders!.- - „Maar,", kwam papa nu voor den draad, „u zoudt óns wél op 'n andere manier van dienst"kiinnen zijnl" -v- „r-.Mooder.g-euU doch ter, «keker., nieuwsgierig öp,;AVat ;lia(l,.ipapa 'in .deh^zin?. "S\' Die- legde uit. „Natuurlijk moet er ge strooid worden;,:',y.p.or Lexje," vertèlde-io. ,.'t Vorige jaar heeft de jongen me bijna gesnapt.-Dat doe ik:.dus.niet meer.%En als rn'n vrouw of ;Hertha.fd.e.. kamer uitgaan,. vertrouWt-ie"'1Vmaór fcalf. Er rnoet dus 'h zei-ie, liad-ie om den hoek van do deur 'n liand gezien. Hij durfde bijna niets meer op te rapen. „Sinterklaas is toch 'n goeie man," stelde papa 'm gerust. „Is die dan in die kamer?" vroeg Lexje en hij wees. „11c denk 't wel," zei papa. „Hè, gaat u dan eens kijkenl" drong Lexje. „Dat zal Hertha wel doen!" kwam mama zeer gedecideerd lusschenbeide. „Kom, Hertha, ga eens voor Lexje zien, of Sinter klaas daar is." Even aarzelde Hertha. Dan stond ze op cn verdween in do zijkamer, waarvan zede deur achter zich sloot. Drie ,rolle minuten bleef ze wegl Toen ze terugkwam, 'n beetje rood in 't fezicht, cn 't baar wat in de war, vloog jexje op 'r toe. „Was 't Sinterklaas?" vroeg-ie, bijna ademloos. „En óf!" verzekerde Hertha 'm. „Heb je 'm gezien?" wou Lexjé' nog weten, „Nee, dót..niet," kwam 't 'r aarzelend bij de blonde zuster uit „In de kamer hier naast...... was geen licht aan." „Hoe kon je dan in 't donker weten, dat 't Sint Nicolaas was?" drong Lexje weer aan. „Omdat," verried Hertha zicli nu, ter wijl ze met z'n verheerlijkten glimlach werktuigelijk langs 'r wang streek „ik liec-1 duidelijk z'nbaard heb ge voeld." .'AoTapa en mamaknikten tevreden, be grepen: Sinterklaas bad voor Hertha ein delijk' de lang verwachte surprise ge bracht! (Nadruk verboden). TH-ïsïHpzïheE Sinterklaasspröókje' te vertellen - -Kweek gemeenschapszin aan éoov Mevr: G. C. MEYER—SCHWENCKE. Do grootste taak, die'den ouders op de heid beantwoord worden, hoe moeilijk schouders "elegd. wordt, is zekér wel diedit vaak. móge. zijn. Indien de moeder in der opvoeding van de kinderen, waarindezen geest handelt, zal or een sfeer van dé'moeder wel het grootste aandeel heeft.vertrouwen tiisschen haar en haar kinderen Van nature js, zij; meer dan de man aan- ontstaan. 'gewezen'op;de kinderen, aangezien'de man; -Heeds op ongeveer vijf-jarigen leeftijd als broodwinner .-,bet grootste deel van zal een kind beginnen .allerlei vragen te •den";dag --van huis is. T i - stellen over onderwerpen, die zijn ge- Niet alleen zal hetjgevbel, dóch -.vooral dachten bezighouden, ook in verband met ook .het verstand leiding, moeten" geven,;de groote levensproblemen, terwijl geduld, tact cn beleid factoren zijn, Waarom is het noodig, dat hem bet die daarbij een. voorname rol spelen. (sprookje over de ooievaar verteld wordt: Voor de opvoeding der kindéren is.geèn Is het niet .oneindig mooier, indien dé bepaalde?leidraad te volgen, want immers'- 'ieder kindy zélfs uit één zelfde gezin',"hééft zijn- eigen; karakter, dat afwijkt van dat van een ander. De opvoeding moet reeds van de prilste jeugd af beginnen door de zuigeling aan orde; on regelmaat te gewennen. Naarmate het kind echter ouder wordt en zicli be paalde karaktereigenschappen openharen, vooral die, welke min of meer tot de erfe lijke kunnen worden gerekend, zal het op voedingsprobleem moeilijker worden.' Reeds zóodra een zuigeling iets begint tó -begrijpen van -zijn- pmgpying," ;toont hij belangstelling .vooralles- >v'at :er\;om 'hem l,10?Ugclbóurt. AVanneer;hij''drie maanden Wanneer zij wat ouder geworden zijn, moeten zij met liefde weten te offeren voor minder bedeelde kinderen en iets uit bun spaarpot afzonderen, wellicht een stuk van hun speelgoed geven. Indien de moeder op deze wijze leert aan baar kinderen om het Sinterklaasfeest te vieren, dan zal bet eigen „ikheidie", dat vaak zoo sterk op den voorgrond treedt, veel minder krachtig groeien. Waar het dus problemen geldt als wij hierboven noemden, is voor de moeder de taak weggelegd, om wanneer de tijd gekomen is deze naar waarheid te behan delen. Krijgt de kinderziel geen schok, indien hij zien teleurgesteld voelt in zijn moeder? „Kan het waar zijn, dat zij gejokt heeft?" Deze vraag doet hij ongetwijfeld, wan neer hij de waarheid van andere kinderen hoort, omtrent het sprookje, dat moeder hem voor „waar" vertelde. Maak de band met de kinderen hcchtor. Thuiskomende''is zijn eerste vraag: „Be staat Sinterklaas heuseh niet?" Moeder is eerst een weinig onthutst, weet een oogenblik niet wat zij antwoorden zal en stemt toe! Moei'jrs van jonge kinderen,- tracht zulks te voorkomen en beleef de eerste jaren niet uw kleinen liet heerlijke sprookje, doch vertel hun de waarheid hierover, vóór zij deze van anderen hoorenl Maakt plannen met uw kinderen voor het groote feest en ze zullen met niet minder verlangen uitzien naar de Sinterklaastafel of de pakjes dan voorheen. Laat ze hun schoen nu en dan klaar zetten en zorgt voor een kleine verrassing, die niet minder dan voorheen „het harte vol verwachting doet kloppen!" „Waarheid in de opvoeding." Iioezcer heeft de bekendepaedagoog en kinder vriend Jan Ligthart hiervoor reeds meer dan" dertig [aren geleden gepleit, evenals Nelly van Kol, die in baar werkjes leert hoe moeders op eenvoudige wijze baar kinderen kunnen-voorlichten bij de groote. levensproblemen. „Waar", zijn in alles,.ook waar het het Sinlerklaassprookje betreft, .kan; er.slechts toe bijdragen;den jnnigen.baud, ^ie,moedor en.kinderen bindt', fiecbïëróen sterker te- maken.'' H'. Tenslotte eindigen wij met enkele regels uit het boek van Jan Ligthart over op voeding, waarin hij zegt: „Laat dus uw leven'een schoon verhaal zijn, een mooi boek; dat. VÖór uw kinderen opengeslagen ligt, zoodat ze er dag aan dag in kunnen lezen! Dan hebt gij in uw opvoedingsleer 'geen onderscheid te maken tusschen het voorbeeld en de ver telling als „goede tuchtmiddelen". Weest gijzelf waa.-, en uw leven' is do duurzaam ste en diepst doordringende opvoeding tot waarheidsliefde." (Nadruk verboden.) móéder haar kind; een antwoord' geeft, 'dat' binnen 'zijn'bévattingsvermogéh~is en lieni bevredigt, waardoor zij voorkomt, dat hij later bij anderen zijn wijsheid opsteekt? Gaat liet niet evenzoo met het Sinter klaassprookje? Het is heel begrijpelijk, dat een moeder, die aangename herinneringen heeft aan haar jeugd en-de huiselijke-feesten, zich hol genot niet wil laten ontnemen om haar kleinen ook te vertellen van den goeden Sinterklaas, die zooveel van kindertjes houdt; Jat hij hen gaarne op zijn verjaardag' blij'maakt eri cadeautjes geeft. j -De ;m'ensch kan nu eenmaal inhet; oud.-is, 'spitstVhij .zijn oort[és "om geluiden dèyen,dat vaak harde werkelijkheid is, f/v- 'ir poëz' goeden oji te vangen én tracht hij dmgen te grijpen; iniot zonder poëzie. Zij kan liet verhaal die hij-waarneemt. Zijn" .belangstellingi over den'goeden Sint kleuren zoo mooi wordt spoedig afgeleid, doch opvallend is, als zij-wil en haar fantasie zulks mogelijk dat deze. steeds weer terugkeert naar een maakt. zelfde voorwerp. Langzamerhand wordt de i kring van zijn onderzoek grooter en is hij eenmaal zoo vér, dat hij kan spreken, dan zal hij zijn nieuwsgierigheid trachten te bevredigen door telkens naar het „boe" en „waarom" te vragen. Het'kind begint steeds meer vragen te stellen en heel dikwijls is het moeilijk een antwoord te vinden, .dat, niet boven zijn bevattings vermogen 'gaat en hem toch bevredigt. 1 - Waarheid bovenal. Ook. is tevens do periode - gekomen -oïn hem'niet-met-leugentjes af te schéperi en De voorstelling van den vriendelijken ouden man in zijn mooien rooden mantel en langen grijzen baard zal ongetwijfeld bekoring uitoefenen. Het opvoedkundig clement. Wij zouden ook in verband met liet Sintcrklaassprookje den leeftijd van vijf i zes -jaar -willen noemen, hetgeen echter afhangt van de geestelijke ontwikkeling van .liet; kind. Lang voor liet feest gevierd zal worden, zal--de -moeder haar kinderen; geleidelijk aanmoeten - vertellen-, dat de goede Sint het .voorbeeld .te geven van waar te zijn!niet meer bestaat, doch dat de menschen tot' in de kleinste dingen. Kinderen "be-S zijn vérjaardag zijn blijven vieren als een merken het ial heel gauw als de ouders i herinnering aan den gróoten kindervriend, kleine onwaarheden zeggen. Hoe onschul- die lang, heel langgeleden leefde. Moeder zal dig lijkt Tiet, wanneer moeder, wanneer i dan b.v. een spaarpotje kunnen geven, bezoek wordt aangekondigd, door het dienstmeisje" laat zeggen, dat - zij „niet thuis"is.' - Op, kinderen van ongeveer vijfjarigen ■leeftijd niaakt dit reeds-een eigenaardigen indruk en zij vinden'het'dan'Jatér'ook heel gewoon bijbepanlde gelegenheden uitvlucht- jes; te zoeken of .kleine"' onwaarheden' te zéggen.; v, Waarheidsliefde.; is een deugd, die. aan-; gekweekt.niöet wordéri en? daaromiVihoetên 'allévragen,"Ijifthê^ kind stelt,- naar wa'ar- waarin iedere week wat geld gedaan werdt, 'zoodat de kinderen een klein bedrag hebben, om kleinigheden voor te koopen met Sinterklaas en „heusche" pakjes te maken,- voor de kleine broertjes .en; zusjes bijvóorbeéld. -J.-Y Al jong moet hot besef" bijgebracht worden om te dcolen met andéren, waar door de gemeenschapszin wordt aange- kweekt. Is er- wel iets heerlijker denkbaar dan .te geven enafstand té kunnendoen van eigen bezit? Patroon van de Scliippers. Ook aan den Beneden-Rijn is do goede volksheilige, Sinterklaas, een der meest geliefde figuren uit het -• korkelijk jaar. Zooals zijn naam bij ons is samengetrokken lot Sinterklaas, zoo héét hij daar „Senter Klos". Op 6 December vindt iedereen, die in een hotel van dozo streek (ïooft overnacht, bij zijn bord een bruin-gebranden „Senter Klos" met rozijnen of amandelen, krenten of succade. - In zijn mond heeft dit mannetje steeds een steeneri pijpje. Aan den vooravond van den feestdag zetten ook hier de kin deren, hun schoenen cn klompen met wat hooi of een stuk suiker buiten :do deur. Den volgenden ochtend vinden zij er appels, noten, speculaas, enz., in. De grooten krijgen mets. „Sinter Klos, heilige Mann, breng die kleeno Kender wat, Ie" die groote loope, die -könne sich. selvs wal koope." zoo zingen de kinderen aan den Beneden- Rijn. Op 6 December trekken de bemanningen van de Rijnschepen trouw naar-do kerken', die den Heiligen Nicolaas gewijd zijn. Immers' do Heilige Nicolaas,-bisschop van; My.ra,wordt vereerd, als' -patroon der' varenslieden, omdat .hij do ^stoomboot uit'.Spanje"óver"'Jé,t Middeliandsche„Zee geleidde, toon er Hongersnood was in Klcin-Azië, maar ook, omdat hij reeds zoo vaak met vrucht is-aangérocpen in storm of gevaren. (Nadruk verboden.) SIN-TER-KLAAS. -Sinterklaasje Bisschop: 'Zet- uw hooge-Vmuis op; J -Trek uw. beste Tabberd an, j Rij er mee nanr Amsterdam, ----- Van Amsterdam naar.-Spanje, Appeltjea van: Oranje! (Nadruk vertodon.j h nr»r»rtlp 1 1 i .-•» t i' 11 xI .1 J l>

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 5