StNicolaas-overpeinzingen
SINTERKLAAS.
^aaï&ekd in - de opvoedini
30 N o v e m b c r. Juist in cloze dagen
tusschcn do mislukking van do Brussel-
scho Conferentie cn "Sinterklaas is er
reden tot troostrijke gedachten, ontleend
aan do gewone, alledaagsche, Schiedamsche
werkelijkheid.
Want hoeveel geslachten van Schiedam
mers hebben dóór het bloed en de tranen
van vele eeuwen heen hun gewone wande
lingetjes door de gezellige Sinterlclazige stad
gemaakt? Zeker, de Groote Markt was
toen anders en een beetje mooier óók go-
loof ik,en er stonden overal poorten, waar
nu do Vlaardingerstraat cn Koemarkt toe
gang geven tot allemaal knusse moderne
nuizenwijken .met parketvloeren en stroo-
mend water en clectrisch licht en allerlei
dingen, waarvan.die brave bet-overgroot
ouders van u on van mij zelfs niet droomen
konden. -
En zeker ~;de winkels waren nog niet
zoó mooi breed en ze'betaalden nog. niet
zooveel voorset licht en je kon er nog niet
zoo van alles krijgen, van doosjes lucifers
af tot vleugelpiano's toe al waren de
goeio, oude Tcoekwinkels er toen óók al.
Maar aü fond, in wezen, is er niets ver
anderd en de oude St. Jan, die zijn plaats in
het hart van de stad zoo beminnelijk in
neemt, verwondert cr zich heclemaal niet
over, wanneer hij ons nu de kleine, belang-
I ander komen strooien. De meid is te on-
J handig. Zoudt u het misschien willen
doen?
„O, graag, graag 1" zei Pieter zoo enthou-
j si ast, dat-ie zelfs 'n oogenblik vergat aan
wekkende genoegens van het kleine, be-;z'n haardje te plukken,
langwekkendo leven ziet smaken: Sinter- Mooi, dat was dus afgesproken. Ma en
klaascadeautjes koppen, langs de mooiedochter knikten elkaar m 't geheim toe,
uitstallingen der winkels loopen en een pint dat, pa toch 'n slimmerd was! Nu kwam
drinken ter verfrissching. pieter morgen immers wéér!
U moet maar eens goed overdenken,;, 't Laatste partijtje schaak was be-
hoevcle generaties van Schiedammers m':t J oindigd. Pa had voor de zooveclste maal
als wij en met een even kinderlijk gemoed
d'r klompjes met hooi en een wortel hebben
neergezet onder den schoorsteen. Hoeveel
honderden 5-Decembcrs de menscbcn rond
de huiskamertafel geschaard zaten.
Hoeveel pinten er gedronken en hoeveel
koeken cr gebakken en opgesnoept zijn.
En dat tucschen de éérste en de honderd
duizendste koeken en tusschen den écnen
en den daarop volgenden5en December
allerlei- stormen, over de-daken van- ons
Schiedam, langs den ouden St.. Janstoren
en dver de daken, en de torens; dér wereld
gegaan zijn. 1
Hoeveel er'geboren en gestorven is. .-;J
Opgericht en vernietigd.
Gebouwd en ingestort.
gewonnen. Die Pieter had tact. Nu moest
hij opstappen, 't Was ruim over elf.
„Hertha laat u wel uit," zei mama zoetjes.
'Maar pa zei: „Welnee, dat is niet noodig.
Dat doe ik wel," en hij ging 'm voor.
Even keek Hertha sip. De gang was zoo
heerlijk lang 1 Maar dan begreep ze: te veel
aanmoediging was óók-niet goed. Pieter
moest- 't maar met zichzelf uitvechten
Papa was héél- verstandigl
'c.. jt-Aiï
- De Sinterklaas-avond was aangebroken.
Do Hasseïmans,'groot'en klein, zaten om
den tafel. Er werd gebeld. Half acht!
Om te beseffen dat die kleine huiselijke DMi moest Pieter zijn. Ze hadden afge-
dingen véél grooter zijn dan de grootesproken, dat-ie op dat uur- zou komen,
menschen en u mij wel eens willen doen! Dienstmeisje, dat geïnstrueerd was,
- liet m binnen, m de zijkamer, waarvan de
gelooven.
En om daaruit onze troost en ons geluk i,de"r op 'n kier stond.- Pieter moest wel
te patten.
Juist in deze donkere en lichte dagen.
door
JOH. w: BKOEDElET.
op z'n teenen hebben gelóopen, dat niemand
jiets van 'm boorde. En zie, plotseling daalde
'er 'n regen van pepernpien- de huiskamer
'binnen!
Verrast sprong Lexje,; op, schreeuwde,
grabbelde, z'n oogen straalden. Daarop
werden er chocolade-letter,s en andere lek
kernijen gestrooid. Lexje ging nu wat
benauwd terzijde, wantheel duidelijk,
De laatste wéken'l^fd^^ iHas'selmah's
in -'n bijna'voortdurende spanning. Er King
'ft :afëec.;yan verwachting in hun huis,
welke:; de:gezichtentelkens1" geheimzinnig
,dec.d' .'glimlachen... Bij oogenbfikkensloop
er editor ook 'n groote'twijfel" in hun
horten én dan koek iedereen erg lelëurge-
.steld.
Dat was langzamerhand niet meer uit
te hou.dcn. Mama werd er humeurig yan en;
dribbelde eindeloos 'r suite op en neer.
Papa kori ongelooflijk somber voor zich
hoen kijken, terwijl Hertha, de 21-jarige
blonde dochter, om wie de geheele geschie
denis feitelijk ging, bourtelings dol uitge
laten en hoogst sikkeneurig deed. Daar
had ze dan ook wel reden voor.
Reeds tweemaal was er zoo iets met T'
aan de hand geweest. Den eenten keer
betrof 't 'n allorcharmantst jongmensch, op
wie ze doodelijk verliefd- was geraakt, doch
die van zoo'n onsolide levenswandel 'bleek
te zijn, dat papa 'm onvoorwaardelijk de
deur had gewezen. Hertha was 'n. maand
totaal .overstuur geweest, doch -'hadér
zich tenslotte overheen gezet.
Daarop was cr 'n solide jonkman aan
de beurt gekomen, dien Hertha na verloop
van' eenigen tijd echter zóó hopeloos ver
velend had gc-v'ondén, dat ze 'm vierkant
had bedankt. En hu (daar had 't tenminste
allen schijn van) dong Pieter Plukjes naar
'r gunsten, do degelijke, maar toch ook wel
echt opgewekte Pieter met z'n vriendelijke
oogen en innemend blond baardje.
In die veronderstelling leefden althans
de drie Hasseïmans,' 'vader, moeder en
dochter. Waarvóór anders bracht- Pieter
Plukjes hun"-'telkens; zelfs 'óp! dé óngélógéii-
ste Tijden,! 'n 'bezoek'?: A!is hijVdo'a'r''géén
•bedoeling fnee had,'zou hij toób iiiét lior'j
haaldelijk bloemen -: voor. Hcrlhii ihceA
bréngen, lieyë attenties vóór* mania >bc-!
denken en e.indelooze partijtjes schaak met
papa spelen?, En had nij Hertha niet twee
maal meegenomen naar' do bioscoop?
Dit laatste vooral had toch zeker bclce-
kenis! Als je met 'n meisje naar liefdes
histories staarde,- moest je zelf Loeh ook
cenigszins door Amor geïnfecteerd zijn!
En toch, er kwam geen schot in. Pieter
Plukjes verklaarde zicli maar niet. Wat
zat er achter? Was hij 't mel zichzelf nog
niet eens? Of bedoelde hij 't niet ernstig,
of- was hij. te timide van-aard? Die vrmm
legden- de Hasseïmans zicli telkeris, vóoi"
-zonder er eéliter -'n bevredigend "antwoord'
op te vinden.
„Mag jé'm. graag?" polste mania,' - of
schoon ze daar niet eens meer aan twij
felde, 'r dochter?
Die keek 'r.lang en, diep, 'n beetje treu
rig en ook wel glimlachend aan en mama
behoefde verder eigenlijk niets meer to
vragen. -.
„Moedig jo 'm wel genoeg aan?" had
mama daarop al eens voorzichtig geïnfor
meerd.
ij |M aar- ..m am aik-;kan 'm-toch* niet-om
2» hok vliegen,''.riep-Hertha'-vërontwaaiv
- digd uitv
- „Nee, natuurlijk niet!" sprak Tmama
bestraffend. „Maar er zijn toch wel andero
en gepaste middelen om 'n man van z'n
Wvcefens .te. doon blijkèn. j Je zöu bijvoor
beeld r eens belangstellend- kuniièn vragen
Voeljó -jeeenzaam.Pieter?, -Zoöiets móet,
dunkt mé, 'n man iets zéggen I"'-*'-''--
:i.;;,Dat bèb Tk - op.,-!h. avond -gedaan!;" be-,
kende.* Hertha. - - - -
„Enne?'-'vroeg mama nieuwsgierig, tér-
wij j papa geïnteresseerd van z'n krant
opkeek.
„Hij zei," deelde Hertha aarzelend mee,
„in jouw bijzijn niet, Hertha.'-' -
Het ouderpaar keek elkaar glanzend aan.
„En wat heb jij tóen weer gezegd?"
drong mama nu hoopvol aan.
r- „Datte.-kwam er langzaam
bij Hertha.uit, „dat-ie maar net zoo dikwijls
moest komen -nls-ie wou. Maar.toen
is-ie 'n heele. sveek niet geweest. Ziet u nu
wel, hoe moeilijk 't voor mij is?"
De.drie Hasseïmans zwegen 'n oogenblik,'
nadenkend, -
•„Misschien," opperde papa dan, „is
lii.j-'nóg niet-geheel- besloten en-'wil hij-
jé géph hoop geven vóór 't zoo ver is."
„Dat zóu; heel verstandig en edel- vaji
'm zijp,"- verdedigde mama .Pieter. „Zoo
beeft. je. „vader.'.óok.géda^fiiAVT^a^i;-:-^
„En ik ben er tóch ingeloopen, he?"
scbértstó papa. En. hij 'dook weer onder
in z'n krant.
Zondagavond voor Sinterklaas bracht
Pieter weer 'n bezoek. Hertha kwam 'm
in den g;uig tegemoet, doch dat hielp niets,
want hij bleef maar aarzelend aan z'n
baardje plukken. Hij had échter choco
laatjes" voor 'r meegebracht cn 'n boek
voor mama, waarnaar ze gevraagd had en
bleek tot 'n record aantal spelletjes schaak
mot papa bereid,; Dat alles;stemde ,wcer
zeer hoopvol!-*
4 't;Góspïe)G.k>yamv.ook op,'t-.S.inteyklaas:
feest eiï dus van 'zelf op .LekieHfassblman;
Er was jiamélijk nog 'n vierde-Hassélman,
liet zéven jarige nakomertje,', de lieveling
van 't-gézmé
„Of Loxjc nog \an Sinterklaas geloofde,"
vroeg Pieter.
Mama knikto zeer stellig van ja.'Doch
papa wist iiel.zoo niet. Maar'in elk geval
deed men toch, of 't wél'zoo'Avals.
„Laat u Sinterklaas verschijnen?" infor-
rncerdpd'ieter..
Papa deelde mede, dat dit in zijn huis
nooit gebeurde. Loxje was daar te zenuw
achtig voor. Hij mocht eens schrikken cn
dan was.de jongen zeker dagen van streek.
„Jammer;"- vond Pieter Plukjes, „anders
lind' ik wel vóór dén Heilige willen spelen."
„Hé.; ja, dat zou leuk zijn geweest,"
jubeldé.Uertjia;.; terwijl ze. weer eens van
.zijn choK.ólaadjes snoepte. -Mama -was "-'t
volkomen irièt liaar.eens. En beide vrouweii
namén Pieter weer eens nauwkeurig op.
Wat -maakte hij toch 'n trouwhartigen,
pToltigénéincl^ukri-En hij was eigenlijk ook
wel knap. Dat blonde baardje- gaf 'm
bepaald ièfsv.bizónders!.- -
„Maar,", kwam papa nu voor den draad,
„u zoudt óns wél op 'n andere manier
van dienst"kiinnen zijnl" -v-
„r-.Mooder.g-euU doch ter, «keker., nieuwsgierig
öp,;AVat ;lia(l,.ipapa 'in .deh^zin?. "S\'
Die- legde uit. „Natuurlijk moet er ge
strooid worden;,:',y.p.or Lexje," vertèlde-io.
,.'t Vorige jaar heeft de jongen me bijna
gesnapt.-Dat doe ik:.dus.niet meer.%En als
rn'n vrouw of ;Hertha.fd.e.. kamer uitgaan,.
vertrouWt-ie"'1Vmaór fcalf. Er rnoet dus 'h
zei-ie, liad-ie om den hoek van do deur
'n liand gezien.
Hij durfde bijna niets meer op te rapen.
„Sinterklaas is toch 'n goeie man,"
stelde papa 'm gerust.
„Is die dan in die kamer?" vroeg Lexje
en hij wees.
„11c denk 't wel," zei papa.
„Hè, gaat u dan eens kijkenl" drong
Lexje.
„Dat zal Hertha wel doen!" kwam mama
zeer gedecideerd lusschenbeide. „Kom,
Hertha, ga eens voor Lexje zien, of Sinter
klaas daar is."
Even aarzelde Hertha. Dan stond ze
op cn verdween in do zijkamer, waarvan
zede deur achter zich sloot.
Drie ,rolle minuten bleef ze wegl
Toen ze terugkwam, 'n beetje rood in 't
fezicht, cn 't baar wat in de war, vloog
jexje op 'r toe.
„Was 't Sinterklaas?" vroeg-ie, bijna
ademloos.
„En óf!" verzekerde Hertha 'm.
„Heb je 'm gezien?" wou Lexjé' nog
weten,
„Nee, dót..niet," kwam 't 'r
aarzelend bij de blonde zuster uit
„In de kamer hier naast...... was geen
licht aan."
„Hoe kon je dan in 't donker weten,
dat 't Sint Nicolaas was?" drong Lexje
weer aan.
„Omdat," verried Hertha zicli nu, ter
wijl ze met z'n verheerlijkten glimlach
werktuigelijk langs 'r wang streek „ik
liec-1 duidelijk z'nbaard heb ge
voeld."
.'AoTapa en mamaknikten tevreden, be
grepen: Sinterklaas bad voor Hertha ein
delijk' de lang verwachte surprise ge
bracht! (Nadruk verboden).
TH-ïsïHpzïheE Sinterklaasspröókje' te vertellen -
-Kweek gemeenschapszin aan
éoov Mevr: G. C. MEYER—SCHWENCKE.
Do grootste taak, die'den ouders op de heid beantwoord worden, hoe moeilijk
schouders "elegd. wordt, is zekér wel diedit vaak. móge. zijn. Indien de moeder in
der opvoeding van de kinderen, waarindezen geest handelt, zal or een sfeer van
dé'moeder wel het grootste aandeel heeft.vertrouwen tiisschen haar en haar kinderen
Van nature js, zij; meer dan de man aan- ontstaan.
'gewezen'op;de kinderen, aangezien'de man; -Heeds op ongeveer vijf-jarigen leeftijd
als broodwinner .-,bet grootste deel van zal een kind beginnen .allerlei vragen te
•den";dag --van huis is. T i - stellen over onderwerpen, die zijn ge-
Niet alleen zal hetjgevbel, dóch -.vooral dachten bezighouden, ook in verband met
ook .het verstand leiding, moeten" geven,;de groote levensproblemen,
terwijl geduld, tact cn beleid factoren zijn, Waarom is het noodig, dat hem bet
die daarbij een. voorname rol spelen. (sprookje over de ooievaar verteld wordt:
Voor de opvoeding der kindéren is.geèn Is het niet .oneindig mooier, indien dé
bepaalde?leidraad te volgen, want immers'-
'ieder kindy zélfs uit één zelfde gezin',"hééft
zijn- eigen; karakter, dat afwijkt van dat
van een ander.
De opvoeding moet reeds van de prilste
jeugd af beginnen door de zuigeling aan
orde; on regelmaat te gewennen. Naarmate
het kind echter ouder wordt en zicli be
paalde karaktereigenschappen openharen,
vooral die, welke min of meer tot de erfe
lijke kunnen worden gerekend, zal het op
voedingsprobleem moeilijker worden.'
Reeds zóodra een zuigeling iets begint
tó -begrijpen van -zijn- pmgpying," ;toont hij
belangstelling .vooralles- >v'at :er\;om 'hem
l,10?Ugclbóurt. AVanneer;hij''drie maanden
Wanneer zij wat ouder geworden zijn,
moeten zij met liefde weten te offeren voor
minder bedeelde kinderen en iets uit bun
spaarpot afzonderen, wellicht een stuk
van hun speelgoed geven. Indien de moeder
op deze wijze leert aan baar kinderen om
het Sinterklaasfeest te vieren, dan zal bet
eigen „ikheidie", dat vaak zoo sterk op
den voorgrond treedt, veel minder krachtig
groeien.
Waar het dus problemen geldt als wij
hierboven noemden, is voor de moeder de
taak weggelegd, om wanneer de tijd
gekomen is deze naar waarheid te behan
delen.
Krijgt de kinderziel geen schok, indien
hij zien teleurgesteld voelt in zijn moeder?
„Kan het waar zijn, dat zij gejokt heeft?"
Deze vraag doet hij ongetwijfeld, wan
neer hij de waarheid van andere kinderen
hoort, omtrent het sprookje, dat moeder
hem voor „waar" vertelde.
Maak de band met de kinderen
hcchtor.
Thuiskomende''is zijn eerste vraag: „Be
staat Sinterklaas heuseh niet?" Moeder
is eerst een weinig onthutst, weet een
oogenblik niet wat zij antwoorden zal en
stemt toe!
Moei'jrs van jonge kinderen,- tracht
zulks te voorkomen en beleef de eerste
jaren niet uw kleinen liet heerlijke sprookje,
doch vertel hun de waarheid hierover,
vóór zij deze van anderen hoorenl Maakt
plannen met uw kinderen voor het groote
feest en ze zullen met niet minder verlangen
uitzien naar de Sinterklaastafel of de pakjes
dan voorheen. Laat ze hun schoen nu en
dan klaar zetten en zorgt voor een kleine
verrassing, die niet minder dan voorheen
„het harte vol verwachting doet kloppen!"
„Waarheid in de opvoeding." Iioezcer
heeft de bekendepaedagoog en kinder
vriend Jan Ligthart hiervoor reeds meer
dan" dertig [aren geleden gepleit, evenals
Nelly van Kol, die in baar werkjes leert
hoe moeders op eenvoudige wijze baar
kinderen kunnen-voorlichten bij de groote.
levensproblemen.
„Waar", zijn in alles,.ook waar het het
Sinlerklaassprookje betreft, .kan; er.slechts
toe bijdragen;den jnnigen.baud, ^ie,moedor
en.kinderen bindt', fiecbïëróen sterker te-
maken.'' H'.
Tenslotte eindigen wij met enkele regels
uit het boek van Jan Ligthart over op
voeding, waarin hij zegt:
„Laat dus uw leven'een schoon verhaal
zijn, een mooi boek; dat. VÖór uw kinderen
opengeslagen ligt, zoodat ze er dag aan dag
in kunnen lezen! Dan hebt gij in
uw opvoedingsleer 'geen onderscheid te
maken tusschen het voorbeeld en de ver
telling als „goede tuchtmiddelen". Weest
gijzelf waa.-, en uw leven' is do duurzaam
ste en diepst doordringende opvoeding
tot waarheidsliefde."
(Nadruk verboden.)
móéder haar kind; een antwoord' geeft,
'dat' binnen 'zijn'bévattingsvermogéh~is en
lieni bevredigt, waardoor zij voorkomt,
dat hij later bij anderen zijn wijsheid
opsteekt?
Gaat liet niet evenzoo met het Sinter
klaassprookje?
Het is heel begrijpelijk, dat een moeder,
die aangename herinneringen heeft aan
haar jeugd en-de huiselijke-feesten, zich
hol genot niet wil laten ontnemen om haar
kleinen ook te vertellen van den goeden
Sinterklaas, die zooveel van kindertjes
houdt; Jat hij hen gaarne op zijn verjaardag'
blij'maakt eri cadeautjes geeft. j
-De ;m'ensch kan nu eenmaal inhet;
oud.-is, 'spitstVhij .zijn oort[és "om geluiden dèyen,dat vaak harde werkelijkheid is,
f/v- 'ir poëz'
goeden
oji te vangen én tracht hij dmgen te grijpen; iniot zonder poëzie. Zij kan liet verhaal
die hij-waarneemt. Zijn" .belangstellingi over den'goeden Sint kleuren zoo
mooi
wordt spoedig afgeleid, doch opvallend is, als zij-wil en haar fantasie zulks mogelijk
dat deze. steeds weer terugkeert naar een maakt.
zelfde voorwerp. Langzamerhand wordt de i
kring van zijn onderzoek grooter en is hij
eenmaal zoo vér, dat hij kan spreken, dan
zal hij zijn nieuwsgierigheid trachten te
bevredigen door telkens naar het „boe"
en „waarom" te vragen. Het'kind begint
steeds meer vragen te stellen en heel
dikwijls is het moeilijk een antwoord te
vinden, .dat, niet boven zijn bevattings
vermogen 'gaat en hem toch bevredigt.
1 - Waarheid bovenal.
Ook. is tevens do periode - gekomen -oïn
hem'niet-met-leugentjes af te schéperi en
De voorstelling van den vriendelijken
ouden man in zijn mooien rooden mantel
en langen grijzen baard zal ongetwijfeld
bekoring uitoefenen.
Het opvoedkundig clement.
Wij zouden ook in verband met liet
Sintcrklaassprookje den leeftijd van vijf i
zes -jaar -willen noemen, hetgeen echter
afhangt van de geestelijke ontwikkeling
van .liet; kind.
Lang voor liet feest gevierd zal worden,
zal--de -moeder haar kinderen; geleidelijk
aanmoeten - vertellen-, dat de goede Sint
het .voorbeeld .te geven van waar te zijn!niet meer bestaat, doch dat de menschen
tot' in de kleinste dingen. Kinderen "be-S zijn vérjaardag zijn blijven vieren als een
merken het ial heel gauw als de ouders i herinnering aan den gróoten kindervriend,
kleine onwaarheden zeggen. Hoe onschul- die lang, heel langgeleden leefde. Moeder zal
dig lijkt Tiet, wanneer moeder, wanneer i dan b.v. een spaarpotje kunnen geven,
bezoek wordt aangekondigd, door het
dienstmeisje" laat zeggen, dat - zij „niet
thuis"is.' -
Op, kinderen van ongeveer vijfjarigen
■leeftijd niaakt dit reeds-een eigenaardigen
indruk en zij vinden'het'dan'Jatér'ook heel
gewoon bijbepanlde gelegenheden uitvlucht-
jes; te zoeken of .kleine"' onwaarheden' te
zéggen.; v,
Waarheidsliefde.; is een deugd, die. aan-;
gekweekt.niöet wordéri en? daaromiVihoetên
'allévragen,"Ijifthê^ kind stelt,- naar wa'ar-
waarin iedere week wat geld gedaan werdt,
'zoodat de kinderen een klein bedrag
hebben, om kleinigheden voor te koopen
met Sinterklaas en „heusche" pakjes te
maken,- voor de kleine broertjes .en; zusjes
bijvóorbeéld. -J.-Y
Al jong moet hot besef" bijgebracht
worden om te dcolen met andéren, waar
door de gemeenschapszin wordt aange-
kweekt. Is er- wel iets heerlijker denkbaar
dan .te geven enafstand té kunnendoen
van eigen bezit?
Patroon van de Scliippers.
Ook aan den Beneden-Rijn is do goede
volksheilige, Sinterklaas, een der meest
geliefde figuren uit het -• korkelijk jaar.
Zooals zijn naam bij ons is samengetrokken
lot Sinterklaas, zoo héét hij daar „Senter
Klos".
Op 6 December vindt iedereen, die in
een hotel van dozo streek (ïooft overnacht,
bij zijn bord een bruin-gebranden „Senter
Klos" met rozijnen of amandelen, krenten
of succade. -
In zijn mond heeft dit mannetje steeds
een steeneri pijpje. Aan den vooravond
van den feestdag zetten ook hier de kin
deren, hun schoenen cn klompen met wat
hooi of een stuk suiker buiten :do deur.
Den volgenden ochtend vinden zij er appels,
noten, speculaas, enz., in. De grooten
krijgen mets.
„Sinter Klos, heilige Mann,
breng die kleeno Kender wat,
Ie" die groote loope,
die -könne sich. selvs wal koope."
zoo zingen de kinderen aan den Beneden-
Rijn.
Op 6 December trekken de bemanningen
van de Rijnschepen trouw naar-do kerken',
die den Heiligen Nicolaas gewijd zijn.
Immers' do Heilige Nicolaas,-bisschop van;
My.ra,wordt vereerd, als' -patroon der'
varenslieden, omdat .hij do ^stoomboot
uit'.Spanje"óver"'Jé,t Middeliandsche„Zee
geleidde, toon er Hongersnood was in
Klcin-Azië, maar ook, omdat hij reeds
zoo vaak met vrucht is-aangérocpen in
storm of gevaren.
(Nadruk verboden.)
SIN-TER-KLAAS.
-Sinterklaasje Bisschop:
'Zet- uw hooge-Vmuis op; J
-Trek uw. beste Tabberd an, j
Rij er mee nanr Amsterdam, -----
Van Amsterdam naar.-Spanje,
Appeltjea van: Oranje!
(Nadruk vertodon.j
h nr»r»rtlp 1 1 i .-•» t i' 11 xI .1 J l>