.ssg©? duivel VMP fiihso Een dansende. Radioprogramma's INGEZONDEN De oud-gepensioneerden Geachte Redactie, Mag ik voor d© laatste maal in deze kwestie nog eens gebruik maken van Uw gastvrijheid om „Een Vaderlander" te antwoorden op zijn gedocumenteerd stuk van 22 Maart '3S, waarin hij trachtte aan te toonen de juistheid van zijn ingezonden stukje van 8 Maart j.l. en wel voorname lijk naar hij schreef over do oud-gepen- sionneeiden en do houding van het ha merlid Van Dijk, thans minister van de fensie. Ik las in dat stukje een verwijt van on- tiomv t.o.v. minister Van Dijk en beloof de in mijn antwoord van 25 Maart l.L daarop nader terug te komen; waaraan ik bij deze voldoe. .•Us pensioengrondslag geldt het in dienstbetrekking genoten salaris of loon. In 1920 zijn de bezoldigingen dergenen, die werkzaam waren in publieken dienst, aanzienlijk verhoogd; later moest daarop weer gedeeltelijk worden teruggekomen uit hoofde van den benardesi toestand der rijksmiddelen. Natuurlijk had die verhooging haar go- volgen voor den pensioen-grondslag en dus op de hoogte der later toegekende pen sioenen. Dientengevolge ontstonden belang rijke verschillen tusschen de bedragen van oud en nieuw gepeasionneerden, waar over in de beide Kamers der Staten-Gene- raal na 1920 jaar op jaar weer is ge sproken. Bij die debatten kwam het Kamerlid Van Dijk, ingevolge de hem door do Anti Rev. fractie opgedragen taak, in het bi zonder voor de „militaire" pensioenen in 't geweer. In dezen zin: Hij sprak zich niet pertinent uit over de mogelijkheid, zielfs niet over de noodzakelijkheid van verhoo ging. Hij maakte opmerkingen of stelde vragen, ten eind© te doen onder zoeken of bepaalde oplossingen aan vaardbaar zouden zijn. In dit licht moet worden gezien, hetgeen door minister Van Dijk werd gesproken (aangehaald in het stak van Een Vader lander) bij de behandeling deT oorlogsbe- grooting in de Tweede Kamer op 22 Decem ber 1924. Dat was, voordat er ©enige verbete ring in den toestand' was gebracht en er inderdaad een schrijnende tegenstelling was tusschen de oude pensioenen en die, welke toen en daarna zouden worden toe gekend. Dat „minister" Van Dijk hot met dezen toestand niet eens was, bleek niet all-ten nit zijn woonlen, maar is ook gebleken uit zijn daden. Als „Kamerlid" drong hij aan op onder zoek. Als „minister" stelde hij oen onderzoek in. Dit onderzoek wees uit, dat de positie der oud-gepensionneerdein met de zeer lage pensioenen in belangrijke mate was ver beterd', in 't bizonder na het Koninkl. Be sluit van 15 December 1934 (Staatsblad 665), waarbij de inkomsten als vrucht van een „toeslagregeling" mogen stijgen tot 320 pCt. van het oorspronkelijk pensioen (het gestelde maximum niet te boven gaan de). Voor minister Van Dijk bleef nog de vraag inzake de verschillen in verband met vroeger bekleeden rang, (in het stuk van Een Vaderlander bedoeld onder de woorden: „Allo hiërarchie in maatschap pelijke verhoudingen zijn teloor gegaan, alle rangverschil is uitgeschakeld"). Ter adstructie van deze kwalificatie wordt door Een Vaderlander verwezen naar de Handelingen der Eerste Kamer 1937/38 blz, 353. 1 Oorspronkelijke detective roman door John Simson 51) Daddy wachtte even, lot de andere twee ook op het bordes stonden. Dan, zwij gend, ging hij hen weer voor. Rondom zagen ze nu niet anders meer dan steen, steen, en nog eens steen, harde, koude steen, verweerd en verbrokkeld. Uit gesleten waren de treden, hier en daar een wemig verzakt Heel in de verte hoorden ze zacht klot sen van water: d© trap-koker voer dwars dooi de slotgracht heen. Zij was geheel door water omspoeld, maar toch van bin nen kurk-droog. Geen druppeltje was ooit dooi den dikken steenen wand heen ge drongen. Verder en verder daalden ze af, voor gelicht door Daddy's lantaarn, die steeds weer een nieuw gedeelte bescheen. En naarmate ze dieper 'kwamen, minderde het watergeklots. Eindelijk hoorden ze het in het geheel met meer. Diepe rust volgde, en toen eerst, ver onder den gracht- bodem, zagen ze het einde van de lange steenen trap. Op een breed portaal hielden ze even halt, keken elkaar aan. Schimachtig za gen ze eruit bij het schijnsel van hun electrische lichtjes. Een ijzige kou kwam hen tegemoet uit een boogvormige sie-nen doorgang, het begin van een onderaard- scbe tunnel. „Hier moeten we ra," zei Daddy zacht In de Tweede Kamer (7 Dec. '37) had de minister gezegd, dat bij hem ook nel „een enkele bedenking" bestond en dat bij „wel eens wilde nagaan, of er wel licht in dit opzicht iets kon worden ge daan". In de Eerste Kamer, zegt Een Vader lander, was echter van „dio tegemoet komende houding niets meer 1e ontdekken". Op de door Een Vaderlander zelf aange haalde bladzijde der Handelingen (Eerste Kamer 18 Febr '3S, blz. 353) kan hij echter lezen: lo. dat de minister voldaan heeft aan zijn toezegging in de Tweed© Kamer, een onderzoek in te stellen, doch helaas! 2o. dal hij toen is gestuit op bezwaren, die wijziging ondoenlijk maakten. Re betreffende passage luidt aldus. „Terwijl dus bij hetgeen ik in do Twee de Kamer heb gesproken nog werd open gelaten, dat er oen onderzoek zou plaats hebben, is dat in het antwoord, dat thans aan de Eerste Kamer is gegeven, niet ge daan. Inderdaad ligt hierin een zekere tegenstelling, voortvloeiende uit het feit, dat ik sedert de behandeling in de Twee de Kamer van deze wetsontwerpen een onderzoek heb ingesteld en daar bij op verschillende bezwaren ben gestuit. De grondslag van de bijslagrcgoling is het verkenen van een uitkeering boven het pensioen „voor zoover daaraan bepaaldelijk behoefte bestaat", waartoe bepaalde nor men zijn gesteld. Beneden deze normen kan een bijslag worden gegeven, waardoor pensioen en bijslag gezamenlijk 320 pCt. van hel pensioen kunnen bedragen. Daarmede is inderdaad voor de oud- gepensionneerden met de kleine pensioe nen aan redelijke wenschen voldaan. Er is daarbij een differential!» in tweeër lei opzicht, ten eerste naar de klasste der gemeenten, waar zij wonen en ten tweede naar de samenstelling van het gezin. Daarbij is niet opgenomen een differen tiatie naar den rang of stand, waarin de oud-gepensionneerden te voren hebben ge leefd en dat was het, waarop ik doel de bij mijn uitspraak in de Tweede Ka mer. De wel, betreffende de nadere bestem ming van de bezittingen van het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité van 26 Juni '26 (Staatsblad no. 210), krachtens welke wet de bijslagen kunnen worden verleend, eischt, dat er aan de uitkeering bepaaldelijk behoefte moet beslaan. Het verder gaan zou in strijd zijn met de wet. Veeris is er dit bezwaar: waar zouden dan do grenzen moeten worden getrokken bij de verschillende groepen van oud-ge- peusionneerden En eindelijk noem ik als bezwaai, dat een zoodanige maatregel zou moeten gelden niet alken voor de mili- taiie gepensionneerden, maar voor alle ge- pensienneerde oud ambtenaren, zoodat de consequenties van een dêrgelijken maat regel verstrekkend zouden zijn. De bezwaren zfju alzoo deze. Ie Een uitkeering boven het pensioen kan slechts g< schied-ui op grond van „be paaldelijk bestaande behoefte", waartoe be paalde normen zijn gesteld, benedon die normen kan een bijslag worden gegeven, die het pensicc-n opvoert tot 320 pCt. 2e. Differentiatie is wettelijk slechts toe gelaten naar: a. de klasse der woongemeente; b. de samenstelling van het gezin; niet dus naar vroegere© rang of stand. 3e. Een andere regeling zou moeien gelden niet alleen voor de militaire gepen- sionneerden, maar voor allo gepension- neerde ambtenaren; de consequenties er van dienen te worden beoordeeld in het licht van den financieelen toestand. Wanneer minister van Dijk, na vol daan te hebben aan zijn toezegging een onderzoek te zullen instellen, komt te staan voor bezwaren, die liij niet vermag terzijde to stellen, kan hem moeilijk een verwijt treffen als tusschen de regels door is te lezen in het stuk van „Een Vader lander". Ten slotte: De heer De Geer heeft „met nadruk gewezen op het onrecht den oud- gepensionneerden aangedaan" en zou ge zegd hebben „dat er geen toonbaar motief meer is" om hun aanspraken niet to erkennen. Deze aanhaling is niet juist, wijl uit haar verband gerukt. De heer De Geer verwees op 16 Pebr. '37 naar hetgeen hij gezegd had op 7 De cember 193 3. Dat was dus vóór de tot stand gebrach te bijslagregeling van 1934. Het ging in 1937 over iets anders, n.k over korting op pensioenen (herbe rekening der Indische pensioenen). De re geering wilde die herberekening doen gel den van 1 Mei '37 tot 1 Mei '40. De heer De Geer diende ten amendement in, strekkend om het jaartal 1940 te verande ren in 193S. Waarom? Omdat hij meende, dat anders het wets ontwerp zou worden verworpen. En aan die verwerping zou z.i. oen „groot nadeel" ^/Tk zal vandaag nog „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE en bu'-ip zich. Ook de officier moest zich bukken en volgde hem op den voet. Al leen de commissaris, die de kleinste was van de drie, kon rechtop loopen in die boogvormig overwelfde gang. Voetje voor voetje kropen ze vooruit, vlak achter elkaar, hun lantaarn in de eene, hun browning krampachtig in de andere hand. Zoo bereikten ze een breede foorl, ter rechter zijde uitkomend op dien onderaardschen tunnel en toegang gevend tol een donkere ruimte. Daddy belichtte het inwendige. De an dere twee kwamen naast hem slaan en lieten ook het schijnsel van hun lantaarns naar binnen vallen. Toen zagen ze voor ben een ouden grafkelder. Tentalien dood kisten stonden er opgestapeld. In den hoek lag een harnas en een maliën kolder. En tegen den muur stond, rechtop, een baar dige ridder in vol ornaat. Een 'tegen stak dwars door zijn licbaam heen on zat vast m den steen daarachter. Zoo kwam bet, dat de gevreesde, wraakzuchtige Wai- demai van Golheborgh nooit was ge vallen. Dr.e honderd jaren had hij daar zoo geslaan, gepriemd' aan den muur, en nog, nog zat er vleesch op zijn gebeente, nog was op het bleeke, uitgeteerd© gelaat den grijns te lezen, waarmede hij den dood' was ingegaan. Want door de bizondere lucht in dlien kelder, zoo kond en zoo droog, was Waidemars lijk volkomen ge conserveerd en drie honderd jaren lang voor ontbinding gespaard gebleven. Drie honderd jaren. En al dien tijd had Waidemars vuist zijn degen omklemd gehouden in zijn op geheven arm... totdat hij bezoek kreeg van iemand, die het waagde dien arm te beroeren. Als bij tooverslag was toen de opgerichte degen naar omlaag gestort Nog stond graaf Waldemar van Golhe borgh daar, vastgeklonken .aan den stee nen muur, maar nu lag d'e vermetele, die hel gewaagd had hem aan te raken, voor zijn voelen. Vol cnlzeltmg staarden ze naar dit vreeseüike tafreel. Spookachtig danste het schijnsel van hun lantaarns op en neer m hun bevende handen, dwars over den baardigc-n ridder heen en de doodkisten, d.e naast hem stonden, dwars over den ongeiukk.ge, die na drie honderd jaren voor zijn voeten was neergezegen. Do®.- kexe «chadnwen vlogen op on neer door de enge ruimte, langs muren en zolde ring, nu eens den eenen hoek, dan veer den anderen in duisternis hullend. Alle drie huiverden. Alle drie bogen ootmoedig het hoofd. Dan knielde Daddy neer naast den ge vallene, trachtte hem op te beuren. Te vergeefs. Karl Messing was dood en ge heel verstijfd'. Een hartverlamming ten gevolge van een doodelijken schrik had een einde aan zijn leven gemaakL XXIX., Donderdagnacht half een. Langzaam stond1 de detective op. Hij wilde wat zeggen, maar d© woorden wilden niet dadelijk over zijn lippen komen. Zijn keel was droog, zijn hart bonsde. „We moeien hem'hier vandaan zien te sleepen," zei hij eindelijk op fluistertoon, „cn liefst zoo vlug mogelijk. Landhof, als jij ons wilt bijlichten, dan zullen de com missaris en ik hem naar het portaal dra gen. En steek je browning niet in je zak, maar blijf op je hoede." De officier knikte. Toen, voorzichtigs, lilden Daddy en Feld'slag den ongelukkige j op. Karl Messing was gekleed1 in smoking DONDERDAG, 7 April 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 M. 8—9.15 KRO. 10 NCRV. 11 KRO. 2—12 NCRV. 89.15 en 10 Guunofoon. 10.15 Mor gendienst. 10.45 Gramofoon. 11.30 Gods dienstig halfuur. 12 Ber.chlen. 12.15 KRO- orkest. (11.10 en 1.301.40 Gramo foon.) 2 Handverkuurtje. 2.55 Gramo foon. 3 Vrouw onhalf uur. 3.30 Gramofoon. 3.45 Bijbellezing. 4,45 Gramofoon. 5 Cur sus. 5.30 Gramofoon. 5.40 Orgel. 6.45 Esperanto. 7 Berichten. 7.15 Journalistiek overzicht. 7.45 Reportage. S Berichten. S.15 Collegium Musicorum en de Leeuwarder Bach-Vereen. 9 Lijdensmedi tatie, 9.30 Concert. (1010.05 Berich ten). 10.30 Gramofoon. 10.45 Gymnas tiekles. 11 Gramofoon. Ca. 11.5012 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 M. AVRO-Uitzending. 8 Gramofoon. 10 Morgenwijding. 10.15 Gramofoon. 10.30 Orkest. 11 Kniples. 11.30 Omroeporkest en solist. 12.30 Gra mofoon. 1.15 Ensemble. 2 Voor de vrouw. 2.30 Ensemble. 3 Kniples. 3.45 Viool ©n piano. 4 Voor de zieken. 4.30 Viool en piano. 4.50 Voor do kinderen. 5.30 Aeolianorkest. 6.30 Spertpraatje. 7 Voor d© kinderen. 7.05 AVItO-DansorkesL 7.30 Engelsehe les. S Berichten. 8.10 Omroep orkest ©n solist. 9 Reportage. 9.20 Or gel. 9.35 Gramofoon. 10 De Twilight Sorenaders. 10.45 Orgel. 11 Berichten. Hierna: Het AVRO-Dansorkest. 11.40 12 Gramofoon. Droitwich, 1500 M. 11.25 Continental Players m. m. v. so list. 12.05 Dansmuziek. 12.50 Radio- tooneel. 1.20 Dansmuziek. 1.50 Orkest en solist. 2.40 Zang. 3.10 Causerie. 3.35 Orkest m. m. v. soliste. 5.05 Gramofoon. 5.20 Kwintet. 5.50 Gramofoon. 6.20 Be richten. 6.40 Causerie, 7 Orkest. 7.50 Oikest. 8 20 Revue-programma. 9.20 Be richten. 9.40 Causerie. 9.45 Orkest. 10.20 Korte Kerkdienst. 10.40 Kwintet. 11.20 12.20 Orkest. Radio-Paris, 1648 M. 6.55 7.20 en 9.10 Gramofoon. 11.10 Orkest. (Om 12 50 Zang). 205 Clave- cymbel. 2.20, 3.20 en 7 35 Zang. 7.50 Operette-uilzending. Keulen, 456 M. 5.30 Gramofoon. 6 30 Orkest. 11.20 Or kest en soliste. 1.30 Gevarieerd concert. 3.20 Orkest. 4 30 Orkest, vocaal sextet en pianoduo. 6 30 Gramofoon. 9 50 11.20 Oikcbt, Cither orkest, Kamerduo en solisten. Brussel, 322 cn 484 M. 322 M. vVlaamsch)11.20 Gramofoon. 11.50 Witte Moriaenen. 12 Salonorkest. 12.50 Witte Moriaenen. 1—1.20 Gramo foon. 4 20—5.05 Dansorkest. 5.50 en 7.20 Gramofoon. 7.35 Orkest en Man nenkoor.. 9.30—10.20 Gramofoon. 484 Mt. (Fransch): 11.20 Gramofoon. 11.50 Orkest. 12.501 20 Gramofoon. 4.20—4 50 Muzikale causerie. 5.35 Sa lonorkest. 6.35 Gramofoon. 7.20 Orkesc en Gramofoon. 9.30—10.20 Ememble voor Oude Muziek. D e ii tscli I an ike ml c r, 1571 M. 6.30 Orkest en solisten. 7.20 Orkest en solist. (8 208.35 Buitschlandecho). 9.20 Berichten. 9.50 Fluit en viool. 10.05 Be richten. 10.20 Concert. 11.20—2 20 Nacht- concert. SCHIEDAMSCHE RADIO CENTRALE Donderdag 7 April. Programma 3. Keulen 8. Parijs Radio 9.50. Radio F. T. T. Hord 1105. Parijs Radio 11.20. Brussel (VI.) 12.20. Keulen 1.20. Dan- marks Radio 2.20. Keulen 3.20 Brussel (VI.) 4.20. Keulen 4.30. Parijs Radio 5.20. Droitwich 6.20. Keulen 6.40. Brus sel (Fr.) 7.20 Brussel (VI.) 9.20. Boe dapest 9.45. Keulen 10.20. Danmarks Rad'io 11.20. Programma 4. Brussei (VI.) 8, Diversen 8.20. Regio nal 10.35. Droitwich 3 35. Reg'onal 6 20 Droitwich 7. Programma 5. Luxemburg 8.20 Concert. Diversen 10.50. Brussel (Fr.) 11.20. Diversen 1.20. Luxem burg 2.50 Concert. Brussel (VI.) 4.50. Luxemburg 6.05 Concert. Diversen 6.20. Brussel (VI.) 7.20. Diversen 8.30. Luxem burg 8.50 Concert. Brussel (Fr.) 9.20. Diversen 10.20 verbonden zijn, n.l. „onrecht" tegenover de oud-gepensionneerden. De heer De Geer beredeneerde dit kort saam gevat aldus: Voorbeen gold voor pensioenrecht het beginsel dat het pensioen een soort „lijfrente" was, een vastgesteld en onveranderlijk bedrag. In 1933 is een ander beginsel geko zen, n.l. dat van „de verzekering van een redelijk levensonderhoud", d.w.z. dat het pensioenbednag kan worden veranderd, bijv. naar de kosten vatn levensonderhoud. Nu was voor 1933 de rech tsaanspraak der oud-gepensionneerden op herwaardee ring van hun pensioen afgewezen opgrond van het teen gehuldigde beginsel, het vastst aand bedrag. „Ik heb er zelf aan meegedaan", bekende de heer De Geer. Slaar zei hij, in 1933 heb ik reeds be toogd, dat, wanneer voor een nieuw be ginsel gekozen werd, daaruit noodzakelijk volgen moest een andere houding ook te genover d© oud-gepensionneerden. In dat verband nu sprak de heer De Geer van „tweeërlei weegsteen". Maar hij voegde er aanstonds bij en dat verzwijgt „Een Vaderlander": „Welnu, mijnheer de voor zitter, het nieuwe standpunt is aanvaard door de regeering en door de Kamer. De regeering is nu zij het wat laat te rade gegaan om de noodzakelpe conse quentie voor de oud-gepensionneerden daar uit te betrekken". Werd nu het regeeringsvoorstel door de Kamer verworpen, omdat deze „de korting met het oog op den finan- en droeg ©en eigenaardige, grijs-geruite pet. De officier ging hen intusschen voor en zag opeens licht op het por taal, aan den voet van die lange Irap. Een schok ging d'oor hem heen en met kloppend hart, zijn browning vast om klemd, liep hij naar dat licht toe. Her kende dan al heel gauw de athletische gestalte van Max Messing, d.e een flik kerende kaars in de hand had. „Wal is hier te doen?" vroeg de jonge reus angstig- „Ik kag toevalt'g dat gat in de blauwe zaal..." „Ga naar boven," beval de officier en zijn stem klonk heesch. „Er is h:er een ongeluk gebeurd'." Max ging. En even later droegen Daddy en Feldtelaa het lijk van Karl Messing weg uil de oude grafkamer, den tunnel door. 'Op het portaal nam de detective, geholpen door de andere twee, den droeven last over zijn schouders en toen aanvaardden ook zij den tocht naar boven, de officier voorop en de commissaris geheel achter aan. Langzaam klommen zij omhoog- Daar hoorden ze weer het klotsen van het water en verder ging het. 'Op den eer sten omgang stond Daddy even stil en zuchtte d'iep. Heel in de hoogt© zag hij het licht van de blauwe zaal, wier licht kroon een verblindend schijnsel om zich heen spreidde. Zwijgend vervolgde hij zijn weg. Do officier dook het eerst op in de blauwe zaal. Even knipperde hij met zijn ©ogen, zag dan Max en Willem ©n Lena en Mina en Pietje met nieuwsgierig© blik ken rondom het open luik staan. Hij wendde zich tot den jongen Mes sing. „Het is uw vader," sprak hij zacht, en groote tranen welden op in Max' oogen. Vlak daarop verscheen Daddy. De of- cieelen toestand niet meer zoo noodig" achtte, dan zou er ook „geen toonbaar motief meer zijn om de aanspraken der oud-gepensionneerden niet te erkennen*'. Ik meen hiermede „Een Vaderlander" aangetoond te hebben dat minister Van Dijk precies gedaan heeft, wat hij beloofde en geef mijn geachten onbekende „Vader lander den raad voortaan juist te ci- teeran Intussc'icin, mijnheer de Redacteur zeg ik u hartelijk dank voor de mij ver leende plaatsruimte, onder mededeeling dat door znrj niet meer zal worden gediscussi eerd met „Een Vaderlander" met gesloten vizier. VAN KATWIJK Jansz. Faillissementen. Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf Co N .V Amsterdam. Uitgespioken: S. F. Daniels, caféhouder, Rotterdam, Sumatraweg 3. R.-c.mr. G. L. van Es. Cur.mr. IC. W. Zieleman, Rotterdam. L. v. d1. Graaf, Rotterdam, TOarmoezier- straat 5. R.-c.: mr. G. L. van Es. Cur.: mr. S. de Waard, Rotterdam. L. van Wingerden, Rotterdam, Kruiskade 93, voorheen Ridderkerk. R.-c.: mr. G. L. van Es. Cur.: mr. J. A. Fruin, Rotter dam. Piet-er Bebelaar, Rotterdam, Nieuwe Bin nenweg 257a. R.-c.mr. G. L. van Es. Cur.: mr. Th. L W. H. Goeman, Rotter dam. ficier, geholpen door Willem, nam den droeven last van hem over en legde dezen neer op een paar haastig bijeen geseho ven stoelen. De eemg overgebleven Mes sing boog zich over zijn vader heen en barstte in snikken uit. Daar vertoonde zich ook de commis saris. Zoodira hij boven was, gooide hij het luik dicht. Dan staarden allen naar deu doode, getroffen door het verdriet van den zoon, die sprekend op zijn vader ge leek en in hartstochtelijke ontroering diens Land in de zijne genomen had. „Vader, o, vader" schreide hij in zijn wanhoop, zou, dal het allen koud om het hart werd. Daddy ging zachijes naar hem toe, troonde" hem weg van. den overleden© en d'eed hem plaats nemen in een stoel. Dan liet hij hem wat water drinken, hem door de meisjes gebracht. Langzaam aankwam Max tot beuaren. En toen hij eindelijk wat kalmSr gewor den was, zag hij den detective dankbaar aam „Is is is vader vroeg hij zacht. „Neen," stelde Daddy hem gerust. ,Uw vader was met het spook van Go.be-- borgh. Met alles, wat hier gebeurd is, heeft hij niets te maken gehad'. Bij moét- al een dag oif drie dood zijn, waarschijn lijk tengevolge van een hartverlamming. Een zucht van verademing ontmapte Max' lippen. Deze wetenschap was een heele geruststelling voor hem. Inlusjchen hadden Landhot en Felüsldg het lijk onderzocht, in het bizonder mens papieren, terwijl Willem hem de pet ha aften orn en. (Wordt vervolgd). (DENK EROM MEVROUW, DAT U IN UW A VELO WASMACHINE ALLÉÉN RINSO GEBRUIKT 3 RINSO GAAN KOPEN De vooraanstaande Velo Waschmachinemaatschappij beveelt steeds Rinso aan om in alle Velo wasmachines te gebruiken. Enduizenden huisvrouwen hebben het reeds geconstateerd: met Rinso komt de wasmachine het best tot zijn recht. In een oogwenk een overvloedig sop, dat in anderhalf uur al het wasgoed van 5 personen prachtig wit maakt voor slechts 12| cent. Dat is het resultaat, dat U alleen maar met de „overvette" Rinso - kan bereiken. En niet alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe! Bovendien heeft Rinso nog een bon voor geschenken. R33-0309

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 6