1 0 traks wel! Oude bouwwerken in Bremen Gestroomlijnde auto's Dc zwevende stempel door let Hoogers. Ieder, die de beide kinderen zag, dacht altijd: „Wat hebben die twee aardige ge zichten! Ze zien er zo verstandig uit, ze zullen later zeker flinke mensen worden," En zij, die dat dachten, hadden ook ge lijk. Hans en Riek hadden ook werkelijk aardige, verstandige gezichten. Ze woonden een kwartiertje buiten de stad, in een mooi huisje. Ze hadden alles wat hun hartje hegeerde en hielden veel van elkaar. Maar ze hadden allebei één fout: ze stel den altijd alles, wat ze doen moesten uit en zeiden altijd: „O, dat doe ik straks wel". Zo kwam het ook, dat ze op school tot de slechtsten van de klas behoorden, hoewel za een goed verstand hadden. Als moeder vroeg: „Riek, heb je je huiswerk al ge maakt?" zei Riek: „Ja moeder, allang!" Maar dat was niet waar. Ze dacht dan: „Ach, dat huiswerk, dat doe ik straks wel" Maar meestal had ze er geen tijd meer voor en moest ze 's morgens vlak voor ze naar school gmg, nog gauw, gauw haar werk maken. Het huiswerk was dan ook bijna nooit goed gemaakt en zat altijd vol fouten. Met Hans was het net zo. Hij was twee jaar ouder dan Riek en zat twee klassen hoger, maar ook hij stelde altijd alles tot iet laatste nippertje uit. Het was heus vreselijk met de kinderen. Ze hadden gemakkelijk de eerste uit hun Mas kunnen zijn, maar omdat ze altijd al le» .straks wel" deden, waren ze nu de allerslechtste. Ze bedorven alles voor zich zelf, overal kwamen ze altijd te laat. Ieder, 'die hen kende zei, dat je op Hans en Riek nooit kon rekenen en omdat ze ook altijd nog een of ander verhaaltje verzonnen, om zich eruit te redden, zeiden de mensen, dat ze altijd jokten en dat je niets moest ge loven van wat Hans en Riek vertelden. Hun vriendjes en vriendinnetjes lieten hen langzamerhand ook in de steek en wilden niet meer met hen omgaan. Maar Hans en Riek 'trokken zich nergens wat van aan en .speelden Taltijd samen. Hun vader en moeder hadden er erg Veel verdriet van, dat de kinderen zo slor dig en lui waren. Ze probeerden het hun op alle mogelijke manieren af te leren, ga ven hun standjes en praatten heel lang en ernstig met hen. Elke keer zeiden Hans en Riek, dat ze voortaan heus beter op zouden passen en alles meteen zouden doen, wat ze moesten doen, maar elke keer waren ze dat na een half uur alweer vergeten en waren weer even lui als tevoren. Toen het vacantie was geworden, mocht Haas bij opa en oma gaan logeren en Riek zou na een weekje ook komen, „Heb je alles nu goed in orde? Heb je niets vergeten en ziet alles er netjes uit?" vroeg moeder de laatste avond voor hij weg ging. „Ja, natuurlijk, moeder!" zei Hans. Maar toen moeder alles nog eens nakeek was het natuurlijk niet in orde. Daar ontbrak iets aan en hier was iets ka pot. Moeder was echt boos over zijn slor digheid. „Kijk nu toch eens wat voor ve ters je in je schoenen hebt! Je bent nu toch al een grote jongen, moeder hoeft je toch niet alles te zeggen. Hier zijn een paar nieuwe veters, doe die nu maar in je schoenen!" „Ja, ja", bromde Hans en hij dacht: „Dat doe ik straks wel!" Natuur lijk vergat hij de veters helemaal. De vol gende morgen stond hij op het allerlaatste ogenblik op. Moeder had hem al lang ge wekt, maar hij bleef zo lang mogelijk in zijn bed liggen. Het was ongeveer twintig minuten lopen van hui3 naar het station. Staande at hy gauw een boterham en toen hjj zijn schoenen aantrok, ging die ellen dige veter kapot! In zijn grote haast legde hij een,knoop in de veter, maar toen hij het andere eind een beetje strakker aan trok, ging die knoop kapot! Radeloos holde hy naar moeder. „Heeft u een paar veters voor me, moeder?" riep hij. „Maar ik heb je toch gisteren net een paar nieuwe ve ters gegeven!" Ja, maar waar waren die nu weer? Waar had hy ze ook weer ge legd? Hij haalde alles overhoop, zocht in elke kast en eindelijk vond hij ze Maar toen hij aan het station kwam, zag hij juist de laatste wagen van de trein onder de kap uitrijden. En dat alles kwam al leen, doordat hij de vorige avond te lui was geweest om de veters direct in zijn schoenen te doen. Maar toen gebeurde er iets, waardoor Hans en Riek in één keer hun luiheid af leerden. De vacantie was alweer voorbij en ze moesten weer elke dag naar school. En nog steeds waren ze even lui en stelden alles uit tot „straks". Ze waren net op het kantje over gegaan en in de nieuwe klas was het weer precies hetzelfde liedje. Ze maakten hun huiswerk niet goed, kwamen bijna elke dag te Iaat en vertelden dan al lerlei jokkentjes om geen straf op te lopen Als moeder hen vroeg een boodschap voor haar te willen doen, antwoordden ae: „Ja, hoor moeder, straks wel!" En moeder had er steeds meer verdriet van, want 2e begon te geloven, dat haar kinderen nooit meer flinke, verstandige kinderen zouden wor den en ïnplaats daarvan steeds luier en slordiger. En toen gebeurde het! Hun vader had een oude auto, waar hij elke dag mee naar zijn werk ging. Hij zag er wel niet meer zo erg mooi uit, maar je kon er toch nog heel goed mee ;rjjden Op een dag merkte vader, dat het oliereser voir kapot was. Hij was van de stad naar huis gekomen en toen hij uit de auto stap te, zag hij, dat er een breed spoor van olie op de weg lag Hjj liep naar binnen en riep Hans en Riek, „Vooruit jongens, gauw! Ik moet direct met de auto naar de garage. Gooien jullie nu vast gauw zand op dat oliespoor, want het is erg gevaarlijk, als het zo blijft liggen!" „Ja", knikten Hans en Riek. Maar ze zeiden tegen elkaar: „Dat doen we straks wel. We moeten Wolf eerst nog dat kunstje leren." Wolf was de grote herdershond En een ogenblik later dachten geen van beiden meer aan het zand e de olie. Na ongeveer tien minuten kwam een man op een motorfiets voorbij rijden en een paar seconden later hoorden de kinde ren een vreselijk lawaai en een luid ge schreeuw. De kinderen liepen gauw naar de weg en zagen toen wat er gebeurd was. De motorrijder was met zijn motor in het spoor van de olie gekomen, de motor was geslipt, de man had toen de macht over zijn stuur verloren en was tegen een boom aan gereden. Daar lag hij nu en hij kreunde van de pijn. De motor was helemaal ka pot Juist kwam vader terug van de gara ge. Hy begreep direct wat er gebeurd was en ging naar den man toe. Ondertussen wa ren er nog meer mensen bij gekomen en had iemand den dokter opgebeld, die een paar minuten later al bij hen was en den man in een auto meenam. De kinderen zeiden niets en gingen stil naar huis. Ze begrepen heel goed, dat het ongeluk nooit had kunnen gebeuren, als zij zand over de olie hadden gestrooid. Vader was met den dokter en den motorrijder in de auto meegegaan naar het ziekenhuis, om zo gauw mogelijk te kunnen horen of de wonden ernstig waren. Heel stil zaten Hans en Riek in een hoekje en. wachtten tot vader weer thuis kwam. Wat duurde dat wachten lang! Maar eindelijk kwam hij dan toch en toen hoorden ze, dat het gelukkig nogal mee was gevallen en dat de man over een paar dagen weer uit het ziekenhuis weg zou mogen gaan. Nu de grcte spanning voorbij was, begonnen de kinderen te huilen van opluchting tfn ook van schaamte. Door hun schuld moest die arme man nu zoveel pijn lijden. Ze konden aan tafel bijna niets eten en kropen heel vroeg in bed. Het bleef gelukkig goed gaan met der» motorrijder, maar vader moest een hele grote boete betalen, omdat hij niet ge zorgd had, dat de olie van de straat was weggeveegd" of er geen zand op gestrooid was. En het leek wel alsof deze gebeurtenis de kinderen wakker had geschud. Ze be grepen plotseling, hoe gevaarlijk het kon zijn, als je niet altijd direct deed wat je moest doen en van die dag af, deden ze allebei hun best om zo gauw mogelijk al hun werk en hun boodschappen af te ma ken, Zo is het met hun beiden toch nog goed afgelopen en werden ze werkelijk la ter flinke mensen, zoals de mensen vroe ger al van hen gezegd hadden. Een paar weken geleden hebben jullie kunnen lezen over „sportwagens en spor tieve wagen". Nu zullen we een auto eens van een heel andere kant bekijken, zoals we hem meestal niet kunnen zien. Op de plaatjes zien jullie de twee hoofd bestand- delen van een auto, het onderstel en de carosserie. Dit is het model van een heel nieuwe auto. Zoals jullie kunnen zien, is het onderstel ook in stroomlijn gebouwd, zodat het helemaal met de carosserie over eenstemt. Een dergelijke auto, kan op de autowegen, die steeds meer in ons land worden aangelegd, een grote snelheid be reiken. Op die autowegen rijden de meeste auto's erg hard. Er kan daar ook nooit een auto van de andere kant komen, omdat je op een bepaalde baan, maar in één rich ting mag rijden. De weg, die voor de an dere richting bedoeld is, wordt meestal door een lange heg of door bomen van de andere weg gescheiden Jullie weten zeker allemaal wel, dat ze op het ogenblik bezig zijn zo'n autoweg van den Haag naar Utrecht te maken. Men kan er nu al tot Woerden op rijden. Ook van Rotterdam naar Amsterdam leggen ze er een aan, en daar zijn ze ook al een heel eind mee op geschoten, In deze stroomlynwagens moet er na tuurlijk goed voor gezorgd worden, dat de mensen in de auto gemakkelijk kunnen zitten, zodat ze zo min mogelijk van de hobbels op de wegen merken. Nu zal je wel zeggen, dat op die mooie banen de weg helemaal glad zal zijn. Dat is meestal ook wel zo, maar omdat je zo hard rijdt, lijkt 't zelfs alsof lange glooiingen in de weg, korte bobbels zyn. Dat kunnen juliie zeker wel begrijpen. Als bijvoorbeeld een ren- wagen in vliegende vaart over een bobbel tje rijdt, dat je, wanneer je gewoon rijdt, nauwelijks zou merken, dan kan hij daar door wel eens een halve meter opspringen. Daarom moet een auto natuurlijk nog eens extra goede veren hebben, als je er goed hard mee wilt kunnen ry'den. De zit plaatsen zijn dan ook tussen de assen aan gebracht, omdat je daar het minst last van stoten hebt. OOK SNUGGER. „Wat een prachtige wandelstok heeft u daar." „Ja, hij Is wel erg mooi, maar het is jammer, dat hy een beetje te lang is." „Maar laat er dan een stuk" vanaf ha len!" „Maar luistert u eens even, ik zal toch niet zo dom zyn, om die prachtige ivoren knop eraf le laten halen!" „U hoeft hem toch ook niet van boven korter te laten maken! Van onderen moet u er een stuk af laten snijden." „Van onderen? Waarom van onderen' Hij is me toch van ónderen niet te lang!" Scheepvaarttentoonstelling geopend. Op deze afbeelding zie je het prachtige beeld van een heraut, dat zich bevindt voor de Oostelijke ingang van het raadhuis te Bremen. Dit werkstuk van den beeld houwer R. Maison drukt op waardige wy'ze het grootse verleden van Bremen uit. Na tuurlijk weet je, dat Bremen deel heeft uit gemaakt van de oude koopliedenvereni ging de Hanza, die in de late Middel eeuwen de handel op Noord- en Oostzee beheerste. Als zodanig heeft Bremen ge durende vele eeuwen een grote welvaart gekend en wanneer je in het oudere stads deel komt, treffen je direct de sporen, van dat grootse verleden, door de vele deftige huizen met mooie, dikwijls rijkversierds gevels, de kerken en nog vele andere bouw werken, kerken, beurs, raadhuis, enz. Ook nu nog behoort Bremen tot de belangrijk ste handelssteden van Europa en dezer da gen is een tentoonstelling „Bremen Sleu tel der Wereld", geopend, waar van deze roemrijke geschiedenis een duidelijk beeld wordt gegeven. Voor onze postzegelverzamelaars. Iedere postzegelverzamelaar weet wel, dat in alle landen wel eens postzegels met een z.g. overdruk zijn uitgegeven. Deze overdruk verandert de waarde van de postzegel. Nu gebeurt het heel dikwijls, dat de postzegels zonder overdruk veel voorko men en daardoor ook goedkoop zijn, ter wijl die met een overdruk nogal zeldzaam zijn en daardoor ook erg duur. Meestal is OVERMOEDIGE OLIFANTEN. In Indië treft men dikwijls lange rijen bomen, die omvergegooid zijn. Eerst dacht men, dat het-door de storm kwam, maar nu is gebleken, dat olifanten, die in'een overmoedige bui overal hun krachten op beproeven, daar de oorzaak van zijn. een overdruk niet moeilijk na te maken en daar hebben vervalsers dan ook al dik wijls gebruik van gemaakt. Ze namen dan de gewone goedkope postzegels en zetten daar nog achteraf een valse overdruk op. Maar de verzamelaars laten zich niet zo gauw voor de gek houden en hebben zo langzamerhand al heel wat vervalsingen ontdekt. Hoe kan je nu vaststellen, of Jen. ppstzegel nog achteraf,een overdruk kreeg of niet? Dat is tamelijk eenvoudig; op de plaats waar de stempel en de overdruk samen komen,-kijk je welke druMaag boven ligt. Want als de postzegel echt is, moet de ove> druk natuurlijk onder de stempel liggen. „Ja, maar kan je dat dan zien?" zullen jullie misschien vragen. Zeker kan je dat zien, we zullen nu een klein proefje sa men doen, waardoor we het kunnen begrij pen» In werkelijkheid is het natuurlijk niet zo gemakkelijk als hier. We nemen een heel gewone enveloppe, waar een postzegel opzit, die gestempeld is. Als we nu de postzegel door een ver grootglas bekijken en wel zó, dat we door het glas de zegel zo groot mogelijk zien, dan doen we een merkwaardige ontdek king. Het lijkt of de postzegel en de stem pel niet meer ia hetzelfde vlak liggen, maar of de stempel enige millimeters bo ven de postzegel zweeft Net zo'n schijn bare scheiding zien we wanneer we een postzegel met een overdruk door een ver grootglas bekijken. EEN SC IP MET OREN. Op een der stoomboten van de Hamburg Amerikalijn, het vlaggeschip „New- York", neemt, men tegenwoordig proeven met een nieuw, toestel. Men wil geluiden, al van een verre afstand kunnen horen en ook de'richting waar ze vandaan komen precies nagaan Het is een nieuwe uitvin ding van een Oostenrijks officier. Het zal van veel belang zyn voor de scheepvaart, vooral tegen de gevaarlijke vijand van den zeeman, de mist. Het apparaat heeft twee grote oorschelpen, die ruim een meter in doorsnee zyn. Ze zyn werkelijk ongeveer net zo gebouwd, als het menselijk oor, ze bestaan ook uit twee delen, de oorschelp en de inwendige organen, die het geluid verder brengen. De proeven, die er tot nog toe mee genomen zyn, schijnen goede re sultaten te hebben. 7 A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 8