ruisfocnf Verslag van den Gemeenteraad Radioprogramma's Vergadering van Vrijdag 1 Juli 1938 's middags 2 nar. Voorzitter: burgemeester mr. dr. F. L, J. van Haaren, II. ïnterpelfatie-aanvrage Verzoek om toeslemming tot bet hou den van een interpellatie door het iid van den gemeenteraad ,den heer B. Kodde, be treffende het verbieden door den burge meester van een openbare vergadering van de afdeeling Rotterdam en Omstreken van den Xieuw-Maltfausiaan schen Bond, De Voorzitter vraagt of dc heer Kedde zijn aanvrage handhaaft. De heer Kodde (comm.) an two-cult be vestigend. De Voorzitter: Wcmcbt u uw aan- vrage nog toe te lichten? De heer Kedde (comm.) beseft, dat hij alleen eenige opmerkingen kan maken ovei de noodzakelijkheid om de interpellatie te houden; op de zaak zelf zal hij niet in gaan. Spr. meent dat ieder, uie onbevangen tegenover deze zaak staat, overtuigd zal zijn van de noodzakelijkheid der interpel latie, omdat het onmogelijk is de geheelo materie, naar het hier ener gaat m schriftelijke vragen en antwoorden te be handelen. Om het vergaderingsreeht. Het gaat niet om den Kieuw Maithu- siaaiisüieii Bond en de geweigerde verga dering alleen; dat is slechts de aanlei ding, die i an zelfsprekend met van de zaak zelf is los te maken. Maar bet gaat in wezen otu veel belangrijker zaken, u.l. over de vraag of hier te Schiedam nog het recht bestaat om vrij in het openbaar to Vergaderen. Is dat recht niet in gevaar? Spr. beantwoordt die vraag met; Ja; do burgemeester zegt: Neen en beroept zich daarbij op een artikel van de wet. Maar in dat artikel leest spr. niet de bevoegd heid, die de burgemeester er aan memt te kunnen oatleenea. Ea nu gaat het er om deze aangelegenheid van zooveel mo gelijk kanten te belichten. Het aantal conflicten over de bevoegd heden van de leiding en van besturen zijn, grooter dan eenlgen tijd geleden. Het op treden van den Kieuw Maitbusiaansclien Bond brengt aan het licht, dat er in den lande een chaos heerscht voor wat be treft de opvatting omtrent de bevoegd heid van den burgemeester; toestemming en verbod wisselen elkaar af in bonte tij. De ééne burgemeester zegt: Ik heb niet de bevoegdheid om het optreden in het openbaar van den Nieuw Malthusiaanscben Bond te verbieden en een andere burge meester verbiedt wel openbare vergaderin gen van dien bond. Over deze aangelegenheid moet de raad zich kunnen uitspreken en daarom is deza interpellatie noodzakelijk. DkiorLaJe tendeazea. In de huidige maatschappelijke ontwik keling treedt een versterking van de dic- toriale-tendenzen aan het licht. En zoodia die zich voordoen, moet de raad er oogen- blikkeüjk bij zijn om die te bespreken, om dat deze een gevaar zijn voor ieder. Dit maal betreft het een verbod van oen ver gadering van den Nieuw Malthusiaanschen Bond, maar morgen kan een andere groe peering in de bevolking iets dergelijks overkomen. Op grond van deze overwegingen acht spr, het noodig een interpellatie te hon den, waarvoor spr. de toestemming van den raad vraagt De taak van. den burgemeester. De Voorzitter zegt, dat het feit, waar over het hier gaat, bekend is. De heer Kedde had vragen gesteld, die beantwoord zijn, maar door de beantwoording is de heer Kedde niet bevredigd en daarom vraagt deze een interpellatie aan. Formeel is dat alles iu orde. De beer Kedde meeat een interpellatie te moeten houden, omdat de burgemeester een verkeerd gebruik van zijn bevoegd heid zou hebben gemaakt. De heer Kedde doet het voorkomen, als of de hoogste overheid haar standpunt zou hebben bepaald, zoodat het niet tot de taak van den burgemeester behoort over de zelfde zaak nog eens een beslissing to nemen. Als de hoogste overheid zich heeft uitgesproken, heeft de burgemeester zich daar naar te richten. Maar met de zaak zóó te stellen vergist de heer Kcdd© zich. De hoogste overheid zegt n.h in geuon- deele," welke vereenigïngen behooren tot de groep, aan wie niet kan worden toe gestaan openbare vergaderingen te houden; dat zegt de Gemeentenet met on ook met de hoogste overheid. Maar de wet zegt wei, dat dit een Ler- lein is, waarop dc burgemeester bizonder waakzaam moet zijn. De burgemeester heeft le waken voor de handhaving der open bare orde en de goede zeden en in dit verband geeft de wet de criteria aan, die de huigemees ter bij zijn beslissing te toet sen heeft ROMANCE UIT DE MIDDELEEUWEN 27; „Goede God!" riep O'Neill terstond uit en daarop snel: „Houd het gelaat bedekt, Kolhra. in deze stad." „Ben je blij mij le zien?" vroeg zij. Hij kwam nader en klopte baar merrie cp den nek „Ik kan je niet zeggen hoe blij ik ben je te zien," zeïde hij. „<rer zijn nog eenige personen, die je kent," zeide zij, zich naar haar volge lingen omwendend, die glimlachten en bun voorhoofden ter begroeting aanraak ten. „Fn ook eenige, die je niet kent, maar die niettemin je vrienden zijn." Hij ging naar hen toe en schudde hun hartelijk de hand. „Ben je gekomen, om de Luisterrijke Woonstede te zien, Kothra?" „Ja en om onzen vriend1 O'Neill te zien. Gaat alles goed met je?" „Alles wel en met jezelf?" „Alles goed bh de Boni Iskender. En ik Beperking. Als de wet de bevoegdheid van den bur gemeester wil beperken, dan zal da wet gever daartoe een besluit moeten nemen en dienen te bepalen, dat een zeker on derdeel van de handhaving van de open bare orde en de goede zeden niet onder des burgemeesters bevoegdheid valt. Iti dit verbond wil spr. verwijzen naar de Bioscoopwet. Vroeger had de burgemees ter tot taak te beoordeel en, of een film vertoond kon worden, zonder dat daar door de openbare orde en de goede zeden in gevaar werden gebracht. De wetgever heeft toen gezegd: Aan den burgemeester wordt de beoordeeling of een film in strijd is met de goede zeden onttrokken; het eventueel nemen van maatregelen ter hand having der openbare orde is aan hem ge laten, De vraag echter o£ een film in stnjd is met de goede zeden is dus niet moer ter beoordeeliDg overgelaten aan don bur gemeester. Maar iu hei onderhavige geval heeft de wetgever geen uitzondering gemaakt Deze heelt dus niet gezegd; Als grj te oordeelea hebt over een vereeniging die een open bare vergadering wil houden, dan moet gij gaan kijken, wat wij uitgezonderd heb ben. Dat heeft de wetgever nooit gezegd. Het Ambtenarenverbod, Ook de hoogste uitvoerende autoriteit heeft zich op Let zelfde standpunt gesteld als spr, met name ten aanzien van het z g. Ambtenarenverbod. Niet de wet heeft daaromtrent een beslissing genomen, maar de regeering heeft een lijst opgemaakt van vereenigingen, waarvan ambtenaren geen lid mogen zijn of worden. De heer Kolde zegt misschien: Dat is een regeling door de ministers getroffen en die zijn aangewezen om dergelijke be slissingen te nemen; staat het ook zoo met den burgemeester? Spr. wil er dan op wijzen, dat alleen, de wet in deze beslist en die zegt: Burgemeester, doe gij wat ge doen moet voor de handhaving der openbare orde en de goede zeden 1 Algtmeenc criteria, UaarLij kan deze echter niet naar eigen wenschen handelen; neen, hij is gebonden aan criteria. Wie voor de openbare orde en goede zeden moet waken, moet zijn beslissingen toetsen aan de algemeene gegevens van de wet Hij kan dus niet toegeven aan een gril, maar moet zoo objectief mogelijk oordeelea Daarbij is het niet uitgesloten, heb berichten voor je. O'Neill, en ge schenken." „Ik zal mijn onderbevelhebbers even eenige orders geven," zeide hij, de boog schutters naoogeiid, „en dan ben ik tot je dienst Kothra en zal je gids zijn naar het plateau van de Rots." Terwijl hij zich haa-he naar den troep, wenkte hij tien grooten .Moor achter haar. „Luister, Joeasoef es Senoessi, het is niet geraden, dat de zuster van AU baar ge laat m de stad vertoont zij moet met koppig zijn begrijp je mij?" De Moor knikte. „Ja, <-jeik, ik begrijp hek" Nu zij tezamen waren, mark e hij zich bezorgd over haar verblijf in Jeruzalem, want hoewel keizer Fxederifc allen Mos lems den toegang tot de Mo.-.kce van Omar hatl toegestaan, toch was het geen uit- noixlicing om heel ernstig op te nemen, want Frëderik was ver weg en in el-Aska, de kerk der Tempeliers, op het plateau van de Luisterrijke Woonstede, waren steeds zwaarden en messen, verlangend naar Moslemach bloed. Het kon zoo ge makkelijk gezegd! worden, dat de Sara- eeensche bezoeker gemeenheden had ge uit over het Kruis van Christus en dat de aanvaller door de Orde werd gestraft. Ook voelde O'Neill, dat wat hij aan in vloed bezat, bij die alleen bij de Engel- sche troepen in el-Koeds, de Heilige, had en hoe lang dat zou duren, wist hij niet. W:ar za ook ging, steeds was or tea zachte geur om haar heen, een gear van koel water en kleine bergbloemen. Als zij dat A in strijd met de algemeene criteria acht, wat B daarmee niet in strijd meent te zijn. Als dat verschil van inzicht een omvang zon dreigen aan te nemen, dat gesproken zou kunnen woeden van een chaos en van beslissingen, die op wille keurige gronden worden genomen, zon de wetgever ingrijpen, evenals hij b.v, ge daan heeft bij het in het leven roepen van de Bioscoopwet. Thans echter heeft de wc-tgever alleen algemeene criteria aan gegeven. De burgemeester beslist, -Us deze zaai Lij den rechter kwam, zou deze moeien uitmaken, of het houden van een openbare vergadering door den Nieuw Malthusiaanscben Bond gevaar zou kurmen opleveren voor d© openbare orde en de handhaving van de goede zeden. Fn als die vraag aan den minister werd voorge legd', zou deze moeten beslissen. In dit ver band wil spr. er even aan herinneren, dat toen genoemde bond rechtspersoonlijkheid aanvroeg, de minister heeft gezegd: Ik er ken dien bond niet. Het gaat hier echter niet over wat de rechter of de minister zon doen; het gaat hier over een beslissing van den burge meester. En zoo lang de wet geen ander aanwijst heeft de burgemeester tot taak hier een beslissing te nemen, omdat hij te naken heeft voor do bandhawng van de openbare oide en de goede zeden, op grond waarvan hij ook b.v. schouw *«rg- voorstellingen enzkan verbieden. Daar over bestaat geen. verschil van meening. De heer Kedde gaat dus van een ver keerd beginsel uit. Het terrein uitgebreid, Is li ude raad het aangewezen lichaam om deze kwestie te behandelen? Do burge meester is, zoo men weet, niet verplicht te antwoorden op vragen hem in den raad gesteld in verband met maatregelen tot handhaving der openbare orde en goede zeden, maar als er reden toe is en dat nuttig kan zijn, is spr. altijd bereid ge weest gevraagde inlichtingen t ©geven. Als het hier een kwestie betrof, die alleen ligt op liet terrein van den burgemeester, dan zou spr. zeggen: Laten we de zaak hier bekijken. Maar een tweede grond, waarop de heer Kedde zijn inteipellatie-nanvrage baseert is: Is hier nog recht? en hij beantwoordt 2elf dadelijk die vraag met©r moet gewaakt worden tegen het gaan in dicta'.oriale rich ting. Daarmee komt men op ©en terreinieep Kedde heeft zeïf gezegd Hier kan zóó dat zeer uitgebreid is m waarvan het en eM,rs ;m(jers Een a]g^ verbreden van de vergadering van denj meene j voor het gohw!e 3aJld cr Nieuw Malthusiaanscben Bond slechts een; - ondeideel is. Tien-, ja honderdtallen geval-; 3en zijn dan in het debat te betrekken: het; Aanklager en geen verdediger, houden van optochten, het opwoeien van i Er js echter nog een ander© overweging, bepaalde tconeelsLukkenLet opreden van jjg neig van grooter be eekenis is, waarom de politie, enz. enz. j Sj)r_ Gp eea interpellatie van den heer Ked- De wetgever stelt zich op bet standpunt, de niet zal ingaan. Spr. zou, omdat hij de DONDERDAG, 7 Juli 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 M, AVRG-uitzending. 8.00 Gramofoon, {Om 8.30 Berichten). 1O.0C Morgenwijding. 10.15 Gramofoon. 10.30 Viool en piano. 10,55 Declamatie. 11.16 Orgel en zang, 12.00 Kovacs La- jos (Om 12.15 Berichten). 1215 Gramo foon. 1,15 Carel Albert's ensemble. Ia de pauze: Gramofoon, 2.45 Omroep-or- kest 4.00 Voor zieken en thuiszitf enden. 4.30 Gramofoon. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Kovacs Lajos en solist* 6.30 Cau serie. 6.43 Sjiortpraatje. 7.00 De Staal meesters en solist. 7.30 Gramofoon. 8.00 Berichten. 8.15 Gramofoon. 9.00 Radio- tooneel 9.45 Omroeporkest en koor, In de pauze* Gramofoon. 11.00 Berichten, hierna to( 1200 „The jumping Jacks". Hilversum II, 310,5 M. 8.00 -9.15 KRO. 1000 NCRV. 1100 KRO. *2.00—1200 NCRV. 8.00—9.15 Gramofoon (Om 8.15 Berich- ten). 10.00 Gramofoon. 10,15 Morgen dienst 10.45 Gramofoon. 11.30 Cause rie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoon. 12.30 KRO-Orkest. (1.00—1.15 Grams* foon). 200 Ilandwerkuurtje. 3.00 Gra mofoon. 3,45 Bijbellezing. 4.45 Gramo foon. 5 00 Cursus. 5.30 AU Round-Sextet. In de pauze: Gramofoon. 7.00 Berichten. 7.15 Gramofoon. 7,458.00 Reportage, 8.05 Berichten. 8.15 Tamboers- en pij- ^persrorps „Jtihal". 9.00 Declamatie 9.30 Vervolg concert 1000 Berichten. 10.05 Hollandsch Strijktrio. In de pauzeGra- mofcon. 10,45 Gymnastiekles 11.00 Gra mofoon. Ciiea 11.501200 Schriftlezing Droitwich, 1500 M, 11,25 Orgel. 1205 Kleiu-Orkest. 12.35 Voordracht 1 20 Gramofoon 1.50 Orkest 2.35 Piano. 3.10—3,30 Declamatie, 3.35 Orkest m.m.v, soliste. 5.05 Gramofoon. 5.20 Sextet. 5.50 Piano en zang, G.20 Berichten. 6.45 Orgel. 7,20 Troïse and his Mandoliers. 7.50 Diave Frost Band. 8.20 Orkest en solisten. 9,05 Strijk-or- kest en solisien. 10.00 Korte Avondwrj- ding 10.20 Berichten. 10.45 Orkest 11.30 Orkest. 11.5012.20 Dansmuziek. Radio Paris, 1648 M. 8.10, 8.559 05 en 10.30 Gramofoon. 12.40 Orkest (Om 1.50 Zang), 3.05 Zang 3,20 Piano. 4 20 Zang. 5.20 Radiotooneel 8.35 Piano 8 50 Selectie operette „Le ilulla" 105011.05 Gramofoon. Keulen, 456 M, 6.50 en 7 30 Gramofoon. 8.50 Orkest m koor 10 20 Volksliederen. 12 20 Or kest, 2,30 Populair concert 4.20 Amuse mentsorkest en solisten, 6.40 Kano. 7.30 Amusementssextet .8.20 Orkest, so listen en sprekers. 10.50 Orkest 12.20 3.20 Orkest en solisten, Brussel, 322 en 484 M. 322 M. (Vlaamsch) 12.20 Gramofoon, 1250 en 1.30 Salon orkest 1.50—2.20 Gramofoon. 5.20 Orkest en gramofoon. 650 Gramofoon 7.23 Zang, 8.20 Salon orkest en solist. 9.20 Koor en solist 10.30—11.20 Gramofoon. 84 M. (Fransch), 12.20 Gramofoon. I,30 Bausorkest. 1.50—2,20 Gramofoon. 035 Dansorhest 7,35 en 8,20 Gramofoon 9 20 Orkest. 10.30—10.50 Gramofoon. Deuibthlaadsender, 1571 M. 7,30 Orkest en solisten, 8.20 Declamatie 8.30 „Die lustigen Weiber ven Windsor" 10.20 Berichten, 10 50 Cello en piano, II.05 Berichten. 11.20 Dansorkest. 12.20 Klcinorkest en solist. 1.15 Tijdsein. 1,26 2.D0 Concert. SCHIEDAMSCHE RADIO CENTRALE Donderdag, 7 Juli 1938. Programma 3. Keulen 8. Parijs Radio 10,50. Regional 11.05. Radio P.T.T. Nord 12.05. Parijs Radio 12.20. Brussel (VI.) 1.20. Brussel (Fr.) 1.50. Regional 2.20 Keulen 4.20. Brussel (VI.) 5.20. Brussel (Fr.) 7.05. Keulen 7.20. Brussel (VI.) 8.20. London Regional 9.05. Brussel (Fr.) 9.20, Brus sel (VI.) 10.20 Diversen 1G.30. Kouten 11.20, Programma 4. Brussel (VI.) 8. Diversen 9.*2Q. Droit wich 10.35. Regional 12.50. Droitwich I.20. Parijs Radio 3.10. Droitwich 8.35. Programma 5. Luxemburg 8.20 Concert, Diversen 9.20. Luxemburg 10.35 Gramofoon. Diversen II.25. Luxemburg 12.20 Comedian Har monists. Brussel (Fr.) 12.35. Luxemburg 12.50 Gramofoon. 1.20 Gramofoon. 1,45 Erna Sack. 2.05 Piano. Pauze 2.20. Keu len 2.30. Diversen 3.20. Luxemburg 3.50 Concert Keulen 5,50. Pauze 6.20. Luxem burg 6.35 Reportage en Gramofoon. Di versen 7.15. Luxemburg 7.50 Concert. Brussel (Fr.) 8.50. Keulen 9.05, Luxem burg 9,20 Gevar. progT. dat het niet wenscheüjk is over dergelijke aangelegenheden in het openbaar inlichtin gen te verstrekken; niet, omdat er iels te verbergen zou zijn, maar omdat bet in 't algemeen niet goed is dezo zaken in het openhaar te bespreken. Hier is geen sprake van willekeur ge weest ,als dat zoo was, zouden er wegen zijn om daaraan een einde te maken. Niet bereid te antwoorden. Als men. spr. vraagt: Bent u bereid op de vragen, die do heer Kedde hier wil stellen in te gaan? dan antwoordt spr.: Ik ben daartoe niet bereid. Niet uit on welwillendheid, maar op grond van de overweging, dat deze aangelegenheid ligt j moeten zijn, vergunning niet verleend heeft, hier als aanklager van den. Nieuw Malthusiaanschen Bond optreden terwijl die hond in deze vergadering niet in staat is zijn zienswijze daar tegenover te stellen. Onder deze om standigheden de interpellatie I© houden lijkt onredelijk. De juridische zijde. De burgemeester zal voor zich zelf en eventueel voor liöogere autoriteiten zijn beslissing moeten rechtvaardigen. Hier kan toch moeilijk! een uitspraak vallen: Do bur gemeester heeft ten onrechte de vergunning geweigerd. Een dergelijke uitspraak zon op een juridiscben grondslag gefundeerd op het terrein van do bevoegdheid! van den burgemeester en zich niet leent voor een bespreking in een openbare raadsvergade ring, want als men daarover spreekt, komt ook het stelsel van den Nieuw Malthusiaan scben Bond in het geding en do vraag of die bond zijn stelsel al of niet tc-n rechte pro pageert. Naar buiten kan een debat over deze aangelegenheid geen enkel nut hebbdi. De nau-t hem door de vermoeiende soekhs van Jeruzalem liep, in welker spleten nog de hitte en de stank van den stervenden zomer hing, voelde 'O'Neill een herinnering aan de lente, die een droom was geweest, een .©ctetijd, dien men vreeade, dat nim mer zou ternjrheeren. Passender dan de rijmen van den Rommanz de la Rose, die Josïe'jm steeds zong, scheen ieder gebaar, iedere' stap van haar. Alien in Jeruzalem, de Eagelsche ridders en hoogschatters, wisten dat zij een sjeik was van den stam, die O'Neill in den strijd had ge- amen genomen, "diat zij hem verzorgd liEihfen in zijn ziekte en grootmoedig liad- dr-n vrijgelaten, en dat hij haar nu alle vriendschap, die zijn vermogen lag, be toonden, vonden zij slechts natuurlijk; nie mand wi«t echter, dat zij ©en vrouw was, behalve misschien Josselyn, die, naar O'Neill begon in te zien, achter zijn non- cha'ante houding en smaak een verstandig oordeel verborg. Sir Otho Trelawney noodigde den jongen sjeik aan tafel. ■O'Neill was bevreesd, dat do dikke Corn waiter zich aan tafel da een of an dere mannelijke aardigheid zou veroor loven die haar zou kunnen kwetsen, maar de zorgvolle man stond spoedig van tafel op en liet haar, zich. verontschuldi gend, met O'Neill «n Josselyn alléén. Trelawney's houding jegens O'Nei'l was er een van verontschuldiging; hij kon de ■woorden, van den grootmeester tot zipi luitenant niet kwalijk nemen, daar hij in zag hoe de gewichtige geheime bedoelin- Het is dus geen onwelwillendheid, maar om de zaak „in-zich", dat spr. zich niet gerechtigd en niet geroepen acht op een interpellatie als de heer Kedde wil houden, in te gaan. Persoonlijk wil spr. met don heer Kedde de kwestie nog we] eens behandelen, maar niet in het openbaar. Mocht de heer Kedde zijn aanvrage om een interpellatie 'te houden toch handhaven, gen, die hij koesterde, met de plannen van den Tempel moesten overeenstemmen en hij voelde ook, dat hij zijn onderbevelheb ber zonder bescherming had gelaten. O'Neill bad hem reeds gezegd: „Ik wenschte, dat u zich niet bezorgd zoudt maken," maar hij maakte zich des te meer bezorgd Met de bedoeling O'Neill's gast een be leefdheid te bewijzen, gaf hij haar een prachtig lia'.iaatisch zwaard ten geschenke, dat ip met ernstige hoffelijkheid aan nam. Den volgenden morgen ontving de Comwaller ridder twee groote smaragden voor zijn gemalin en een prachtige merrie uit het landschap Nedjd voor zichzelf. De Engebcl.man kwam daar waar Kothra, O'Neill en Josselyn. bijeen zaten; hij had de sm'.ragden in de hand. „Maar ik kan d*at alles niet aannemen, jonge sjeik," zeide hij. „Mijn vader, sjeik Haroen, ik zelf en mgn neven Abdullah en Mohammed heb ben u deze gezonden om de volgende re den," verklaard© Kothra. „Toon sjeik ■O'Neill hij ons was, hebben wij hem Kef gekregen en later hoorden wij, dat bij zonder geld en uitgeput je vergeeft het mij, waarde O'Neill in Jeruzalem aan kwam. En u nam hem op, sir, toen bij in moeilijkheden, was. Wij1 zijn atl-en vriendf-n, Arabieren en Christenen, zelfs niettegenstaande wij strirjden en ook dat kan gedaan worden op een hoffelijke, sjeik- waardige wijze en hoewel O'Neill niet een der oiizen wild© worden en onze tuinen en kleine rivieren van Damascus ontvlood dan zal de raad daarover moeten, beslissen. Het is den raad niet onbekend, dat de burgemeester, wat betreft de maatregelen tot handhaving van de openbare orde en de goede zeden ,'geen verantwoording schul dig is aan den raad, dus niet verplicht fcn wordten tot het beantwoorden van vragen, in den raad gesteld. De Kon. besluiten stellen zich op het standpunt, dat de ver plichting tot antwoorden niet opgelegd kan worden, zoodat het dus overgelaten wordt aan het beleid' van den burgemeester of deze al of niet wil antwoorden op vragen, die de handhaving van de openbare ord© en, de goede zeden betreffen. Ge vod van plicht. Het is het gevoel van plicht geweest, om zijn taak zoo goed mogelijk te vervullen, dat spr, er toegeleid' boeft de vergunning voor een vergadering te weigeren. Als spr. de vergadering doorgang had laben vinden, zou hij, naar zijn opvatting, iets verkeerds hebben gedaan; ioLs, wat zich niet rijmt met wat valt onder handhaving van de openbare orde en de goede zeden. Volgt daar nu uit, dat een burgemeester, die een dergelijke vergadering niet ver biedt .in zijn plicht te kort schiet? Bij de beantwoording van die viaag ment men in het oog houden, dat de beoordt«ding Van wat al of niet toelaatbaar is op dit gebied', ten deele afhankelijk is van d© opvatting van den persoon, die de beslissing heeft te nemen. 1 (JFordf vervolgd). om naar Jeruzalem terug t© gaan, toch achten wij ia Damascus en in de woestijn hem 7vt hoog. En wij wenschen vrienden te zijn met vrio hem vriendschap be'oo- nc*i. Trelawney werd bleek en heok nair den grciuiplotseling rend© hij de kamer uit. „Maar wat heb jk gedaan, O'Neill'?' vroeg zij verschrikt „Wat 3ieb ik ge- zepd? Heb ik de ©en of andere vreest! ijko domheid begaan? O lieve God," zij weende bijna. „ïk tmb hem op een o£ ander© manier baïecdigd en hij zal den!;.en, dat de Arabieren vlegels zijn. O'Neill, mijn. hart is bedroefd." „Neen, neen," zeide Miles troostend. „Luister, Kothra, het is do Engel sche ma nier* hit. is zoo verrast dial hij geen woor den kan vinden. Dat is alles, hij is zeer aangedaan, dat is alles." Js dat het, 'O'Neill? Ik bon blij; hij moet je wel zeer genegen zijn.*' Hij zeide tot haar: „Kothra, ik zal een lastpost voor je zijn, maar als je de Ziyarah onderneemt, den pelgrimstocht naar de Rots, dan zal ib bij je moeten! zijn." „Je bent geen lastpost, O'Neill en hef zal goed zijn een vriend bij ra ij te heb ben terwijl ik hid!." Dat was alles wat zij zeide on hij wa3 blij, dat zjj geen vra gen stelde. Hij kon niet goed liegen en bet zon verbazend moeilijk geweest zijn om toe te geven, dat, niottagensflaosida het edict van da keizer, 'het leven van een Arabisch sjeik niet veilig was.^ (]Vorrlt verviljd). _5--Vv »,».kPlE.lL. i! .site.-. Ad l I t

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 6