mr m
A
B
II
TWEEDE BLAD
SCHiEDAMSGHE COURANT
5
1
S
DE LEGENDE VAN DEN
SCHOORSTEEN.
OPLOSSINGEN
vindt men elders in
dit blad
5
Otk^.v G ËtsQ
SINTERKLAAS ALS OPROERMAKER.
Wat kreeg Mina voor haar
Sinterklaas?
St. 1 ficolaas On üpanniif s=l *af ina
PA IS GOED AFÜ
„Nu", zegger de jongens en
meisjes, ie dit plaatje be
kijken, ,Pa is goed af, zeg!
En 'tzijn allemaal dingen,
waar hij best mee in zijn schik
zal zijn
En misschien denkt de een
of ander ook wel: „Hé, dat
brengt me op een goed idee.
Ik liep er al over te verzinnen,
wat ik Pa nu eigenijk moest
geven; naar nu weet ik het
ineens
Zoo ziet men, dat er in een
puzzle soms veel meer zit, dan
velen zoo op het eerste gezicht
zouden zeggen. Doel daar
gaat het nu niet om. "Wat we
moeten vinden, is de oplossing;
daar is het ook een puzzle
voor.
Het merkwaardige van deze
tien geschenken is, dat de be
ginletters va deze goede ga
zen, mits ze in de goede volg
orde worden plaatst te za-
men een Sint Nicolaaslekkemij
vormen.
Ieder vindt- gemakkelijk de
beginletters; nu is het nog
slechts de vraag, ze in de
goede volgorde te nlaatsen.
Welke is die leikemij
AT.S 6 DECEMBER NADERT....
De winkels vol licht, d'étalages staan vol,
De kinderen zijn nu bij voorbaat al dol.
Zij gaan met Mama er des middags op uit,
En drukken hun neuzen plat tegen de ruit.
Zij kijken bewond'rend, want daar ligt
[een schat.
Een stoomboot, een vliegboot, ik dit,
[ikke dat.
„Zij" zoekt naar wat mooi is, heel fijn,
[elegant,
'n Manlijke modezaak krijgt haar tot klant.
„Hij" kijkt en hij zoekt en hij weet maar
[niet wat
Hij koopen zal voor zijn aanminnige schat.
En Vader en Moeder, zij kijken nog laat
Des avonds, hoe 't met hun financiën staat.
Voor Keesje een spoor, voor Marietje
[een pop,
Niet te duur, anders is al ons geld
[spoedig op.
Voor Wimpie een grasgroene wol-papegaai
Daarbij nog voor allen een pop van
[taai-taai.
Dan gaan Po en Ma er te zamen op uit,
Ma kiest en Ma koopt en Pap; draagt
[den buit.
Aan iederen ingc daar bungel een pak
En Ma zegt: Man, dit kan nog wel ih je zak!-
Hti zwoegt en hij zweet, hij is dik als
[een beer.
Ma kent straks haar eigenste ega niet meer.
En gaan ze naar huis, dan loop* Pa op
[een draf
De touwtjes, die snijden z'n vingers
[haast af
Dan gaan ze aan 't rijmen, dat valt soms
[heel zwaar,
Maar harten en smarten, dat rijmt p
[elkaar.
De kinderen droomen intusschen in bed:
St. Nicolaasvreugd' en St. Nicolaaspret!
Maardenkt nu te midden van koek,.
[chocola,
Temidden van vreugd eens 'n oogenblik na.
Er zijn er zoovelen of kent U ze niet?
Voor wie Sinterklaas is een dubbel verdriet.
Zij zien bij hun armoe al 't mooie daar
[staan,
Zij zien er de vreugde van anderen aan.
Kom, denk bij uw vreugde eens aan
[hun verdriet,
.Vergeet hun ontbering en armoede niet
H. P. B.
Ik stond op een langen en zonnigen weg,
Naar 't schéén in gedachten verzonken,
Ik had en 't is goed, dat ik 't eventjes
zeg
Niets anders dan théè nog gedronken.
Ik was dus, zooals men dat uitdrukt
[brandschoon,
Zoodat men me niét kan verwijten
Hij kwam van een fuif, of zoo iets, heel
[gewoon.
O, neemaar, ziehièr da: de feiten:
De boomen, die stonden finaal op hun kop,
Al zult U et bijna niét gelooven,
*t Is waar, ik vertel u hier eerlijk geen mop,
Een auto reed, Ondersteboven
Vldk voor me dook eensklaps (een
[griez'iig gezicht)
Een man op, geheel zónder beenen,
Steeds grooter en grooter, vergeet
[het niet licht,
Er ffftwas-ie plots weer verdwenen!
Wat verder nóg één, met z'n hoofd naar
r [omlaag,
Een nachtmerrie leek het, ja waarlijk,
Maar wat of het iseerlijk waar,
[maar dié vraag
Is heusch niet zoo héél wonderbaarlijk 1
Misschién hebt U zélf Uw opinio laar,
En bent U expert in die zaken
I
DER
Donderdag I December 1938. No. 22033.
In verband met het rijden door de lucht
en het door den schoorsteen naar beneden
komen, kunnen wij een oude, een oeroude
legende uit den tijd van na de Germanen
achterhalen. Het gold immers bij de Ger
manen als een vaststaande overtuiging, dat
de schoorsteen de verbinding vormde
tusschen de hoogere wezens en de sterve
lingen, vooral de ouderwetsche breede
schoorsteen, de aloude offerstede, welke
steeds het middelpunt was in het huiselijk
leven. Door den schoorsteen immers dalen
de geesten tot den huiselijken haard af,
maar verdwijnen al spoedig bij het aan
leggen van centrale verwarming.
TcT
WEL.... ZEET MAAR: HET ZIJN, VAN BÓVEN NAAR BENEDEN:
1. De hoofdfiguur, waar alles om draait!
2. Een lekkernij speciaal voor kinderen 1
3. Waarmee St. Nicolaas in ons land arriveert.
4. Rondspreiden.
5. Bet St. Nicolaascadeau /oor ?aps 1
Het geboorteland va den Kindervriend.
7, Hèt woord, dat met St. Nicolaas rijmt op „hart".
8, Schepter.
9, Heilige.
10. Ondeugend. (Ook dit hoort vaak bij St. Nicolaas)
11. Een belangrijk onderdeel voor de kinderen in St. Nicolaastijd.
12. Wat kinderen véél doen, in dezen tijd.
13. Verrassing.
14. Sint Nicolaaslekkemij (ook voor de ouderen).
15. Wat St. Nicolaas gebruikt om te „strooien".
16. Waarvoor No. 11 's avonds wordt neergezet 1
Er zijn ook minder gelukkige geschiede
nissen van Sinterklaasviering. Dat het
echter zoo erg kon worden, dat men den
Heiligen mar: voor „oproermaker" ging
uitmaken, zullen niet velen weten. Het
was in de Residentie in 1782. Den Haag
was van boven tot onder en van binnen en
buiten politiek. En de Hagenaars waren
door de politiek leelijk van de kook ge
bracht. De Patriotten deelden de lakens
uit, hetgeen de Prinsgezinden natuurlijk
alles behalve goed konden vinden. Even-
we! hadden zij weinig of "niets in de pap
te brokken; maar om eens te toonen, dat
zij er ook nog waren, namen zij de vroo-
lijkheid van den St. Nicolaasavond te baat,
sierden zich met Oranje, trokken „bel
letje" bij enkele Patriotten en riepen zoo
hard zij konden „Oranje boven De Pa
triotten schrokken hiervan natuurlijk vree-
selijk en zagen in dit alles niets meer of
minder dan een oproer van ongehoorde
afmetingen, aangestookt door den armen,
schuldiger Sinterklaas. De heeren Pa
triotten, wel wetend, dat zij machtig en
sterk waren, verklaarden St. Nicolaas van
zijn rang vervallen en zetten eenige Prins
gezinden de stad uit. Dit is de „beruchte
Haagsche Sinterklaas".
SINTERKLAAS OP DE WADDEN.
Op de Waddeneilanden viert men het
St. Nicolaasfeest op merkwaardige wijze.
Op Ameland heeft men er twee dagen
voor noodig, nl 4 en 5 December. Den
4en >ec. 's middags begint het „klein
Sinterklaas", waarbij de kinderen ver
kleed zijn. Zij dragen maskers, blazen op
toeters en fluiten en zetten elkaar voort
durend achterna onder het geroep „boe!
boe
Om alf 5 komen de jongens van 12-18
jaar, de baanvegers, die de straat komen
zuiveren van het grut, ieder, die zich niet
snel genoeg verwijdert, aansporend met
stokken. Dit gaat door tot 5 uur, waarna
ieder gaat koffiedrinken. Later wemelt het
op straat van verkleede „sinterklazen".
Den volgenden dag zijn de ouderen de
baanvegers; alles, wat beneden de 18 is,
moet binnen blijven. In de herberg komen
dan alle verkleede mannen bijeen Het is
dus ;:igenlijk meer een Carnavals- dan een
St. Nicolaasfeest.
DE VERGISSING VAN' ZWARTE PlEi.
Op een avond, dat St. Nicolaas en
Zwarte Piet thuis waren, had St. Nicolaas
dorst en vroeg aan Piet om een glas water.
Het glas stond op een" plank in de keuken
en Piet kon er, hoe hij zich ook uitrekte,
niet bij Hij zei dit tegen St. Nicolaas, die
nu zelf het glas van de plank afhaalde.
Piet vroeg, noe lang St. Nicolaas was en
nu bleek dat deze 30 centimeter langer
was dan Piet. Piet ging nu naar den zol
der en haalde ::en kistje, dat precies 30
cm hoog was. Hij ging er op staan, doch
ook nu kon hij nog niet bij het glas op
de plank komen. Hoe kwam dat
Tt lEZEN Van Boven naivR.
T5ENE.BEP», VOL&ENS nftNSUUiMG
SINT NICOLAAS GEEFT EEN
SOMMETJE OP.
St. Nicolaas kwam op school en luisterde
eens naar de antwoorden, die de kinderen
gaven bij de rekenles; daarna vroeg St.
Nicolaas aan den meester of hij ook een
som mocht opgeven, wat de onderwijzer
natuurlijk goed vond.
St. Nicolaas begonEen tuinman had
twee rijen boomen laten planten, elk met
een evengroot aantal boomen. Daar de
boomen echter niet naar zijn zin waren
neergezet, liet hij uit de eene rij 25 boomen
weghalen en in de andere rij er bij zetten,
waardoor de tweede rij nu tweemaal zoo
veel boomen telde als de eerste rij
3t. Nicolaas zei verder, dat het kind, dat
de goede -oplossing wist - te krijgen, "net
zooveel pepernoten van Zwarte Piet kreeg
als er boomen in iedere rij stonden; je
begrijpt dat de heele klas ging zitten
rekenen.
Hoeveel boomen stonden er in iedere rij?
DIE SLIMME ZWARTE PIET!
St. Nicolaas en Zwarte Piet kwamen op
de terugreis naar Spanje door een dorp,
waar dien dag de kermis zou beginnen.
Alle menschen, dieren, tenten enz. voor de
voorstelling waren :>p het station aange
komen. De wilde dieren zaten in groote
kisten met tralies er voor, zoodat zij lucht
genoeg hadden tijdens de reis.
Bij het uitladen van een der grootste
kisten, waarin een leeuw zat, had er een
ongeluk plaats. De deur van de kist, die
eveneens van tralies was voorzien, sprong
door een onbegrijpelijke oorzaak open en
de leeuw ontsnapte.
Gillend van angst trachtte iedereen zich
in veiligheid te brengen en men vluchtte
naar links en naar rechts, Joch alleen
Zwarte Piet, die er natuurlijk ook bij
was, maakte op deze zenuwachtigheid een
gunstige uitzondering. Snel overzag hij den
toestand. Enkele «ogenblikken later had
hij zich zoo in veiligheid weten te bren
gen, dat de leeuw hem niet kon bereiken
en dat hij volkomen beschut was, net zoo
lang tot er hulp zou Komen opdagen. Op
welke manier had Piet zich weten te
redden
EEN ALOCiD FELST.
De eerste gegevens van de viering \an
Sint Nicolaas in ons land dateeren reeds
uit 1360. Toen werd n.l. in de oude reke
ningboeken van het archief te Dordrecht
al vermeld, dat de schoolkinderen behalve
vrijaf, ook teerpenningen kregen op den
Gden December
De kinderviering in de na-middeleeuwen
wordt in het algemeen zóó beschreven, dat
de kinderen op „St. her Niclaesdach" vrij
af kregen om te spelen met hun geschen
ken en versnaperingen, en dat ook toen
suikererwten en gebak, boeken enz. aan
de ieugd werden gegeven.
In Amsterdam was het hoogtepunt der
viering in de 16e en 17e eeuw de Sinter-
klaasmarkt op den Dam. Dagen te voren
gingen de Zwarte Klazen onder groot ru
moer de buurten rond, terwijl zij met ijze
ren kettingen op de straatkeien rinkelden
en op de deuren en ramen bonsden, terwijl
zij riepen„Synder ook quaje kijeren
WIE WIST TE GEVEN EN TE
NEMEN.
Om een geheel andere reden werd nog
een keur uitgevaardigd. De straatverlich
ting was in de 17e eeuw zeer slecht; wel
werd de Dam met kaarsen verlicht, maar
dit was te eenenmale onvoldoende. In de
duisternis, welke gewoonlijk heerschte,
wisten zakkenrollers temidden van de
drukte hun slag te slaan. Om aan deze
wandaden een einde te maken werd 4
Dee. 1663 verordend, dat de St. Nicolaas-
viering vóór het luiden van de poortklok
moest worden beëindigd. Ook dit hielp
wederom niet; de feestviering duurde
voort tot het middernachtelijk uur.
ST. NICOLAAS UITGEBANNEN.
De predikanten drongen er hij de Am-
sterdamsche burgemeesters op aan, dat
de openbare St. Nicolaasviering geheel zou
worden uitgebannen. Zij verzochten aan
„Hunne Edelachtbaren om de supersti-
tueuse insolection en groote exorbitantiën,
afgodische abuyzen dewelke op Sint Nico-
laidach en -avond pleegen te geschieden,
tegen te gaan en redres in de ydelheden
van genoemden dach en avond te nemen".
De burgemeesters ontvinger de jaarlijks
herhaalde verzoeken der predikanten zeer
welwillend en vaardigden dan ook een
menigte verordeningen uit, zonder dat het
evenwel mogelijk was de openbare viering
af te schaffen. In de 13c :c-uw hielden de
verordeningen op. Niet alleen Amsterdam
kende keuren omtrent St. Nicolaasviering,
maar ook Arnhem. Daar werd b.v. op 3
Dec. 1622 verboden den schoen onder den
schoorsteen te zetten.
DE SINT NICOLAASKLOK.
Zet, inplaats van de cijfers, létters, en
lees stèèds van den grooten wijzer, ni&r
den kleine S Dus ook, wanneer de groote
wijzer voorbij den kleine staat
Men krijgt dan, wanneer de klok staat
op....
10 u. 50 het begin van ieder sprookje»
5 u. 40 een seconde
2 u. 05 een afgekorten meisjesnaam,
3u, zitplaats
5 u. 35 een maat.
10 u. 30 deel van een woord.
3 u. 25 in.
Het geheel vormt een Sint Nicolaas
lekkemij
De kamp om
't damkampioen
schap is afgeloo-
pen; en daarvoor
heeft men zoo
veel geestdrift
aan den dag ge
legd, dat St. Nico
laas het bord met de witte en zwarte vier
kanten ook voor den dag heeft gehaald.
Ditmaal zal e» echter geen wedstrijd
op worden gespeeld met de bekende witte
en zwarte schijven, doch een wedstrijd
met letters
Hiervoor gelden overi
gens in het algemeen de
zelfde regels als bij het
gewone damspel. Het is
voldoende om de hier
onder aangegeven aanwij
zingen te lezen, ten einde
in staat te zijn, de oplos
sing te vinden.
Hier volgen bedoelde
aanwijzingen
Dit „damspel" bestaat
uit twee partijen, en elke
partij uit één regel.
De eerste begint links
bovenaan in het gemerkte
hokje, en eindigt in den
cirkel de tweede partij
begint rechts önderaan
en eindigt eveneens in een
cirkel.
Het is toegestaan te
schuiven, naar alle kan
ten, doch alleen van wit
naar wit!
Men mag slaan, zoowel
heen als terug over één
lettei tegelijk, wanneer
men die letter reeds één
maal heeft gehad,
Het geheel is een twee
regelig versje 1
Slaan over zwarte hokjes is niét toe
gestaan
En nu we het toch over dammen heb
ben wist u, dat het damspel al zoo oud
is Men neemt aan, dat het reeds 2000
jaar vóór onze j'aartelling door de Egypte-
naren werd beoefend; over den oorsprong
echter tast men in het duister. Er bestaat
grond voor de onderstelling, dat de Phoe-
niciërs het spel naar Griekenland hebben
gebracht, en dat de Romeinen het van de
Grieken hebben overgenomen.
Voor den ouden oorsprong van dit tijd
verdrijf pleit dat in het verste boek van
Homerus' „Odyssee" het damspel reeds
wordt genoemd.
Uit den betrekkelijk nieuweren tijd
weten wij, dat omstreeks 1723 een te Parijs
wonende Pool het spel overbracht op een
bord met 100 velden, zooals wij het thans
kennen althans hier te lande. In Enge
land Duitschland, Rusland, Polen, Spanje»
Italië en Amerika speelt men het op het
bord met 64 ruiten (schaakbord).