JANNEKE'S DROOM
1
m
r
1
Sé
m
m
De Jeugd en de Winter
Het eiland van
Robinson Crusoe
Kruiswoordraadsel
ff
□Kil
Wintertijd - Regentijd - Laar zen tijd
door let Hoogen
Vandaag was Janneke toch wel een beet
je érg laat aan het ontbijt! Ze moest heel
vlug opschieten» anders kwam ze zeker te
laat op school. Met grote slokken dronk ze
haar melk op en hapte haar boterham naar
binnen. Ze had nog precies tien minuten.
Ze moest rennen om nog op tijd te komen.
Boem, daar gooide ze haar mes en vork op
de grond.
„Kindje, wat ben je toch altijd onvoor
zichtig en gehaast:' zei moeder. „Kijk nu
weer eens aan, nu Iaat je weer je mes en
vork vallen. Je moet eens een beetje eer
der opstaan, dan hoef je je niet zo te haas
ten. Je wordt vroeg genoeg geroepen. Raap
het nu maar weer gauw op". Dat ook nog,
dacht Janneke. Ik ben al zo laat! Ze pakte
de vork en het mes van de grond, stak het
leren en u op tijd uit uw bed te halen*.
Janneke wist niet wat ze moest zeggen.
Ze vond het heel erg, dat die eigenwijze
slijpsteen haar een standje maakte, maar
ze wist toch ook wel. dat hij gelijk had.
.Sommige mensen zijn vreselijk ruw te
gen ons", zei de lepel weer. „Ze gooien
ons wel eens in de Iaden inplaats van ons
voorzichtig naast elkaar te leggen. Maar
soms, als het al te bont wordt, verweren
we ons."
„Ja", zei de vork, als de mensen met mij
een kurk van een fles willen trekken, steek
ik". ..Rn ik snijd zelfs", zei het mes.
.Jij moet je mond houden, als groten
praten", zei de lepel boos.
,£n snijden kan je pss, als ik je wat ge
leerd heb", zei de slijpsteen nu. „Maar me-
Jffl
laatste stukje boterham in haar mond, gaf
moeder een zoen, trok vlug haar jas aan en
holde naar buiten. Rennen moest ze. Er
was al niemand meer te zien in de straat.
Janneke liep zo hard ze kon en kwam
hijgend op het schoolplein aan. Net had
ze haar mantel op de kapstok gehangen en
liep vlug de klas binnen, toen de bel ging.
„Dat is net op tijd, Janneke' zei de juf
frouw. "Wanneer zal jij eens een beetje te
vroeg komen?" Janneke zei maar niets
meer. Ze wist het wel, ze was bijna elke
morgen te laat Maar soms liep ook alles
tegen. Vanmorgen zag ze opeens, dat er
een gaatje in haar kous was en ze kon geen
andere kousen vinden. Ze had een hele tijd
lopen zoeken. Zo was er altijd iets. Verve
lend, dat moeder nu weer boos was ge
weest, omdat ze die vork en het mes had
laten vallen. Moeder was altijd 20 voor
zichtig met alles. En de messen waren
nieuw. Als er maar niets aan kapot was
gegaan, daar had ze niet eens naar geke
ken.
Maar nu moest ze opletten, anders maak
te ze straks nog een onvoldoende beurt.
Toen ze die middag thuiskwam, vroeg
direct aan haar moeder, of er niets kapot
was aan haar mes en vork. Haar moeder
begon te lachen en zei: „Heb je daar nog
over nagedacht? Nee hoor, gelukkig niet,
maar je moet voortaan een beetje voor
zichtiger zijn". Verder spraken ze er niet
meer over. Trouwens, zoo hèèl erg was
het ook niet. Janneke liet we] eens meer
iets vallen!
Om vier uur ging ze vlug naar huis om
haar huiswerk te maken. Daar was ze een
tijdje mee bezig, toen ze plotseling haar
leesboek zag liggen. Ze pakte het op
en begon te lezen. Maar plotseling: boem,
daar viel het boek op de grond. Wat was
dat? Daar hoorde ze plotseling zachtjes
huilen, de bladen van het boek gingen
langzaam open en.. Janneke vertrouwde
haar ogen niet.daar stapte een lepel, een
vork en een mes uit het boek.
,Je hebt me gestoken", zei het mes snik
kend tegen de vork.
„Daar kan ik niets aan doen"*, antwoord
de de vork, „Janneke heeft ons laten val
len en toen was het ongeluk al gebeurd!"
,Ach wat ongeluk", bromde de lepel. „Jij
verwent dat mes te veeL Het zal heus niet
dood gaan van een paar prikken. Het moet
een flink mes worden. Janneke is wel een
beetje slordig en zorgt niet erg goed voor
ons, maar wij moeten niet zo kleinzerig
zijn. Misschien wordt Janneke ook nog wel
eens een flinke meid. 21e is toch op school
en ze moet goed leren. Het is erg, dat ze
soms liever gaat lezen Inplaats van haar
huiswerk maken. Dat doet ons mes ook. Ik
geloof, dat het het beste is om maar eens
een gouverneur voor hem te zoeken."
Toen hoorde Janneke weer een zacht ge
luidje en daar kwam een slijpsteen uit het
boek trippelen. „Mijn naam is Slijpsteen",
zei hij. ,Ik hoorde zo juist, dat u een gou
verneur voor uw kind zoekt, meneer Lepel
en hier ben ik al om me voor te stellen.
„Hij maakte .daarbij een stijve buiging,
want een slijpsteen kan zich natuurlijk
niet erg goed buigen.
Toen keken ze allemaal opeens naar Jan
neke, die al die tijd naar hen had gekeken.
De lepel maakte nu ook een buiging en
zei: „Neem me niet kwalijk, Janneke, dat
ik me niet eerder heb voorgesteld, maar
we hadden gewichtiger dingen te doen, zo
als je misschien wel hebt gemerkt. Maar
dit is mijn vrouw, de vork en dat kleine
ding daar is ons kind; het mes. Je kent
cms allang, alleen kan je nog niet goed met
rns omgaan. Je bent ook nog een beetje
te klein!"
Mti deed de slijpsteen een pas naar vo
re.: ;:n zei: „U zou mij zeker maar verge
ten. meneer Lepel, maar ik zal mezelf wel
vr,rr:<ellen! Ik ben de gouverneur van het
r:::. juffrouw Janneke. Ik moet oppassen
r' 1 het mes goed leert en zijn best doet,
-kt hel een flink mees wordt. Ik heb ge-
1 -er:!, dat u ook nog wel een gouvernante
z .1 kunnen gebruiken, om u netheid te
neer Lepel, daar hoor ik iemand aanko
men. Dag Janneke, tot ziens!"
En weer klapte het boek en opeens wa
ren ze allemaal verdwenen. Toen ging de
deur open en kwam moeder binnen. „KJjk
eens aan", zei ze, „daar zit me die Janneke
te slapen! Meisje, wordt een wakker, het
is Dog geen bedtijd!*'
Janneke zat ineens rechtop en wreef
haar ogen uit. Had ze geslapen? Dus dan
was het allemaal een droom geweest! Haar
boek lag nog op de grond, maar verder was
er niets te zien. Ze vertelde aan moeder,
wat ze gedroomd had en zei: .Maar nu ga
ik heus beter oppassen, moeder, want an
ders maakt de lepel nog meer aanmerkin
gen".
Moeder begon te lachen en zei: „Nou
kindje, dan is het toch ergens goed voor
geweest, dat je in bent geslapen. Help me
nu maar eens gauw tafeldekken!" en Jan
neke sprong viug op en hielp moeder mee.
Maar ze dacht telkens aan haar droom als
ze de messen en vorken neerlegde en ze
deed het deze keer voorzichtiger dan vroe
ger.
In de Stille Oceaan, 650 kun. van de kust
van Chili, ligt de eilandengroep Juan Fer
nandez. Op het grootste van de drie eilan
den. Massatïerra, leefde in het begin van de
ISde eeuw de bekende Robinson Crusoe,
van wien Daniel Defoe een levensbeschrij
ving heeft gegeven. Eigenlijk heette hij
geen Robinson Crusoë, maar Alexander
Selkirk.
In 1563 ontdekte de Spaanse kapitein
Juan Fernandez de eilandengroep. Hij was
op de terugreis van Callao naar Valpa
raiso en ging langs een andere weg, dan de
schepen tot nu toe waren gegaan. Daar
door kwam hij drie maanden eerder aan
dan hij verwacht werd De Spanjaarden ver
trouwden hem niet en zeiden, dat hij niet
eerlijk was geweest en brachten hem voor
den rechter. Maar de bemanning van het
schip getuigde dat haar kapitein de waar
heid sprak en toen beloonde de stadhou
der van Lima den dapperen ontdekkings
reiziger door hem het grootste eiland van
de groep te geven. Sinds dien dag heette
dat eiland Juan Fernandez.
Er worden steeds meer
kunstijsbanen aange
legd in de grote steden
van ons land en dat is
maar goed ook, andera
zouden wij bijna nooit
meer kunnen schaat
senrijden! Onze win
ters zijn meestal erg
zacht en we kunnen
nooit lang van sneeuw
en ijs genieten. Daar
om gaan steeds meer
mensen naar Zwitser
land om daar een „ech
te" winter mee te ma
ken.
Daar ligt de sneeuw
zo dik, dat je er tot aan
je middel inzakt en je
j hoeft er nooit bang te
i zijn, dat de ijsbaan
maar één dag open
blijft» zoals bij ons zo
dikwijls gebeurt!
Er is niets heerlijker
dan een „echte" win
ter met sneeuw, ijs en
zonneschijn! Daarom is
het ook heel goed te be
grijpen dat elk jaar
opnieuw zoveel men
sen naar de bergen
trekken en vooral naar
het Bemer Oberland,
waar werkelijk alles te
vinden is, wat je maar
wenst.
Voor elck wat wils
Voor de skiërs is dit
jaar in de voornaamste
wintersportplaatsen vaa
het Bemer Oberland,
zoals Wen gen, Mürren en Adel boden, een
skilift gekomen. Aan de lopende band wor
den ze, staande op hun ski's kilometers ver
naar boven getrokken en het is dus niet
meer nodig om de moeilijke, lange tocht
naar boven te maken, voor ze met grote
snelheid weer naar beneden kunnen sui
zen. Want ieder weet, dat het echte fijne
van het skiën juist het naar beneden sui
zen is over de besneeuwde hellingen, door
de glinsterende dikke laag sneeuw. Ook
in andere plaatsen zoals Gstaad, Grindel-
wald, Lenk en Zweisimmen zijn allerlei
middelen om de ski's naar boven te tran
sporteren, zoals bijvoorbeeld door de
zweefbaan.
Maar ook verre tochten kun je op je
ski's maken, over schitterende gletschers
en door prachtige bossen, waar de
sneeuw op alle bomen ligt. Ieder die al
Skilift bij Mürren.
zover is, dat hij van de oefenterreinen af
mag, kan verschillende tochten maken.
Belangrijk zijn ook de wedstrijden, waar
bij de skiërs over grote afstanden en langs
stede gedeelten hun handigheid moeten to
nen. Het ailerspannendste zijn de grote
springwedstrijden, waarbij de deelnemers
(alleen de allerbeste skiën doen hieraan
mee) van lange, hoge schanzen soms wel
meer dan 70 meter ver springen.
Dan wordt er nog veel aan het bekende
skijoring gedaan, waar ieder wel eens een
plaatje van heeft gezien. Hierbij worden
de skiërs achter een paard gebonden en
laten zich vooruit trekken. Ze moeten al
lerlei moeilijke bochten maken en het gaat
erom, wie het snelste en het beste rijdt".
Behalve skiën wordt er ook erg veel ge
sleed. Overal zij n prachtige bobsleebanen
gemaakt, waar de grote vierpersoonssle-
den en ook de kleine voor twee personen,
m razende snelheid naar omlaag komen en
bijna hggend op de zijkant door de hoog
oplopende bochten suizen.
Op de spiegelgladde ijsvlakten kunnen
de schaatsenliefhebbers hun hart ophalen.
Wij kunnen ons, in ons nat kil landje, niet
voorstellen, hoe fijn het is om heel luch
tig gekleed over het gladde ijs te zweven.
De zon schijnt de hele dag over het heer
lijke landschap en gevaar, dat het zal gaan
dooien bestaat er niet! De paren dansen en
walsen zo luchtig op het ijs, alsof het a!
avond was en ze in een van de zalen van
d? vele hotels waren. Een eindje verderop
oefenen de hardrijders zich met een stop
watch in hun hand om toch vooral op de
volgende wedstrijden een goed figuur té
slaan.
De bergbanen.
Heel opvallend zijn ook de bergbanen in
het Berner Oberland. De twee bekendste
daarvan zijn de Wengeneralpbaan en het
baantje van Grindelwald uit, onder de ge
vreesde Wetterhom naar de Kleine Schei-
degg, gaat waar de Jungfraubaan, de hoog
ste bergbaan van Europa, begint, die de
passagiers dwars door gletschers en tunnels
naar het Jungfraujoch brengt, dat 3300
meter boven de zeespiegel ligt. Maar je
moet je niet voorstellen, dat het baantje
rustig naar boven kruipt. Het gebeurt heel
dikwijls, dat aan de rand van de Eigerglet-
seher een grote sneeuwopruimer moet ko
men om een smalle weg vrij te maken en
soms ook moet een hele ploeg aan het
werk gezet worden, voor het treintje door
kan rijden
Dost en West
Er is een groot verschil tussen Oost- en
West Berner Oberland. Het Westelijk deel
waarin Adelboden, Kandersteg, Gstaad.
Steig, Lenk en het geliefde vaeantieoord'
van onze Koningin, Weïssenburg liggen,
hebben wel dezelfde zonneschijn en dezelf
de prachtige poedersneeuw, maar dit gebied
is door de mooie, glooiende hellingen voor
at geschikt voor de beginnelingen, die zich
in 't woeste, steile Oostelijk gedeelte, waar
de drie reuzen, de Jungfrau, Mönch en
Eiger liggen, niet erg op hun gemak zul
len voelen.
Interessant is het, dat ook de dieren in
het Oostelijk- en Westelijk deel verschil
len. Er is een grote veeteelt in dit gebied,
maar in het Westen, bij het prachtige Sim-
mental, van waaruit het mooiste en meest
kostbare vee over de hele wereld wordt
verstuurd, zijn alle koeien bruin-wit ge
vlekt, terwijl aan de voet van de hoge ber
gen in het Oosten alle koeien effen bruin
rijn.
Alles bij elkaar maakt, dat een verblijf
in het Berner Oberland een onvergetelijke
en ideale vacantie is.
Regen, regen, altijd weer
Wat moet je *r tegen doen?
Neem een waterdichte jas
En en hoge schoen'.
Dan loop je door de plassen heen
Maar wat deert je dat?
De druppels spatten om je heen
Zelf wordt je toch niet nat!
En strakjes na de wandeling
Als 't droog geworden is,
Neem je een emmer met water en spons
En boent de laarzen weer glimmend fris!
In een mooi dal van het eiland maakte
Fernandez toen een kamp en bracht er 100
geiten heen. In de loop der jaren vermenig
vuldigden die geiten zich en nog steeds dwa
len nakomelingen van die eerste geiten over
het eiland. Er kwamen nu meer mensen
op het eiland. Ze leefden van de zeehon
denvangst en visserij, maar in 1567 nam
de Spaansche regeering het eiland in be
slag en riep Fernandez terug.
Sindsdien voer hij weer op boten
van het ene land naar het andere, maar
'lij bleef altijd naar zijn eiland verlangen.
Sinds die tijd kwamen er telkens andere
mensen op het eiland. De meesten bleven
er maar kort. Ze begonnen vol moed, plant
ten vruchtbomen en aardappelen aan, die
op die bodem uitstekend konden groeien,
maar na een paar jaar gingen ze weer weg
en lieten het eiland met de vruchtbomen
en geiten achter. Toen kwamen de zeero
vers op het eiland, die er een heerlijk le
ventje leidden. Men zegt, dat Morgan in
een gespleten rots op het eiland een grote
schat aan goud heeft verborgen en tot aan
de vorige eeuw toe zochten de goudzoekers
naar die schat, maar niet èèn heeft iets
kunnen vinden.
In 1680 werd het grote zeeroversschip
„De vijf havens" in de baai van Cumber
land, voor de eilandengroep, door een
Spaans oorlogsschip verjaagd. De zeero
vers wisten te ontkomen, maar èèn bleef
op het eiland achter. Hij heette Robin en
was de eerste „Robinson" op het eiland. Hij
leefde er helemaal alleen en werd na drie
jaar pas door een Engels oorlogsschip op
gepakt en meegenomen. In Januari 1704
kwam de ,Vijf havens'* weer in de baai.
Een van de officieren, Alexander Selkirk,
kreeg ruzie met den kapitein en liet zich
aan land zetten. Deze Selkirk was de man
naar wien Defoe zijn bekend boek schreef.
Maar de Robinson uit het boek had het
veel gemakkelijker dan de echte Robinson,
want deze had niet zoveel wapens en voor
raad, dat hij er jaren mee kon doen. Toch
kon de echte Robinson het best een paar
jaar volhouden met de geiten, vruchten en
aardappels. Hij beleefde veel avonturen,
want telkens kwamen er zeerovers, die hem
najoegen, omdat ze hem niet vertrouwden.
Na vier jaar werd hij door een Engels
schip opgepikt en meegenomen. Twee jaar
na zijn dood werd er een gedenksteen
voor hem op Massatïerra opgericht.
Het eiland bleef een uitverkoren oord
voor de zeerovers tot Juan Fernandez in
1844 in het bezit van Chili kwam. Toen
kwamen er nog maar een paar mensen uit
Chili, maar in 1900 kwamen de eerste ko
lonisten. Boeren en vissers waren dat
voor het grootste deel. Tegenwoordig wo
nen er ongeveer 300 mensen op Massatier-
ra en er komen elk jaar meer vreemdelin
gen en toeristen. Nu zijn de dalen van Ro
binson Crusoë niet meer zo eenzaam en
verlaten als toen hij er rondzwierf. Hij zou
zijn oude eiland misschien bijna niet meer
herkennen!
2
3
4
1
6
1
B
9
10
11
12
13
14
Horizontaai:
1. een deel van een bloem.
4. een dier, dat vooral in de woestijn ge
bruikt wordt.
6. één woord voor: op deze manier.
8. een meisjesnaam.
9. een plaats in Gelderland,
10. geëtste plaat.
31. een boodschapper.
12. twee maal dezelfde klinket
13. een edel, dapper man.
14. lezen we in.
Verticaal:
3. een meisjesnaam.
2. een meisjesnaam.
3. leren we voor school.
4. vergrotende trap van kort.
5. gebruikt de glazenwasser bij de bo
venramen.
6. een ander woord voor: erg.
7. gebruiken we om ons goed te wassen.
11. een dringend verzoek.
12. een jongensnaam uit het Noorden van
ons land.
'opa Zl
!spaq ai 'dooz Loaz '9 '..lappei 'g !ja;
-rog j :soj g teiuiua Z 't TeeoijJDA
•>[aoq >1 -tappu
'21 gi iopoq Ti isja 01 iaPH '6 ieuj'a
'8 *.oz -9 Toauieq T iqpq 't qeciuozuoH
:Suisso(tIo
WETENSWAARDIGHEDEN.
In Oslo werden een paar mooie vellen
bont gestolen. Maar de dieven zullen er
niet veel plezier van hebben, want ze zul
len zeker door de politie gepakt worden.
De vellen, die ze gestolen hebben zijn na
melijk nog niet bewerkt, maar alleen om
::e mooi te houden met een middeltje inge
smeerd, dat een heel sterke peur heeft. De
politie heeft dit overal bekend gemaakt en
wanneer de dieven nu naar een koopman
gaan om de huiden te verkopen, Zullen ze
zichzelf meteen verraden door de lucht.
24 jaar geleden werd in Philadelphia een
brief verzonden. Pas kort geleden kwam
de brief in Kule in Joegoslavië, de plaats
der bestemming aan. Intussen bleek, dat
zowel de afzender, als degene, die de brief
in ontvangst moest nemen gestorven wa-
renl