Wat Oom Hans vertelde
i
V
fv
Mensen achter tralies -
dieren vrij
Voor onze knutselaars
LEGPUZZLEEEN MOOIE SPRONG
Een stokpaardje
Py
~i yjt
door Iet Iloogers
etteke had een heer-
i hjke reep chocola
gekregen van oom
Hans. Elke keer als
oom op bezoek
kwam, bracht hij
iets voor haar mee
en nu was het een
grote, dikke reep.
Hij wist wel, dat
f Jetteke veel van
chocola hield en hij
hoefde nu maar naar
haar te kyken om
te zien, dat hij het
goed benacht had: „Smaakt het, meisje?"
vroeg hij lachend. „Nou en of, oom, ik ben
dol op chocola", antwoordde ze en likte
met haar lange tong over de reep. „En
oom, ik kan zelf ook chocolade maken!
Soms kryg ik cacao van moeder en dan
maak ik er echte chocola van met suiker
en water en melk. Zal ik het eens laten
zien?"
„Goed" zei oom Hans „laat maar eens
zien hoe jij chocolade maakt, tenminste,
als moeder het goedvindt!'1 Moeder vond
het gelukkig goed en even later stond Jet
In haar eigen hoekje in de serre en roerde
in een potje, waar ze cacao en suiker in
had gedaan. Ze ging op het bankje staan
om beter te kunnen roeren en telkens
moest oom Hans kijken hoever het was op
geschoten.
„Nu kan je lekkere chocolademelk ma
ken", plaagde hy haar ,want ik geloof, dat
je nog heel lang moet werken, voor je een
echte reep hebt gemaakt. Weet je wel, hoe
repen err bonbons in de fabrieken worden
gemaakt? Ik ben wel eens in een chocola
defabriek geweest en heb daar precies ge
zien, hoe het toegaat. Maar geloof maar,
Hat er heel wat moet gebeuren voor de ca
caoboon tot een bonbon is omgewerkt.
Heb je dat wel eens gehoord?"
Nee, dat had Jetteke nog nooit gehoord
en omdat ze van alles wat chocolade is,
hield, vroeg ze of oom haar wilde vertel
len, hoe al dat lekkers in de fabrieken
werd gemaakt.
,A1 in de 16de eeuw hadden de men
sen in Mexico een recept om chocolade te
maken, al verschilde dat recept wel een
beetje van het recept, dat wy tegenwoor
dig gebruiken. Maar het werd toch ook van
cacaobonen gemaakt. Dat was het begin
van de chocolade, maar ik denk niet, dat
jij van dat soort chocolade zou houden.
De mensen schilden de cacaobonen- wre,
ven ze fyn en mengden ze met allerlei
kruiden door elkaar, Dan werd de brei,
die zo ontstaan was in een grote pot ge
daan, er werd water bij gedaan en zolang
geroerd, tot er een dikke schuimlaag op de
brei kwam. Deze schuimlaag werd afge
schept en ïn een andere pot gedaan en
daarna gedronken
van de bedrijfsleiders van de fabriek, die
me alles heeft laten zien. De cacaobonen
worden eerst in een machine helemaal
schoongemaakt. Dan worden de bonen ge
roost en dat lykt wel een beetje op het
branden van koffiebonen. Daardoor wordt
de geur en de smaak verbeterd. Bij dit
roosten gaat er veel vocht uit de bonen
verloren en daardoor schrompelt de kern
in en laat los van de schil. Als de bonen
hierna in de breekmachme komen, vallen
de schillen meteen van de kleine, mge-
schrompelde kernen af. Maar dan zit er
nog een harde kiem in de boon, die nu
tegelijkertijd m de grote breekmaehines
achterblijft.
Heb je ook met trek in een glaasje van
die chocola?"
„Nee hoor wat lykt me dat vies! Ik houd
meer van onze chocolade. Hoe is die dan
ontstaan?" vroeg Jetteke want nu werd ze
toch nieuwsgierig, hoe het verder met-de
chocolade zou aflopen.
„Eerst werd de chocolade naar Spanje
gebracht en de Spanjaarden deden voor
het eerst suiker in de chocola en daarna
werd het over heel Europa verspreid, maar
in het begin werd het als een soort drankje
beschouwd en kon je het alleen in de apo
theken krijgen. Pas ongeveer een eeuw ge
leden werd het onder alle mensen bekend
en zou jij nu iemand op kunnen noemen,
die nog nooit van chocolade heeft gehoord
of die nog nooit een stukje chocolade
heeft gegeten?
De fabriek, die ik gezien heb, was in
Duitsland in Teltow. Ik was daar op mijn
vacantie en maakte toen kennis met èèn
Nu moeten de gebroken bonen gemalen
worden en dat gebeurt in de drielingma
chines. Hier bij worden de bonen door 3
achter elkaar liggende walsen gedraaid en
daarbij helemaal fyn gemalen. Nu komt er
een dun vloeibare cacaomassa uit de ma
chine. Uit deze cacaomassa wordt chocola
de gemaakt, maar ook cacao. Ik had geen
tijd om naar beide bereidingen te kijken,
of liever gezegd, mijn begeleider had niet
zoveel tijd, daarom besloten we om alleen
naar de chocoladebereiding te kyken.
Met suiker en nog andere ingrediënten,
voor melkchocolade wordt er melkpoeder
ingedaan, wordt de cacaomassa nu ver
mengd. Dat vermengen moet heel goed ge
beuren, want ik denk niet, dat je het lek
ker zou vinden om allerlei losse stukjes te
proeven. Daarna gaat 't door schudmachi
nes, die steeds in de rondte draaien en heen
en weer schudden, zodat werkelijk alle
verschillende bestanddelen over de hele
stof verdeeld worden. De walsen waarin
dat gebeurt zijn van graniet, dat is een
heel hard soort steen, zoals je wel zult we
ten. En vanuit die walsen loopt de choco
lademassa vanzelf in de verschillende vor
men. Die vormen lopen weer over een
schudmachine en dansen daarbij vrolijk
door elkaar. Als ze zo nog eens helemaal
door elkaar zijn geschud komen ze m een
kamer waar ze worden afgekoeld en daar
na kan de chocolade uit de vormen wor
den genomen.
De losse stukken chocolade komen nu in
pakmachines en krijgen daar de mooie om
hulsels. Per dag maakt die fabriek, die ik
bezocht 200 000 stukken chocolade! Lijkt
je dat met heerlijk?
Jetteke zat met grote ogen te kyken
Dat had ze toch nooit geweten, dat er zo
veel met de cacaobonen moest gebeuren,
voor ze chocoladerepen worden en dat er
zo ongelooflijk veel repen tegelijk werden
gemaakt, nee, dat was helemaal iets gewel
digs!
„Ik heb ook nog even in de bonbonafdee-
Img gekeken", ging oom Hans verder.
Daar werken ook heel veel mensen. Over
een lopende band komen de kleine bon
bons aanglyden en worden dan in allerlei
verschillende papiertjes gedaan. Het is een
erg feestelijk gezicht om al die kleurige
chocolaadjes langs te zien glijden. Je kunt
je indenken, hoe druk de mensen het in
de fabriek hebben, als er een feest op
komst is, zoals Sint Nicolaas of Kerstmis.
Dan werken de fabrieken op volle kracht.
Zou jy het niet leuk vinden, als je eens
door een chocoladefabriek mocht lopen en
overal, wat je maar wilde, mocht proeven?
Jetteke's ogen glansden al bij het idee.
Stel je voor, dat ze net zoveel bonbons
mocht eten, als ze maar wilde! Wat zou
dat heerlijk zijn!
Die nacht droomde Jeteke van lange
banden, waar heel weel bonbons op lagen
en ze rolden zo vlug langs haar weg, dat
ze er niet èèn kon grijpen. Ze holde er
achteraan, maar het lukte haar niet er
een te pakken. De tranen liepen over haar
wangen van spijt en ergernis en toen op
eens stond de band stil en kon ze net
zoveel eten, als ze maar wilde!
In het geweldige grote Krdger-Nationaai-
Park in het Noord-Oosten van Transvaal
leven de dieren m vrijheid en moeten de
mensen, die naar hen willen kyken ach
ter de trahes staan. Alle soorten dieren,
die m Afrika voorkomen, komen ook m
dit dierenpark voor en ze leven er pre
cies even vrij als in de wildernis. Elk jaar
komen heel veel mensen naar het park
en trekken er dan 'n paar dagen doorheen
om de dieren goed te kunnen bekijken. Ze
slapen m kleine huizen, die met hoge tra
liehekken zijn omgeven De autobus waar
in de mensen reizen moeten ook op bij
zondere manieren beschermd worden, want
de kans bestaat altijd, dat er plotseling een
dier op je weg komt, dat weigert opzij te
gaan en liever eens wil kyken wat er voor
bijzonders in de auto zit!
Toch gebeurt het heel weinig, dat een
mens wordt aangevallen in het park. De
meeste dieien zyn schuw voor de mensen
en als het niet beslist noodzakelijk is, we
gen ze zich niet in hun nabijheid.
Maar op een keer gebeurde er iets vre
selijks. De meeste opzichters in het park
zyn volwassen mannen, die heel goed met
de dieren konden omgaan. Nu was er een
kleine, inlandse jongen van 15 jaar, Mazu-
ka heette hij, die gevraagd had of hy ook
oppasser in het park mocht worden. Hy
hield zoveel van dieren en hij zou erg
voorzichtig zijn. Het was altijd zyn groot
ste verlangen geweest om in het Krüger
Park te mogen werken. Zo werd voor Ma-
zuka een uitzondering gemaakt en kreeg
hy een aanstelling als opzichter in het gro
te park. Hy toonde al gauw, dat hy veel
moed bezat en dat hij helemaal niet bang
was. Hy moest elke dag door het oerwoud
en het struikgewas lopen om de dieren te
controleren en op te geven, als er één ge
storven was. Natuurlijk was hy bij die
inspectietochten zwaar gewapend. Op een
keer liep hij weer door het bos en hy had
al een flink stuk gelopen, toen hij plot
seling bij een kleine open plek kwam. Hij
stak erover heen» maar toen hij aan de
andere kant weer in het bos wilde gaan,
v
'■Aï?
'i*
wm
EEN VROLIJK ZESTAL.
vloog met een grote boog door de lucht en
kwam een paar meter verder te liggen. Nu
lag Mazuka daar ongewapend tussen de
grote roofdieren.
De leeuwin scheen niet van plan te zyn
zich verder om hem te bekommeren ten
trok zich terug, maar de leeuw vertrouwde
het zaakje niet langer en schoot op den
jongen toe. Hij sloeg zijn grote klauwen
in de arm van Mazuka en beet hem eens
stevig in zijn onderarm. Mazuka kon wel
brullen van pijn, maar hy wist dat elk
geluid of elke onverhoedse beweging zijn
dood kon betekenen en daarom klemde hij
zijn tanden op elkaar en probeerde zich
uit de greep van den leeuw los te maken.
Hij rolde van zijn ene zij op zijn andere
en slaagde er eindelijk in zijn arm te be
vrijden. Maar wat zag die arm er uit! De
leeuw had hem flink te pakken gehad.
Maar nu scheen de koning der wildernis
- V <V XXt't
v
i
J, -
i
"KOMT ER NU EINDELIJK NOG WAT?"
zag hij tot zijn grote schrik, dat hij door
een helen leeuwenfamilie omringd was.
Er zijn heel veel leeuwen in het dierenpark
en het zijn allemaal prachtige grote dieren.
De leeuwin brulde nijdig tegen Mazuka
en ieder, die iets van leeuwen afwist, zou
begrepen hebben, dat dat gebrul een
waarschuwing was. Dat begreep Mazuka
ook direct en daarom begon hij heel lang
zaam achteruit te lopen. Hy wist, dat hij
zich vooral niet moest haasten, en niet
mocht laten merken, dat hij bang was,
want dan was de kans, dat de leeuwin of
de leeuw op hem af zou springen veel gro
ter. De dieren merken direct als een mens
bang voor hen is. Stap voor stap liep hij
achteruit. De leeuwin brt nog steeds, ze
steen haar jongen voor i ti indringer te
willen waarschuwen. Df uw stond erbij
en volgde met zijn fo' ende ogen elke
beweging van den kiemen inlander. Toen.
plotseling stapte Mazuka met 2ijn voet in
een moerassige plek, hij wankelde en viel
op de grond. Zijn geweer «iel uit zijn hand,
toch al genoeg te hebben gehad, want hij
draaide zich om en liep trots weg. Hij had
Mazuka niet willen doden, hij wilde al
leen maar even laten, zien, dat hij niet
moest proberen om hem iets te doen, want
dat een leeuw toch altijd nog sterker is
dan een mens. Mazuka ontsnapte en nadat
hij goed verbonden en verzorgd was, lach
te hij om het geval en zei, dat dat nu een
maal bij het bestaan van een opzichter in
een groot dierenpark hoorde! „Maar" zei
hij, „niemand hoeft mij te vertellen, dat
een leeuw een gemeen dier is, dat is niet
waar.' Hij pakte mij alleen maar uit zelf
verdediging, hij was bang, dat ik hem
kwaad zou doen!" En dat moesten de ou
dere opzichters toegeven. Zelfs leeuwen
zijn bang voor mensen!
Toen de eerste avonturiers in Amerika
kwamen, zagen ze met grote verwondering
dat de Indianen ruwe olie als medicijn ge
bruikten.
Terwijl wij alweer byna aan het voor
jaar gaan denken, leven de mensen in
Midden-Europa nog midden in de winter.
Alleen staat de zon langer aan de hemel en
geeft meer kracht. Maar hoog in de ber
gen ligt nog een flinke laag sneeuw tot
eind Maart toe Nog steeds worden daar de
skiwedstrijden gehouden en veel mensen nen de beste skiërs zteh in het springen
nemen hun wintervacantie juist pas wat j Als er geen wedstrijden meer zyn, cut
later, omdat ze dan meer kans op zon heb-1 seizoen, beginnen ze zich vast weer te
ben en nog meer van het prachtige land-1 oefenen voor de wedstrijden van de vol
schap kunnen genieten Op de ijsbanen wor- gende winter. De spnngschansen, waar de
den nog wedstrijden in schaatsenrijden ge- skiers afspringen zyn. soms meer dan 70
houden en op de grote spnngschansen oefe- mete hoog en als je nu bedenkt, dat een
gewoon huis met twee verdiepingen onge
veer 89 meter hoog is, kan je je voor
stellen, hoe hoog zo'n schans is. De deelne
mers aan een springwedstrijd moeten dan
ook goed geoefend zijn, anders zouden ze
grote kans lopen hun armen en benen te
breken.
Ja, dat was ook wel erg jammer. Jan
tje had op zyn derde verjaardag een stok
paardje gekregen en nu, twee weken later,
was het kapot. Hel was heel goed te be
grijpen, dat Jan daarom moest huilen. Zyn
stokpaard was zyn liefste stuk speelgoed.
Hij had vergeten het paard voor hij naar
bed ging op te bergen en toen vader in
de donkere gang kwam, had hij erop ge-*
trapt. En daar kunnen stokpaarden nu
eenmaal niet tegen!
Toen Jantje het de volgende dag hoorde
begon hij vreselijk te huilen. Het was ook
erg zielig voor hem, dat het nieuwe paard
direct al kapot was, maar er was niets aan
te doen en Jan moest nu maar met iets
anders gaan Spelen.
Toen Paul die middag thuiskwam, ver
telde Jantje direct wat er was gebeurd.
Hy vroeg of Paul het paard kon maken,
maar dat was onmogelijk, want het was he
lemaal kapot. „Nee jong, dat gaat niet
meer", zei Paul „Maar ik eet iets an
ders. Ik zal een nieuw paard voor je ma
ken, vind je dat goed?" Jan keek zijn gro
ten broer zo ongelovig aan, dat deze erom
moest lachen. „Vind je dat leuk, Jantje?
Dan zal ik er morgenmiddag aan beginnen
en ik zal het nog veel mooier maken, dan
het vorige."
Zo begon Paul de volgende middag aan.
het nieuwe stokpaardje. Hy had een stevi
ge houten plank opgezocht van ongeveer
3 cjn. dik en 30 bij 30 c.m. groot. Hierop
tekende hij de omtrek van een paardekop
en zaagde de kop toen uit. Om de teugels
hoefde hij zich nog niet te bekommeren,
maar wel zaagde hij een smalle gleuf Cd)
waar later de stok in moest komen. Toen
zocht hij een oude bezemsteel en paste dia
in de gleuf. De gleuf was nu iets te smal
en daarom zaagde Paul er nog een stukje
uit. Met hele goede lijm, maakte hij da
stok toen aan de kop vast. Maar nu zat
de kop nog niet vast genoeg en daarom
maakte hij eerst de kanten van de steel
gelijk met de zijkanten van de paardekop
en spijkerde toen nog twee kleine plankje»
(op de tekening zijn ze door stippellijn-
tjes aangegeven) tegen de kop, zodat d»
stok nu heel stevig vast kwam te zitten.
Daarna boorde hij een gat door de neus
van het paard en trbk daar de teugels
doorheen. Nu begon het werkelijk al een
beetje te lijken, maar het echte kunst
werk begon eigenlijk pas. Dat was het be
schilderen van het paardJIWant het moest
natuurlijk op een echt paard lijken. Daar
om tekende Paul eerst voorzichtig de ver
schillende lijnen op de- kop en schilderde
ze daarna met verf over.
Hij liet het nieuwe stokpaard niet aan
Jantje zien, voor het helemaal klaar was,
maar de volgende dag, toen het paard goed
droog was, nam hij het mee naar beneden
en gaf het aan Jan. Die kon niets zeggen
van verbazing, zo mooi vond hij het. En
dat Paul dat zelf gemaakt had, dat begreep
hij helemaal niet. Hij vergat meteen, dat
hy eerst een ander paard had, dat kapot
was gegaan en reed even later vrolijk door
de kamers op dit mooie, nieuwe stokpaard
je! -
DAT WAS JAMMER.
„Zeg Klaas", zei Japik tegen zyn vriend,
die niet al te slim was ^hoeveel pannekoe-
ken kan j'ij op je'lege maag eten? -
„Vier," zei Klaas. 1
„Vier? Mis hoor!"
„Toch is het waar", zei Klaas „ik kan er
vier eten!", -
„Nietwaar, want als je er een gegeten
hebt is je" maag al niet leèg meer!
Dat vond- Klaas een leuke mop. De vol
gende dag zei hij tegen een andere vriend:
„Hoeveel pannekoeken kan jij op je lege
maag eten?" -
„Drie!" antwoordde die.
Toen keek Klaas ineens erg treurig. „Dat
is jammer" zei hij, „Als je vier had gezegd,
had ik een leuke mop geweten!"