Verslag van den Gemeenteraad Gemeentebegrooting 1939. Behandeling der hoofdstukken v. RIVERSIDE DRIVE De griep te Rotterdam SUing ran Donderdag 22 December 1938, 's middags 2 uur. Voorzitter: burgemeester mr. <3r. F. I* J- van Ilaaren. (Slot) Muntmeters. Cé heer mr. Van Velzen (r.k.)zegt, dat de kwestie, sran de muntmeters voor electriciteit vrij ingewikkeld is. Met de muntmeters voor gas is een zekere ervaring opgedaan. Men kwam zonder muntmeter wel eens in de verleiding meer gas te ge bruiken, dan men kon betalen. Dat heeft geleid tot de invoering van nuntgasmeters, waardoor men vóór het gebruik betaalde, Maar dat leidde er toe, dat zij, die bet minst kunnen, missen, nog iets meer dan anderen voor hein gas moesten betalen. Men lean dat betreuren, maai bet systeem bracht dat mee. Vroeger was muntgas duur Ier dan ge woon gas. Een vernuftig instrument. Bij de categorie, die voor een muntmeter voor electriciteit in aanmerking zou ko men, blijft het electriciteits verbru ik beperkt voor verlichtingsdoeleinden; zelden voor verwarming, omdat dit een beetje kostbaar is. De directeur van de Technische Bedrij ven is dat wel niet eens met spreker, maar als men de nota voor de verbruikte electri- schen stroom krijgt, heeft men toch wel flen indruk, dat eïeotrieiteit voor verwar ming kostbaar is. De ervaringen met muntgasmeters zijn niet bemoedigend, maar de bezwaren bij muntmeters voor eïeotrieiteit zijn nog veel grooter. Die meter is van tedhnise/h stand punt bekeken een vernuftig instrument en uit den aard der zaak vrij kostbaar. De heer Van Lath heeft gevraagd: Wat kost zoo'n muntmeter en wat zal dat tot gevolg hebben op den prijs van den eleetri- schen stroom, die men afneemt? Dat zal in de Commissie voor de Teebnisctae Be drijven wonden nagegaan ©a het resultaat van het onderzoek zal spreker of per soonlijk den heer Van Lith meedeelen, of dat zal geschieden door de directie. Een muntmeter voor electriciteit is een wonder vin techniek. Die meter moet ook een gedifferentieerd tarief, een weekend tarief aanwijzen. Daaruit blijkt reeds hoe ingewikkeld zoo'n apparaat moet zijn. Het repareeren is ook veel moeilijker dan bij een muntgasmeter. Tweemaal bedenken. De minder draag ^rachtigen moeten uit eindelijk zelf de hooge kosten dragen, zoo dat we ons wel tweemaal mogen bedenken voor we tot invoering van muntmeters voor electriciteit overgaan. Na de bestudeering van het vraagstuk heeft spreker zich daarover wel een mee ning gevormd, maar deze wil spreker nog verifieeren aan de cijfc-Ts, die na het on derzoek in de Commissie voor de Techni sche Bedrijven bekend zullen zijn. Ook moet nog wel even bekeken worden, hoe veel gezinnen voor zoo'n meter in aan merking komen. Het zal niet onmogelijk zijn de meer dere kosten om te slaan over het aantal verbruikte kilowatt-uren; voor wie veel electriscben stroom verbruikt, zal uiteraard de prijs per kilowatt-uur lager zijn dan voor wie slechte weinig verbruikt. De con sument blijft beheerschen, hoeveel hij wil afnemen en het zou kunnen zijn, dat hij bijna geen stroom verbruikt over een zeer duren meter. B. en W. hebben deze zaak reeds nauw keurig bekeken; over de cijfers zal de heer Van Lith nog worden ingelicht. De opvatting van den heer Van Lith over den zin in de M. v. A.„ook de bedrijfservaringen geven geen aanleiding om tot het plaatsen van deze meters over te gaan", is niet de juiste. De mededee- ling beteekent niet: We zijn toch gedekt. Als we het geld niet krijgen, beschikken we wel over drastische maatregelen. De aangehaalde zin is misschien onge lukkigerwijze uit de pen gevloeid. Hij be teekent: Met de inning worden geen moei lijkheden ondervond* n. Spoedig dc kwitantie. Als de oveikeid te laat is met het vra gen van betaling, is dat vervelend. Men merkt dat b.v. ook brj het laat ontvangen van het aanslagbiljet voor de belastingen. Daarom wordt er bij de Technische Be drijven naar gestreefd zoo spoedig moge lijk de kwitantie aan tf bieden, zoodat de gezinnen niet voor uitgaven komen te staan, waarop niet meer gerekend was. Geen vrede kan spr. hebben met een voorstelling van zaken, alsof de Techni sche Bedrijven minder belangstelling zou hebben voor den verbruiker. Customer is king, de klant is koning; dat geldt ook voor de Technische Bedrijven en daarom willen we den klant zoo goed mogelijk be dienen. Een ophaaldienst. De heer Van L ith (s.d.) herinnert er den heer Etman aan, dat spr. gezegd heeft: Ik heb den éénen man naar de R.K. vak organisatie verwezen, waarvan hij lid was en den ander naar de R.K. fractie. Spr. treft dus geen verwijt! Spr. neemt er genoegen mee, dat de aangelegenheid1 van de muntmeters voor electriciteit in de commissie voor de Tech nische Bedrijven wordt bekeken. Gaarne zou spr.. willen, dat ook in onze gemeente een ophaaldienst voor de be lastingen gecombineerd werd met het vol doen van de electrïciteitsrekening. Dat ge beurt ook te Delft. Komt de rekening voor het electriciteitsrerbruik, dan wordt deze meegegeven aan den incasseerder en het verschu'digd bedrag wordt voldaan door den ophaaldienst. Ook deze aangelegenheid' zou spr. gaarne door de Commissie voor de Technische Bedrijven bekeken willen zien. HET 42} „Och,, met één motor komen we er ook. Wanneer denkt u het eiland te berei ken „Volgens den kapitein morgenochtend, Tegen tienen. Met twee motoren zouden "we er vanavond al geweest zijn." Ik troonde hem mee naar den deksalon op het voorschip. „Wat is hét toch een prachtig jacht." „Geriefelijk," beaamde Garrison, afge trokken.- Hij ging op een rieten stoel zitten, strekte zijn boenen en keek fron send voor zich uit. „Gek, dat die motor nu net onklaar moest raken," merkte ik op. „Meer dan gek,," zei Garrison, me aan kijkend. „Het staat me niet aan. Iemand heeft: die motoren onklaar pogen te mar ken." Hij; schudde het hoofd. „Ik heb deze bemanning nu al drie jaar. - Het zijn be trouwbare zeelui, zonder uitzondering." Ma*r is er niemand anders aan boord geweest?.Toen het in de haven lag, was er immers een wacht aan boord?"- Delft, De heer mr. Van Velzen (r.k.) zegt toe, dat nagegaan zal worden of de ophaaldienst belast kan worden met het roldoen van de kwitanties. De heer Van Lith heeft zich beroepen op Delft; Delft heeft muntmeters voor electrischen stroom ingevoerd, maar die gemeente heeft een eigen opivekkings be drijf en kan er wat geld aan wagen om dergelijke meters aan te schaffen. Wij heb ben een distributiebedrijf en de kosten voor de muntmeters gaan van de winst af. De zaak zal eebter bekeken worden en het streven blijft de kwitanties niet te laat aan te bieden. 4 wordt goedgekeurd, evenals 5, 0 en 7. ,,D© wapens neer". 8 Openbare Leeszaal en Bibliotheek, De heer P, A. v. d. Berg zegt in de sectie aangedrongen te hebben op het ver- w'jderen uit de openbare leeszaal van het tijdschrift: De wapens neer. In het seetieverslag wordt de opmerking van spreker niet juist weergegeven. Daarin staat. „Een lid van de 3e sectie acht het abonnement van de Leeszaal op het tijd schrift„De wapens neer" niet verantwoord met het oog op de strekking van het tijd schrift." In de M. v. A. staat: „Door de Gemeen- telrjko Openbare Leeszaal en Bibliotheek wordt voor het tijdschrift: „De wapens neer" geen abonnement bekostigd." Het verheugt spreker, dat voor dat tijd schrift geen geld wordt uitgegeven, maar dat is de financieels zijde van de zaak. Erger is de strekking van het tijdschrift, die gericht is o.a. op dienstweigering en ongehoorzaamheid aan de overheid. Dat acht spreker zoo verderfelijk, dat hij „De wapens neer" van de leestafel der Openbare Leeszaal wil verwijderen. „De bemanning woont er altijd op. Nie mand is aan boord geweest, die er geen recht toe had. Bovendien waren beide machines gistermorgen volkomen in or de. Ze hebben proef gedraaid." We dachten er beiden over na. Ik be gon te voelen, voor de meening van Hand, dat een van het gezelschap toch misschien de hand in het geval had. Misschien was een humoer de machinekamer vlak voor het vertrek binnengeslopen en had de machines onklaar gemaakt. Terwijl ik hier over nadacht, voegde Henry King zich bij ons. „Hallo 1 Ik stoor toch niet? Ik heb mijn kaarten aan Flount overgegeven. Ik ben lang genoeg een ongelukspartner voor uw vrouw geweest!" „Neen, je stoort niet; kom binnen en ga zitten," noodigde Garrison. King nam een stoel. Hij scheen zich in de enge ruimten van het jacht be nauwd te voelen. AI was zijn hoofd nog in verband, toch was King merkwaardig snel van de ontvangen verwonding aan het herstellen. „Jullie keken allebei zoo plechtig,, dat ik bang was te storen," zei bij. ,We zaten over dien motor te piekeren," verklaarde Garrisoen. King ging rechtop zitten en grinnikte. „Je zult me wel heel onsym t vin den," zei hij lachend, „maar ik heb echt veel op met dien om willigen motor. De zeereis wordt er langer door. Ik was doodsbenauwd zeeziek te worden. Ik ben namelijk nog nooit op zee geweest. Maar De heer Dinkelaar meent, dat liet antwoord in de M. v. A. slaat op de vraag, in het seetieverslag opgenomen. De heer P. A. v. d Berg: Maar do vraag is niet juist overgebracht? Etek wat wil». De heer Dinkelaar: De heer De Leede is rapporteur geweest van uw sectie; aan B en W. kan dus geen verwijt-worden ge maakt in dezel Dit is een vrij ingewikkeld vraagstuk. Hoe komt de heer P. A. v. d. Berg er aan, dat genoemd tijdschrift opwekt tot dienstweigering? Spreker gelooft niet, dat dit het geval is. Als het tijdschrift wer kelijk opwekte tot dienstweigering, zou do regeeiing het wel in beslag laten nemen! We hebben hier een Openbaar Leeszaal waar ieder gebruik van kan maken en ook ieder gebruik van moet kunnen malen. Daar komen tijdschriften op het gebied an militaire aangelegenheden eu het is het goed recht van lien, die van militaire vraag stukken kennis willen remen, te verlangen, dat die tijdschriften aanwezig zijn. Maar wie anti-militaristische lectuur wensdht, moet dit ook in de Openbare Leeszaal kun nen vinden. Dat brengt geen gevaar met zich. Spreker heeft de nummers van „De wapens neer" over het afgeloopen jaar op gevraagd en daarin heeft spreker niet ge vonden wat de meening van den heer P. A. v. d. Berg bevestigt. Van 1918 af wordt het tijdschrift gratis beschikbaar gestold. Spreker gelooft niet, dat er één reden bestaat „De wapens neer" uit de Openbare Leeszaal te weren. De heer P. A. v. d. Berg '(r.k.) spijt (het, dat de wethouder dit standpunt inneemt. Spreker heeft wel andere dingen in dat tijdschrift gelezen en daarom dringt spreker er alsnog op aan het te verwijderen van de leestafel. 1 Controle. De Voorzitter (tot den heer P. A. v. d. Berg): U meent, dat de inhoud te ver gaat en de heer Dinkelaar is van meening, dat dit niet het geval is. De zaak 'zal jn B, en W. besproken worden. De heer Dinkela ar (s.d): De lectuur die in de Openbare Leeszaal komt, wordt door de directrice en het ander-personeel der inrichting bekeken. De heer Hoogendam (cCh.): En de Commissie voor de Bibliotheek? De heer Dinkelaar (s.d.): Als er ge rechtvaardigde Fadhten zijn, hooren we die wel van de directrice. De Voorzitter: Er kan verschil van meening zijn over wat toelaatbaar en wat niet toelaatbaar is. Daarom zal deze aan gelegenheid nader bekeken worden. 8 wordt goedgekeurd, evenals 9, 10, en 11_vervolgens Hoofdstuk XIII met bijbearootingen, Hoofdstuk XIV en de be grooting voor den kapitaaldienst. Nabetrachting. Hoofdstuk XVI. Onvoorziene uitgaven. Dé heer Slavenburg (c.-h.) deelt mee, dat post 387 (Uitgaven), "krachtens het be sluit van den raad met f 104 is verhoogd. Voorts zijn in verband met de vas'stelling van de rekening over 1937 de inkomsten op deze begrooting met f 1.133.34 ver minderd, zoodat de post onvoorziene uit gaven kan worden vastgesteld op f 10755 64 (f104 -f- £1.133.34) f9.518.30. De begrooting sluit dan met een bedrag aan inkomsten (waarbij inbegrepen £95.000 aan een belastingbijdrage) en uitgaven van f6.940.192 84. Hoofdstuk XVI wordt goedgekeurd en daarna de geheele begrooting. De voorzitter zegt, dat als bn de behandeling dezer begrooting uitdrukkin gen, betitelingen of aanvallen wat scher per mochten zijn geweest, dan wel wen- sche'ijk was, deze toch niet een persoon lijk karakter hebben gedragen. Spr. hoopt dat deze niet een mmder goeden invloed zullen'uitoefenen op de samenwerking, het komende jaar, in den raad. Iemand per soonlijk onaangenaam te zijn heeft zeker niet voorgezeten bij de spreekster of spre kers. Mochten die gedachten opkomen, dan dienen die teruggedrongen te worden. Na gedanen arbeid is bet zoet rusten! De voorzitter sluit de vergadering BINNENLAND Overzicht Tweede Kamer Hulpverleening aan Spaansdie vluchtelingen, Indische be- gr noting goedgekeurd. Het ini üatief-ontwerji-d'Ansembonrg. Gistermiddag heeft de Tweede Kamer de Indische begrooting vooor 1939 na een, behandeling van ongeveer anderhalve week, aangenomen. Alvorens tot de verdere beraadslaging over de afdeelingen oorlog en marine over te gaan, stelde de voorzitter, mr. Van Schrik, voor de interpellatie-W ij n k o o p inzake hulpverleening aan Spaansche vluch telingen, toe te staan en aan de agenda toe te voegen, waartoe werd besloten. Vervolgens vroeg de heer Rost van Tonningen verlof om vragen tot den minister van justitie te stellen of, en zoo ja, welke strafvervolgingen hij bereid is in Oss weder op te vatten. Hieromtrent zal morgen worden beslist. Nadat een groot aantal wetsontwerpen betreffende contingenteeringen e.d. zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming was aangenomen, werd de behandeling van de afdeelingen oorlog en marine der In dische begrooting voortgezet. De heeren Joekes (r.d.) en Rutgers (c.h.) uitten zich zeer bepaald tegen den bouw van slagschepen. De laatste bleek een voorstander van leeningen ten be hoeve van de defensie om in staat te zijn onze zedelijke roeping in Indié te kun nen vervullen. Hij achtte een financieel© debacle niet zoo ernstig als den onder gang van den staat door een vrjandelijkea aanval. De heer Rost van Tonnin gen (N S.B.) bepleitte den bouw van slag schepen en de heer Wijnkoop (comm.) stond naast moderne wapens gelijkstelling van alle bevolkingsgroepen voor de weer macht voor. In zijn antwoord zeide de minister o.m., dat de regeering niet kon nalaten, mede te deelen, dat zij de meening, als zou er vrees bestaan voor agressie van den kant van een bepaalde mogendheid^ niet deelt. Ook bij het plan-Deckers ging men er van uit, dat men op zichzelf aan gewezen was, daar hulp slechts werd ver ondersteld. De heer Joekes stelde een wijziging voor in de motie-Stokvis betreffende her- verdeeling van defensiekosten in di-en zin, dat er in zou worden uitgedrukt, dat na dere overweging van de verdeeling der mi- litaire uitgaven gewenscht is. De minister betoogde, dat de verdeeling der kosten ieder jaar in de Kamer ter sprak© komt en dal de regeering de tijd' moet worden ge geven om haar plannen te verwezenlijken. De minister noemde de motie inopportuun. De heer Stokvis wijzigde zjjn motie in den door den heer Joekes aangegeven zin. Zij werd verworpen met 48 tegen 31 stemmen. Vóór stemden de s.dv.&, de n.s.b., comm. en de heer Posthuma (o.d.u.). Vervolgens werd overgegaan tot de be handeling van het initiatief-voorstel De Marchant et d'Ansembourg tot vermindering en vereenvoudiging van de belasting op het motorrijtuig- e<n rijwial- verkeer. Nadat de heeren Bongaerts (r.k.), Wagenaar (a.r.), Ebels (v.d.). Van den Tem pel (s.d.) en Wijnkoop (comm.) hun be zwaren tegen het ontwerp hadden geuit, verdedigde de heer De Miarchant et d'An- sembourg zijn ontwerp. De voornaamste bezwaren van de eerste sprekers waren, dat het ontwerp een. ongedekt tekort va» ongeveer 39 millioen zou veroorzaken ea dat bovendien deze materie reeds in sta die is, zoodat het ontwerp de plannen d-esï regeering zon doorkruisen. Het debat hierover wordt vandaag voort gezet. De gezondheidstoestand van de burgerij baart geen bizondcre zorgen, aldus de directeur van den G.G. en G.D. In verband met de op het oogenblik te Rotterdam heerschende griep, hebben wij ons gewend tot den directeur van den gemeentelijken geneeskundigen en gezond heidsdienst, dr. J. E. Feisser, ten einde zijn meening te vernemen omtrent de geaard heid van deze ziekte. Dr. Feisser begon met te zeggen, dat griep niet aangifteplichiig is, zoodat hij zich omtrent den omvang in de Maasstad geen gefundeerd oordeel lean vellen. Wel heeft men kunnen waarnemen, dat deze voorjaarsziekte niet veel meer gevreesd behoeft te worden dan andere jaren. Het ziektecijfer is in dezen tijd altijd iets hoo- ger dan anders en volgens dr. Feisser be hoeft men in deze opeenhooping van ziek tegevallen niets veronrustends te zien. Gemeenlijk kan men er op rekenen, dat het ziektecijfer in het voorjaar ongeveer tweemaal zoo hoog is, voor wat griep be treft, en als dit cijfer thans ongeveer drie- of viermaal zoo hoog is, gaf dil nog geen aanleiding tot bizondere maatregelen. Wel kon de heer Feisser naar aanlei ding van de heerschende ziekte onder het Rotterdamsche gemeentepersoneel, dat on geveer tienduizend man* telt, zich van de pricp een beeld vormen. Omdat thane wel algemeen bekend is, dat het Rotter damsche politiecorps van gemeentewege voorzien wordt van kininepillen, meende men daaruit te mogen afleiden, dat he| ziektecijfer belangrijk gestegen was. Echter omvat deze maatregel niet hel overige gemeentepersoneel, zoodat ook hier in niets verontrustends gezien behoeft te worden. Ook het sterftecijfer is niet belangrijk hooger dan andere jaren. Het spreekt voo® zich, dat het aantal gevallen met dood#- lijken afloop met de ziekte eveneens drie. of viermaal zoo hoog kan worden. Dr. Feisser kwam tot de slotsom, dafc het geen zin heeft om naar aanleiding van! deze opeenhooping van ziektegevallen! speciale maatregelen toe te passen. De go- zondheidstoestamd van de burgerij te Rot terdam baart geen bizondere zorgen. Voost alarmeerende berichten bestaat dan ook geen enkele aanleiding. Scheepvaart. Schiedam, 27 Februari. Vertrokken: Ned. ms. „Straat Soenda", naar Rotterdam. Duitsdhe s.s. „Gerrit Fritzen", naar Oxe- lesund, Noorsdhe s.s. „Vindeggen", maar Ant werpen. Schiedam, 28 Februari. Vertrokken: Duitsdhe s.s. „Pommem"f naar Rotterdam. j P' je mag me kielhalen, als er ooit zoo'n goed zeeman bestaan heeft, als ik." ,Ik ben er blij om," zei Garrison. „Eén zeezieke aan boord is al genoeg. Anne Gladys. Zeeziek is geen pretje. Ze kan niet tegen die lichte deining. Alles bij elkaar is het toch opmerkelijk kalm voor dezen tijd van het jaar." ,Wat is er toch met dien motor aan de hand?" vroeg King. ,vVeet ik niet,," zei Garrison. „Ik heb geen verstand van Dieselmotoren. Iemand moet er aan geknoeid hebben. Aan alle bei. Ais de machinist den anderen motor niet op streek had kunnen brengen, zaïten we nu nog in New-York." „Hoera voor dien machinist," zei King. „Maar wie kan Or aan geknoeid heb ben „Wist ik dat maar,bromde Garrison grimmig. „Mijnheer Clark schijnt de be manning te verdenken maar ik kan voor elk hunner instaan. Gistermorgen wa ren de motoren volkomen in orde. Iemand moet er iets aan gedaan hebben na dien tijd." Zoover waren we al geweest Nu hielp King ons verder op streek. „Waarom zoek je niet uit of er, voor dat we uitvoeren, iemand aan boord is geweest?" vroeg hij na een poosje. „Iemand moet stilletjes aan boord geweest zjjn, zoa ik denken." „Als dat zoo is, dan moet irig onzicht baar geweest zijn," zei Garrison, „Ik veronderstel, dat er toch wel altijd een van uw menschea in debnurt 'van de machines geweest is, niet waar?" zei King. „Niet aldoor," verbeterde Garrison hem. „De hoofdmachinist is aan wal geweest en kwam weer pas aan boord een kwar tier voor het vertrek. Hij had me verlof gevraagd." Op het gezicht van King kwam een trek van verrassing, als op dat van iemand, die op het pont staat ©en ontdekking te doen. „Dat is toch vreemd," zei hij. „U zegt, dat die machinist in het haljE uur voor het vertrek niet aan boord is ge weest. Ik zeg, dat hij er wèl was. Ik kwam ongeveer een half uur te voren aan boord en ontmoette een der officieren aan het dek. Ik vroeg hem of hij de kapi tein was en hij antwoordde, dat* hij de machinist was." Garrison had aandachtig toegeluisterd. Nu zakte hij grommend in zijn stoel achter uit. „Dat was de tweede machinist Neen, dat zegt niets. De ©eiste en tweede mar chinrst lfebben, voordat we uitvoeren, sar men geluncht Daarna is de eerste nog even aan wal gegaan." Het gesprek geraakte in andere banen en eindelijk maakte ik de opmerking, dat het verband van King wel eens vernieuwd mocht worden. Om een of andere reden had hij vermeden, dit door dr. lanes te laten doen. Toen hij hoorde, dat ik iets van verbandleer wist, had hq het mij ge vraagd, Ik was btq daarmee. Garrison ging naar de brug om met dén kapitein te praten. King en Ik gingen naar b.eneden. Hij keerde zich naar me toe, zoodra hg de deur van zijn hut ge sloten had. Even scheen hij nog te aar- zelen. „Wat gek toch met die motoren," zei hq toen, „Wat denkt ra er van?" „Ik weet het zelf niet," antwoordde ik. „Gaat a nu even zitten, dan zal ik U verbinden." Achter hem staande, zette ik me aan het werk. „Weet u,zei King, „ik moet niets van die onklare motoren hebben. Tenminste niet, nadat Garrison ons vertelde, dat iemand er aan geknoeid had." „Ik net zoo min." „Ik heb er heel wat over gepiekerd. Ik zeg er niet graag iets over, omdat ik per slot van zaken een buitenstaander ben. U ook; daarom heb ik geen bezwaar tegen u te zeggen, wat ik er van denk. Het schnnt, dat er iemand in de machmekamer was, toen wij aan boord kwamen, ten minste niet een der bemanning. „Het schijnt, dat geen van de mach.nui- ten er was," stemde ik in/ me afvragend of zijn gedachten denzelfden kant uitgin gen als de mijne. „Ik wilde het niet tegen Garnsoa zeggen, maar iets valt niet te ontkennen. Het zou mogelijk zqn, dat een der gasten die motoren beschadigd had." Ik schrok. „U weet toch niet-, dat een hunner het gedaan heeft?" vroeg ik. „Neen, jammer genoeg niet. Maar ais een het gedaan heeft, dan moet het-een man zijn, geweest, vindt u niet 1 - (Wórdt verdolgd). Naar het Engelsch van Stanley Hart - Page doetje qoed!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 6