Verslag van den Gemeenteraad
Gemeentebegrooting 1939.
Behandeling der hoofdstukken
v.
RIVERSIDE DRIVE
De griep te Rotterdam
SUing ran Donderdag 22 December 1938,
's middags 2 uur.
Voorzitter: burgemeester mr. <3r. F.
I* J- van Ilaaren.
(Slot)
Muntmeters.
Cé heer mr. Van Velzen (r.k.)zegt,
dat de kwestie, sran de muntmeters voor
electriciteit vrij ingewikkeld is. Met de
muntmeters voor gas is een zekere ervaring
opgedaan. Men kwam zonder muntmeter
wel eens in de verleiding meer gas te ge
bruiken, dan men kon betalen. Dat heeft
geleid tot de invoering van nuntgasmeters,
waardoor men vóór het gebruik betaalde,
Maar dat leidde er toe, dat zij, die bet minst
kunnen, missen, nog iets meer dan anderen
voor hein gas moesten betalen. Men lean dat
betreuren, maai bet systeem bracht dat
mee. Vroeger was muntgas duur Ier dan ge
woon gas.
Een vernuftig instrument.
Bij de categorie, die voor een muntmeter
voor electriciteit in aanmerking zou ko
men, blijft het electriciteits verbru ik beperkt
voor verlichtingsdoeleinden; zelden voor
verwarming, omdat dit een beetje kostbaar
is. De directeur van de Technische Bedrij
ven is dat wel niet eens met spreker, maar
als men de nota voor de verbruikte electri-
schen stroom krijgt, heeft men toch wel
flen indruk, dat eïeotrieiteit voor verwar
ming kostbaar is.
De ervaringen met muntgasmeters zijn
niet bemoedigend, maar de bezwaren bij
muntmeters voor eïeotrieiteit zijn nog veel
grooter. Die meter is van tedhnise/h stand
punt bekeken een vernuftig instrument
en uit den aard der zaak vrij kostbaar.
De heer Van Lath heeft gevraagd: Wat
kost zoo'n muntmeter en wat zal dat tot
gevolg hebben op den prijs van den eleetri-
schen stroom, die men afneemt? Dat zal
in de Commissie voor de Teebnisctae Be
drijven wonden nagegaan ©a het resultaat
van het onderzoek zal spreker of per
soonlijk den heer Van Lith meedeelen,
of dat zal geschieden door de directie.
Een muntmeter voor electriciteit is een
wonder vin techniek. Die meter moet ook
een gedifferentieerd tarief, een weekend
tarief aanwijzen. Daaruit blijkt reeds hoe
ingewikkeld zoo'n apparaat moet zijn. Het
repareeren is ook veel moeilijker dan bij
een muntgasmeter.
Tweemaal bedenken.
De minder draag ^rachtigen moeten uit
eindelijk zelf de hooge kosten dragen, zoo
dat we ons wel tweemaal mogen bedenken
voor we tot invoering van muntmeters
voor electriciteit overgaan.
Na de bestudeering van het vraagstuk
heeft spreker zich daarover wel een mee
ning gevormd, maar deze wil spreker nog
verifieeren aan de cijfc-Ts, die na het on
derzoek in de Commissie voor de Techni
sche Bedrijven bekend zullen zijn. Ook
moet nog wel even bekeken worden, hoe
veel gezinnen voor zoo'n meter in aan
merking komen.
Het zal niet onmogelijk zijn de meer
dere kosten om te slaan over het aantal
verbruikte kilowatt-uren; voor wie veel
electriscben stroom verbruikt, zal uiteraard
de prijs per kilowatt-uur lager zijn dan
voor wie slechte weinig verbruikt. De con
sument blijft beheerschen, hoeveel hij wil
afnemen en het zou kunnen zijn, dat
hij bijna geen stroom verbruikt over een
zeer duren meter.
B. en W. hebben deze zaak reeds nauw
keurig bekeken; over de cijfers zal de
heer Van Lith nog worden ingelicht.
De opvatting van den heer Van Lith
over den zin in de M. v. A.„ook de
bedrijfservaringen geven geen aanleiding
om tot het plaatsen van deze meters over
te gaan", is niet de juiste. De mededee-
ling beteekent niet: We zijn toch gedekt.
Als we het geld niet krijgen, beschikken
we wel over drastische maatregelen.
De aangehaalde zin is misschien onge
lukkigerwijze uit de pen gevloeid. Hij be
teekent: Met de inning worden geen moei
lijkheden ondervond* n.
Spoedig dc kwitantie.
Als de oveikeid te laat is met het vra
gen van betaling, is dat vervelend. Men
merkt dat b.v. ook brj het laat ontvangen
van het aanslagbiljet voor de belastingen.
Daarom wordt er bij de Technische Be
drijven naar gestreefd zoo spoedig moge
lijk de kwitantie aan tf bieden, zoodat
de gezinnen niet voor uitgaven komen te
staan, waarop niet meer gerekend was.
Geen vrede kan spr. hebben met een
voorstelling van zaken, alsof de Techni
sche Bedrijven minder belangstelling zou
hebben voor den verbruiker. Customer is
king, de klant is koning; dat geldt ook
voor de Technische Bedrijven en daarom
willen we den klant zoo goed mogelijk be
dienen.
Een ophaaldienst.
De heer Van L ith (s.d.) herinnert er
den heer Etman aan, dat spr. gezegd heeft:
Ik heb den éénen man naar de R.K. vak
organisatie verwezen, waarvan hij lid was
en den ander naar de R.K. fractie. Spr.
treft dus geen verwijt!
Spr. neemt er genoegen mee, dat de
aangelegenheid1 van de muntmeters voor
electriciteit in de commissie voor de Tech
nische Bedrijven wordt bekeken.
Gaarne zou spr.. willen, dat ook in onze
gemeente een ophaaldienst voor de be
lastingen gecombineerd werd met het vol
doen van de electrïciteitsrekening. Dat ge
beurt ook te Delft. Komt de rekening voor
het electriciteitsrerbruik, dan wordt deze
meegegeven aan den incasseerder en het
verschu'digd bedrag wordt voldaan door
den ophaaldienst. Ook deze aangelegenheid'
zou spr. gaarne door de Commissie voor
de Technische Bedrijven bekeken willen
zien.
HET
42}
„Och,, met één motor komen we er ook.
Wanneer denkt u het eiland te berei
ken
„Volgens den kapitein morgenochtend,
Tegen tienen. Met twee motoren zouden
"we er vanavond al geweest zijn."
Ik troonde hem mee naar den deksalon
op het voorschip.
„Wat is hét toch een prachtig jacht."
„Geriefelijk," beaamde Garrison, afge
trokken.- Hij ging op een rieten stoel
zitten, strekte zijn boenen en keek fron
send voor zich uit.
„Gek, dat die motor nu net onklaar
moest raken," merkte ik op.
„Meer dan gek,," zei Garrison, me aan
kijkend. „Het staat me niet aan. Iemand
heeft: die motoren onklaar pogen te mar
ken."
Hij; schudde het hoofd. „Ik heb deze
bemanning nu al drie jaar. - Het zijn be
trouwbare zeelui, zonder uitzondering."
Ma*r is er niemand anders aan boord
geweest?.Toen het in de haven lag, was
er immers een wacht aan boord?"-
Delft,
De heer mr. Van Velzen (r.k.)
zegt toe, dat nagegaan zal worden of de
ophaaldienst belast kan worden met het
roldoen van de kwitanties.
De heer Van Lith heeft zich beroepen
op Delft; Delft heeft muntmeters voor
electrischen stroom ingevoerd, maar die
gemeente heeft een eigen opivekkings be
drijf en kan er wat geld aan wagen om
dergelijke meters aan te schaffen. Wij heb
ben een distributiebedrijf en de kosten
voor de muntmeters gaan van de winst
af.
De zaak zal eebter bekeken worden en
het streven blijft de kwitanties niet te laat
aan te bieden.
4 wordt goedgekeurd, evenals 5, 0
en 7.
,,D© wapens neer".
8 Openbare Leeszaal en Bibliotheek,
De heer P, A. v. d. Berg zegt in de
sectie aangedrongen te hebben op het ver-
w'jderen uit de openbare leeszaal van het
tijdschrift: De wapens neer.
In het seetieverslag wordt de opmerking
van spreker niet juist weergegeven. Daarin
staat. „Een lid van de 3e sectie acht het
abonnement van de Leeszaal op het tijd
schrift„De wapens neer" niet verantwoord
met het oog op de strekking van het tijd
schrift."
In de M. v. A. staat: „Door de Gemeen-
telrjko Openbare Leeszaal en Bibliotheek
wordt voor het tijdschrift: „De wapens
neer" geen abonnement bekostigd."
Het verheugt spreker, dat voor dat tijd
schrift geen geld wordt uitgegeven, maar
dat is de financieels zijde van de zaak.
Erger is de strekking van het tijdschrift,
die gericht is o.a. op dienstweigering en
ongehoorzaamheid aan de overheid.
Dat acht spreker zoo verderfelijk, dat hij
„De wapens neer" van de leestafel der
Openbare Leeszaal wil verwijderen.
„De bemanning woont er altijd op. Nie
mand is aan boord geweest, die er geen
recht toe had. Bovendien waren beide
machines gistermorgen volkomen in or
de. Ze hebben proef gedraaid."
We dachten er beiden over na. Ik be
gon te voelen, voor de meening van Hand,
dat een van het gezelschap toch misschien
de hand in het geval had. Misschien was
een humoer de machinekamer vlak voor
het vertrek binnengeslopen en had de
machines onklaar gemaakt. Terwijl ik hier
over nadacht, voegde Henry King zich
bij ons.
„Hallo 1 Ik stoor toch niet? Ik heb mijn
kaarten aan Flount overgegeven. Ik ben
lang genoeg een ongelukspartner voor uw
vrouw geweest!"
„Neen, je stoort niet; kom binnen en ga
zitten," noodigde Garrison.
King nam een stoel. Hij scheen zich
in de enge ruimten van het jacht be
nauwd te voelen. AI was zijn hoofd nog
in verband, toch was King merkwaardig
snel van de ontvangen verwonding aan
het herstellen.
„Jullie keken allebei zoo plechtig,, dat
ik bang was te storen," zei bij.
,We zaten over dien motor te piekeren,"
verklaarde Garrisoen.
King ging rechtop zitten en grinnikte.
„Je zult me wel heel onsym t vin
den," zei hij lachend, „maar ik heb echt
veel op met dien om willigen motor. De
zeereis wordt er langer door. Ik was
doodsbenauwd zeeziek te worden. Ik ben
namelijk nog nooit op zee geweest. Maar
De heer Dinkelaar meent, dat liet
antwoord in de M. v. A. slaat op de vraag,
in het seetieverslag opgenomen.
De heer P. A. v. d Berg: Maar do
vraag is niet juist overgebracht?
Etek wat wil».
De heer Dinkelaar: De heer De Leede
is rapporteur geweest van uw sectie; aan
B en W. kan dus geen verwijt-worden ge
maakt in dezel
Dit is een vrij ingewikkeld vraagstuk.
Hoe komt de heer P. A. v. d. Berg er
aan, dat genoemd tijdschrift opwekt tot
dienstweigering? Spreker gelooft niet, dat
dit het geval is. Als het tijdschrift wer
kelijk opwekte tot dienstweigering, zou do
regeeiing het wel in beslag laten nemen!
We hebben hier een Openbaar Leeszaal
waar ieder gebruik van kan maken en ook
ieder gebruik van moet kunnen malen.
Daar komen tijdschriften op het gebied
an militaire aangelegenheden eu het is het
goed recht van lien, die van militaire vraag
stukken kennis willen remen, te verlangen,
dat die tijdschriften aanwezig zijn. Maar
wie anti-militaristische lectuur wensdht,
moet dit ook in de Openbare Leeszaal kun
nen vinden. Dat brengt geen gevaar met
zich.
Spreker heeft de nummers van „De
wapens neer" over het afgeloopen jaar op
gevraagd en daarin heeft spreker niet ge
vonden wat de meening van den heer P. A.
v. d. Berg bevestigt.
Van 1918 af wordt het tijdschrift gratis
beschikbaar gestold. Spreker gelooft niet,
dat er één reden bestaat „De wapens neer"
uit de Openbare Leeszaal te weren.
De heer P. A. v. d. Berg '(r.k.) spijt (het,
dat de wethouder dit standpunt inneemt.
Spreker heeft wel andere dingen in dat
tijdschrift gelezen en daarom dringt spreker
er alsnog op aan het te verwijderen van de
leestafel. 1
Controle.
De Voorzitter (tot den heer P. A.
v. d. Berg): U meent, dat de inhoud te ver
gaat en de heer Dinkelaar is van meening,
dat dit niet het geval is. De zaak 'zal jn
B, en W. besproken worden.
De heer Dinkela ar (s.d): De lectuur
die in de Openbare Leeszaal komt, wordt
door de directrice en het ander-personeel
der inrichting bekeken.
De heer Hoogendam (cCh.): En de
Commissie voor de Bibliotheek?
De heer Dinkelaar (s.d.): Als er ge
rechtvaardigde Fadhten zijn, hooren we
die wel van de directrice.
De Voorzitter: Er kan verschil van
meening zijn over wat toelaatbaar en wat
niet toelaatbaar is. Daarom zal deze aan
gelegenheid nader bekeken worden.
8 wordt goedgekeurd, evenals 9,
10, en 11_vervolgens Hoofdstuk XIII met
bijbearootingen, Hoofdstuk XIV en de be
grooting voor den kapitaaldienst.
Nabetrachting.
Hoofdstuk XVI. Onvoorziene uitgaven.
Dé heer Slavenburg (c.-h.) deelt mee,
dat post 387 (Uitgaven), "krachtens het be
sluit van den raad met f 104 is verhoogd.
Voorts zijn in verband met de vas'stelling
van de rekening over 1937 de inkomsten
op deze begrooting met f 1.133.34 ver
minderd, zoodat de post onvoorziene uit
gaven kan worden vastgesteld op f 10755 64
(f104 -f- £1.133.34) f9.518.30. De
begrooting sluit dan met een bedrag aan
inkomsten (waarbij inbegrepen £95.000
aan een belastingbijdrage) en uitgaven van
f6.940.192 84.
Hoofdstuk XVI wordt goedgekeurd en
daarna de geheele begrooting.
De voorzitter zegt, dat als bn de
behandeling dezer begrooting uitdrukkin
gen, betitelingen of aanvallen wat scher
per mochten zijn geweest, dan wel wen-
sche'ijk was, deze toch niet een persoon
lijk karakter hebben gedragen. Spr. hoopt
dat deze niet een mmder goeden invloed
zullen'uitoefenen op de samenwerking, het
komende jaar, in den raad. Iemand per
soonlijk onaangenaam te zijn heeft zeker
niet voorgezeten bij de spreekster of spre
kers. Mochten die gedachten opkomen, dan
dienen die teruggedrongen te worden.
Na gedanen arbeid is bet zoet rusten!
De voorzitter sluit de vergadering
BINNENLAND
Overzicht Tweede Kamer
Hulpverleening aan Spaansdie
vluchtelingen, Indische be-
gr noting goedgekeurd. Het ini
üatief-ontwerji-d'Ansembonrg.
Gistermiddag heeft de Tweede Kamer
de Indische begrooting vooor 1939 na een,
behandeling van ongeveer anderhalve week,
aangenomen.
Alvorens tot de verdere beraadslaging
over de afdeelingen oorlog en marine over
te gaan, stelde de voorzitter, mr. Van
Schrik, voor de interpellatie-W ij n k o o p
inzake hulpverleening aan Spaansche vluch
telingen, toe te staan en aan de agenda
toe te voegen, waartoe werd besloten.
Vervolgens vroeg de heer Rost van
Tonningen verlof om vragen tot den
minister van justitie te stellen of, en zoo
ja, welke strafvervolgingen hij bereid is
in Oss weder op te vatten. Hieromtrent zal
morgen worden beslist.
Nadat een groot aantal wetsontwerpen
betreffende contingenteeringen e.d. zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming
was aangenomen, werd de behandeling van
de afdeelingen oorlog en marine der In
dische begrooting voortgezet.
De heeren Joekes (r.d.) en Rutgers
(c.h.) uitten zich zeer bepaald tegen den
bouw van slagschepen. De laatste bleek
een voorstander van leeningen ten be
hoeve van de defensie om in staat te
zijn onze zedelijke roeping in Indié te kun
nen vervullen. Hij achtte een financieel©
debacle niet zoo ernstig als den onder
gang van den staat door een vrjandelijkea
aanval. De heer Rost van Tonnin
gen (N S.B.) bepleitte den bouw van slag
schepen en de heer Wijnkoop (comm.)
stond naast moderne wapens gelijkstelling
van alle bevolkingsgroepen voor de weer
macht voor.
In zijn antwoord zeide de minister
o.m., dat de regeering niet kon nalaten,
mede te deelen, dat zij de meening, als
zou er vrees bestaan voor agressie van
den kant van een bepaalde mogendheid^
niet deelt. Ook bij het plan-Deckers ging
men er van uit, dat men op zichzelf aan
gewezen was, daar hulp slechts werd ver
ondersteld.
De heer Joekes stelde een wijziging
voor in de motie-Stokvis betreffende her-
verdeeling van defensiekosten in di-en zin,
dat er in zou worden uitgedrukt, dat na
dere overweging van de verdeeling der mi-
litaire uitgaven gewenscht is. De minister
betoogde, dat de verdeeling der kosten
ieder jaar in de Kamer ter sprak© komt en
dal de regeering de tijd' moet worden ge
geven om haar plannen te verwezenlijken.
De minister noemde de motie inopportuun.
De heer Stokvis wijzigde zjjn motie
in den door den heer Joekes aangegeven
zin. Zij werd verworpen met 48 tegen 31
stemmen. Vóór stemden de s.dv.&, de
n.s.b., comm. en de heer Posthuma (o.d.u.).
Vervolgens werd overgegaan tot de be
handeling van het initiatief-voorstel De
Marchant et d'Ansembourg tot
vermindering en vereenvoudiging van de
belasting op het motorrijtuig- e<n rijwial-
verkeer. Nadat de heeren Bongaerts (r.k.),
Wagenaar (a.r.), Ebels (v.d.). Van den Tem
pel (s.d.) en Wijnkoop (comm.) hun be
zwaren tegen het ontwerp hadden geuit,
verdedigde de heer De Miarchant et d'An-
sembourg zijn ontwerp. De voornaamste
bezwaren van de eerste sprekers waren,
dat het ontwerp een. ongedekt tekort va»
ongeveer 39 millioen zou veroorzaken ea
dat bovendien deze materie reeds in sta
die is, zoodat het ontwerp de plannen d-esï
regeering zon doorkruisen.
Het debat hierover wordt vandaag voort
gezet.
De gezondheidstoestand van de
burgerij baart geen bizondcre
zorgen, aldus de directeur van
den G.G. en G.D.
In verband met de op het oogenblik te
Rotterdam heerschende griep, hebben wij
ons gewend tot den directeur van den
gemeentelijken geneeskundigen en gezond
heidsdienst, dr. J. E. Feisser, ten einde zijn
meening te vernemen omtrent de geaard
heid van deze ziekte.
Dr. Feisser begon met te zeggen, dat
griep niet aangifteplichiig is, zoodat hij
zich omtrent den omvang in de Maasstad
geen gefundeerd oordeel lean vellen. Wel
heeft men kunnen waarnemen, dat deze
voorjaarsziekte niet veel meer gevreesd
behoeft te worden dan andere jaren. Het
ziektecijfer is in dezen tijd altijd iets hoo-
ger dan anders en volgens dr. Feisser be
hoeft men in deze opeenhooping van ziek
tegevallen niets veronrustends te zien.
Gemeenlijk kan men er op rekenen, dat
het ziektecijfer in het voorjaar ongeveer
tweemaal zoo hoog is, voor wat griep be
treft, en als dit cijfer thans ongeveer drie-
of viermaal zoo hoog is, gaf dil nog geen
aanleiding tot bizondere maatregelen.
Wel kon de heer Feisser naar aanlei
ding van de heerschende ziekte onder het
Rotterdamsche gemeentepersoneel, dat on
geveer tienduizend man* telt, zich van de
pricp een beeld vormen. Omdat thane
wel algemeen bekend is, dat het Rotter
damsche politiecorps van gemeentewege
voorzien wordt van kininepillen, meende
men daaruit te mogen afleiden, dat he|
ziektecijfer belangrijk gestegen was.
Echter omvat deze maatregel niet hel
overige gemeentepersoneel, zoodat ook hier
in niets verontrustends gezien behoeft te
worden.
Ook het sterftecijfer is niet belangrijk
hooger dan andere jaren. Het spreekt voo®
zich, dat het aantal gevallen met dood#-
lijken afloop met de ziekte eveneens drie.
of viermaal zoo hoog kan worden.
Dr. Feisser kwam tot de slotsom, dafc
het geen zin heeft om naar aanleiding van!
deze opeenhooping van ziektegevallen!
speciale maatregelen toe te passen. De go-
zondheidstoestamd van de burgerij te Rot
terdam baart geen bizondere zorgen. Voost
alarmeerende berichten bestaat dan ook
geen enkele aanleiding.
Scheepvaart.
Schiedam, 27 Februari.
Vertrokken: Ned. ms. „Straat Soenda",
naar Rotterdam.
Duitsdhe s.s. „Gerrit Fritzen", naar Oxe-
lesund,
Noorsdhe s.s. „Vindeggen", maar Ant
werpen.
Schiedam, 28 Februari.
Vertrokken: Duitsdhe s.s. „Pommem"f
naar Rotterdam. j P'
je mag me kielhalen, als er ooit zoo'n
goed zeeman bestaan heeft, als ik."
,Ik ben er blij om," zei Garrison. „Eén
zeezieke aan boord is al genoeg. Anne
Gladys. Zeeziek is geen pretje. Ze
kan niet tegen die lichte deining. Alles
bij elkaar is het toch opmerkelijk kalm
voor dezen tijd van het jaar."
,Wat is er toch met dien motor aan
de hand?" vroeg King.
,vVeet ik niet,," zei Garrison. „Ik heb
geen verstand van Dieselmotoren. Iemand
moet er aan geknoeid hebben. Aan alle
bei. Ais de machinist den anderen motor
niet op streek had kunnen brengen, zaïten
we nu nog in New-York."
„Hoera voor dien machinist," zei King.
„Maar wie kan Or aan geknoeid heb
ben
„Wist ik dat maar,bromde Garrison
grimmig. „Mijnheer Clark schijnt de be
manning te verdenken maar ik kan voor
elk hunner instaan. Gistermorgen wa
ren de motoren volkomen in orde. Iemand
moet er iets aan gedaan hebben na dien
tijd."
Zoover waren we al geweest Nu hielp
King ons verder op streek.
„Waarom zoek je niet uit of er, voor
dat we uitvoeren, iemand aan boord is
geweest?" vroeg hij na een poosje. „Iemand
moet stilletjes aan boord geweest zjjn,
zoa ik denken."
„Als dat zoo is, dan moet irig onzicht
baar geweest zijn," zei Garrison,
„Ik veronderstel, dat er toch wel altijd
een van uw menschea in debnurt 'van
de machines geweest is, niet waar?" zei
King.
„Niet aldoor," verbeterde Garrison hem.
„De hoofdmachinist is aan wal geweest
en kwam weer pas aan boord een kwar
tier voor het vertrek. Hij had me verlof
gevraagd."
Op het gezicht van King kwam een trek
van verrassing, als op dat van iemand,
die op het pont staat ©en ontdekking te
doen. „Dat is toch vreemd," zei hij. „U
zegt, dat die machinist in het haljE uur
voor het vertrek niet aan boord is ge
weest. Ik zeg, dat hij er wèl was. Ik
kwam ongeveer een half uur te voren aan
boord en ontmoette een der officieren aan
het dek. Ik vroeg hem of hij de kapi
tein was en hij antwoordde, dat* hij de
machinist was."
Garrison had aandachtig toegeluisterd. Nu
zakte hij grommend in zijn stoel achter
uit. „Dat was de tweede machinist Neen,
dat zegt niets. De ©eiste en tweede mar
chinrst lfebben, voordat we uitvoeren, sar
men geluncht Daarna is de eerste nog
even aan wal gegaan."
Het gesprek geraakte in andere banen
en eindelijk maakte ik de opmerking, dat
het verband van King wel eens vernieuwd
mocht worden. Om een of andere reden
had hij vermeden, dit door dr. lanes te
laten doen. Toen hij hoorde, dat ik iets
van verbandleer wist, had hq het mij ge
vraagd, Ik was btq daarmee.
Garrison ging naar de brug om met dén
kapitein te praten. King en Ik gingen
naar b.eneden. Hij keerde zich naar me
toe, zoodra hg de deur van zijn hut ge
sloten had. Even scheen hij nog te aar-
zelen.
„Wat gek toch met die motoren," zei
hq toen, „Wat denkt ra er van?"
„Ik weet het zelf niet," antwoordde ik.
„Gaat a nu even zitten, dan zal ik U
verbinden." Achter hem staande, zette ik
me aan het werk.
„Weet u,zei King, „ik moet niets van
die onklare motoren hebben. Tenminste
niet, nadat Garrison ons vertelde, dat
iemand er aan geknoeid had."
„Ik net zoo min."
„Ik heb er heel wat over gepiekerd. Ik
zeg er niet graag iets over, omdat ik per
slot van zaken een buitenstaander ben. U
ook; daarom heb ik geen bezwaar tegen
u te zeggen, wat ik er van denk. Het
schnnt, dat er iemand in de machmekamer
was, toen wij aan boord kwamen, ten
minste niet een der bemanning.
„Het schijnt, dat geen van de mach.nui-
ten er was," stemde ik in/ me afvragend
of zijn gedachten denzelfden kant uitgin
gen als de mijne.
„Ik wilde het niet tegen Garnsoa zeggen,
maar iets valt niet te ontkennen. Het
zou mogelijk zqn, dat een der gasten die
motoren beschadigd had."
Ik schrok. „U weet toch niet-, dat een
hunner het gedaan heeft?" vroeg ik.
„Neen, jammer genoeg niet. Maar ais
een het gedaan heeft, dan moet het-een
man zijn, geweest, vindt u niet
1 - (Wórdt verdolgd).
Naar het Engelsch van Stanley Hart - Page
doetje qoed!