m
Een politieke slinger, die riiet
slingert
TWEEDE; BLA D
SCHIEDAMS CHI COURANT
1
De vooruitzichten voor de komende alge-
meene verkiezingen. Ondanks ontevredenheid
over de Nationale Regeering maakt de
Oppositie geèn vooruitgang.
(Van onzen Döndenscheu coïrespeindent).
Met het jaar 1940 zal het Engelsche
parlement, dat telkens voor vijf jaar ge
kozen. "wordt, zijn natuurlijke leven, hebban
beëindigd. Waar, het echter ©en constitu
tioneels gewoonte is nieuwe verkiezingen
uit te schrijven voor de volksvertegen
woordiging de vijf-jarige termijn heeft be
ëindigd', kan met zekerheid' worden vast
gesteld, dat het bestaande parlement nog
in dit jaar zal worden ontbonden. In de
laatste paar maanden zijn dan ook steeds
herhaalde geruchten opgedoken, dat de pre
mier besloten had in de naaste toekomst
algemeene verkiezingen uit te schrijven.
Ontbinding van bet parlement in
de herfst?
Tot nu toe zijn deze voorspellingen nog
niet invervulling gegaan. Zooals 'gezegd,
lijdl .hetechter geën, twijfel, dat het jje-
- sluit tot i dissolutie* Van 'hetparlementi in
de eerstvolgende negen maanden "zal wor
den afgekondigd. Het meest waarschijnlijke
tijdstip wordt nu geacht de herfst van dit
jaar te zijn. Er is derhalve goede reden
eens na te gaan wat de kansen van de
verschillende partijen, zooals zij zich nu
laten aanzien, in de eerstvolgende alge
meene verkiezingen zullen zijn. Er is daar
des temeer reden voor, omdat het resul
taat van die verkiezingen niet alleen van
groot belang is voor Engeiand's - binnen-
landsclie politiek, maar ook voor de ver
dere -ontwikkeling van de internationale
toestand, waarin Engeland immers zulk
een vooraanstaande rol speelt.
In hoofdzaak twee partijen.
1>e strijd zal „gaan tusschen- twee groote
partijen, wier beleid op.-., binnenLaidseh,
zoowel als op buitenlandsch gebied' radi-
kaal verscheiden is. In tegenstelling met
de Vereen!gele Staten waar er, althans tot
voor dë:;ï Newfc Oéalf »w êirilg^SÓSCTétó'-'^or;
schilpunten tusschen detwee groote -par
tijen zijn "en, een verandering. ."Van regee-
ring dus geen groote wijzigingen >- het
landsbeleid' plaGht te brengen, -zo,, -oen
overwinning van de oppositie in Engeland
ongetwijfeld in vele opzichten oen vol
komen nieuwe koers in het landsbeleid
met zich meebrengen, ook .al neemt men,
in aanmerking, dat een oppositie, wanneer
zij eenmaal de verantwoordelijkheid voor
het landsbestuur op zich heeft genomen,
gewoonlijk gedwongen wordt een aanzien
lijke scheut water in haar principieele
wijn te doen.
Wil men nu de kansen van "de twee po-(
htieke partijen in de komende strijd be-
oordeelen, dan kan meneen aanwijzing
vinden ih het verloop 'van de tusschen-
tijdsche verkiezingen', die sinds do -ge
boorte van het huidige parlement heb
ben plaats gevonden.
-Inkrimping vane-regeeringsmeerdec-
heid.
Tot en met 1 November^ 1938 Rebben
52 van deze verkiezingen plaats gehad.
Het totale resultaat is als volgt44, van
52 kiesdistricten, waarin een nieuwe ver
tegenwoordiger moest worden gekozen, wa
ren m handen van de regeeringspartijen.
Twee-en-dertig daarvan hebben zij -met suc
ces verdedigd en slechts twaalf zetels heb
ben zij aan de oppositie moeten afstaan,
In de -overblijvende acht kiesdistricten,
waar de socialisten aan de macht waren,
is de positie onveranderd gebleven. Men
zou hieruit dus tot op een zekere hoogte
kunnen opmaken, dat de regeeririgspartijen
zich over liet algemeen genomen betrek
kelijk goed handhaven, en van de alge
meene verkiezingen wel een Inkrimping
van hun meerderheid, maar nog zeker
geen nederlaag te verwachten hebben. Niet
temin geven de verkiezingscijfers de. la
ders van de regeeririgspartijen toch geen
reden tot onverdeelde vreugde. Er is name
lijk, ook in ,d;e meerderheid van geval
len'waar zij hun zetel met'succes tegen
de oppositie-hebben weten te verdedigen,
een aanzienlijke daling in hun -meerderheid1
waar te nemen. Vrijwel 'al déze gevallen'
toonen hetze! fdi^beeld. JDte oppositiepartijen
behalen niet' veel meer dan hePaarl/i! stem
men, dat zij in'de algemeene' verkiezingen
van 1935 kregeh, maar-het stemrrienaantal
van de regeeringspartijen" toont yergelekeu
met 1935 een belangrijke teruggang, zoó-
dat de regeeringsmeerderheid telkens stérk
ingekrompen" is. De' verklaring Van;; dit
verschijnsel is niet Ver' tè zoëkéh. i-1
ij „Oorzaak.
Gedeeltelijk is d|e inkrimping van de
regeeringsmeerderheid in de versdbillende
tussclientijdsdhe veridezingen ongetwijfeld
„viijten aan de apathie van de öonsegva-
iieve kiezers, die het, gezien -de groóté
meerderheden, behaald in 1935, niet noo-
ïdig achten zich veel moeite te geven
de nog zoo veilig' schijnende positie te
handjhaven. ba de politiek is een partij'
die zijn. machtspositie moet verdedigen al
tijd gehandicapped tegenover de partij die
het offensief moet nemen. Dit is echter
niet de geheele vertering. Het terugloo-
jjpen van de regeeringsmeerderheden moet
ten deeïe wel degelijk worden toegeschreven
aan een reëele ontevredenheid! en desillusie
over de huidige regeering. Ook' dat is in
Engeiand's parlementaire leven een noi-
maal verschijnsel. i
,,The floating vote
Hoe langer een bepaalde regeermg aan
de macht is, (en de nationale regeering
is nu reeds adht jaar lang aan de madbt,
(Sanger dan eenige regeering sinds den
oorlog ooit zijn positie heeft weten te hand
haven), hoe meer dat groote deel van het
kiezerspubliek -dat geen- speciale partij-loya
liteiten heeft en in - Engeland gekenmerkt
wordt met den" naam '„the floating vote'
reden begint te vinden -om aaiameAlngela
op het regeéringsbeleid te maken. Het.is
niet alleen omdat men, mensdhelijik zijnde,,
naar verandering begint te verlangen, maar
ook' omdat een regeering die lange jaren
een onbetwiste machtspositie heeft behou
den, inderdaad vaak gegronde redenen tot
ontevredenheid begint te geven; haar ener
gie toont een neiging te verslappen, zij
wordt zelfgenoegzaam, kortom, men voelt
ten rechte of ten onredSite dat er nieuw
bloed noodig is. In hoeverre dte huidige
nationale regeering deze verwijten van ver
slappende energie en zelfgenoegzaamheid
verdient zullen wij hier niet onderzoeken
Van belang is alleen dat de®verkiezings-
chjfers toonen dat zij een deel van hen die
haar in 1935 aan de mn#it 'hielpen niet
meer bevredigt.
1 Zou men daaruit nog mógen cfonclude©-
ren dat deze normale en welhaast onver
mijdelijke beweging van de politieke slinger
ver genoeg zal doorslaan om de oppositie
ye_f kiezjagen 'aan
Wtf-aïshog
uitermate" ©nwaarsdh ijnüjjc. Een-aa-nzien!ijk
deel vau hetYmkh^n het is juist idut ifleet,
thé floating vote,! die bij het UngeJscfhe
verkiezingsstelsel den doorslag geven), mag
genoeg van de nationale regeering hebben,
maar dat beleekent nog allerminst, dat het
voor de oppositie zal stemmen. Integendeel,
wanneer de floating'vote" dit jaar "gevraagd
zaj worden te kiezen tusselien depnationale
regeering en de arbeiderspartij,- welke de
eenige serieuze mededinger naar~dc macht
isj zullen de meesten toch naar,.a!le waar-
sèlrijnlijkltieid het minste wan twee kwaden
kfezen en zij hèt ook 1 met. een .Zwaar
hart, hun. stem aan 'dê regeering geven.
Het oppositioneel© leiderschap.
Verschillende vooraanstaande figuren uit
de oppositie-wereld .hebben, zelfherha
ling erkend, dat de oppositie met haar
huidige politiek nooit dat deel van <lc be
volking voor zïoh- zal kunnen winner wat
noodig-is-om de nationale weegschaal in
haar richting te doen. doorslaan. De redenen
voor dit falen van de oppositie, de floating
vóte, die maar al te graag van de b-estaande
regeering afwil, op; haar kant te krijgen, zijn
van verschillenden aard. Er is in de feerste
plaats de kwaliteit van het oppositioneele
leiderschap. Attlee/ de leider van de parle
mentaire arbeiderspartij, en die als zoo
danig bij een socialistische overwinning mi
nister-president zou worden, is niet een
man, die op de verbeelding van het volk
weet te werken. Hij is een hard werker,
een oprechte patriot, wat zijn tegenstanders
ook mogen zeggen/hij is .ondanks zijn doc
trinaire houding, todh nog een echte En-
gelsche socialist, d.w.z. allerminst een re-
volutionnair. Maar hij is ondanks dit alles
de man wien'de rniddèliriaüghekl van het
gezicht straalt.
De andere Socialistische leiders zijn al
even weinig geëigend om' vertrouwen en
enthousiasme' te ühspiréêren."' Alleen Her-
bert* Morrison/ de, ongetwijfeld zeer kun
dige voorzitter ,yande Londensche ge
meenteraad, is jeniaud die„zich mogelijker
wijs nog. eens tot. een nationaal leider zou
kunnen ontiyikketetA Belangrijker nog dan
de zc-er middelmatige kwaliteit van het op
positioneele leiderschapjs_ hum houding
tegenover de -vraagstukken van de binnen-
landsche en Jnutenlaridsollepolitiek. Ook
onder diegenen, en dat «zijn er velen, die
het met het buitenlandsch beleid van de
reegéring radikaal oneens zijn, zijn er wei
nigen" die Engeland in dit' kritieke oogen-
blik van zijn geschiedenis" zouden willen
©verlaten aan het bestuur van AtÜee cum
suis. Niet dat dé socialistische leiders oor
logszuchtige" maniakken zijn, zooals hun
tegenstanders hen om voor de hand lig
gende redenen van paxtij-voordeel vaak
verwijten, Zij zijn ongetwijfeld evenzeer
overtuigd-van het* belang de vrede të handt
DEE
WOENSDAG 8 MAART 1939. No. 22115.
haven, ©n zij zijn ondanks hun interna
tionalisme ook zeker even goede patriot
ten als de meest verstokte conservatieven.
Maar wat-hen als potentieel© leiders van
de buitenlaïidsche politiek zoo weinig aan
trekkelijk maakt, is dat zij telkens weer
sterk de indruk geven zich'tegenover de
internationale problemen meer door hun
hart dan door hun lioofd te laten lei
den. Dat is een luxe dié men zich op dit
oogenblik niet kan veroorloven; dat voelt
de floating vote, en daarom schijnt de Op
positie dan ook nog steed3 weiilig leans
te maken. Tenslotte vervreemdde de Ar
beiderspartij, door haar koppige vasthou
dendheid aari een doctrinair, zij het daa
ook allerminst een reVolutionnair, partij
programma, velen van fcich die een meer
tot compromissen geneigde oppositie
gaarne een stem zouden geven, om zoo
doende de door hen gehate Nationale re
geering uit het zadel te wippen. Sommige
leiders van de Arbeiderspartij ageeren dan
ook al sinds jaar en dag voor een althans
tijdelijke modificatie van,het partij-program
ma om zoodoende een- samengaan, of zoo
als het in de tegenwoordige terminologie
heet, een Populair Front, te vormen met
alle progressieve en anti regeeringselemen-
ten in den lande. Alle politieke waarnemers
zijn het erover eens dat dit inderdaad de
eenige manier-is-waarop de!oppositie er
in zou Innmen' slagen de macht te ver
overen. Daar „het officieelé 'partij-bestuur
van de:-Arbeidersbeweging; echter onlangs
nog door haar uitzetting vati Sir Stafford!
Cripps, de leider van de campagne voor een
Populair Front, onmiskenbaar getoond heeft
het volle pand van haar doctrinair socia
lisme te willen blijven eischen, en elke sa
menwerking met liberalen of andere pro
gressieven vande band wijst, zou men dus
niet een groote mate van waarschijnlijkheid
kunnen voorspellen dat 1939 opnieuw oen
overwinning van de 'Nationale regeermg
7 al brengen. 1
Londen, 4 Maart.
BINNENLAND
De politiek van ordening
Wordt onverzwakt voortgezet.
De minister van 'economische zaken
verklaart in"* de inemorie van ant
woord aan de Eexite Kamer, dat de
regeering- haar tot <3js- heden gevolgd©
politiek inzake - de ordening van het
bedrijfsleven onverzwakt zal voortzet
ten. Zij zal derhalve elk© suggestie
volgens welke zij zelf op de ©ene of
andere wijze tot ©en rechts treeksche
ordening van het geheele economi
sche leven zou dienen over te gaan,
moeten afwijzen.
Veel meer dan door dwang bepaalde
organisatievormen aan het bedrijfs'eien op
te leggen, zal de minister er naar blij
ven streven de volgens ©en natuurlijk ont
wikkelingsproces uit het bedrijfsleven zelf
opkomende organisaties en de door de
betrokken bedrijfsgenooten zelf tot stand
gebrachte ordening te stimuieeren en te
sanctioneeren, zoover het algemeen belang
dit eischt.
Het beginsel van samenwerking tusschen
overheid en bedrijfsleven, gegrond op de
gedachte," dat beide een eigen verantwoor
delijkheid hebben, zal worden gehaJjï-
haafd.
Mede daarom kan de minister de mee-
ning der leden deelen, die hebben ge
waarschuwd tegen overhaasting op dit
uiterst moeilijke terrein.
Voortdurend immers moeten alle betrok
ken belangen zorgvuldig tegen elkaar wor
den afgewogen en ovenlueele fouten moe
ten terstond kunnen worden hersteld. De
minister is de meening toegedaan, dat de
bovenomschreven opvatting eener orde-
ningspoüliek het gevaar van te sterk ge-
centrali°eerde overheids bemoei mg, welke
don vorm van staatssocialisme zon kun
nen aannemen, uitsluit.
Hij steh er prijs op te verklaren, dat
hij \an oordeel is, dat de aan geen enkele
norm onderworpen vrije concurrentie niet
tot de vooi het algemeen welzijn meest
gewenschte toestanden kan leiden. Ook
uit dien hoofde meent hij dus, dat de
onderlinge concurrentie in het algemeen
binnen zekeie grenzen moet worden ge
houden ot aan bepaalde regels onderwor
pen.
Groot- en kleinbedrijf in den
detailhandel.
Er zijn groote bezwaren van allerlei
aard, hebreen overigens bij de uitvoering
in liet buitenland overduidelijk gebleken
is, verbonden aan de bestrijding van de
warenhuizen, hetzij door vermindering van
het aantal, hetzij door het heffen van
extra belastingen
Het vraagstuk van de verhouding
grootbedrijf-kleinbedrijf ia den detail
handel heeft de aandacht van den
minister; een speciaal onderzoek op dit
gebied is thans in bewerking.
-Het toezicht op de gestie der borgstel
lingsfondsen voor den middenstand voldoet
naar -het oordeel van den minister aan
de daarvoor te stellen eiscben.
Der exameneischen, door de Vestigings
wet kleinbedrijf gesteld, zijn, naar de .mee
ning - van den minister, 'niet te hoog.
mmSmm
*h ;<-■
De zesde vakbeurs voorhet room- en eonsitmptie-ijsbedrijf is gisteren ia ,,BelIe-
vue" te Amsterdam gpopend door den, wethouder,, voor de levensmiddelenvoorziening,
denheer F. van Meurs. Tijdens den rondgang." - -
sterna*
- 5
T
Minister-president dr. H. Colijn feliciteert den voorzitter der Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam, mr. K. P. van der Mandele, tijdens
de eceotie bij de viering van den jaardag der K. v. K.
4.„v
De viering van den jaardag der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Rotterdam. Tijdens de rede van den scheidenden onder-voorzitter, den heer
W. G. A. M. van der Lugt. Rechts: minister-president dr. H. Colijn; midden:
burgemeester mr. P. Oud